NIEUW BOEK VAN MGR. DE SMEDT Belgische bisschop pleit voor klimaat van vrijheid Componist Zoltan Kodaly: een Hongaarse Europeaan SPELLING-HERZIENER DR. B. C. DAMSTEEGT: fe PLAAT vózz,^''ar"a"f S2rs.'ats5SBr,sSï a asa a Bijdrage gesprek over gewetensvrijheid Handschriften terug w Huisarts in nieuw gewaad VROEGTIJDIG ONDERZOEK ZWAKZINNIGHEID NODIG Dramatische folklore van Bozena Kinasz Wetenschappelijk onderwijs loopt achter de feiten door isclia Bayreuth 1951 fAm H MÊÊSÈÊÊÈm li DE TIJD DINSDAG 7 MAART 1967 Tijd voor een BRUGGE, 7 maart De cham- pagnekurken ploften opgewekt toen mgr. Emiel Josef de Smedt, de bisschop van Brugge, zijn nieu we boek plechtig ten doop hield. „Voor een klimaat van vrijheid" heet het (Uitgeverij Lannoo Tielt Den Haag) en in België is men geneigd deze bisschoppe lijke bijdrage aan het grote ge sprek over de persoonlijke gewe tensvrijheid een gebeurtenis van belang te vinden. Treurige litanie 1 n lekkere sigaar! GRAND PRIX 38 Ct r DR. B. C. DAMSTEEGT Rapport van de Nederlands Belgische commissie voor de spelling van dc bastaardwoorden ZOLTAN KODALY volksmuziek >stef tijden^de Parsifal' Hve-reproduktie Amnlrt °"en. George London, Bang Windladen tha Modi. Kool 'n Tnn reuther FestspiZ °°B BaV' Pertsbusch Acl oi n' KUaP' - OOM Sof* rnono m°ndS - zaak. Tesenn is een schone Parsifal i,;f d de nieuwe stereo- Decca ayTeuth van Philips plaatst •'Ace ofhd"S 'na If voorda»ge serie aiamonrlt! oor» ui» "Ace of riiarv, voorae'iga serie Parsifal ui t w een herdruk va" SayrenN \„at °Pemngsjaar van Neu- ^hoklhp' 18»1- Die Parsifal is een meer ii? wel te verstaan veel zikale vertenenScè?rering dan in de mu" een der i g' ans KnaPPertsbusch, Was tn»r,laatste hoeders der traditie gebleven t dirigent, en hij is het ziekte v tot,voor enkele jaren, wegens Seerst'nlPv gd door ziin dood' de diri- P°ulez fm ontviel- Thans is Pierre furore'm'i, al] People", de eveneens groene be Parsifal-dirigent op de Sel: toen Merkwaardig verschijn- senaar S1 K"aPPertsbusch aan de les- seènerine bi- een revolutionaire en- de discrenVan- Parsifal heeft niemand vertolkirw ntie tussen zijn muzikale P°ulez eve®" die scane opgemerkt; nu Hene We^ de muzikale leiding op c°nclusio jen heeft, is de algemene bo°fdzake de sedert 1951 in de Scènerinen ongewijzigd gebleven en ten acid Boulez' reproduktie-stijl nodig he ft en een vernieuwing Vo'or'V gedeeltelijke verklaring daar- Knannan men vinden in het feit, dat Uit j^rtsbusch weliswaar een man ®enere=t°ude school was, maar in die Plaar ecn, geestelijk jonger exem- ■^ersifj^00 Hii celebreerde de een i,1 weliswaar, maar minder als k'edwa sterium dan wel als een eer- een ^ard,g groot muziekstuk. Hij was generan JonSere tijdgenoot van zijn er inBe^"g,e,noten; zakelijker en exac- gangshn. Daarom kon hij de over- ^ayreiifK r worden die het nieuwe tVagne,. nod'g bad en die Wieland als theatmet een heel scherp instinct buscb a rman onderkende. Knapperts- lijk die zicb aan uit ?h'n natuur- sP°sitie. De muzikale omwente- Pas nu aan de orde met Boulez. klink»5! ?Pname doet het werk nog dirieent 5, een iougere faze van de ten t,,„ Er Zijn wel degelijk verschil de hH aen deze vertolking en die wei hen h z^n laatste Bayreuth-seizoe- hieestf v- Ihten horen. Ze zijn steeds der ®rhjker geworden, steeds verfijn de bi verder naar binnen gekeerd. ten ia imenmeisjesscène speelde hij kamen als een hyperverfijnd stuk tielp 'jmuziek in een ongrijpbaar sub- Scène nk. maar ook de mystieke sterna werden ingehouden en afge- lin_ u °P een innerlijke klankvoorstel- heid' e de laatste resten van aards- 0thd i af te leggen' Niet echter °mdeï zo vroom moest zijn, maar affeni i nu eenmaal zover aan de n ontkomen was. Hottlr^ziin6?^6" hoeveel Invloed Hans gehad heeft? Hoett?rUrnema^Z op hem defe dragende rT Een TJg Weber in sifMrWerln£n0geWijS1 gesproken is Par- het op een tJm V meer opera, zij zo klinv<f zeldzaam hoog niveau. En jas booi n naYepant de bloemenmeis- Res'nbv Prachtig maar niet als een De b?eerde erotische droom. Is -7» j opuame klinkt prachtig, al opmc l i?- wel niet stereo. Het is heel m_ kelijk voor een mono live-opna- van die jaren. LEO HANEKROOT ADVERTENTIE (Van onze speciale verslaggever) Enkele jaren van voorbereiding en de BESTE KWALITEITEN van de zangkunst van Bozena Kinasz kwamen pas na de pauze van haar liederen- avond maandagavond in de Kleine Zaal te Amsterdam voor de Kunstkring naar voren. Die kwaliteiten zijn: een sterke omvangrijke sopraan, een uitgesproken dramatisch talent, een innige en kleurrijke' muzikaliteit. Zij is een enthousiaste, warmbloedige, na ieve zangeres, die zich in de sfeer van eenvoudige en heftige gevoelens het makkelijkst beweegt. Zij heeft on miskenbare opera-begaafdheid. Ironie en halftinten zijn haar vreemd. Zij leeft op in het tedere volksliedje en de hartstochtelijke aria. Alvorens men zover was had men echter eerst een lange rij van folklore moeten aanhoren. Folklore nu verveelt gauw, zeker in de concertzaal. Bozena Kinasz was hierin iets minder gedis poneerd, zij intoneerde dikwijls onzui ver; de muziek scheen haar zelf min- der te boeien. Het leek onwaarschijn lijk dat zij de eerste prijs op het con cours in Den Bosch veroverd zou heb ben. Maar na het Wiegelied van Dvo rak (waarin de octaafsprong weer niet zuiver getroffen was) veranderde het beeld geheel. In brede, gloedvolle wel ving zong zij Tschaikowsky-liederen en het was duidelijk dat met het niveau van de compositie ook het niveau van haar voordracht omhoog ging. Twee Rachmaninoff-liederen kwamen haar recht uit het hart; de stem, aanvan kelijk wat schel en vlak, werd vol, indringend en fluwelig van timbre ook in het fortissimo. Merkwaardigerwijs veranderden ook de pianopartijen van haar begeleider Thom Bollen langza merhand van kleur; zijn harde aan slag werd steeds soepeler en beweeg lijker, zodat hij tenslotte terecht mocht delen in de genereuze bloemenhulde die de zangeres ten deel viel. v. E. de kritische medewerking van bijna honderd adviseurs zijn in dit boek gestoken. Het mocht echter geen werk van het gehele Belgische epis copaat worden, hoewel de andere Belgische bisschoppen wel in de tekst gekend zijn. Het boek is allerminst te beschouwen als een nieuwe Belgische katechismus. ,,Die is nu overbodig"zei mgr. De Smedt onverbloemd. ,,We hebben hier de zeer goede Nederlandse. In Neder land hebben ze lang de Mechelse ka techismus gebruikt, laten wij in Vlaan deren nu maar de Nederlandse gebrui ken." Zijn grote bewondering er voor blijkt ook wel uit zijn overvloedig ge bruik van citaten uit de Nieuwe Ka techismus. En voor het overige baseert hij zich op decreten van het Vaticaanse Concilie. Daarmee is wellicht meteen te kennen gegeven in welk religieus kli maat. Voor een klimaat van vrijheid" thuis hoort. In België is men misschien niet spec taculair, maar wel stelselmatig en langs vele wegen bezig met de na- conciliaire opbouw. De bisschop van Brugge, die zich op het Concilie, steeds beter heeft laten kennep als een gema tigd vooruitstrevend man, en die de schrijfkunst zeer wel meester is, heeft met dit boek aandacht willen vragen voor de persoonlijke gewetensvrijheid en kerkelijke verbondenheid. „Het is een pleidooi", zo zei hij, „voor een vrije godsdienstige inzet vanuit de per soonlijke overtuiging". De in dit boek ontvouwde ideeën zijn door hun rustige uitdieping van veel wijder belang dan alleen voor Vlaam se katholieken. Maar naar het schijnt, heeft dit boek zeker ook in België tot doel tal van milieus open te breken. „Wij hebben hier geen mgr. Bekkers gehad", merkte iemand op. „Neem mij niet kwalijk dat ik tracht van mijn tijd te zijn", zei nu de bisschop zelf. Met korte herderlijke brieven hoopt hij vanaf aanstaande zondag zijn gedach ten verder te verbreiden; bij elkaar een voorbereiding vormend voor een diocesaan congres voor Brugge. LONDEN, 7 maart (Reuter) De zeldzame bijbelse manuscripten, die een niet met name genoemde persoon bij Sotheby in Londen in veiling heeft gebracht, zijn door de betrokkene uit de markt genomen. Hij heeft zich be reid verklaard de stukken aan de Ar meense bisschop Sjaje Adjemian ter hand te stellen, die zal zorgen dat ze in Jeruzalem terugkomen. De ma nuscripten, waarvan de waarde op vijf miljoen gulden wordt geschat, zijn ver dwenen uit een klooster in Jeruzalem. Op welke wijze blijft een raadsel. Oude paternalistische opvattingen wijst mgr. De Smedt af. Hij schrijft. Van bepaalde kerkelijke gezags dragers weet men bij voorbaat dat ze niet toegankelijk zijn voor deelneming van ,,hun onderdanen" aan het J*er" kelijk overleg en beleid. Ze hebben steeds de mond vol van de zogenoemde onbekwaamheid der leken Geldingsdrang, gebrek aan geloot m anderen en overdreven zucht om te be moederen, moet men er achter zoe ken en soms een manie voor netheid en orde, en dictatoriale allures, zo zegt mgr. De Smedt. De mens wil creatief zichzelf uitbou wen Hij beoordeelt alles en wil volgens eigen visie en door persoonlijke be slissing bepalen hoe hij aan het we reldgebeuren zal deelnemen. Het ge weten omschrijft de Brugse bisschop als de plaats van ontmoeting tussen de persoonlijke vrijheid enerzijds en de dingen en mensen rondom anderzijds. Het is een geestelijke tastzin voor de allerdiepste zekerheid. Ook aan de uit spraak van een te goeder trouw dwa lend verleden behoort gevolg gegeven te worden. Maar de mens mag zich niet opsluiten. Hij heeft altijd ongelijk als hij tracht alleen te staan. Maar waar vindt hij het zedelijk aanvoelen van de gemeenschap uitgedrukt? De geschiede nis van de samenleving is een treurige litanie van vergissingen en zwakheden: oorlogen, hebzucht, ikzucht, verdruk king van de kleine man, zedenverwilde ring en ontreddering in gezinnen. Inder daad kan dit de probleemstelling zijn van waaruit de moderne mens Chris tus en Zijn Kerk ondervraagt. Hier rijzen de vragen naar de betekenis van de kerk, de waarde van haar struc turen, de rol van het leergezag en de zin van haar optreden". De menigvuldige en nauwkeurig uit gestippelde voorschriften van de Kerk hebben aanleiding gegeven tot veel re ligieuze oppervlakkigheid, meent mgr. De Smedt. Nu za1 er ruimte moeten zijn voor nieuwe beleidsweg.en en overleg. Zijn betoog spitst zich toe op punten als godsdienstvrijheid, organisatievrij heid en samenwerking met anderen. Hij oppert dat in België het uur voor een meer uitvoerige dialoog met an dersdenkenden gekomen is. Men zal de verzuilde" organisatie vormen en methodieken die katholie ken zichzelf kiezen moeten eerbiedigen. Maar ook zal men ernstig moeten nagaan of en zo ja op welke voorwaarden het gegroepeerd zijn in de christelijke verenigingen en het bestaan van specifiek katholieke scholen, ziekenhuizen, sociale organisa ties enz. kan samengaan met de eisen van werkelijke medemenselijkheid met andersdenkenden, ware solidariteit in het'profane leven en effectief christe lijke getuigenis in de volle wereld." Op vragen met betrekking tot zijn in zichten in het vraagstuk van de ge boorteregeling zei de bisschop van Brugge: ,,Het zou autoritair zijn als het gezag voor zeker" verkondigt, wat twijfelachtig is". 91 (Van onze correspondent) UTRECHT, 7 mrt. Huisarts zijn is geen specialisme, maar een wijze van functioneren. Dit functioneren houdt on der andere in, dat de huisarts zijn pa tiënten leert kennen en behandelen als een persoon met een geschiedenis, als een patiënt in zijn totaliteit en als een mens in zijn milieu. Tot deze conclusie kwam prof. dr. J. C. van Es in zijn rede „Het moderne gewaad van de huisarts", waarmee hij maandag zijn ambt aanvaardde als buitengewoon hoogleraar om onderwijs te geven in de geneeskunde van de huisarts. Hij stelde vast, dat de huis arts door verschillende oorzaken in een identiteitscrisis verkeert. Doordat de universiteit zich nu veel bewuster wil gaan bezig houden met een opleiding van de huisarts, wordt aan een van de voorwaarden voldaan om deze cri sis te overwinnen. De huisarts, zo betoogde prof. Van Es Is ook gezinsarts. Om zijn werk zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren, moet hij in functioneel opzicht zo dicht mogelijk bij zijn patiënten staan. Hij kan dan observator zijn in gezondheid en ziekte, begeleider en coördinator van de medische zorg. In de toekomst zijn verdere verschui vingen in het werk van de huisarts te verwachten. Het accent zal wellicht meer op de „care" komen te liggen, ter wijl de „cure" de specialist meer voorbehouden zal worden. Vooral de preventie en de vroege diagnostiek zullen voor de huisarts steeds belang rijker worden. Prof. Van Es acht het van groot be lang te zoeken naar een organisatie vorm, waarin de huisarts nauw kan samenwerken met andere werkers in de eerste linie van de gezondheids zorg. Hij zal op zijn werk voorbereid dienen te worden door een specifieke beroepsopleiding, die voor een deel in de huisartspraktijk zelf zal geschieden. WENEN, maart De wereldbe-\ roemde Hongaarse, componist Zoltan j Kodaly is gisternacht in zijn woning te Boedapest overleden. Hij werd 84 jaar. De volksmuziek had een belangrijke plaats in het werk van de componist en dirigent Kodaly die in 1882 te Kecskemet geboren, reeds als kind viool studeerde en ook al vroeg com poneerde. Aan het conservatorium van Boedapest was hij evenals Bar- tók en Dohnanyi leerling van Hans Koessler. In 1906 promoveerde hij aan de universiteit op een proef schrift over de Hongaarse volksmu ziek. In, dat jaar werd hij ook leraar aan het conservatorium. In 1919 volg de zijn aanstelling tot directeur van het conservatorium. Wegens zijn onbuigzaamheid kwam hij soms in conflict met het commu nistische bewind. Tijdens de opstand van 1956 was hij voorzitter van het revolutinaire comité van intellec tuelen en verzocht hij naar ver luidt Russische collega's per tele- We hebben één keer gelachen.. (Van onze correspondent) UTRECHT 7 maart - Het element «1 democratisering bij het weten happehjk onderwijs is niet vol oende onderkend. Er wordt op ver- rustende wijze bij de feiten ten tiid ®elopen- Binnen niet te lange oZ lullen we daardoor weer oog in C]a ornen te staan met de numerus «sUs maar dan niet alleen voor de djsche faculteit. G.^'r„Zei het Tweede Kamerlid dr. J. een f£f, glsteravond ter inleiding van lino °Ver taak en taakvervul- bcre mid/jf unwer^it. De beschik ten achter b7?i', Z° d?.tooPde hih zullen de groei vav h ft™ de beh°eften en vroeg zich al voan?antal studenten. Hij ling der inv^^ttl?^ er bl> de "«ststel- wordt gehouden mtt\e™? reklnJnB dat we over drieia„r l ?elï?™htmg denten, zoals eerst werd no J S,U" maar 94.000 zullen hebben. 3 De heer Tans meent dat siteit in een behoorlijk contact meTdè hiaatschappij schromelijk tekort is ce ®choten waardoor er ten opzichte van «e universiteit en de hogeschool een Z6ker wantrouwen is ontstaan. in we Zpn gaat het niet om problemen van overbevolking en studieduur maar om de taak van de universiteit en de wijze ™a.arop die vervuld moet worden. De Ohiversiteit zal aan haar eigen ontmy- "jwogisering moeten meewerken en *uet eigen methoden te werk gaan om '°t nieuwe vormen te komen die in heze tijd passen. Zij is min of meer -O" bedrijf geworden. Er zullen de- fieia eisen van doelmatigheid en ef- ncy aan gesteld moeten worden. wetenschappelijk onderwijs hinkt denw8 *op twee gedachten: alle stu- scha„ beoefenaars van de weten- dere willen maken en aan de an- Veel in zo..kort mogelijke tijd zo- te ke„iS m0felÜk is een diploma toe vinder, oplossing is wellicht te bij de Jt 0an,gesPbtste opleiding waar de ttructuurdrr „wordt aaasepast bij tuur van het onderwijs. „EEN WOORD wordt gevormd inlp de hersencellen. En de spieren ge- ven het door aan de mond. Maar de spieren bekommeren zich er niet om hoe het gespeld wordt." Aldus wel licht een tikje spijtig dr. B. C. Dam- steegt, een van de vier mannen die zich drie jaar lang aan een stuk door bekommerd hebben over de schrijfwij ze van de Nederlandse taal. Nu het werk eindelijk ten einde is, kan er bij hem (in tegenstelling tot koddige kop jes producerende hoofdredacteuren beebie eet keek en paniekerige In gezonden brieven schrijvers overal in den lande) maar ternauwernood een zuinig grijnsje af om de resultaten. Hoewel hij moet toegeven dat de eer biedwaardige Nederl.-Belgische Com missie Voor De Spelling Van De Bas taardwoorden best eens een keer in de lach heeft willen schieten. „Schrijf maar eens op", zegt hij, en dicteert onbewogen: „de luukse flakon ode- klonje"... „De enige keer dat we plezier ge had hebben", voegt hij er, na een loden stilte aan toe. Waarom nu juist in Nederland weer een spellingshervorming, in tegenstel ling tot Frankrijk, Engeland en Duits land? „U moet zich niet vergissen. In Frankrijk is men er ook aan bezig, een streven dat zelfs concrete vormen aanneemt. En in Duitsland ook. In Engeland ligt de zaak aanmerkelijk moeilijker; daar liggen uitspraakregels en spelling zover uit elkaar dat hervor ming op dat gebied een onmogelijke zaak is, eigenlijk, hoewel ik eerlijk heidshalve moet toegeven dat ik te wei nig contact met mijn Engelse vakge noten heb gehad om hier een zuiver oordeel over te kunnen geven." In Nederland liggen spelling en uit spraak toch wel dicht bij elkaar. „Ja. Maar bij de herziening is voor al gedacht aan het onderwijs. Het lager onderwijs. De lijst van 1954 is te moei lijk, schept teveel verwarring. Men zou kunnen zeggen dat dit juist het onaatschappelijk nut van de nieuwe spelling is. Dat de onderwijzers de kin- eren makkelijker kunnen leren spel- j" de. reacties van de mensen? zÜn bij elke nieuwe spelling teveel26" hptzelfde- spelling wordt over r,TitrWa£d met taal' Men spreekt °In Brnt!U,V aad' maar daar schuilt g a dosis conservatisme in. Trou- türt nrn S00rt hervormingen heeft al tijd provocerend gewerkt. Gisteren las ik een boze ingezonden brief in een van de dagbladen. In de nieuwe spel ling. Och, er zaten een paar foutjes in. Maar dat komt best goed. Wij van de commissie hebben het idee dat onze spelling het best vijftig jaar zal uithouden. Waarom maar vijf- tig jaar? Nou, het taalbezit verandert, er komen andere woorden. Maar onze regeling is zo ontworpen dat een woord dat op den duur zal inburgeren ge makkelijk aan onze spelling kan wor den aangepast." Wat is het criterium bij de werk zaamheden van Damsteegt cum suis geweest? „Of het fonologisch verantwoord was. Men verwart in de opwinding die wij kennelijk veroorzaakt hebben de ter- men fonetisch en fonologisch Een fo netische spelling zou geen vereenvou diging teweeg brengen. Integendeel. In een fonetische spelling zou 't woord meer met een andere tussenklank moe ten worden geschreven dan het woord meen. Een fonetisch alfabet heeft meer dan zesentwintig tekens nodig. Maar fonologisch gedacht is die ee in beide woorden hetzelfde foneem. Wat een foneem is? Tjadaar moet ik even over nadenken, neemt u me niet kwalijk. Wel, schrijft u maar eens op: een foneem is een klankkomponent van het woord, waardoor dat woord in betekenis van een ander woord onder scheiden wordt. Neem nu eens de woordjes pal en bal. B en p zijn het foneem. Bij bal en bel zijn a en e fonemen. Ziet u? Nou, en nu nemen we dat belache lijk genoemde zinnetje Beebie Eet Keek. U ziet meneer, alle betekenis- onderscheidende klanken zijn door ver schillende fonemen weergegeven". Hoe is de commissie te werk ge gaan? „In principe zijn wij uitgegaan van de spelling De Vries en Te Winkel. Die steunt op vier punten: Ten eer ste: beschaafde uitspraak. Ten Twee de: gelijkvormigheid (paard, dus ook paarden met een d.) Ten derde: de analogie (dikte, dus ook grootte). En tenslotte de regel van de etymologie. Dat laatste punt hebben we overboord gegooid voor de bastaard-woorden. U moet goed ervan uitgaan dat we ons voornamelijk op de bastaardwoorden geworpen hebben. Alhoewel we .ook wel eens een excursie zeer juist: voort aan met kaa es kaa gemaakt heb ben naar de gewone woorden. We heb ben gewoon woordenlijsten uit Koenen gelicht en woord voor woord door genomen met de lijst van 1954. Tij dens tweeëntwintig vergaderingen. En dat waren geen gezellige avondjes van knus samenzijn maar meerdaagse zit tingen, dus tweeëntwintig is zo gek nog niet Toen we klaar waren hebben we ge woon een aantal teksten uit de Winkler Prins in de nieuwe spelling „vertaald" Eentje over bonbonverwerking, geloof ikNou ja, en toen hebben we het rapport bij de minister ingele verd. Dat is een advies, nog geen beslissingWe moeten afwachten of 't erdoor komt, hè! Hoe is die excursie naar de gewo ne woorden verlopen? „Nou ja, we wilden de breuk met het verleden niet al te groot maken, he. De tussen-n hebben we overboord gegooid, we zijn bijvoorbeeld zeeT voor zichtig met de ch omgesprongen. Een zeer groot vraagpunt is het woord chapiter geweest. Moest dat nou ook met sjWel, we hebben de knoop doorgehakt en hebben tot dat laatste besloten. En dan die vreselijke moei te met drieën,, knieën en spieën... Moest dat nou niet met twee ees...? We moesten in deze drie gevallen zeer voorzichtig zijn, ziet u. Het heeft ons vele hoofdbrekens gekost. Het woordbeeld? Tja, u moet altijd goed voor ogen houden dat de mens een taalgebruiker is en geen taalbe schouwer. Neem eens de zin: de ver- sche visch stond op de disch..." DAMSTEEGT sluit de ogen. Vraagt zich hardop af of dis wel met sch geschreven werd. Loopt naar de boe kenkast en ziet zijn vermoeden beves tigd. Spelling is en blijft tenslotte geen gemakkelijke materie. Ook niet voor de vakman. „Nou, ja, zo'n zin maakt nu een belachelijke indruk, nietwaar. Zo ziet u... Ach, en dat wilde ik nog even zeggenIk had eigenlijk gehoopt dat u hier met een woordenlijst gekomen zou zijn. Dan hadden we die zo'n beet je kunnen doornemen, nietwaar. Dan had u bijvoorbeeld kunnen vragen: waarom, meneer Damsteegt, schrijft de nieuwe spelling lokomotief, maar loco-burgemeester. En dan had ik kun nen antwoorden: loco is een onver- vreembaar woord uit een vreemde taal. En dan u weer: meneer Damsteegt waarom eksamen en toch ex-burge- meester. Ik dan weer: de x in exa men is een bastaardelement en ex een vreemd element Zo is het ook wel goed, hoor. Als u maar voor ogen houdt dat het voor de kleine kindertjes heel wat makke lijker wordt. De dubbel spellingen verdwijnen praktisch. Hoewel Christen dom met een k en ch geschreven mag worden. Een mens mag tenslotte ook wel es kiezen En zo'£» interview is heel belangrijk orr\dat dè mensen te weten komen dat wij niet zomaar iets gedaan hebben. Dat wetenschapsmensen zeer scrupu leus aan deze materie gewerkt hebben. Nee, 't is er nog niet door. Volgens de spellingswet van '48, meen ik, wordt 'n nieuwe spelliftg per Algemene Maat regel Van Bestuur ingevoerd. Behalve dan de woordjes thans, althans en thuis. Die moeten bij de wet veran derd worden... Of de Kamer het zal doen... Ach, je weet 't nooit. We wach ten af. Maar de mensen lopen er al op voor uit, hoor. Laatst las ik in een school krantje het woord intervjoe gram op de onmiddellijke terugtrek king van de Russische troepen uit zijn land aan te dringen. Al werd de opstand neergeslagen, Kodély bleef di recteur van het instituut voor volks muziek van de Hongaarse academie van wetenschappen en ere-voorzitter van de Hongaarse vereniging van toonkunstenaars. Zijn artistieke ver diensten hadden zijn positie onaan tastbaar gemaakt. Driemaal werd hij onderscheiden met de Kossoeth-prijs, in 1962 kreeg hij de Orde van Ver dienste van de Hongaarse volksrepu bliek. Kodaly's eerste vrouw, Emma, stierf in 1959 op 95-jarige leeftijd. En kele maanden later hij was toen 77 trouwde hij met Sari Peceli, een 21-jarige muziekstudente. Zoltan Kodaly, niet veel jonger dan Igor Strawinsky was in onze tijd een aartsvader onder de componisten. In tegenstelling tot Strawinsky die de wereld nog altijd buiten adem houdt, was zijn roem voornamelijk geba seerd op weinige reeds tamelijk lang geleden ontstane werken. De Psalmus Hungaricus van 1923 is daar de voor naamste van, verder ook nog wel het Budavari Te Deum en de opera Ha- ry Janos" (de suite eruit althans), maar andere werken van hem heb ben slechts matige bekendheid ver worven. Zijn Missa Brevis van 1950, zijn Symphonie van 1961 of dingen uit zijn kamermuzikale oeuvre, ons land althans weet er nauwelijks iets van. Zelfs het orkeststuk dat hij ooit heeft bijgedragen aan de halve eeuw feestviering van het Concertgebouw orkest, later bekend geworden onder de titel Paus-variaties" is hier geen repertoirestuk geworden. De algemene muzikale wereld kent hem als leeftijdgenoot van Béla Bar- tók. Kodaly en Bartók zijn de beide padvinders geweest van de twintigste- eeuwse Hongaarse muziek. Zij hebben een vrijwel gelijke start gemaakt, voor het overige hadden ze 'als mu zikale persoonlijkheden niet heel veel gemeen. Het is hun beider verdienste dat zij door hun jeugdonderzoekingen naar de bronnen van de volksmuziek de weg voor de Hongaarse kunstmu ziek naar zichzelf hebben vrij ge maakt, vrij van de romantisch-Duitse aangroeisels, die haar overdekten. Nadat ze dit gedaan hadden is ieder zijn eigen weg gegaan. Bartók is ver door de wereld gekomen, Kodóly is in zijn land gebleven. Bartók heeft een hoog intellectuele muziekstijl ge creëerd, Kodaly is een componist ge bleven die in eerste aanleg het mu zikale sentiment van zijn volk ver tolkte. Hij werd spontaan door mas sa's verstaan die slechts moeizaam hun weg naar Bartók konden vinden. Nochtans was Kodaly veel rneer dan een loutere folklorist, al heeft hij 1 er behagen in geschept danssuites te maken op volksthema's (de Dansen uit Galanta en de Maroszeker Dan sen) en is in bijna al zijn andere werken het melos doordrongen van de zuivere adem der Hongaarse boe- renmuziek. Hij verwerkte al die ge gevens in een zeer persoonlijke stijl, als een groot meester in vormkracht en een werkelijke dichter in expressi viteit. In zijn land geëerd als een voor ganger, is hij allerminst op de ver worven lauweren blijven rusten. Ook hij heeft een geregelde vernieuwing doorgemaakt. In zijn Symphonie komt hij dicht tot de grenzen van het over geleverde harmonische bereik en ont staat een samenklank die hem stem pelt tot een volop in de groei betrok ken tijdgenoot. Misschien komt het concertbedrijf, dat zo dringend om repertoire verle gen zit, er naar aanleiding van zijn overlijden nog eens toe zijn oeuvre grondiger te doorvorsen. Men zal op veel meer plaatsen dan men ver moedde een groot muzikant vinden, een man die de maatstaven zuiver heeft gehouden en door een nationaal kunstenaar te blijven de Europese geest zeer verrijkt heeft. LEO HANEKROOT (Van onze verslaggever) DEN HAAG, 6 maart Van elke twaalf Nederlanders is er één zwak zinnig of heeft een zwakzinnige broer of zuster, vader of moeder. Bezinning over de doelmatigheid van de voorzieningen voor door zwak zinnigheid getekenden en gehinder- den is dan ook geen luxe, aldus dr. A. Bartels, staatssecretaris van So ciale Zaken en Volksgezondheid, za terdag op de slotbijeenkomst van een driedaags congres over zwakzinnigen zorg. Alle krachten moeten worden inge spannen om het ontstaan van zwakzin nigheid te voorkomen, aldus dr. Bar tels. Hij vroeg zich daarom af of niet alle 240.000 babies die jaarlijks gebo ren worden aan een bepaald bloedon derzoek moeten worden onderworpen om zodoende een zekere-stofwisselings- stoornis, die zwakzinnigheid kan ver oorzaken, tijdig op te sporen. Voor die stoornis is thans een therapie mogelijk, aldus de staatssecretaris. De mogelijkheid om tot adequate voorzieningen te komen stuit steeds weer, zo was tijdens het congres ge bleken, op gebrek aan geld. Men hoopt dat de wet op de zware geneeskundige risico's voor een groot deel aan deze moeilijkheden tegemoet kan komen. Er werd een resolutie aangenomen waar in op spoedige invoering van de wet werd aangedrongen. Dr. Bartels zei dat er naar schatting 300.000 zwakzinnigen zijn in Nederland en dat er per jaar 8.000 worden gebo ren. Ze zijn in aantal toegenomen door de sterk verbeterde algemene gezond heidszorg, waardoor hun gemiddelde leeftijd aanzienlijk is verhoogd. Deze vergroting van levenskansen betekent een tenminste evenredige vergroting van onze verantwoordelijkheid, zo zei dr. Bartels. Als een nieuw probleem zag hij de plaatsing van zwakzinnigen in het arbeidsproces. Door de krapte op de arbeidsmarkt is men zich gaan interesseren voor dit latente arbeids potentieel. De tienduizenden debielen, die op vele plaatsen in het produktie- proces zijn ingeschakeld, leveren een wezenlijke bijdrage tot de welvaart van het Nederlandse volk, aldus de staats secretaris. De twee voorafgaande dagen hadden tweehonderd deskundigen aan de hand van uitgebrachte nota's in diverse groe pen gediscussieerd over enkele proble men bij de zwakzinnigenzorg. Zaterdag werden de resultaten van de besprekin gen bekend gemaakt. Over de te tref fen voorzieningen werd onder meer ge steld dat deze zeer verscheiden dienen te zijn, en dat de zwakzinnigenzorg ge zien het grote aantal zwakzinnigen regionaal van opzet behoort te W0T* den Een andere werkgroep besprak uit voerig de kriteria die aangelegd moe ten worden voor de vraag of n zwak zinnige uit zijn huiselijke omgeving ge haald moet worden. Een derde sectie kwam tot de conclusie dat er al te ge makkelijk en al te gerneraliserend ge sproken wordt over de debiliteit, ter wijl nog steeds niet duidelijk is wie daar nu wel en wie daar nu niet onder valt. Egn onderzoek naar praktisch te hanteren kriteria werd dringend nodig geacht. Kriteria die vooral gericht moe ten worden op de behandeling en de te treffen voorzieningen. Een vierde groep tenslotte besprak de mogelijkheden en wenselijkheden van een vroegtijdige on derkenning van de zwakzinnigheid.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1967 | | pagina 5