NIEUW BOEK VAN MGR. DE SMEDT
Belgische bisschop pleit
voor klimaat van vrijheid
Componist Zoltan Kodaly:
een Hongaarse Europeaan
SPELLING-HERZIENER DR. B. C. DAMSTEEGT:
fe
PLAAT
vózz,^''ar"a"f
S2rs.'ats5SBr,sSï
a asa a
Bijdrage gesprek over gewetensvrijheid
Handschriften
terug
w
Huisarts in
nieuw gewaad
VROEGTIJDIG ONDERZOEK
ZWAKZINNIGHEID NODIG
Dramatische folklore
van Bozena Kinasz
Wetenschappelijk
onderwijs loopt
achter de feiten
door isclia
Bayreuth 1951
fAm
H
MÊÊSÈÊÊÈm
li
DE TIJD
DINSDAG 7 MAART 1967
Tijd voor een
BRUGGE, 7 maart De cham-
pagnekurken ploften opgewekt
toen mgr. Emiel Josef de Smedt,
de bisschop van Brugge, zijn nieu
we boek plechtig ten doop hield.
„Voor een klimaat van vrijheid"
heet het (Uitgeverij Lannoo
Tielt Den Haag) en in België
is men geneigd deze bisschoppe
lijke bijdrage aan het grote ge
sprek over de persoonlijke gewe
tensvrijheid een gebeurtenis van
belang te vinden.
Treurige litanie
1
n lekkere sigaar!
GRAND PRIX
38 Ct
r
DR. B. C. DAMSTEEGT
Rapport van de
Nederlands Belgische commissie
voor de spelling
van dc bastaardwoorden
ZOLTAN KODALY
volksmuziek
>stef
tijden^de Parsifal' Hve-reproduktie
Amnlrt °"en. George London,
Bang Windladen
tha Modi. Kool 'n Tnn
reuther FestspiZ °°B BaV'
Pertsbusch Acl oi n' KUaP'
- OOM Sof* rnono m°ndS -
zaak. Tesenn is een schone
Parsifal i,;f d de nieuwe stereo-
Decca ayTeuth van Philips plaatst
•'Ace ofhd"S 'na If voorda»ge serie
aiamonrlt! oor» ui»
"Ace of riiarv, voorae'iga serie
Parsifal ui t w een herdruk va"
SayrenN \„at °Pemngsjaar van Neu-
^hoklhp' 18»1- Die Parsifal is een
meer ii? wel te verstaan veel
zikale vertenenScè?rering dan in de mu"
een der i g' ans KnaPPertsbusch,
Was tn»r,laatste hoeders der traditie
gebleven t dirigent, en hij is het
ziekte v tot,voor enkele jaren, wegens
Seerst'nlPv gd door ziin dood' de diri-
P°ulez fm ontviel- Thans is Pierre
furore'm'i, al] People", de eveneens
groene be Parsifal-dirigent op de
Sel: toen Merkwaardig verschijn-
senaar S1 K"aPPertsbusch aan de les-
seènerine bi- een revolutionaire en-
de discrenVan- Parsifal heeft niemand
vertolkirw ntie tussen zijn muzikale
P°ulez eve®" die scane opgemerkt; nu
Hene We^ de muzikale leiding op
c°nclusio jen heeft, is de algemene
bo°fdzake de sedert 1951 in de
Scènerinen ongewijzigd gebleven en
ten acid Boulez' reproduktie-stijl
nodig he ft en een vernieuwing
Vo'or'V gedeeltelijke verklaring daar-
Knannan men vinden in het feit, dat
Uit j^rtsbusch weliswaar een man
®enere=t°ude school was, maar in die
Plaar ecn, geestelijk jonger exem-
■^ersifj^00 Hii celebreerde de
een i,1 weliswaar, maar minder als
k'edwa sterium dan wel als een eer-
een ^ard,g groot muziekstuk. Hij was
generan JonSere tijdgenoot van zijn
er inBe^"g,e,noten; zakelijker en exac-
gangshn. Daarom kon hij de over-
^ayreiifK r worden die het nieuwe
tVagne,. nod'g bad en die Wieland
als theatmet een heel scherp instinct
buscb a rman onderkende. Knapperts-
lijk die zicb aan uit ?h'n natuur-
sP°sitie. De muzikale omwente-
Pas nu aan de orde met Boulez.
klink»5! ?Pname doet het werk nog
dirieent 5, een iougere faze van de
ten t,,„ Er Zijn wel degelijk verschil
de hH aen deze vertolking en die wei
hen h z^n laatste Bayreuth-seizoe-
hieestf v- Ihten horen. Ze zijn steeds
der ®rhjker geworden, steeds verfijn
de bi verder naar binnen gekeerd.
ten ia imenmeisjesscène speelde hij
kamen als een hyperverfijnd stuk
tielp 'jmuziek in een ongrijpbaar sub-
Scène nk. maar ook de mystieke
sterna werden ingehouden en afge-
lin_ u °P een innerlijke klankvoorstel-
heid' e de laatste resten van aards-
0thd i af te leggen' Niet echter
°mdeï zo vroom moest zijn, maar
affeni i nu eenmaal zover aan de
n ontkomen was.
Hottlr^ziin6?^6" hoeveel Invloed Hans
gehad heeft? Hoett?rUrnema^Z op hem
defe dragende rT Een TJg Weber in
sifMrWerln£n0geWijS1 gesproken is Par-
het op een tJm V meer opera, zij
zo klinv<f zeldzaam hoog niveau. En
jas booi n naYepant de bloemenmeis-
Res'nbv Prachtig maar niet als een
De b?eerde erotische droom.
Is -7» j opuame klinkt prachtig, al
opmc l i?- wel niet stereo. Het is heel
m_ kelijk voor een mono live-opna-
van die jaren.
LEO HANEKROOT
ADVERTENTIE
(Van onze speciale verslaggever)
Enkele jaren van voorbereiding en
de BESTE KWALITEITEN van de
zangkunst van Bozena Kinasz kwamen
pas na de pauze van haar liederen-
avond maandagavond in de Kleine
Zaal te Amsterdam voor de Kunstkring
naar voren. Die kwaliteiten zijn:
een sterke omvangrijke sopraan, een
uitgesproken dramatisch talent, een
innige en kleurrijke' muzikaliteit. Zij
is een enthousiaste, warmbloedige, na
ieve zangeres, die zich in de sfeer
van eenvoudige en heftige gevoelens
het makkelijkst beweegt. Zij heeft on
miskenbare opera-begaafdheid. Ironie
en halftinten zijn haar vreemd. Zij
leeft op in het tedere volksliedje en
de hartstochtelijke aria.
Alvorens men zover was had men
echter eerst een lange rij van folklore
moeten aanhoren. Folklore nu verveelt
gauw, zeker in de concertzaal. Bozena
Kinasz was hierin iets minder gedis
poneerd, zij intoneerde dikwijls onzui
ver; de muziek scheen haar zelf min-
der te boeien. Het leek onwaarschijn
lijk dat zij de eerste prijs op het con
cours in Den Bosch veroverd zou heb
ben. Maar na het Wiegelied van Dvo
rak (waarin de octaafsprong weer niet
zuiver getroffen was) veranderde het
beeld geheel. In brede, gloedvolle wel
ving zong zij Tschaikowsky-liederen en
het was duidelijk dat met het niveau
van de compositie ook het niveau van
haar voordracht omhoog ging. Twee
Rachmaninoff-liederen kwamen haar
recht uit het hart; de stem, aanvan
kelijk wat schel en vlak, werd vol,
indringend en fluwelig van timbre ook
in het fortissimo. Merkwaardigerwijs
veranderden ook de pianopartijen van
haar begeleider Thom Bollen langza
merhand van kleur; zijn harde aan
slag werd steeds soepeler en beweeg
lijker, zodat hij tenslotte terecht mocht
delen in de genereuze bloemenhulde
die de zangeres ten deel viel.
v. E.
de kritische medewerking van bijna
honderd adviseurs zijn in dit boek
gestoken. Het mocht echter geen
werk van het gehele Belgische epis
copaat worden, hoewel de andere
Belgische bisschoppen wel in de tekst
gekend zijn.
Het boek is allerminst te beschouwen
als een nieuwe Belgische katechismus.
,,Die is nu overbodig"zei mgr. De
Smedt onverbloemd. ,,We hebben hier
de zeer goede Nederlandse. In Neder
land hebben ze lang de Mechelse ka
techismus gebruikt, laten wij in Vlaan
deren nu maar de Nederlandse gebrui
ken." Zijn grote bewondering er voor
blijkt ook wel uit zijn overvloedig ge
bruik van citaten uit de Nieuwe Ka
techismus. En voor het overige baseert
hij zich op decreten van het Vaticaanse
Concilie. Daarmee is wellicht meteen te
kennen gegeven in welk religieus kli
maat. Voor een klimaat van vrijheid"
thuis hoort.
In België is men misschien niet spec
taculair, maar wel stelselmatig en
langs vele wegen bezig met de na-
conciliaire opbouw. De bisschop van
Brugge, die zich op het Concilie, steeds
beter heeft laten kennep als een gema
tigd vooruitstrevend man, en die de
schrijfkunst zeer wel meester is, heeft
met dit boek aandacht willen vragen
voor de persoonlijke gewetensvrijheid
en kerkelijke verbondenheid. „Het is
een pleidooi", zo zei hij, „voor een
vrije godsdienstige inzet vanuit de per
soonlijke overtuiging".
De in dit boek ontvouwde ideeën zijn
door hun rustige uitdieping van veel
wijder belang dan alleen voor Vlaam
se katholieken. Maar naar het schijnt,
heeft dit boek zeker ook in België tot
doel tal van milieus open te breken.
„Wij hebben hier geen mgr. Bekkers
gehad", merkte iemand op. „Neem mij
niet kwalijk dat ik tracht van mijn
tijd te zijn", zei nu de bisschop zelf.
Met korte herderlijke brieven hoopt hij
vanaf aanstaande zondag zijn gedach
ten verder te verbreiden; bij elkaar
een voorbereiding vormend voor een
diocesaan congres voor Brugge.
LONDEN, 7 maart (Reuter) De
zeldzame bijbelse manuscripten, die
een niet met name genoemde persoon
bij Sotheby in Londen in veiling heeft
gebracht, zijn door de betrokkene uit
de markt genomen. Hij heeft zich be
reid verklaard de stukken aan de Ar
meense bisschop Sjaje Adjemian ter
hand te stellen, die zal zorgen dat
ze in Jeruzalem terugkomen. De ma
nuscripten, waarvan de waarde op vijf
miljoen gulden wordt geschat, zijn ver
dwenen uit een klooster in Jeruzalem.
Op welke wijze blijft een raadsel.
Oude paternalistische opvattingen
wijst mgr. De Smedt af. Hij schrijft.
Van bepaalde kerkelijke gezags
dragers weet men bij voorbaat dat ze
niet toegankelijk zijn voor deelneming
van ,,hun onderdanen" aan het J*er"
kelijk overleg en beleid. Ze hebben
steeds de mond vol van de
zogenoemde onbekwaamheid der leken
Geldingsdrang, gebrek aan geloot m
anderen en overdreven zucht om te be
moederen, moet men er achter zoe
ken en soms een manie voor netheid
en orde, en dictatoriale allures, zo zegt
mgr. De Smedt.
De mens wil creatief zichzelf uitbou
wen Hij beoordeelt alles en wil volgens
eigen visie en door persoonlijke be
slissing bepalen hoe hij aan het we
reldgebeuren zal deelnemen. Het ge
weten omschrijft de Brugse bisschop
als de plaats van ontmoeting tussen de
persoonlijke vrijheid enerzijds en de
dingen en mensen rondom anderzijds.
Het is een geestelijke tastzin voor de
allerdiepste zekerheid. Ook aan de uit
spraak van een te goeder trouw dwa
lend verleden behoort gevolg gegeven
te worden. Maar de mens mag zich niet
opsluiten. Hij heeft altijd ongelijk als
hij tracht alleen te staan. Maar waar
vindt hij het zedelijk aanvoelen van de
gemeenschap uitgedrukt? De geschiede
nis van de samenleving is een treurige
litanie van vergissingen en zwakheden:
oorlogen, hebzucht, ikzucht, verdruk
king van de kleine man, zedenverwilde
ring en ontreddering in gezinnen. Inder
daad kan dit de probleemstelling zijn
van waaruit de moderne mens Chris
tus en Zijn Kerk ondervraagt. Hier
rijzen de vragen naar de betekenis van
de kerk, de waarde van haar struc
turen, de rol van het leergezag en de
zin van haar optreden".
De menigvuldige en nauwkeurig uit
gestippelde voorschriften van de Kerk
hebben aanleiding gegeven tot veel re
ligieuze oppervlakkigheid, meent mgr.
De Smedt. Nu za1 er ruimte moeten zijn
voor nieuwe beleidsweg.en en overleg.
Zijn betoog spitst zich toe op punten
als godsdienstvrijheid, organisatievrij
heid en samenwerking met anderen.
Hij oppert dat in België het uur voor
een meer uitvoerige dialoog met an
dersdenkenden gekomen is.
Men zal de verzuilde" organisatie
vormen en methodieken die katholie
ken zichzelf kiezen moeten eerbiedigen.
Maar ook zal men
ernstig moeten nagaan of en zo ja
op welke voorwaarden het gegroepeerd
zijn in de christelijke verenigingen en
het bestaan van specifiek katholieke
scholen, ziekenhuizen, sociale organisa
ties enz. kan samengaan met de eisen
van werkelijke medemenselijkheid met
andersdenkenden, ware solidariteit in
het'profane leven en effectief christe
lijke getuigenis in de volle wereld."
Op vragen met betrekking tot zijn in
zichten in het vraagstuk van de ge
boorteregeling zei de bisschop van
Brugge: ,,Het zou autoritair zijn als
het gezag voor zeker" verkondigt,
wat twijfelachtig is".
91
(Van onze correspondent)
UTRECHT, 7 mrt. Huisarts zijn is
geen specialisme, maar een wijze van
functioneren. Dit functioneren houdt on
der andere in, dat de huisarts zijn pa
tiënten leert kennen en behandelen als
een persoon met een geschiedenis, als
een patiënt in zijn totaliteit en als
een mens in zijn milieu.
Tot deze conclusie kwam prof. dr. J.
C. van Es in zijn rede „Het moderne
gewaad van de huisarts", waarmee
hij maandag zijn ambt aanvaardde als
buitengewoon hoogleraar om onderwijs
te geven in de geneeskunde van de
huisarts. Hij stelde vast, dat de huis
arts door verschillende oorzaken in een
identiteitscrisis verkeert. Doordat de
universiteit zich nu veel bewuster wil
gaan bezig houden met een opleiding
van de huisarts, wordt aan een van
de voorwaarden voldaan om deze cri
sis te overwinnen.
De huisarts, zo betoogde prof. Van Es
Is ook gezinsarts. Om zijn werk zo
goed mogelijk te kunnen uitvoeren,
moet hij in functioneel opzicht zo dicht
mogelijk bij zijn patiënten staan. Hij
kan dan observator zijn in gezondheid
en ziekte, begeleider en coördinator
van de medische zorg.
In de toekomst zijn verdere verschui
vingen in het werk van de huisarts te
verwachten. Het accent zal wellicht
meer op de „care" komen te liggen, ter
wijl de „cure" de specialist meer
voorbehouden zal worden. Vooral de
preventie en de vroege diagnostiek
zullen voor de huisarts steeds belang
rijker worden.
Prof. Van Es acht het van groot be
lang te zoeken naar een organisatie
vorm, waarin de huisarts nauw kan
samenwerken met andere werkers
in de eerste linie van de gezondheids
zorg. Hij zal op zijn werk voorbereid
dienen te worden door een specifieke
beroepsopleiding, die voor een deel in
de huisartspraktijk zelf zal geschieden.
WENEN, maart De wereldbe-\
roemde Hongaarse, componist Zoltan j
Kodaly is gisternacht in zijn woning
te Boedapest overleden. Hij werd 84
jaar.
De volksmuziek had een belangrijke
plaats in het werk van de componist
en dirigent Kodaly die in 1882 te
Kecskemet geboren, reeds als kind
viool studeerde en ook al vroeg com
poneerde. Aan het conservatorium
van Boedapest was hij evenals Bar-
tók en Dohnanyi leerling van Hans
Koessler. In 1906 promoveerde hij
aan de universiteit op een proef
schrift over de Hongaarse volksmu
ziek. In, dat jaar werd hij ook leraar
aan het conservatorium. In 1919 volg
de zijn aanstelling tot directeur van
het conservatorium.
Wegens zijn onbuigzaamheid kwam
hij soms in conflict met het commu
nistische bewind. Tijdens de opstand
van 1956 was hij voorzitter van het
revolutinaire comité van intellec
tuelen en verzocht hij naar ver
luidt Russische collega's per tele-
We hebben één keer gelachen..
(Van onze correspondent)
UTRECHT 7 maart - Het element
«1 democratisering bij het weten
happehjk onderwijs is niet vol
oende onderkend. Er wordt op ver-
rustende wijze bij de feiten ten
tiid ®elopen- Binnen niet te lange
oZ lullen we daardoor weer oog in
C]a ornen te staan met de numerus
«sUs maar dan niet alleen voor de
djsche faculteit.
G.^'r„Zei het Tweede Kamerlid dr. J.
een f£f, glsteravond ter inleiding van
lino °Ver taak en taakvervul-
bcre mid/jf unwer^it. De beschik
ten achter b7?i', Z° d?.tooPde hih zullen
de groei vav h ft™ de beh°eften en
vroeg zich al voan?antal studenten. Hij
ling der inv^^ttl?^ er bl> de "«ststel-
wordt gehouden mtt\e™? reklnJnB
dat we over drieia„r l ?elï?™htmg
denten, zoals eerst werd no J S,U"
maar 94.000 zullen hebben. 3
De heer Tans meent dat
siteit in een behoorlijk contact meTdè
hiaatschappij schromelijk tekort is ce
®choten waardoor er ten opzichte van
«e universiteit en de hogeschool een
Z6ker wantrouwen is ontstaan. in we
Zpn gaat het niet om problemen van
overbevolking en studieduur maar om
de taak van de universiteit en de wijze
™a.arop die vervuld moet worden. De
Ohiversiteit zal aan haar eigen ontmy-
"jwogisering moeten meewerken en
*uet eigen methoden te werk gaan om
'°t nieuwe vormen te komen die in
heze tijd passen. Zij is min of meer
-O" bedrijf geworden. Er zullen de-
fieia eisen van doelmatigheid en ef-
ncy aan gesteld moeten worden.
wetenschappelijk onderwijs hinkt
denw8 *op twee gedachten: alle stu-
scha„ beoefenaars van de weten-
dere willen maken en aan de an-
Veel in zo..kort mogelijke tijd zo-
te ke„iS m0felÜk is een diploma toe
vinder, oplossing is wellicht te
bij de Jt 0an,gesPbtste opleiding waar
de ttructuurdrr „wordt aaasepast bij
tuur van het onderwijs.
„EEN WOORD wordt gevormd inlp
de hersencellen. En de spieren ge-
ven het door aan de mond. Maar de
spieren bekommeren zich er niet om
hoe het gespeld wordt." Aldus wel
licht een tikje spijtig dr. B. C. Dam-
steegt, een van de vier mannen die
zich drie jaar lang aan een stuk door
bekommerd hebben over de schrijfwij
ze van de Nederlandse taal. Nu het
werk eindelijk ten einde is, kan er bij
hem (in tegenstelling tot koddige kop
jes producerende hoofdredacteuren
beebie eet keek en paniekerige In
gezonden brieven schrijvers overal in
den lande) maar ternauwernood een
zuinig grijnsje af om de resultaten.
Hoewel hij moet toegeven dat de eer
biedwaardige Nederl.-Belgische Com
missie Voor De Spelling Van De Bas
taardwoorden best eens een keer in
de lach heeft willen schieten. „Schrijf
maar eens op", zegt hij, en dicteert
onbewogen: „de luukse flakon ode-
klonje"...
„De enige keer dat we plezier ge
had hebben", voegt hij er, na een
loden stilte aan toe.
Waarom nu juist in Nederland weer
een spellingshervorming, in tegenstel
ling tot Frankrijk, Engeland en Duits
land?
„U moet zich niet vergissen. In
Frankrijk is men er ook aan bezig,
een streven dat zelfs concrete vormen
aanneemt. En in Duitsland ook. In
Engeland ligt de zaak aanmerkelijk
moeilijker; daar liggen uitspraakregels
en spelling zover uit elkaar dat hervor
ming op dat gebied een onmogelijke
zaak is, eigenlijk, hoewel ik eerlijk
heidshalve moet toegeven dat ik te wei
nig contact met mijn Engelse vakge
noten heb gehad om hier een zuiver
oordeel over te kunnen geven."
In Nederland liggen spelling en uit
spraak toch wel dicht bij elkaar.
„Ja. Maar bij de herziening is voor
al gedacht aan het onderwijs. Het lager
onderwijs. De lijst van 1954 is te moei
lijk, schept teveel verwarring. Men
zou kunnen zeggen dat dit juist het
onaatschappelijk nut van de nieuwe
spelling is. Dat de onderwijzers de kin-
eren makkelijker kunnen leren spel-
j" de. reacties van de mensen?
zÜn bij elke nieuwe spelling
teveel26" hptzelfde- spelling wordt
over r,TitrWa£d met taal' Men spreekt
°In Brnt!U,V aad' maar daar schuilt
g a dosis conservatisme in. Trou-
türt nrn S00rt hervormingen heeft al
tijd provocerend gewerkt. Gisteren las
ik een boze ingezonden brief in een
van de dagbladen. In de nieuwe spel
ling. Och, er zaten een paar foutjes
in. Maar dat komt best goed.
Wij van de commissie hebben het
idee dat onze spelling het best vijftig
jaar zal uithouden. Waarom maar vijf-
tig jaar? Nou, het taalbezit verandert,
er komen andere woorden. Maar onze
regeling is zo ontworpen dat een woord
dat op den duur zal inburgeren ge
makkelijk aan onze spelling kan wor
den aangepast."
Wat is het criterium bij de werk
zaamheden van Damsteegt cum suis
geweest?
„Of het fonologisch verantwoord was.
Men verwart in de opwinding die wij
kennelijk veroorzaakt hebben de ter-
men fonetisch en fonologisch Een fo
netische spelling zou geen vereenvou
diging teweeg brengen. Integendeel.
In een fonetische spelling zou 't woord
meer met een andere tussenklank moe
ten worden geschreven dan het woord
meen. Een fonetisch alfabet heeft meer
dan zesentwintig tekens nodig.
Maar fonologisch gedacht is die ee
in beide woorden hetzelfde foneem.
Wat een foneem is? Tjadaar moet
ik even over nadenken, neemt u me
niet kwalijk. Wel, schrijft u maar eens
op: een foneem is een klankkomponent
van het woord, waardoor dat woord in
betekenis van een ander woord onder
scheiden wordt. Neem nu eens de
woordjes pal en bal. B en p zijn het
foneem. Bij bal en bel zijn a en e
fonemen. Ziet u?
Nou, en nu nemen we dat belache
lijk genoemde zinnetje Beebie Eet
Keek. U ziet meneer, alle betekenis-
onderscheidende klanken zijn door ver
schillende fonemen weergegeven".
Hoe is de commissie te werk ge
gaan?
„In principe zijn wij uitgegaan van
de spelling De Vries en Te Winkel.
Die steunt op vier punten: Ten eer
ste: beschaafde uitspraak. Ten Twee
de: gelijkvormigheid (paard, dus ook
paarden met een d.) Ten derde: de
analogie (dikte, dus ook grootte). En
tenslotte de regel van de etymologie.
Dat laatste punt hebben we overboord
gegooid voor de bastaard-woorden. U
moet goed ervan uitgaan dat we ons
voornamelijk op de bastaardwoorden
geworpen hebben. Alhoewel we .ook wel
eens een excursie zeer juist: voort
aan met kaa es kaa gemaakt heb
ben naar de gewone woorden. We heb
ben gewoon woordenlijsten uit Koenen
gelicht en woord voor woord door
genomen met de lijst van 1954. Tij
dens tweeëntwintig vergaderingen. En
dat waren geen gezellige avondjes van
knus samenzijn maar meerdaagse zit
tingen, dus tweeëntwintig is zo gek
nog niet
Toen we klaar waren hebben we ge
woon een aantal teksten uit de Winkler
Prins in de nieuwe spelling „vertaald"
Eentje over bonbonverwerking, geloof
ikNou ja, en toen hebben we
het rapport bij de minister ingele
verd. Dat is een advies, nog geen
beslissingWe moeten afwachten of
't erdoor komt, hè!
Hoe is die excursie naar de gewo
ne woorden verlopen?
„Nou ja, we wilden de breuk met
het verleden niet al te groot maken,
he. De tussen-n hebben we overboord
gegooid, we zijn bijvoorbeeld zeeT voor
zichtig met de ch omgesprongen. Een
zeer groot vraagpunt is het woord
chapiter geweest. Moest dat nou ook
met sjWel, we hebben de knoop
doorgehakt en hebben tot dat laatste
besloten. En dan die vreselijke moei
te met drieën,, knieën en spieën...
Moest dat nou niet met twee ees...?
We moesten in deze drie gevallen zeer
voorzichtig zijn, ziet u. Het heeft ons
vele hoofdbrekens gekost.
Het woordbeeld? Tja, u moet altijd
goed voor ogen houden dat de mens
een taalgebruiker is en geen taalbe
schouwer. Neem eens de zin: de ver-
sche visch stond op de disch..."
DAMSTEEGT sluit de ogen. Vraagt
zich hardop af of dis wel met sch
geschreven werd. Loopt naar de boe
kenkast en ziet zijn vermoeden beves
tigd. Spelling is en blijft tenslotte geen
gemakkelijke materie. Ook niet voor
de vakman.
„Nou, ja, zo'n zin maakt nu een
belachelijke indruk, nietwaar. Zo ziet
u... Ach, en dat wilde ik nog even
zeggenIk had eigenlijk gehoopt dat
u hier met een woordenlijst gekomen
zou zijn. Dan hadden we die zo'n beet
je kunnen doornemen, nietwaar. Dan
had u bijvoorbeeld kunnen vragen:
waarom, meneer Damsteegt, schrijft
de nieuwe spelling lokomotief, maar
loco-burgemeester. En dan had ik kun
nen antwoorden: loco is een onver-
vreembaar woord uit een vreemde taal.
En dan u weer: meneer Damsteegt
waarom eksamen en toch ex-burge-
meester. Ik dan weer: de x in exa
men is een bastaardelement en ex
een vreemd element
Zo is het ook wel goed, hoor. Als
u maar voor ogen houdt dat het voor
de kleine kindertjes heel wat makke
lijker wordt. De dubbel spellingen
verdwijnen praktisch. Hoewel Christen
dom met een k en ch geschreven
mag worden. Een mens mag tenslotte
ook wel es kiezen
En zo'£» interview is heel belangrijk
orr\dat dè mensen te weten komen dat
wij niet zomaar iets gedaan hebben.
Dat wetenschapsmensen zeer scrupu
leus aan deze materie gewerkt hebben.
Nee, 't is er nog niet door. Volgens de
spellingswet van '48, meen ik, wordt
'n nieuwe spelliftg per Algemene Maat
regel Van Bestuur ingevoerd. Behalve
dan de woordjes thans, althans en
thuis. Die moeten bij de wet veran
derd worden... Of de Kamer het zal
doen... Ach, je weet 't nooit. We wach
ten af.
Maar de mensen lopen er al op voor
uit, hoor. Laatst las ik in een school
krantje het woord intervjoe
gram op de onmiddellijke terugtrek
king van de Russische troepen uit
zijn land aan te dringen. Al werd de
opstand neergeslagen, Kodély bleef di
recteur van het instituut voor volks
muziek van de Hongaarse academie
van wetenschappen en ere-voorzitter
van de Hongaarse vereniging van
toonkunstenaars. Zijn artistieke ver
diensten hadden zijn positie onaan
tastbaar gemaakt. Driemaal werd hij
onderscheiden met de Kossoeth-prijs,
in 1962 kreeg hij de Orde van Ver
dienste van de Hongaarse volksrepu
bliek.
Kodaly's eerste vrouw, Emma,
stierf in 1959 op 95-jarige leeftijd. En
kele maanden later hij was toen
77 trouwde hij met Sari Peceli,
een 21-jarige muziekstudente.
Zoltan Kodaly, niet veel jonger dan
Igor Strawinsky was in onze tijd een
aartsvader onder de componisten. In
tegenstelling tot Strawinsky die de
wereld nog altijd buiten adem houdt,
was zijn roem voornamelijk geba
seerd op weinige reeds tamelijk lang
geleden ontstane werken. De Psalmus
Hungaricus van 1923 is daar de voor
naamste van, verder ook nog wel het
Budavari Te Deum en de opera Ha-
ry Janos" (de suite eruit althans),
maar andere werken van hem heb
ben slechts matige bekendheid ver
worven. Zijn Missa Brevis van 1950,
zijn Symphonie van 1961 of dingen uit
zijn kamermuzikale oeuvre, ons
land althans weet er nauwelijks iets
van. Zelfs het orkeststuk dat hij ooit
heeft bijgedragen aan de halve eeuw
feestviering van het Concertgebouw
orkest, later bekend geworden onder
de titel Paus-variaties" is hier geen
repertoirestuk geworden.
De algemene muzikale wereld kent
hem als leeftijdgenoot van Béla Bar-
tók. Kodaly en Bartók zijn de beide
padvinders geweest van de twintigste-
eeuwse Hongaarse muziek. Zij hebben
een vrijwel gelijke start gemaakt,
voor het overige hadden ze 'als mu
zikale persoonlijkheden niet heel veel
gemeen. Het is hun beider verdienste
dat zij door hun jeugdonderzoekingen
naar de bronnen van de volksmuziek
de weg voor de Hongaarse kunstmu
ziek naar zichzelf hebben vrij ge
maakt, vrij van de romantisch-Duitse
aangroeisels, die haar overdekten.
Nadat ze dit gedaan hadden is ieder
zijn eigen weg gegaan. Bartók is
ver door de wereld gekomen, Kodóly
is in zijn land gebleven. Bartók heeft
een hoog intellectuele muziekstijl ge
creëerd, Kodaly is een componist ge
bleven die in eerste aanleg het mu
zikale sentiment van zijn volk ver
tolkte. Hij werd spontaan door mas
sa's verstaan die slechts moeizaam
hun weg naar Bartók konden vinden.
Nochtans was Kodaly veel rneer
dan een loutere folklorist, al heeft hij
1
er behagen in geschept danssuites te
maken op volksthema's (de Dansen
uit Galanta en de Maroszeker Dan
sen) en is in bijna al zijn andere
werken het melos doordrongen van
de zuivere adem der Hongaarse boe-
renmuziek. Hij verwerkte al die ge
gevens in een zeer persoonlijke stijl,
als een groot meester in vormkracht
en een werkelijke dichter in expressi
viteit.
In zijn land geëerd als een voor
ganger, is hij allerminst op de ver
worven lauweren blijven rusten. Ook
hij heeft een geregelde vernieuwing
doorgemaakt. In zijn Symphonie komt
hij dicht tot de grenzen van het over
geleverde harmonische bereik en ont
staat een samenklank die hem stem
pelt tot een volop in de groei betrok
ken tijdgenoot.
Misschien komt het concertbedrijf,
dat zo dringend om repertoire verle
gen zit, er naar aanleiding van zijn
overlijden nog eens toe zijn oeuvre
grondiger te doorvorsen. Men zal op
veel meer plaatsen dan men ver
moedde een groot muzikant vinden,
een man die de maatstaven zuiver
heeft gehouden en door een nationaal
kunstenaar te blijven de Europese
geest zeer verrijkt heeft.
LEO HANEKROOT
(Van onze verslaggever)
DEN HAAG, 6 maart Van elke
twaalf Nederlanders is er één zwak
zinnig of heeft een zwakzinnige
broer of zuster, vader of moeder.
Bezinning over de doelmatigheid van
de voorzieningen voor door zwak
zinnigheid getekenden en gehinder-
den is dan ook geen luxe, aldus dr.
A. Bartels, staatssecretaris van So
ciale Zaken en Volksgezondheid, za
terdag op de slotbijeenkomst van een
driedaags congres over zwakzinnigen
zorg.
Alle krachten moeten worden inge
spannen om het ontstaan van zwakzin
nigheid te voorkomen, aldus dr. Bar
tels. Hij vroeg zich daarom af of niet
alle 240.000 babies die jaarlijks gebo
ren worden aan een bepaald bloedon
derzoek moeten worden onderworpen
om zodoende een zekere-stofwisselings-
stoornis, die zwakzinnigheid kan ver
oorzaken, tijdig op te sporen. Voor die
stoornis is thans een therapie mogelijk,
aldus de staatssecretaris.
De mogelijkheid om tot adequate
voorzieningen te komen stuit steeds
weer, zo was tijdens het congres ge
bleken, op gebrek aan geld. Men hoopt
dat de wet op de zware geneeskundige
risico's voor een groot deel aan deze
moeilijkheden tegemoet kan komen. Er
werd een resolutie aangenomen waar
in op spoedige invoering van de wet
werd aangedrongen.
Dr. Bartels zei dat er naar schatting
300.000 zwakzinnigen zijn in Nederland
en dat er per jaar 8.000 worden gebo
ren. Ze zijn in aantal toegenomen door
de sterk verbeterde algemene gezond
heidszorg, waardoor hun gemiddelde
leeftijd aanzienlijk is verhoogd. Deze
vergroting van levenskansen betekent
een tenminste evenredige vergroting
van onze verantwoordelijkheid, zo zei
dr. Bartels. Als een nieuw probleem
zag hij de plaatsing van zwakzinnigen
in het arbeidsproces. Door de krapte
op de arbeidsmarkt is men zich gaan
interesseren voor dit latente arbeids
potentieel. De tienduizenden debielen,
die op vele plaatsen in het produktie-
proces zijn ingeschakeld, leveren een
wezenlijke bijdrage tot de welvaart van
het Nederlandse volk, aldus de staats
secretaris.
De twee voorafgaande dagen hadden
tweehonderd deskundigen aan de hand
van uitgebrachte nota's in diverse groe
pen gediscussieerd over enkele proble
men bij de zwakzinnigenzorg. Zaterdag
werden de resultaten van de besprekin
gen bekend gemaakt. Over de te tref
fen voorzieningen werd onder meer ge
steld dat deze zeer verscheiden dienen te
zijn, en dat de zwakzinnigenzorg ge
zien het grote aantal zwakzinnigen
regionaal van opzet behoort te W0T*
den Een andere werkgroep besprak uit
voerig de kriteria die aangelegd moe
ten worden voor de vraag of n zwak
zinnige uit zijn huiselijke omgeving ge
haald moet worden. Een derde sectie
kwam tot de conclusie dat er al te ge
makkelijk en al te gerneraliserend ge
sproken wordt over de debiliteit, ter
wijl nog steeds niet duidelijk is wie
daar nu wel en wie daar nu niet onder
valt. Egn onderzoek naar praktisch te
hanteren kriteria werd dringend nodig
geacht. Kriteria die vooral gericht moe
ten worden op de behandeling en de te
treffen voorzieningen. Een vierde groep
tenslotte besprak de mogelijkheden en
wenselijkheden van een vroegtijdige on
derkenning van de zwakzinnigheid.