„Actuele" glasramen
in St. Martinuskerk
van Maastricht
4 's v-
"l
c7ji|*> I
s M SI c
in w
m
:-è'
Gaat u
tapijt kopen?
~€hkalon
Sjieke pakken en jassen
voor heren met standing
Tiener wil grote hoeden
1
De schoonheid
en het monster
PLAAT
•>3 5 MÈ4
mmw t
js
iP
Engels mysteriespel
BIJ DIK IN AMSTERDAM
U# fa*.
T oneel-weekeinde
voor jongeren
fa.
De tijd
Links af, naar Rechts
1de CPN"-
^hineas Newborn
ti t
9'Êm O Wr*
g
IIs i
miy
;<t I li:
I ">4F
tftW B
iijlll!"- L
f.' ff :a
mM.
Utrechts Orkest speelt
Badings en Mahler
TAPIJT
Nieuwe spelling spaart
schoolkind veel getob
Tunesië arresteert
eigenaar „Combat"
DINSDAG 4 APRIL 1967
5
Tijd voor een
N5
Tijd voor een
?}a;
11 zeldzame postzegel
jl
k'
m m w JËlIÈi
1 -
m tU i
'X.
Details uit de Verrijzenis-ramen van Hans Truijen.
MAASTRICHT, 4 april De
Limburgse kunstenaar Hans
Truijen uit Klimmen heeft acht
opmerkelijke g]as-in-lood-ramen
ontworpen voor de Maastrichtse
St.-Martinus-kerk, beter bekend
als ,,de kerk van de Zwarte Chris
tus van Wijk". Binnenkort begint
hij met de uitvoering van de ra
men. Nog dit jaar zal de Mar
tinuskerk volledig begl: asd zijn.
Denk dan vooral aan wat u gisteravond
op de TV hebt gezien:
Enkalon-tapijt is sterk, slijtvast, volkomen
kleurecht en... blijvend mooi!
'■SSL
Een exclusief driedelig geruit kos
tuum met bijpassende overjas uit
de collectie van Dik (Leidsestraat
Amsterdam).
IN MAASTRICHT
DOOR LEO HANEKROOT
Portrp^Ch: Links af> naar Rechts,
de om*an een Pditieke partij of
c°nfUr?ezviaai van de CPN in het
KrugJZ Moskou-P eking. Uitg
rUsemanrDen Haao.
jjd F. bg®k; dat het ex-CPN bestuurs-
-t belpjj cl1 heeft geschreven over
ih het ?e cornmunistische par-
l'S jaar ®derland van de laatste der-
2eter pnks af, naar Rechts" had
£en heten «rh contra De Groot" kun-
boek Luant de 166 bladzijden, die
f anvaj vormen één persoonlijke
,an de S het beleid van de voorzitter
L® schr,te,„ JVan 1945 tot 1964 heeft
"«SeUjiJ deel uitgemaakt van het
tviji hii f estuur van de CPN, ter-
Üedactinnoi een aantal jaren de hoofd-
P^ijblaa heeft bezet van het
rd hii Waarheid". In 1964
Sch°rst l echter als bestuurslid ge-
^itstotino- twee jaar later volgde zijn
Sens Ba?,, u't de partijgelederen. Vol-
n ziin Was dit een direct gevolg
*che i.. Verzet tegen de anti-Russi-
Van Dp £s' die de CPN onder leiding
ten en r, ro°t in die tijd begon te va-
'hsnifppf Zlch thans steeds duidelijker
Het h irt'
srij van° Van Baruch is beslist niet
deel n Pera°onlijke rancunes. Integen-
leze? Vriiwel elke bladzijde wordt
toch m ermee geconfronteerd. Maar
dat bü men de schrijver toegeven,
druk wekt verschillende punten de in-
debben gelijk aan zijn zijde te
^nrinoL, hijvoorbeeld als hij de be-
•,De
ngen
- DerfVan ■De Gr°ot in diens boek
v°rhmiiJ7ï8er Jaren" aan de hand van
lJ kt jjmstische publikaties verge-
Jferkeii'kv, hetgeen in die jaren in
6 Gr is geschreven en gedaan.
®ls je a°t komt hieruit te voorschijn
uit •and die er op de eerste plaats
ais
de
is
grote
aan te tonen, dat hij steeds
Profeet van de partij is ge-
Dertig Jaar Gelijkhebben"
etet •t,"IJertlg Jaar Gelpkheb
be ^«aruch het boek spottend,
i reealrijver wijdt, zoals de onderti-
jjati ,j s suggereert, grote aandacht
det c ommezwaai van de CPN in
igeno L tussen Moskou en Peking,
td'tüs em ligt de persoonlijkheids-
tpt
teals die momenteel in China
^*1 Ijj v Uit: iriUlTlCIlLtlCl 111 ullllld
be Grp absurde wordt doorgevoerd,
gro?0t na aan het hart. Mao, ,,on-
iaddsB stuurman", wordt in Neder-
eÜe ,,„vertalineDe Groot, ,,de blanke
«achti^ kritiseert scherp de ,,twee-
houding" van de CPN in de
®elrt '^"Beatrix" die hii een voor-
VeHyjuVJ*n stuurloosheid noemt. Ook
dat «ij zijn vroegere partijgenoten,
de h0,; tijdens de .iuni-opstand" van
de a jjv/vakkers (1966) in Amsterdam,
ter» e]ders in de steek hebben pe'a-
ditgi^'.'bdat de houding van de CPN
t'erig dlijk bepaald wprd door haar
■^testerrt0 n,aar een wethouderszetel in
bo^.u Voorwaar, geen gerin-
Op Schuldigmg
"hg d^rke,i-1k is tenslotte de voorspel
dde Vp« Baruch op de laatste blad
tin? ,7 ZI'1n hoek doet: „de benoe-
v® blaat? J' wolff op een verkiesba-
i>Ophlaats voor de Tweede Kamer (het
!^chr«,L vlak vóór de verkiezingen
iagen tT' Cr.), betekent, dat de
Kaent, -1?. Bakker de beste par-
'Brl u***lèr. Hio ,1 r*tdivt imnfi m->
ad ï'er, die de CPN ooit heeft gp-
Al v_ Politiek leider zijn geteld
et al is het boek van F. Baruch
,^lt j'fen interessant werk, dat han-
Ver- een partij, die voor velen nog
dieajs ,.de grote onbekende" is. Men
Vechter bij het lezen niet uit het oog
h t zen dat hier een communist
der6 Woord i? die schrijft over an-
gest ommunisten. die hem hebben uit-
Jhssgp h. En zoals bekend plegen ruzies
Zijjj jmoi'malige vrienden veel feller
dan die tussen vijanden.
T. Cr.
JPh
bern ?as Newborn, piano, met
1 er j Minneg ar, bas, en Frank But-
607* ruirns Contemporary SCA
stereo.
h erd r|„JAAR OF WAT GELEDEN
K6hicht .Ihzzwereld verblijd met het
dat -i
er weer eens een groot
a 6kPe'rientWas opgestaan. De mu-
w tVtirschreef lange verhalen over
StZondaarhaarlijke begaafdheid en de
ïjhiteviiii e virtuositeit van een in
k lstereriS' (Tenn.) geboren jongeman,
j dtp. naar de naam Phineas New-
49 hun 7 van jazzcritici waren lovend
>;h beln^?0rdelingen. De eerste pla
teht betik veel: in harmonisch op-
- d ver_; e?de zijn spel zonder meer
een sa?Pg. terwijl hij daarnaast
ai beschiki na onbegrensde techniek
b! sPoedi„ scheen te hebben. Maar
V» al hleek dat Phineas Newborn
jjhs i6ts Saven toch niet in staat
6k1stal nuj. niets te scheppen. Zijn
bu "hvloiTerre?te vertolkingen misten
VL1 sten,-?en eid van de geïnspireerde
h-hloou ar en veelal bleef het virtuoos
te?1'® ntei8a aan de oppervlakte. New-
»a-er beeiaVste album geeft echter een
di-^hgug 'd- De solist is nu veel meer
°ok 1 is fd mel zijn muziek, zijn voor-
si dieper 1:1 nzinniger en hier en daar
donwC1,-'1? sPel is zoals meest-
g e_ "rokken van een weldadige
touT-'hiUm aan de details wordt een
Slh de eri aandacht besteed. Hoewel
SVphhi n0„ opPervlakkigheid ook op dit
e6nr het oT'01 aanwezig blijken, is er
^tei?aaf ,e.meen toch sprake van
dteudorn' s ,je werk, waarbij vooral
%Bd?Uw -.„ 'e toucher en accoor-
^et^dgg,. Pyallen. Hoogtepunt is het
"V ,SeVoi5jmer A walkin' thing, di-
de»„,bleR .fa door Ornette Coleman's
uer ."lesste r urnette uoieman
6Unen u' ^Innegar en Butler o
?Sh Se zuii kwaam. Met nieuwe in-
'h j van ri:en de critici de verrichtin-
j dn uc uiliici ae verricntin-
6 toek„ e zeer begaafde musicus
dast dienen te volgen.
F. B.
v^dzaam4t aPril (UPI) Een van
-dlla^f twufie Postzegels ter wereld
v verK. 'gduizend gulden (5.600
te»» ®rZamoi° aan een Amerikaan-
6,le ouStZesi^ar- Het gaat hier om
Jkis p eep met het jaartal 1861,
r?d. ^apie- enveloppe, temidden van
-dip e p n op Bermuda is gevon-
zegel is een van de vier
*e d f?®et 44 Postzegels, waarvan
siina in a niet vertegenwoor-
8 i»« zeer uitgebreide ver-
n koningin Elizabeth.
Mm. M
V
v
(Van onze verslaggever)
Geruime tijd geleden gaf het kerk
bestuur aan Hars Truijen de opdracht
de wanden van het middenschip van
de St.-Martinus-kerk van glas-in-
lood-ramen te voorzien. De aan
wezigheid van het bekende devotie
beeld van „de Zwarte Christus", in
spireerde de kunstenaar in de vier
ramen van één wand, het lijden uit
te beelden en de overige ramen van
verrijzenistaferelen te voorzien.
Bij het uitwerken van de schetsont
werpen heeft Hans Truijen de actua
liteit als model gekozen. Het lijden in
de wereld, zoals de oorlog in Vietnam,
de rassendiscriminatie, honger, gebrek
en andere kwellingen voor de moderne
mens, heeft hij in collage-vorm uitge
beeld. Bepaalde onderdelen van zijn
ramen bestaan uit foto's, welke hij aan
tijdschriften heeft ontleend. Deze beel
den worden langs fotografische weg op
het glas overgebracht.
Het thema van de verrijzenis geeft
hij weer met behulp van reportages
over uitingen van meer menselijk be
grip, van vrede en liefde. Er zijn beel
den van Paus Paulus VI en Oe Thant;
van Kennedy, van verbroedering tus
sen het blanke en zwarte ras en van
menselijke tederheid en genegenheid.
De bisschoppelijke bouwcommissie,
evenals het kerkbestuur, hebben de ont
werpen beoordeeld en Hans Truijens
nieuwste glas-in-lood-ramen goedge
keurd. zodat thans met de uitvoering
van dit opmerkelijke werk begonnen
kan worden.
IN HET INTERNATIONALE festi
val van jonge amateurtoneelspelers
,Interdrama '67" dat deze week in
Haarlem wordt gehouden, hield giste
ren de Junior Drama League uit Lon
den een aloude patronaatstraditie in
ere: een mysteriespel over de heils
geschiedenis. Een verrassing, omdat
men uit blasé swinging London iets
anders zou verwachten.
De vijf delen van deze mystery-
cycle, die volgens Britse traditie
eigenlijk de hele dag hoort te duren,
waren de val der engelen, de schep
ping van de mens, Kain en Abel,
Noach, Babel en Christus. Qua vorm
en inhoud vormde de Babylonische
spraakverwarring ontegenzeggelijk
een fris hoogtepunt in dit al te tradi
tionele geheel. De tekst en het rit
misch bewegen der spelers waren uit
improvisatie geboren. De vondst om de
spraakverwarring uit te beelden was
even eenvoudig als treffend: men
draaide woorden „God" en „Noach"
om en men verstond elkaar niet meer.
De ploeg Engelsen is de jongste in
Interdrama. De gemiddelde leeftijd
was zestien jaar, eigenlijk te jong
voor dit festival. Alle routine ont
brak, er stond veel naïviteit en een
hartstochtelijke overgave tegenover.
De naïviteit werkte averechts in de
al te realistische slotscène: de krui
siging van Christus. De hartstochte
lijke overgave kwam echter goed te
pas in de spraakverwarringsscène,
waarvan de herinnering de tekorten
met de mantel der liefde doet bedek
ken.
J.H.
HET PROGRAMMA voor het zeven
de maandagavondconcert van het
Utrechts Symfonie Orkest bracht
voor de pauze een nogal merkwaardi
ge opeenvolging van Badings- en Mah-
lermuziek. Van eerstgenoemde ging het
concert voor viool en altviool, nog geen
twee jaar oud, in eerste uitvoering;
sinds 1954 waren er drie dubbelconcer
ten van Badings aan deze compositie
voorafgegaan, waarvan twee in één
jaar, terwijl hij voor een van deze
twee in Venetië een prijs verkregen
had.
Frits Knol, een der concertmeesters
van het USO, was het, die het Tivoli-
publiek in Utrecht nu met het concert
voor viool en alt liet kennismaken. En
aan heel de uitvoering was goed te
merken, dat er technisch serieus ge
studeerd was. Of men echter alle moei
ten der ensemblevoorbereiding en het
zeer knappe spel der solisten (Jan
Bleumers en Jo van Helden) in de
zaal voldoende heeft kunnen waarde
ren, leek, te oordelen naar de reacties,
een niet moeilijk te beantwoorden
vraag. Partituurverzamelaars zullen
de exacte analyse van de componist
zeker op prijs hebben gesteld.
Muziekliefhebbers echter zullen zich
waarschijnlijk wel tekort gedaan heb
ben gevoeld. De vraag blijft nu, waar
voor de meeste USO-abonnees op maan
dagavond naar Tivoli gaan.
Door het tweede werk voor de pauze,
die Lieder eines fahrenden Gesellen van
Mahler, gezongen door de reeds bejaar
de Herman Schey die zelfs aan de
hoogste noten op ie-klanken nog expres
sie en volume weet te geven zal
men ongetwijfeld weer eens eerlijk ge
troffen zijn geworden. Waartoe ook de
Schotse symfonie van Mendelssohn, na
de pauze, het hare nog heeft bijgedra
gen.
Wk.
ADVERTENTIE
publikatie AKU Arnhem
DE JAARLIJKSE HERENMODE-
shows van Ger Dijkstra (Society Shop)
en sinds een paar jaar ook Dick Holt-
haus werken kennelijk zo inspirerend,
dat het verschijnsel ,,show voor man
nen" nu ook al van de Amsterdamse
Van Baerlestraat naar de Leidsestraat
is overgeslagen, waar de firma Dik
liet zien welke modellen men dit jaar
voor „heren met standing" zoals
men ze noemt in huis heeft. Een
exclusieve keurcollectie van internatio
nale kleding waarvan de prijzen na
venant zijn en die helemaal de stijl
ademt van de ook vrij exclusieve kle
dingzaak. Het was de eerste show van
Dik op initiatief van de heer A. E.
Spijer die deze oude familiezaak voort
zet.
Wat moet nu zo'n „heer van stan
ding" in zijn garderobe hebben hangen.
Volgens de nieuwste mode-opvattingen
van Dik minstens een perfect Engels
klassiek ruitjeskostuum (eventueel met
vest), een corduroy kostuum, een bla
zer (liefst zwart) een combinatie (even
tueel met bijpassend vest) een trench
coat (in modekleur spierwit) en een
overjas of autocoat van camel, kasj
mier, of suède. Voor de zomer dan nog
een strandcombinatie met bijpassen
de badjas, een windjack (wit of beige)
en een paar linnen hoedjes of caps.
Dik ziet de moderne gedistingeerde
heer niet graag blootshoofds over straat
(Van onze onderwijsredacteur)
DEN HAAG, 4 april Het bestuur
van de Algemene Nederlandse Onder
wijzersfederatie hoopt, dat de spellings
voorstellen van de commissie-Wesse-
lings spoedig tot officiële spellingsre
gels zullen worden.
Bij wijzigingen in de spelling is kri
tiek een normale zaak. De emoties spe
len hierbij echter vaak een grotere rol
dan het nuchtere verstand, aldus de On
derwijzersfederatie. De Belgisch-Neder
landse commissie, die het spellingsrap
port heeft samengesteld, moet een aan
tal knopen doorhakken. Het A.N.O.F.-
bestuur acht het een gezond standpunt,
dat de commissie hierbij sterk gedacht
heeft aan de praktische mogelijkheid
voor het gebruik in de lagere school.
De voorstellen komen voor een groot
deel overeen met de spelling, die de
Onderwijzersfederatie zelf enige jaren
geleden heeft ontworpen. Men meent,
dat de nieuwe spelling het Nederland
se schoolkind een hoop getob zal be
sparen.
TUNIS, 4 april (AFP) Henry
Smadja, eigenaar-directeur van het Pa-
rijse blad .Combat" en tevens presi
dent-directeur van het Tunesische blad
„La Presse", die zoals gemeld reeds
elf dagen door de Tunesische douane
is vastgehouden, is voor de rechter van
instructie geleid die hem heeft doen
opsluiten.
In een buitenlandse auto werd 20
maart een som van 53.000 Tunesische
dinar verstopt gevonden. Door de ar
restatie van de eigenaar van de auto
en diens gezel, beiden Zwitsers, kon
een belangrijke dinar-smokkelzaak aan
het licht worden gebracht. De betrok
kenen bekenden van een organisatie in
het buitenland opdracht gekregen te
hebben om dinars in te zamelen bij
hun van te voren opgegeven adressen.
Zij zeiden dat 47.000 dinar van het
in beslag genomen bedrag hun ter
hand was gesteld door Elie Naccache,
die verbonden was aan genoemd blad
„La Presse" en de rest door een ze
kere Michel Meimoun. Laatstgenoemde
werd aangehouden toen hij op het punt
stond per vliegtuig naar het buitenland
te vertrekken en bekende meteen. Elie
Naccache vertelde dat hij de 47.000 di
nar aan een van de Zwitsers had ge
geven op order van zijn werkgever
Henry Smadja.
I
ff
WMM
vmm
MET EEN KLEINE SHOW van hoeden en sieraden opende
Marjolein de Jong dezer dagen haar pas verworven winkeltje
in het hartje van de Jordaan. Ze is jong, klein en frêle en ont
werpt met kennelijk plezier en grote fantasie hoeden, kettingen,
oorbellen en armbanden voor jonge meisjes; petten, dassen en
zelfs stoere armbanden voor jonge mannen. Bibelots noemt ze
deze snuisterijen. „Vooral geen boetiek," zegt ze, „want dan
denk je aan kleren en die maak ik (nog) niet." Haar winkeltje
ziet er licht en eenvoudig uit, geen poespas van schrjlle kleuren
en Jugendstil-rommeltjes.
Ze verzint en maakt alles zelf. Haar hoeden zijn vooral flap-
en cloche modellen van Shetland, mousseline of stro, naast de
pillbox, versierd met blaadjes en lussen, gehaakte tweekleurige
baretten en petten van badstof. „Juist de grote hoeden willen
de tieners graag," vertelt ze. „Zelfs de vrij hoge prijs is geen
bezwaar."
Wonderlijk, want jonge meisjes en vrouwen hebben jarenlang
geweigerd hoeden te dragen, ondanks intensieve hoedenpropa-
ganda. Waarschijnlijk zijn het de modieuze muts en pet, die
vooral tieners altijd fijn staan, geweest, die ook het dragen van
grotere hoeden in de mode hebben gebracht. Een feit is dat de
middelbare dames-chic er wel af is; hoeden zijn nu nonchalant,
jong, opvouwbaar en op vele manieren te dragen.
De kettingen en oorbellen van Marjolein de Jong dragen het
kenmerk van handwerk: speelse watervallen van houten kralen
in modekleuren of combinaties van kralen en borduursel op flu
weel, en oorbellen van ,vilt of noten met kleine bloemetjes
versierd.
Links bovenaan een renversibele cloche, de ene kant warm
gele Shetland, de andere gedessineerde katoen met daarbij
grappige „mitaines", ook omkeerbaar. Daaronder een zilveren
kralenketting met borduursel op fluweel; een oranje fluwelen
halsband met fijn kralenborduursel en oorbellen die écht bellen;
®en spiraal-oorbel van kleurige kralen en daarnaast een mooie
flaphoed van gele Shetland met splitten In de doorgestikte rand
®n gouden knop in het midden.
In het midden een cowboyhoed van marine satijn met oranje
bies, vrouwelijk accent: de grote roos achterin. Er hoort een
satijnen heupceintuur bij met gouden knoppen waaraan een
klein tasje hangt.
Rechts bovenaan een lindegroen dopje met een kam erin
tegen het afwaaien, versierd met kleine bloemblaadjes, oorbel
van vilt. Daaronder een kraagketting van oude kant met ivoren
balletjes en geborduurd met gouden kralen.
Tot slot een vilten kapje dat heel toepasselijk midzomernacht-
droom heet.
gaan, waijt vrijwel alle modellen waren
op de show maandag voorzien van
een hoed of exclusieve cap, waarvan
de meeste met een merkwaardig pluim-
je er bovenop. Exclusief was het wel.
Prijzig vaak ook, maar dat mag voor
„de heer van standing" geen bezwaar
zijn. Een geruit Engels kostuum voor
442.-, een camel coat van 598.-,
regenjas van 318.-, een kasjmier over
jas van 718.-, een (weliswaar per
fect) kostuum van 578.-, om nog maar
te zwijgen van jassen die alleen op
bestelling leverbaar zijn. Daar stond
echter weer een driedelig corduroy-
kostuum van 228.- tegenover en an
dere meer in de markt vallende kle
ding.
„DIK" BRENGT ALS MODEKLEUR
voor 1967 veel appelgroen (wie kan
zo'n kleur hebben uitgevonden?) en
propageert ook weer de visgraat die
jarenlang van de straat is geweest.
De keuze is niet louter Engels want
naast kleding uit de beroemde Engelse
ateliers van Burberrys en Daks zijn
ook Dior (Frankrijk), Regent (Duits
land), Magni (Zweden), d'Avenza (Ita
lië) en Anderson Christonette (Dene
marken) in de Leidsestraat vertegen
woordigd.
De klassieke coupe waar Dikvan
uit gaat, verhindert overigens niet dat
ook de kleding uit deze zaak strak
om het lichaam zit en voornamelijk
door slanke mannen gedragen kan wor
den. Extravagante uitschieters waren
er op deze sjieke show nauwelijks of
het moest een blauw gebloemd tinne
roy jasje zijn, dat als sportcolbert
werd aangekondigd.
L. Hie
(Van onze verslaggever)
MAASTRICHT, 4 aprü Onder aus
piciën van verschillende culturele in
stellingen wordt in de stadsschouwburg
hier een speciaal toneel-weekeinde voor
jongeren gehouden, de zgn. „Manifesta
tie Toneel Nu", op 29 en 30 april.
Op de eerste dag verzorgt Wilbert
Bank een Inleiding over modem toneel,
gevolgd door discussies In groepsver
band. Als gespreksleiders fungeren
Carol van Herwijnen, Cocki Boonstra
en Aart Staartjes van toneelgroep „Stu
dio". Dit gezelschap geeft 's avonds
voorstellingen van „Verboden toegang"
en „1, 2, 3 buut vrij". Twee werken
van de Amerikaanse auteur Lanford
Wilson.
Over deze voorstellingen vindt op de
tweede dag een nabespreking met de
regisseur Johan Greter plaats.
De eindexamen-kandidaten van de
Maastrichtse Toneelacademie voeren
het stuk „Jeugdproces" van Manuel
van Loggem op, onder regie van An
toinette de Visser. Het Groot-Limburgs
Toneel besluit het weekeinde met een
heropvoering van zijn successtuk
„Luv" van Murray Schisgal.
Tussen de voorstellingen door wor
den toneellessen gegeven door Cas
Baas, Antoinette de Visser, Madeion
Waldorp, Nico de Vrede en Herman
Lutgerink.
In voorbereiding is een meerdaags
jeugdfestival voor jongeren uit Neder
lands en Belgisch-Limburg. Dit eve
nement, onder de titel „Festival voor
het Limburgse Land", zal eind novem
ber worden georganiseerd. Hans Tie-
meijer heeft het „peterschap" over
dit festival aanvaard, dat hem is aan
geboden door de initiatiefnemer Wim
Bary.
DE AFSTAND in niveau's tussen de
kunst van het opera theater in Neder
land en in de Duitstalige landen heb
ben we met Pasen in Salzburg kun
nen meten. Terwijl wij in dit land
niet weten hoe wij tot een vast ge
vestigd theater moeten geraken, maakt
in Salzburg Herbert von Karajan een
begin met zijn bewijsvoering dat per
fecte opera-opvoeringen slechts rea
liseerbaar zijn als uitzonderlijke feest
spelen. Onder die stelling ligt een he
le wijd georganiseerde wereld van het
vakmatige opera-theater, in een sca
la van kwalitatieve schakeringen van
de hoogste tot de eenvoudigste, ge
dreven door vaklieden en artiesten van
grote kennis én ervaring, maar zonder
uitzondering gebaseerd op de routine
van de lopende machine, speelplan
nen en diensten. Onmogelijk om daar
mee opperste realiseringen te berei
ken. Op z'n best worden het verwer
kelijkingen die als goed geprezen wor
den met uitzondering van dat wat er
niet aan deugt en dus in feite niet
goed zijn, voorstellingen die vaal en
lusteloos voorbij gaan in leegloop en
sleur, zegt Karajan. Opera moet sterre-
uren scheppen, of zij is niet de moei
te van de inspanning waard.
Voor de man die gegrepen is door
het alles overheersende verlangen
om de meesterwerken van de opera
wezenlijk te realiseren zijn er slechts
twee keuzen mogelijk: hij kan zijn on
macht bekennen door de boel erbij
neer te gooien, of hij kan zelf de
organisatie van zijn eigen theater ter
hand nemen, dat zich dan beperkt tot
het geven van gelegenheidsvoorstellin
gen. Toscanini heeft het eerste gedaan.
Demonisch bezeten door de drang
naar de volkomenheid als hij was,
maar overigens „slechts" een wereld
vreemd artiest, keerde hij het opera
theater de rug toe. Voor hem bleven
feestspelen over, waar hij althans de
muzikale verwezenlijking kon najagen,
de scènische realisering aan anderen
overlatend. Voor Karajan, die aller
minst wereldvreemd is, rest de an
dere keuze: zijn eigen feestspelen.
Maar in beide gevallen voor Toscani
ni en Karajan niets anders meer dan
feestspelen.
De laatste wil het instituut in de
meest wijde zin uitbreiden en door
organiseren. Hij wil de exploitatie
vorm van het reizende circus en daar
naast nog de toepassing van alle be
schikbare media der massa-communi
catie. Daar liggen twee redenen aan
ten grondslag: de mogelijkheid om de
volmaaktheid die hij binnen zijn be
reik acht te bekostigen is de ene,
de optimale maatschappelijke sprei
ding is de andere, de verduurzaming
van de unieke gebeurtenis in de tijd
en de verwerving van het hoogst mo
gelijk geestelijke rendement. Dat was
in het verleden voor feestspelen uit
gesloten^ ze waren uniek omdat de
volmaaktheid slechts te bereiken was
door een samenspel van de gunstige
krachten in een bepaalde plaats.
DIT SCHEEN lange tijd zo te moe
ten zijn, maar de uniekheid was niet
zo wezenlijk als het leek. Want de
volmaakte realisering bleek telkens op
een heel aantal plaatsen mogelijk te
zijn, in Wenen zo goed als in Mi
laan, in München, Frankfurt, Ham
burg of Berlijn en in New-York. Het
betekende alleen maar een telkens op
nieuw beginnen met in wezen hetzelf
de met als gevolg een versnippering
van krachten en geld en een oneven
redig groot risico ten opzichte van
alle kwade kansen die de volmaaktheid
altijd weer bedreigen. Die nadelen ts
overwinnen is een kwestie van orga
niseren en dat is eigenlijk niets an
ders dan beheersing van de technolo
gie op haar actuele stand.
Zo ontwikkelt zich door toedoen van
Karajan een onderneming die tot doel
heeft het bedrijven van de volmaakt
heid, wat een wezenlijke nuance an
ders is dan het bedrijven van ope
rakunst. En het is de ironie der tech
niek, dat hij daarbij niet boven de
organisatie uitstijgt maar nog verder
aan haar vervallen raakt, terwijl hij
een veel grotere en nog ingewikkelder
organisatie in het leven roept. Het
monster verrijst opnieuw, maar nu zal
hij het temmen opdat het zijn aard
in dienst van hem zal stellen.
Maar zijn de traagheid, de sleur van
de inertie en de verambtelijking uit
de organisatie te verdrijven? Is een
organisatie al niet doel in zichzelf op
het moment waarop de bespeler er
van nog meent dat zij ten dienste van
zijn eigen doel werkt? Kan men een
opera in een unieke schoonheid op
voeren niet alleen met één bezetting
maar is er nog een tweede, door de
organisatie vereiste mogelijk? Kan men
een partituur volkomen kennen, er
nieuwe waarheden aan ontlokken, een
orkest volmaakt beheersen en tege
lijkertijd ook alle mogelijkheden be
heersen die de scène als belofte in
zich houdt? Kan men letterlijk alles
kennen en kunnen en is voorts de tijd
koopbaar die nodig is om te repe
teren en in te studeren? En als dat
nu niet helemaal mogelijk is, voor een
relatief groter of kleiner deel, moet
men dan niet in razende woedebuien
zoals Toscanini die kende, zijn stok
stuk slaan, zijn partituur verscheuren,
de lessenaar de zaal inslingeren, zijn
halsboord uit elkaar trekken en zijn
horloge vertrappen, moet men dan
niet desnoods schuimbekkend zijn on
macht bekennen en zich beperken tot
een wel volkomen beheersbaar onder
deel? Of moet men desondanks door
gaan en waarom? Dan toch slechts
omdat de eenmaal aan het rollen ge
brachte organisatie niet meer te stui
ten is, terwijl de mens zich nog ver
beeldt dat hij bezig is de schoonheid
te redden.
KARAJAN lijdt niet aan driftbuien
en als hij onmachtgevoelens kent, wijst
hij ze terug tot de onderste lagen van
zijn ziel. Hij is de man van het laai
ende maar onverbiddelijk beheerste
temperament, persoonlijk al hoog ge
organiseerd, geduldig bezig met de
temming van het monster waarvan hij
zich meester heeft gemaakt.
Het is een gevecht als dat van
Ulysses met de Minotaurus. Het is
de eigenlijke inzet van dit meeslepen
de feest van muziek en theater, in
zijn heroïek van bedoeling, nimmer
voltooidheid en altijddurend risico is
het in zichzelf een ding van schoon
heid. De schoonheid bestaat niet in
wat er is, maar in wat we verwach
ten als een terugkeer van wat we
menen dat zojuist aan ons voorbij is
gegaan.