A
Duik
en
spring
A
A
<AZET tegen wagtmans blijft
Tel
evizier: geen renners
Voor Tour de France
a
Henk
a
I
e
wil|®
oen stil
kaas
uit het
vuistje
LIEFDE VOOR
VOLLEYBAL
JEAN MARTY'S TWEEDE LUSTRUM TRIEST GEËINDIGD
Kalme Vultink grijpt uit verloren positie
naar eerste Europese biljarttitel
A
Oude garde wijst jonge generatie met groot machtsvertoon terug
eiten en cijfers
^arijs-Roubuix
b
8
u
iX3
'H
"l
Pi
B
Si
wvvzaaoA
Pi
sa
e
MAANDAG 10 APRIL 1967
4^5
4*3
52-j;
Z^JJ
2"
J'
2'
5H3
5Hl
6l-"$
51--J
^évr.iAlX' 10 aPril In Mons
di v nietiS dorPje in het
r ,hei an zwarte mijnstreek
°tsten rl an het noorden' heet,
eratiQt, cUnD1ties van de twee
Al vjifs Voor het eerst. Op een
(:Ap0cJOet hreed kasseienpad,
D r°m met bruine leem en
Aie O.,;, ®er_ glijbaan dan weg.
telijL. ;'Jorige kasseien van dat
hellende straatje naast
45^5
n^tei-:
4<H*
4fPTs
g$SJ*&BlS£e- Sels va" terUg
»J3Ï
2,ü
i
«- I
O
Mons en Pévèls troosteloze kerk.
hof nam de oude generatie wraak.
BEZETENHEID
K ÖeV%t
de >1-
)^TSb*0nnen
A
hNt^gewallzet stuit' "D_at verzet
Onder de modder, maar dolgelukkig draait Jan Janssen na zijn
victorie het ere-rondje.
VERRASSING?
FRANS NYPELS
VOEDZAAM MAK^
iw
K
cd
H
ca
fe*
OLYMPUS
DEN BOSCH, 10 april Men wachtte
op Jean Marty, maar het werd Hans Vul
tink. Een klinkende triomf vanuit een ver
loren lijkende positie. Een Europees kam
pioenschap de eerste internationale titel
van de 29-jarige Vultink waar niets op
viel aan te merken. Zó royaal was de over
winning in de eindstrijd met Marty; zó van
zelfsprekend bovendien werd die triomf
behaald. Onbegrijpelijk was het wel, dat de
aan een eerste titel ruikende Vultink zo
ijzig kalm was en bleef. Geen spoor van op
winding. Voortdurende zelfbeheersing, zo
wel bij de productie van caramboles als bij
die ene keer, dat hij bij een dreigende mis
ser prompt voor Marty een stootbeeld om
van te gruwelen achter liet.
iliit
Vultink onbegrijpelijk kalm
RUUD VAN DEN HENDE
x\
6i
4-«
4&-jJ
51 jj
3?'
39-Tj
43-L
38{ï
0-
j[4
81 jj
ÖE WRAAK VAN JAN JANSSEN
IS DE VICTORIE IN DE HEL
9(1
onze
tlflT "V Specia7e verslaggever)
Po eVè] -I—
ir5et?' tl 65e versle van klassieke
fttiiy asseio„ eenwtad en in de finale, in
nl etï Sruis bezaaide „hel van
Sjnd p aclltlg weer met toenemen-
44-jj
5 6-j)
58^T<
een ®st?0«es van Zilioli, gevolgd
„Kan snaPPing (km. 18). van de
Sewacht„» outcm en de Belg Delvael.
k,va$i3. aio worden snel in de kraag
km G'iHo'nrtfe?r Zilioli, die de belangen
?V °nt°n^ehartl^ optreedt.
W*., Zoaio pPln8. meer een drieste po-
^1] i;ianrt„ vorige week in de Ronde
Jary,8rl.1r>t tlT1}' van Piet Braspennincx
u4f> jles An "el dertig seconden, terwijl
^iti A'rnvvfueta de regen beu Is en in
M\SewS?®e" staPt.
<n e(ni,.ehuin Z'lioli roept Braspennincx
Itih en \rVan Pamart, LeBlanc, Par-
'sc M^elotnn11 ï-00 tot de orde.
S KhtrwA valt In stukken. Wat la-
'knolh?KTng, van Karei Leyten, Bou
de» Lexebvre, Moienaers en De
tii-i- Br-
si)fAöA^.Parmincx
probeert het op-
Ai ui r_r
heeft6 Nederlander i.20 m." voor-
32-jj
29-^
s®tirttn de -Si reageren Scheepers, Bou-
tse» achtie ansman Benet. Het kwartet
ketje1 ha fo„ njnenwerkende renners no-
1 '"•'s' een voorsProng van
!°to? Braspennincx en Benet
'hotjï lilllkt b n als na reactie van pe-
Wvhw; fiouton 1 voorsprong snel terug-
ki»1 late» 8aat nog door, maar
ket k Aan jngelopen.
Je 111 °°rdei,.. Poorten van de „hel van
Avidsles breekt een zware valpartij
'on siïtan» £n enkele Belgen, waaronder
ltab^n Aim»»rands en Godefroot. Simp-
4( '°Os. -p» vallen eveneens en zijn
?ttsuaaronde»scljeldt zich een kopgroep
Jim taye dp»?F rennersGilbert en
fenu1Iverbe?,f -ftnhllnskl, Van Spring-
Sr.t.Jfcx. nfr v. Van Looy. Planckaert,
IfcCr- Vs» S ?tw' Bocklandt, Van
™trr Pen ,°en Bernho Sole „alt tom„
«e»"- Kopn^Jk
''Itiéri^otta pP"?rdt gevolgd door Jans-
<fLsl° en n,,»?ulidor. Altig, Van Co-
«t)rr»'° en D,,-„uudor, Altig. Van Co-
!K1'1urrtlen Glmon?i6- In de derde groep
4Cr"; Karstens, Guyot en
VjAA Aanva|6 vl^6p?n komen bij elkaar.
S j^n Seis AltIg' Janssen, Van
IVjt eiAA' Motta. Poulldor, Plane*
S r?. "Dor- u ^en 1Ber'?he krijgen aan-
0° s de laatste die zich
Ch iL nQe negen kan voegen.
503
it-ji
(3^3
t- tweede groep vechten Gi-
W' 'r. arstens, Mertens, Spruyt, Van
s|a 's oayot, Grain en Melckenbeek ver-
k»S Is rt de koplopers te bereiken. De
ijjs hi,;5" gevallen. De vluchters zien
2 ItJjh ri? voorsprong tot plm. drie mi-
Aan te voeren
Je.tt cbc)ial van Janssen; Motta en
kr»'''1 tr!„ lireren nog slechts en moeten
hf1. hniA^ssen-
4e 5e v!®h, op wielerbaan te Roubaix.
tU hPgeB^Oflaatste bocht rukken de op
V«»eh VaA,en tiende plaats liggende At-
?t>n».den t, °°V op. Omdat Janssen, als
bij "t S.erghe voor Planckaert de
*4 rtomP». I?t. omhoog schuift vangt
■Altij» „Psch de aanval van Van Looy
1.0» 8 °P. De uitslag luidt:
'tA\7 üur'l: t- Jan Janssen (Ned.) 263
11 ®lg bi jj» min. 31 sec. (gem. snelh.
5 Hréi?' SudVïiti 2' Rik varkLooy (Belg.)
tVW*1» (R„. Altig (West-Duitsl.), 4. Van-
Vu \örU oocKianu i,neig.j, xo.
*S 4.) shten z-t. als Karstens; 25. Van
li öpJ.19iR(N®d.) 7.17.28; 29. De Roo
A A Hart'. 41 steevens (Ned.) 7.21.03:
ti'iS. 1-214n?g (Ned.), z.t.52. Beugels
iïs A 60 vj39. Van der Horst (Ned.)
Spve«.) ,?en (Ned.) 7.32.18; 61. Sche-
Ur'ng ><t' ,6?- Harings (Ned.) z.t.;
g (Ned.)' z.t.
Genadeloos, wreed én effectief. De
geknakte beroepstrots wie sprak er
de laatste weken nog over Van Looy
Altig of Janssen? gaf hun pedaal
slagen de kracht van dynamiet. De
zwaarste aller voorjaarsklassiekers Pa
rijsRoubaix eindigde in een zenuw
slopende en fascinerende finale, die
de eerzuchtige Jan Janssen voor het
eerst in zijn loopbaan echte klassieke
roem bezorgde. Resulterende in een
glanzende triomf voor een generatie
beroepsrenners, die. na de grandioze
successen van de door Jacques God-
det genoemde .nouvelle vague" Eddie
Merckx, Felice Gimondi en Gianni
Motta, afgeschreven leek. Eindigde
bovendien in een daverende nederlaag
voor de aanstormende Belgische sprin-
terskaste, gisteren in Roubaix verte
genwoordigd door Ward Seis en Willy
Planckaert.
,,Ze zeiden", begon Jan Janssen,
toen hij de modder van zijn lichaam
spoelde, „dat ik gek was. Dat ik zelf
moord pleegde, toen ik donderdag in
m'n eentje ging rijden, terwijl het ijs
en sneeuw regende." Janssen doelde
op de eenzame solo, die hij tijdens de
derde etappe van de Ronde van België
ondernam en die hem op een gegeven
moment een voorsprong van meer dan
twaalf minuten opleverde. „Janssen
wil in leder geval de Ronde van België
winnen", schamperde het uit de di
verse volgwagens. „Ze verklaarden mij
voor gek. Gelukkig maar. Op die ma
nier heb ik al die mannen zand in de
ogen gestrooid. De enige die het be
greep was Rik van Looy. Hij deed,
zij het minder opvallend, hetzelfde. Hij
gebruikte die Ronde van België, net
als ik, om de conditie te perfectio
neren".
Janssens vorm, dat was in alle voor
jaarsklassiekers al min of meer ge
bleken, was niet af. Janssen miste de
stootkracht, dUe in de laatste meters
de doorslag geeft. Dat bleek in de
Belgische klassieker Gent-W elv eg em,
waar hij hij verklaart het opnieuw
openlijk door Eddie Merckx werd
verrast. Vandaar die voor velen wan
hopige vlucht. In beestenweer. Hij wil
de zich nog een keer helemaal leeg-
rijden voor het menens werd. Met de
zelfde bezetenheid, waarmee hij de af
gelopen weken vergeefs naar klassie
ke roem zocht.
Terwijl de klassiekers vergarende
jeugd, met de jonge Italiaanse wieler-
god Felice Gimondi aan het hoofd, de
Ronde van België meed Merckx ver
scheurde een dag voor de start het
contract; Motta verdween pijlsnel naar
Italië om een opkomende verkoudheid
effectief te bestrijden en Gimondi viel
uit toen zijn keel de griepbacillen gre
tig absorbeerde scherpten „oude",
zogenaamde „versleten" mannen hun
conditie. Legden zij de basis voor hun
adembenemend gevecht, dat mede ge
ïnspireerd werd door wraakgedachten.
In Parijs drentelden de ouderen ten
slotte nerveus door hun hotelkamers.
Kon Jan Janssen zijn zenuwen (aldus
Cora, zijn vrouw) nauwelijks de baas.
Riep Rik van Looy zijn ploegleider
Ton Vissers toe, dat hij de champagne
alvast in de koeler kon zetten en er
gerde wereldkampioen Rudi Altig zich
blauw en geel aan de publiciteit die
Motta, Gimondi en Merckx, gedood
verfde favorieten, als magneten tot
zich trokken. Die spanningen ontlaad
den zich in het boeiende gevecht te
Mons en Pévèl, waar Felice Gimondi
vorig jaar zijn niet te remmen greep
naar de hoogste klassieke roem open
baarde. In datzelfde bochtje, een krom
ming tussen duizenden dorpelingen, die
de dag daarvoor een berg verschoven
mest van de kasseien wipten, grepen
de jongeren, waaronder nu ook een
door pech geplaagde Gerben Karstens,
voor dit seizoen vergeefs naar de ver
snellingen. Kwam er plots een doffe
glans in hun vurige ogen, toen Rudi
Altig de eerste rapier in die onstui
mig jonge harten dreef. De demarra
ges volgden elkaar in snel tempo op.
De ouderen beukten de jongeren murw.
Zij gunden zich geen rust. Toen dat
stukje wreedste hel achter de ruggen
was verdwenen, lag Gimondi in ver
slagen positie, waren Motta en Merckx,
die het tempo in de finale alleen nog
tii^Or»». 9ri °nze verslaggever)
IpHpfatepj aPril Hoewel nog
bll(V nc*e J bevestigd, is het dit
n. 0 zuidelijk geworden, dat de
'^Op^hoV0? extra-sportieve wieier-
't t^Uq A?}evizier/Batavus hij haar
renners af te staan
öe prlaerlandse ploeg voor de
i{Hf x°0rdtce- In to°P van van
ViiMi» 4hao»i_e*ri communiqué ver-
*11 bon Televizier/Batavus deze
*0? rl nernr, eens za7 toelichten. Inge-
'e, b»eZe ui>njaan' dat de verklaring
(V ?ip»a((en le^r9r°ep weinig nieuws
Zich' z°als bekend verzet Te-
„Waot-yJegen de benoeming van
tot ploegleider.
frtó Ü2L «Mens de door Jan
I# 'is te Levitan, men weet zelfs
-a,; wielerklassieker
dat Jx hebben duidelijk ge-
PaJ: eliy, r6 nieuwe formule van de
HvSt0® in ^telden,' dat hij het genius
<tp natiov,„,e herstelde oude formu-
liOr\ai llcxsieiae ouue ïuimu-
w 6>ttra" Ploegen om de macht
Si»*5 aV®ei ,portleven te breken, over-
fhi. 4a» 1 'Vb,... I
Wals»?t(hi .akkerd, toen de Tour-or-
ike'n (6®n mondeling gemaak-
3ep in> de nationale bonden
('opsm Aen feen directeuren-sportief
'(Au ®n „Plegen tot ploegleider te
1"'
Vai) j6 n I0t pioegieiae.
^rïïiati~ te vaar^.?en
In België zijn deze
!Vr ^fpfiXtra sportieve groepe-
lï\ ^ss?el°Pen weken druk in de
hel ^Gt verzet te bunde-
ös S e® heeft de BWB Pol van
KAh pino Cerami als ploeg-
Ln terwijl de heer
?t,ri.t'iiB»aer J de uitreiking van de
«i:
V»h
- uitreiking van
tot»111.®6 maanden geleden
atiri»8 andere beloften had
r. J» 1 j J J.-
Sec de koortsachtige po-
da jf1 aantal merkenploegen
■"•°nde van Spanje ook in
de Ronde van Italië uit te komen. Tele-
vizier schijnt dit, naar de geruchten
verluiden, praktisch rond te hebben.
Kees Pellenaars sprak in dit verband
over 99 pet.
Gerard Peeters, ploegleider van de
jonge Caballeroformatie, geconfron
teerd met de officieuze feiten: „Ja, ik
heb vandaag ook begrepen, dat Tele-
vizier geen renners voor de Tourploeg
af wil staan. Het wordt nu erg moei
lijk voor de KNWU een ploeg samen
te stellen. Ik zal mijn jongens in ieder
geval adviseren de Tour de France
niet' te rijden. Ik vind dat ze daar
nog niet rijp voor zijn." Gerard Pee
ters die tevreden is over zijn renners
hoewel ze geen grote uitslagen behaal
den, maakte nogmaals duidelijk, dat bij
de contractering van een aantal ama
teurs (Steevens, Groen, Van der Horst)
de duidelijke afspraak was gemaakt,
dat zij geen Tour de France, noch een
Ronde van Spanje of een Ronde van
Italië hoefden te rijden. „Die jonge
renners moeten de tijd hebben om zich
aan hun nieuwe omgeving aan te pas
sen. Ze zijn gewoon nog niet rijp voor
het grotere werk."
Ploegleider Ton Vissers van Willem
II/Gazelle, de ploeg met kopman Van
Looy, meende ook te weten dat Tele-
vizier zich tegen de Tour de France
met landenploegen zou blijven verzet
ten. „Het is niettemin mogelijk een
Tourploeg samen te stellen rond Jan
Janssen, Arie den Hartog, wellicht een
Beugels en een Cees Lute", stelde hij
nuchter vast.
Luciano Pezzi, ploegleider van Gi
mondi, bevestigde zaterdag in Parijs,
dat ook in Italië groot verzet blijft be
staan tegen de landenformule en haar
gevolgen: neutrale ploegleiders. „De
laatste woorden zijn hierover echt nog
niet gezegd", zei hij somber kijkend.
maar konden volgen door heel diep
in de buidel reserves te tasten, ver
slagen afgoden in een zich naar een
hoogtepunt spoedende strijd. Daarin
speelde Jan Janssen de hoofdrol. Hij
attaqueerde drie, vier keer. Maar hij
viel niet aan om los te komen van
zijn belagers. Zijn zelfvertrouwen was
zo sterk geworden, dat hij gewoon wil
de uitzoeken, wie bij de komende spurt
in Roubaix' wielertempel zijn zwaar
ste tegenstanders waren. „Ik moest
dat weten, want anders kon ik wel
inpakken. In zo'n spurt ben ik de te
kloppen man. Ik wilde dus uitkienen
wie er aan mijn wiel zou plakken als
ik klaar was voor de sprong." Hij
wist het nu. Slechts Ward Seis en Van
den Berghe volgden Janssen als hij
weer zo'n plagerig gat sloeg. Zijn
moeite was niet tevergeefs. Toen Jan
Janssen in derde positie, achter Van
den Berghe en diens ploegmakker Plan
ckaert de wielerbaan opstoof, was hij
al de winnaar van deze 65e versie
van de opnieuw zeer zware Parijs
Roubaix. Alle inspanningen en alle ex
plosies van Van Looy en Altig ten spijt.
Een verrassing? Neen. Eerder dan
vorige seizoenen had Jan Janssen zich
vastgebeten op een klassieke triomf. De
man, die over het algemeen weinig
hoeft te trainen, beukte nu zijn spie
ren los, terwijl anderen in Parijs-Nice
nog kalmpjes aan deden. Toen de voor
jaarsklassiekers zich aanboden als een
lekker lokaas, was Janssen, met een
voor zijn doen ongekende bezetenheid,
altijd in de slag te vinden. Dikwijls,
als de mislukking in al zijn triestheid
voor hem lag, bekende hij de afgelo
pen weken, dat zijn vorm groeide. Dat
het volgende week kon gebeuren. Ont-
goocheling kreeg hij na Gent-Welve-
gem, toen hij, verslagen, door Merckx,
als een struisvogel zijn kop in het
zand stak en hij vragende supporters
uit de weg ging zo snel als zijn ver
moeide benen hem maar konden dra
gen. Jan Janssen is echter een vecht
jas. Soms rijdt hij, net als Peter Post,
als een amateur. Ziet hij in de ge
ringste kans een paradijs aan mogelijk
heden. In Parijs was hij nerveus. Erg
zenuwachtig. „Ik ken dat gevoel niet",
zei hij nog voor hij op de fiets stapte,
de regen en de hel tegemoet. Hij is
er gelouterd uitgekomen. Als een groot
kampioen. ParijsRoubaix", aldus
een stralende Jan Janssen voor tien
tallen microfoons: „is na m'n wereld
titel (64 in Sallanches) m'n mooiste
overwinning. De toekomst? De Tour
de France, met een Nederlandse ploeg,
de mooiste kans uit m'n wielerloop-
baan".
Als zaterdag in Helmond het start
schot klinkt voor Nederlands naar klas
sieke erkenning strevende Amstel Gold-
race zal Jan Janssen, de winnaar van
ParijsRoubaix er niet bij zijn. De or
ganisatoren van deze rit, die wel An-
quetil contracteerden en Poulidor,
weigerden Jan Janssen de tweeduizend
gulden te betalen die hij vroeg. Als
winnaar van ParijsRoubaix zal hij
dat bedrag, gezien zijn positie, nog
kunnen opschroeven. Want rekenen is,
naast zijn moed om de strijd te ont
plooien, zijn beste eigenschap.
ADVERTENTIE
H
M
5s5
H
M
0
H
0
Kg
K
H
M
VROEGER HEEFT Jan-Willem
Mulder nog even geroeid, maar hij
vertelt me dat hij er niet tegen kon
steeds weer dezelfde bewegingen
te maken. „Ik koos volleybal, om
meteen het andere uiterste te ont
dekken. Ik zou tenminste weinig
sporten kunnen opnoemen die zo'n
oneindige variëteit aan bewegingen
bieden."
Met Jan-Willem Mulder, de 27-ja-
rige chemiestudent uit Delft, heb
ben we vorige week bij wijze van
spreken allemaal voor het eerst ken
nis gemaakt. Hij wa« de man van
wie de kranten schreven dat hij met
zijn schitterende acties Frank Con-
standse, de formidabele aanvaller
van Blokkeer, had doen vergeten.
Niet zo leuk voor het hooghartige
sterrenteam misschien, maar vriend
en vijand behoren vast te stellen
dat het vooral de uitgekookte smash
es van Jan-Willem waren die mede
strever Israël de illusies op een
kampioenschap ontnamen.
Hij trekt zijn nederigste gezicht
als hem lof wordt toegezwaaid.
„Uit de verslagen heb ik gemerkt
dat ik een hoofdrol heb gespeeld",
zegt hij. „Ik ben de wedstrijd ach
teraf gaan analyseren en ik denk nu
dat ik het met die verslagen eens
ben. Zelf had ik aanvankelijk alleen
maar het gevoel dat we een lekker
partijtje gespeeld hadden."
Iemand zei heel vertederd: ,,De
mensen zijn de afgelopen week een
klein beetje van volleybal gaan hou
den." En dat vertolkte wonderwel
ook mijn gevoelens. Ach ja, we hoe
ven elkaar niets wijs te maken, vol
leybal, dat vinden we een aardige
studentensport; het schijnt ons ook
een heel goede sport toe met al dat
gespring, maar toch ontbreekt er
voor ons gevoel iets aan. Weet-u
wel? Zo praten we over volleybal.
En wat er dan aan ontbreekt, we
ten we wel. Dat is het lijf-aanlijf-
gevecht, de hartverheffende knok
partij van man tegen man zoals die
ons zo menigmaal in de sport gebo
den wordt.
MAAR NU, MET achter elkaar
een serie goede wedstrijden met als
inzet de Westeuropese titel waarop
Nederland een abonnement heeft en
als leidsman de kundige Frans van
Dusschoten, zijn we er met z'n al
len gedeeltelijk veel meer in gaan
zien. Steeds meer geïnteresseerd
kwamen er bij mij allerlei vragen
op, waarvoor ik het antwoord ben
gaan halen bij de held van dit toer
nooi, Jan-Willem Mulder. Bijvoor
beeld de vraag: Hoe is het toch mo
gelijk dat een team op zeven avon
den achter elkaar zeven wedstrijden
speelt? Hoe brengt een speler dat
op?
Mulder, die in zijn bescheiden
hoofdklasseclubje SIGI de topman
is en daarin maar vrij zelden ge
lijkwaardige tegenstanders ontmoet,
zegt dat de opgave eigenlijk te groot
is. De meeste spelers zullen na een
toernooi als dit een stevige terug
slag krijgen. Na de helszware wed
strijd tegen België, die twee-eneen
half uur geduurd had, klaagde het
hele team de volgende dag ook over
stijve spieren. Gelukkig kon men de
avond daarna rust houden, dank zij
Frankrijk dat de benen genomen
had.
Zelf had hij het ook behoorlijk te
pakken gehad. Hij was gaar. Voor de
wedstrijd tegen Israël was hij dood
ziek van vermoeidheid en zenuwen.
„Ik zakte door mijn knieën, ik kon
niet meer lopen." Maar toen hij
meteen de eerste bal goed sloeg,
voelde hij zidh snel sterk worden.
Als een betrekkelijke onbekende in
dit grondig vernieuwde team van
coach Blok, wist bijvoorbeeld de spel
verdelende Jan van de Hoek ook
niet altijd wat hij aan Mulder had.
Maar die eerste rake klap gaf ver
trouwen, en toen de „steeks" en
„kortes" bleken te lukken, durfde
Van de Hoek hem de meest onver
wachte ballen aan te geven.
WAT MULDER nu ten zeerste be
treurt, is dat hij al 27 jaar is. „Ik
heb deze sport veel te laat leren
kennen." Hij kwam zeven jaar ge
leden uit Indonesië. Daar was
zwemmen zijn geliefde bezigheid ge
weest, en hij meende dit hier te zul
len voortzetten. Maar de eerste aan
raking met het water van een Ne
derlands zwembad deed hem dusda-
nig verstijven van kou, dat hij sinds
dien geen zwembad meer gezien
heeft. De korte flirt met de roei-
sport leidde zijn volleybal-periode in,
waarvan hij nu beweert dat het bui
ten zijn studie zijn enige grote ambi
tie is.
Hij vreest met grote vreze dat zijn
studie hij studeert met een beurs
hem geen gelegenheid zal schen
ken deel te nemen aan de grondige
voorbereiding voor Mexico. „Ik ben
bang, dat de meesten van ons zich
niet vrij kunnen maken voor een da
gelijkse centrale training. Nu heb
ben die jongens van Blokkeer zich
al teruggetrokken, maar vele ande
ren zullen volgen."
DE RIJKDOM AAN tactische mo
gelijkheden is mij beetje voor beetje
geopenbaard. Je zag hoe het verde-
digingsblok zich instelde op de
smash, maar hoe na enkele verras
sende wendingen een zacht balletje
voldoende was om de uit positie lig
gende tegenpartij te verschalken. Je
zag ook dat de ene smash de ande
re niet is, dat soms gestopte ballen
toch uitgingen. Je ging opmerken
dat het omhoog springen aan het net
lang niet altijd de bedoeling heeft
om een opgespeelde bal weg te mep
pen, maar deel uitmaakt van telkens
gevarieerde verrassingsaanvallen.
En daarover was het interessant
praten met de intelligente Mulder.
Het is het grote geheim van vol
leybal, de eeuwige twistvraag
welke variatie, of welke combinatie
spelen we. En ik altijd maar den
ken dat het een-kwestie is van diep
duiken, hoog springen en hard mep
pen.
„Het is wel zo dat het publiek je
kan injecteren met het springen",
vond Mulder. „Door die ongelooflijk
harde roars van het publiek ging ik
steeds hoger de lucht in. Geweldig".
(Van onze speciale verslaggever)
De buitenstaander in de sfeervolle arena van
het Bossche Casino zou zich gemakkelijk vergist
hebben. Hij zou Vultink voor Marty hebben ge
houden. Marty, de doorgewinterde grootmees
ter; de favoriet-op-voorhand. Koel en berekenend
zat Vultink klaar, toen de -eindstrijd werd aange
kondigd en de arbiter hem uitnodigde voor de
drie minuten inspelen". Kalm stond Vultink op
zijn recht: „Eerst Marty, daarna pas ik". Mar
ty liet op zich wachten. Om de tegenstander te
prikkelen? Het deed Vultink niets. „Eerst Mar
ty, daarna kom ik. Zoek hem maar op".
Was die onbegrijpelijke rust van Vultink een
masker, waarachter hij zijn zenuwen voor deze
beslissende partij verborg? Men mocht immers
verwachten, dat een op z'n minst lichtelijk aan
geslagen Vultink aan de tafel zou verschijnen.
Zaterdagavond had hij zijn eerste nederlaag van
het toernooi moeten incasseren. De reeds door
Marty uitgeschakelde Belg Tony Schrauwen
had Hans Vultink als een kleine jongen in de
hoek gezet. Toen Schrauwen de 400 caramboles
vol had, had Vultink nog niets geproduceerd en
in de nastoot kwam hij slechts tot een totaal
van vier. Die nederlaag had Vultink bovendien
in een ongunstige positie gebracht. Met één
punt achterstand op Marty, ging hij de slotronde
in. In plaats van met een remise reeds kampioen
te zijn, moest hij nu winnen. Marty zelf daar
entegen moest een rotsvast vertrouwen in de
goede afloop hebben opgebouwd. Achtereenvol
gens had hij Schrauwen en Scholte met duide
lijke cijfers verwezen naar de grauwe groep
der kanslozen.
Hans Vultink verklaarde, nadat hij eerst han
den te kort was gekomen om de gelukwensen
in ontvangst te nemen en vervolgens om de ere
prijzen en geschenken te torsen, echter dood-
leuk:
Nee, ik was helemaal niet zenuwachtig". Niet de Vultink, die van meet af fel op productie
Die uitspraak kwam wonderwel overeen met wat van caramboles zit.
hij met de keu in de hand liet zien. Hoe echter Die laatste Vultink, de sterke Vultink dus,
dat te verklaren? Er lijkt maar één uitleg moge- stond aan de tafel in de partij met Marty. Zo'n
lijk: de uitspraak over Hans Vultink, dat hij Vultink is in staat de altijd weer moeilijke begin-
zichzelf kan dwingen tot uiterste concentratie, stoot „vast" te maken en onmiddellijk daarna
dat hij zich pantsert en de zenuwen staalt, is te bouwen aan het verzamelen van de ballen
bijzonder dicht bij de werkelijkheid. Daarmee is in de positie, die een rijke oogst aan caram-
verklaard, waarom juist Vultink niet in staat is boles belooft. Marty kreeg aldus in de eerste de 3. Schrauwen
tegen minder sterke tegenstanders onbekommerd beste beurt niet alleen een duidelijke waarschu- 4. Scholte
te werken aan het opvoeren van zijn algemeen wing, maar tevens een niet zo aangename ach- 5; Vervest
gemiddelde, tot het maken van record-series. Zij terstand voorgeschoteld. Het had voor Marty al- 6. Galvez
inspireren hem niet zijn sterkste wapen te han- lemaal wel slechter gekund toen Vultinks serie 7. Spielmann
teren. Zij laten „ruimte" voor een ontspannen op 126 afbrak met een niet te moeilijk snij-stoot- 8. Coyret
spelende dat betekent bij hem onvoldoende je, maar er was al te veel gebeurd, dan dat Marty 9. Stenzei
geconcentreerd spelende Vultink. Ja, als d 1 e nog ontspannen en met volmaakte innerlijke rust
Vultink dan voor onverwachte problemen komt kon spelen. Vultinks serie was niet perfect ge-
te staan, komt hij werkelijk in moeilijkheden, weest. Niet helemaal volgens de jongste theorie-
en. Vultink had de 126 caramboles echter zó
degelijk en vooral zó trefzeker gemaakt, dat
Marty al wel begreep te doen te hebben met
een tegenstander, die geen vrees kende. En, dat
is het ergste wat Marty kan overkomen. De
angst, die hij bij de ander vermoedt, slaat dan
op hem over.
Vandaar, dat Marty geen direct antwoord had
op Vultinks openingsserie. Vandaar, dat hij ver
volgens versteende, toen hij voor de tweede keer
naar de tafel mocht. Vultink had op de 126 uit
de eerste beurt een serie van 96 laten volgen,
had daardoor zijn totaal op 222 gebracht en had
bovendien de ballen zo ver uit elkaar gespeeld,
dat Marty eigenlijk al voor hij begon niet zag
hoe de situatie nog te redden was. En toen werd
het leed van de Fransman compleet. Hij legde
op zijn beurt een gruwelijke aanvangsstoot neer.
Vultink overwon echter niet alleen die moeilijk
heid, hij zag bovendien dat de ballen dusdanig
gunstig rolden, dat er meteen weer „op. serie"
kon worden gespeeld. Prompt gebeurde, wat
Marty het ergst van alles vreesde. Vultinks pro
ductie was niet meer te stuiten. Hij, Marty,
had het tevoren nog gezegd: „Er is geen voor
spelling mogelijk over de afloop. Als een van de
twee kans ziet zijn totaal op te voeren, als hij
eenmaal 100 heeft, doorgaat naar 200 en blijft
scoren, dan kan de ander het wel vergeten. Dan
breekt de laatste spanning. Dan wordt het ritme
opgevoerd. Dan komen de resterende caramboles
er steeds gemakkelijker. Dan staat de overwin
ning vast. De overwinning en... de nederlaag".
En zo gebeurde het ook. Niets kon Vultink nog
verhinderen in de derde beurt de 400 vol te
maken. Hoe moedig Marty daarna nog probeerde
in de nastoot de laatste kans remise te
grijpen, hij faalde. De mentale kracht was ge
broken.
Jean Marty kwam naar Den Bosch om er het
tweede lustrum te vieren; zijn tiende interna
tionale toernooi sinds hij tot de rangen van de
amateurs was toegelaten. Hij droop teleurgesteld
af. Zijn score bleef staan op zeven titels. Tege
lijkertijd meldde Hans Vultink zich als het jong
ste Nederlandse antwoord op de uitdaging van
Jean Marty aan heel de internationale biljart
wereld. Na Raymond Ceulemans, de Belg, was
hij de tweede die de toppen van een nog niet
zo lang geleden voor ondenkbaar gehouden ni
veau had bereikt. Het niveau-Marty.
1. Vultink
2. Marty
14
2804
34
335
82.47
13*
2956
28
400
105.57
12
2656
35
400
75.88
12
2610
37
368
70.54
9
2618
60
400
43.63
6
1856
48
270
38.66
4
2021
55
227
36.74
2
1013
57
126
17.77
0
737
46
102
16.02