Het getijdenboek van Catharina van Kleef I I Karajans Salzburger Walküre DUIZEND GULDEN AAN PRIJZEN PRIJSVRAAG i De prijzen: t mm min méts, 4 a r 1 j \mt\fttmMi itm mm uut m Vtumm r1 mng.voor Karajans lezihg van hmoties mm - &E TIJD ZATERDAG 25 MAART 1967 IN HET HERTOGDOM GELRE ti ,ln de bisschopsstad Utrecht is t)™ de eerste helft van de vijf- v "de eeuw een groot aantal Ha cdN handschriften ontstaan. Kwaliteit is in de meeste ge- bii t n*et hijzonder hoog, maar tn uWee. drie miniaturisten is t cd duidelijk te zien dat zij con- ct hebben gehad met de toon gevende ateliers in Parijs. (je, e bekwaamste en origineelste van noprr,4.noor^ne^er^an^se verluchters rivr, rnen „De Meester van Catha- sler-h+Vari Kleef- Zijn werk was kelp Sebrekkig bekend totdat en- Viidd 'feente vondsten hem in het belmf p,Unt. van een internationale riil-Jï plaatsten. De belang- lit MmMM j m* m Jf** f 9 jfP w f *4 - Het eten van het Paaslam haastig en gekleed voor de reis eten de kinderen Israëls het Paaslam en de ongedesemde broden. De bande rollen bevatten toepasselijke teksten van Isaias en Paulus. Miniatuur bij de getijden van het Sacrament. W. HILCKMANN IN DEZE PAASTIJD houdt flobert von Karajan te Salzburg Dn eerste Osterfestspiele, waar- 0ver ik de lezers over enkele da- teri uitvoerig hoop te berichten. ,et muziektheater is in dit.ove- ^gens met koor- en orkestcon- &erten gevulde program verte- senwoordigd door Wagners „Die j7 alküre", onder directie van Ka- alan uiteraard alsook ir zijn en- scenering. Herbert von Karajan leidt een repetitie voor de Walküre in Salzburg. LEO HANEKROOT In 1957 schilderde Picasso een aantal variaties op „Les Ménines", een beroemd schilderij van Velasquez. Een van deze variaties ziet men hierboven afgedrukt. Het is een typisch Picasso-schilderij geworden. Een van de opdrachten in deze prijsvraag is: vindt een andere titel voor dit doek, een betere, zo u wilt, of een omschrijving. 1 Het is bijna een raadsel te noemen, dat de Amsterdamse draaiorgels nog niet een variatie op de tulpen in Amsterdam, het lied „Picasso in Amsterdam" ge lanceerd hebben. Zou men het verschil horen? De tentoonstel ling in het Stedelijk Museum krijgt een steeds toenemende stroom bezoekers te verwerken. Niet voor niets hebben we dan ook in dit Paasnummer onze gro te prijsvraag gericht op de feno menale schilder uit Malaga die zoveel discussies heeft ontlokt en zoveel pennen in beweging heeft gezet. De jury kent prijzen toe in de vorm van een aantal bijzondere boeken over beeldende kunst. EERSTE PRIJS: De volledige Hieronymus Bosch; door Tolnay; een kostbaar exclusief standaard werk met alle werken van Bosch afgedrukt en beschrevei TWEEDE PRIJS: Dutch Painting (Skira) door Jean Leymarie. Een bijzonder fraai en lijvin boek over de groten van de Hollandse schilderkunst (kleur). DERDE PRIJS: Het Rijksmuseum, door dr. A. F. E. van Schendel. Een zeer fraaie uitgave over de schatten in het Rijksmuseum te Amsterdam (kleur). VIERDE PRIJS: Kunst van heden in het Stedelijk, door Sandberg en Jaffé. VIJFDE PRIJS: Picasso, door prof. dr. H. Jaffé. Een onlangs verschenen, rijk geïllustreerd (kleur) boek over de Spaanse meester. ZESDE, ZEVENDE, ACHTSTE, NEGENDE EN TIENDE PRIJS: Picasso at Work, door Penerose. Een fascinerend fotoverhaal over het leven van Picasso, afgewis seld met in kleur afgebeelde teke ningen. VIJF EXTRA PRIJZEN: Schilder kunst in de 20ste eeuw, door Wer ner Haftmann. Een beroemd na slagwerk in een handzame uitgave. TROOSTPRIJZEN: Twintig re producties in kleur van een of ander bekend werk van Picasso. Groot formaat. Onder de inzenders, die voor 15 april hun briefkaart hebben ingezonden, worden 75 toegangsbiljetten mèt catalogus voor de Plcasso-tentoonstelling in Amsterdam verdeeld. DE OPDRACHT LUIDT: kt 8 Nederlands mooiste miniaturen uit de Middeleeuwen herdrukt stn,pt- entdekking gold de recon- tiirip le van zVn hoofdwerk: het Ge- nboek van Catharina van Kleef. renfar aanleiding van deze opzienba- riikct8 reconstructie van het mooiste en jju 8eplustreerde Nederlandse ma vo CMP^ is thans 6011 schitterend boek vJSChenen' dat alle 157 miniaturen be rg,,..1'] zorgvuldig uitgevoerde kleuren- f odukties op ware grootte. Deze VakVVe is niet all6en bedoeld voor Eo ileden- De verschijning vormt een te h i ge^eSe,nheid om enige aandacht jj es'eden aan deze belangrijke Noord- üerlandse kunstenaar en de proble- a iek rondom zijn werk. (je en getijdenboek is de wijd verbrei- denh°rm van het middeleeuwse gebe- °ek voor leken, ingedeeld naar de Hit bert11 Van de dag' evena:'s het koorge- der monniken, en aangevuld met keur van missen en gebeden vol- ^ns de cyclus van het kerkelijk jaar. v 6 bezitten enkele getijdenboeken die °r leden van het Gelderse hof zijn Vervaardigd. Het manuscript van Catharina van A eeL sedert 1430 gehuwd met hertog VoK van Egmond, is het meest uit» v re'd qua tekst en illuminatie. Het u y?nd zich tot voor kort in een Duitse iculiere collectie en werd slechts °°nd bij een expositie in 1904. Bijna leeJnand kende er meer van dan enke- toto's die bij gelegenheid waren ge- aakt. Na aankoop door de „Guennol h„! otion" te New York in 1958 werd j t ln datzelfde jaar gezonden naar de oiieujjjtentoonstelling van het Rijks museum, „Middeleeuwse Kunst der °°rdelijke Nederlanden". De Kleef- c archivaris dr. Fr. Gorissen publi- ®rde een fundamenteel artikel over tj: datering en de duiding der wapens 6 in het handschrift voorkomen. BELANGSTELLING nam toe J °0r een reeks van verrassende ge beurtenissen. In 1963 wist de „Pierpont Morgan Library", eveneens te New York, een ander, totaal onbekend, werk van de Catharina-Meester te verwer ven, dat bij bestudering door dr. John Plummer, conservator van deze bi bliotheek, herkend werd als een supple mentair deel van het Getijdenboek van Catharina! Het bleek ruim honderd jaar geleden door een geslepen kunst handelaar op geraffineerde wijze uit el kaar genomen en over twee banden ver deeld te zijn. Dr. Plummer heeft maanden besteed aan het vaststellen van de originele sa menstelling van het nu bijna volledige handschrift. Op het resultaat van deze studie berust het thans verschenen plaatwerk met alle miniaturen van beide delen in de authentieke volgorde. Het is een uniek boek geworden dat meer is dan een facsimile van de mi niaturen-pagina's, want het is de nood zakelijke aanvulling op het nog steeds gesplitste manuscript en daarom van grote kunsthistorische waarde. Het is een kostbaar en boeiend boek met een ongekend grote serie minia turen, die iconografisch van een grote verscheidenheid zijn, maar ook origi neel van opzet en buitengewoon rijk aan scherp geobserveerde scènes uit het dagelijkse leven. De randversierin gen zijn dikwijls van de vreemdsoor- tigste voorwerpen gevormd en bevat ten tal van spotternijen, uitbeeldingen van spreekwoorden, bloemen, dieren, instrumenten en nog veel meer voor beelden van de onuitputtelijke fantasie van deze kunstenaar. Minder gesty- leerd dan de beroemde „Trés Riches Heures du due de Berry"iets eerder ook al door Gelderse kunstenaars ver lucht geeft het eveneens een ver rukkelijke kijk op het rijk geschakeer de leven van de late Middeleeuwen. DE ICONOGRAFIE van de voorstel lingen en de symbolische betekenis van talrijke motieven worden uitgelegd in korte commentaren bij ieder blad. In een beknopte inleiding schetst Plum mer de situatie van dit meesterwerk, dat men nog geen definitieve plaats kan geven in de Nederlandse hand- schriftenproduktie. Het is voor de kunstgeschiedenis van ons land van groot belang om de nauwkeurige datum van ontstaan te be palen (voorstellen op grond van he raldische, historische en stilistische ge gevens variëren tussen 1428 en 1445, waarbij Plummer ongeveer 1440 voor staat) en ook meer te achterhalen over de opdrachtgeefster. -Men zou ook een onderzoek moeten instellen naar de (latijnse) tekst van het handschrift, die in het boek van Plummer slechts voor een klein gedeelte kon worden opge nomen. Men mag verwachten dat, mede door de bestudering van andere pas ontdekte werkstukken van de Catha- rina-meester: het Getijdenboek van Ca tharina van Lochorst te Münster en een Getijdenboek aangekocht door het Museum Meermanno Westreenianum te 's-Gravenhage, binnen korte tijd een veel duidelijker beeld zal ontstaan over deze fantasierijke miniaturist en over de artistieke contacten tussen Gelre en Utrecht, een andere veelbesproken kwestie in onze laat-middeleeuwse kunst. Deze uitgave is een onschat baar hulpmiddel. John Plummer, Het Getijdenboek van Catharina van Kleef. Meulenhoff, 57,50 (na 1 mei 65,-). t -Muzikaal is «deze opvoering met de in tf8 bezetting als te Salzburg reeds december opgenomen door de Deut- Zp Grammophon Gesellschaft en de- r dagen verschenen. Zo wordt ieder ino een ander stuk van de tetralogie te 'zburg ten tonele gebracht en Gelijkertijd in studio-opnamen op de aat vastgelegd. Het volgende jaar is ..Rheingold" aan de beurt. nu deze uitgave van „Die Wal- re betreft, zij is natuurlijk niet re- öetv!Cht te zien als een document van theatergebeurtenis. Zij is daar bui- don°m ontstaan, al heeft zij dezelfde, tin°r de diriGent bijeen gelezen bezet- in h Maar klank zal anders zijn dan et theater, maar zij is wel een do- j Mij is daartoe in de loop van vele honfrf geGroeid en zij wordt er in V dzaak do°r gekenmerkt dat hij de e n'eüng der spanningsverhoudingen v0oers Mgt dan dirigenten van een }.ejlrGaande generatie gewend wa- tis Meer emotioneel bepaalde roman- j-en e naturen als zij meestentijds wa- lad.' streefden zij naar geweldige ont- tisch g6n 'n de hoogtepunten, de drama- verve iyrie'k barstte uit met een alles gede°f.rende kracht, maar de epische of rvf werden daar tegenover min reiat-eer inzinkingen omdat zij hun ïnax'eve. gewicht tegenover de cli- inkrj n'et konden handhaven wegens mPing van het emotionele gehalte. rti6naiajian is nu tot het inzicht geko- at de Ring des Nibelungen in niet een lyrisch maar een episch eerste en voornaamste taak van de diri gent. DIT DOET KARAJAN met alle kracht en precisie die hij vermag op te brengen. Wat eruit resulteert is een wel in aspecten wisselende maar nooit aflatende spanning. En dan komt er nog iets bij: de aandacht wordt ge richt op de zware betekenis dfer epi sche scènes, wel te verstaan de be wuste aandacht van het hoog gespan nen intellect, dat wordt aangedreven door de gearticuleerdheid van deze zinvolle klank. Van dit standpunt uit gezien krijgen de lyrische hoogtepunten een andere functie. Ze worden niet nagestreefd als het voornaamste doel waarom de hele vertolking begonnen is, maar ze zijn de natuurlijke dynamische uitvloeisels van wat eraan vooraf gaat. Als de verha lende en raisonnerende scènes de toe standen scheppen, dan worden de emo tionele hoogtepunten de ontladingen van de spanningen, die in de toestand worden opgehoopt. Of nog sterker: dan krijgen ze de betekenis van klank manifestaties van alle onbewuste er varingen die in het toestandelijke be leefd worden en in deze hoogtepunten in verschijning treden. dr; Vfin van dit inzicht uit verschui- hlatis 'u alle verhoudingen. De dra- hiet i! j kernstukken schuilen dan luist in h emotionele ontladingen, doch dg t Verhalende, de raisonnerende, ^°or°rtS'and schilderende passages, zich di t dirigent betekent dit, dat hij di ?ncieert van de muzikale roes, bekken ankorgie, om zich terug te dat de? de tekst en vanuit "t begrip de verschaft de relaties met ï>it aan te knopen. 'dtied'n-, tot een uiterst aandachtige een 0 s van het stemmenweefsel, dat C°tlcinio° ,erkI'0ken symphonisch ge- J^rhrnen P°'yphonie bevat. Dit PMroon te doorlichten en er tin de ondergrond van de tekst an te onthullen wordt dan de ZO BEZIEN HEEFT KARAJAN, met zuiver muzikale techniek te werk gaande, een nieuwe en diepere laag van de Ring des Nibelungen aange boord. Men hoort dit al heel treffend in „Die Walküre", waarin het gehalte aan lyrische vervoering groter schijnt dan in de andere delen van de te tralogie. De beide hoekacten zijn van emoties overvoerd; in het begin van de derde stijgen ze zelfs tot een woeste uit zinnigheid. Maar tegenover deze uiter sten staat een op korte passages na aan verhalen en bezinnen gewijde mid- denacte die het waarlijk dramatische knooppunt vormt van de tetralogie: zij is het scharnier waar het complete drama om draait, het kernstuk waar aan het zijn zin ontleent. Hier zet Karajan zijn analytische in tellect van muzikant aan het werk, de volle impact der muziek blootleggend in de welsprekende klank. De drie gro te gesprekken Wotan-Fricka, Wotan- Brünnhilde en Brünnhilde-Sigmund vin den hun culminatiepunt in het laatste gesprek, de „Todesverkündigung", die tot de meest harmonische van alle Wagner-scènes gerekend moet worden, gesprek als zij is waarin de voltrek king van het noodlot een aanvang neemt, een in breed geschilderde as pecten heersende toestandelijkheid, doordrenkt van de lyriek van de mu ziek, ingetoomd en ernstig, een mate loze treurnis ademend en daardoor het moment der Individuele belevenis verheffend tot ervaring van bovenpea> soonlijke dimensie. Karajan realiseert deze diepe zingeving door de nauw keurige staffeling der taferelen,- het expressieve gehalte van klank na klank en stem na stem in de oftschokbare rust en stilte waaruit zij te voorschijn tre den. In deze tweede acte, zogoed als in de liefdesmuziek in I en de af- scheidssamenspraak Wotan-Brünnhil- de in III hoort men meestal kamermu ziek. Karajan heeft zijn bezetting van overal en overwegend van buiten Bay- reuth bijeen gezocht. De Texaan Tho mas Stewart,nog geen veertig jaar en tot volle rijpheid gekomen, is zijn Wotan, artist van Hans Hotters uit zonderingsklasse maar met een zeld zaam rijke stem begaafd. De Weens-# Berlijnse Gundula Janowitz is Sieg- linde, zangeres van het zuiverste ge halte, maar nog iets „spröde" van klank in de liefdesmuziék. De Cana dees Jon Vickers koos Karajan als Siegmund, in zijn overmatige kernrijk heid verwant aan Fritz Uhl, maar een zanger die in zijn onuitputtelijke krach tige hoogte zijn ware straling krijgt. Zeer intelligent en hoog van allure de Fricka van de Engelse Josephine Vea- sey; zwart en machtig de Hunding van de Fin Martti Talvela, de enige die uit het Bayreuther milieu werd aange trokken. Régine Crespin, (Marseil- laanse), die in de Decca-Walküre on der Solti Sieglinde is, lijkt in deze op name als Brünnhilde beter in haar stemkarakter getroffen. Haar klank is groot over de hele omvang en haar voordracht evenzeer doorleefd als voor naam. In de hoogte wil ze mij nochtans iets te spits yoorkomen voor zulk een Wagner-heldin. Men ziet het: een „cast" uit alle hemelstreken. Karajan heeft willen bewijzen dat met iedere willekeurige „cast" een haarfijn afge steld ensemble bereikbaar is, mits het bestaat uit meesters en er deugde lijk op gewerkt is. Het bewijs is weer eens geleverd. De klank van de opname is niet al tijd even gelukkig uitgebalanceerd, hetgeen men meent te moeten toe schrijven aan extreme werkingen die Karajan soms zoekt. Zij is hoogst sug gestief in haar ruimtewerking en de timbreringen komen voorbeeldig over. Een lust is speciaal het prachtige Wal kuren-ensemble zo geschakeerd en open gewerkt te horen. Wagner: „Die Walküre. Solisten: Jon Vickers, Martti Talvela, Thomas Stewart, Gundula Janowitz, Régine Crespin, Josephi ne Veasey. Berliner Philharmoniker, dir. Herbert von Karajan. DGG stereo 104 850/54. ONTDEK PICASSO We hebben een aantal kleine details Uit de schilderijen,, die alle op de expositie te Amsterdam aanwezig zijn, losgeweekt. Dit niet omdat we menen het recht te hebben een schilderij zo maar in stukjes te knippen, maar in de oprechte bedoeling dat h et de intensieve speurtocht en het „leren zien" op een tentoonstelling slechts kan versterken. Het gaat er om dat u de hierbij afgebeelde details tracht te her kennen op de schilderijen. Wij hebben zoveel mogelijk schilde rijen uit de verschillende perioden van het omvangrijke oeuvre van Picasso gekozen, zowel schilderijen als teke ningen uit het prenten-kabinet (halver wege de grote trap). Met deze prijs vraag hopen wij de belangstelling voor het Picasso-evenement nog meer te stimuleren en u zult naar onze me ning niet kunnen volstaan met een re- produktie-boek of catalogus, de ten toonstelling zal zélf de solutie moeten bieden. 1) Noem de naam van het schilderij of van de tekening, waarvan op deze pagina een detail is afgedrukt. Vermeld het jaar, waarin het werk gemaakt werd. Voeg er ook aan toe of we hier te doen hebben met een schilderij of een tekening. 2) Bedenk voor het schilderij: „Les Ménines" (bovenaan afgedrukt) een andere titel, zo u wilt een betere of meer originele naam of omschrijving. De vondsten moeten op een briefkaart worden ingezonden. Aan de adreszijde van de briefkaart vermelde men alleen: Picasso Prijsvraag Pasen, Dagblad De Tijd, Nieuwe Zijds Voorburgwal 65, Amsterdam. Aan de achterzijde van de brief kaart moeten de vondsten worden vermeld. Overeenkomstig de nummers van de details. De inzending moet uiterlijk woensdag 3 mei 1967 binnen zijn op het bureau van onze krant. v De jury hoopt de uitslag bekend te maken in de'krant van zaterdag 27 mei 1967. Over de beslissingen van de jury wordt geen correspondentie gevoerd. Alleen abonnees op onze krant mogen deelnemen. \,sw

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1967 | | pagina 19