A Duik en spring A A <AZET tegen wagtmans blijft Tel evizier: geen renners Voor Tour de France a Henk a I e wil|® oen stil kaas uit het vuistje LIEFDE VOOR VOLLEYBAL JEAN MARTY'S TWEEDE LUSTRUM TRIEST GEËINDIGD Kalme Vultink grijpt uit verloren positie naar eerste Europese biljarttitel A Oude garde wijst jonge generatie met groot machtsvertoon terug eiten en cijfers ^arijs-Roubuix b 8 u iX3 'H "l Pi B Si wvvzaaoA Pi sa e MAANDAG 10 APRIL 1967 4^5 4*3 52-j; Z^JJ 2" J' 2' 5H3 5Hl 6l-"$ 51--J ^évr.iAlX' 10 aPril In Mons di v nietiS dorPje in het r ,hei an zwarte mijnstreek °tsten rl an het noorden' heet, eratiQt, cUnD1ties van de twee Al vjifs Voor het eerst. Op een (:Ap0cJOet hreed kasseienpad, D r°m met bruine leem en Aie O.,;, ®er_ glijbaan dan weg. telijL. ;'Jorige kasseien van dat hellende straatje naast 45^5 n^tei-: 4<H* 4fPTs g$SJ*&BlS£e- Sels va" terUg »J3Ï 2,ü i «- I O Mons en Pévèls troosteloze kerk. hof nam de oude generatie wraak. BEZETENHEID K ÖeV%t de >1- )^TSb*0nnen A hNt^gewallzet stuit' "D_at verzet Onder de modder, maar dolgelukkig draait Jan Janssen na zijn victorie het ere-rondje. VERRASSING? FRANS NYPELS VOEDZAAM MAK^ iw K cd H ca fe* OLYMPUS DEN BOSCH, 10 april Men wachtte op Jean Marty, maar het werd Hans Vul tink. Een klinkende triomf vanuit een ver loren lijkende positie. Een Europees kam pioenschap de eerste internationale titel van de 29-jarige Vultink waar niets op viel aan te merken. Zó royaal was de over winning in de eindstrijd met Marty; zó van zelfsprekend bovendien werd die triomf behaald. Onbegrijpelijk was het wel, dat de aan een eerste titel ruikende Vultink zo ijzig kalm was en bleef. Geen spoor van op winding. Voortdurende zelfbeheersing, zo wel bij de productie van caramboles als bij die ene keer, dat hij bij een dreigende mis ser prompt voor Marty een stootbeeld om van te gruwelen achter liet. iliit Vultink onbegrijpelijk kalm RUUD VAN DEN HENDE x\ 6i 4-« 4&-jJ 51 jj 3?' 39-Tj 43-L 38{ï 0- j[4 81 jj ÖE WRAAK VAN JAN JANSSEN IS DE VICTORIE IN DE HEL 9(1 onze tlflT "V Specia7e verslaggever) Po eVè] -I— ir5et?' tl 65e versle van klassieke fttiiy asseio„ eenwtad en in de finale, in nl etï Sruis bezaaide „hel van Sjnd p aclltlg weer met toenemen- 44-jj 5 6-j) 58^T< een ®st?0«es van Zilioli, gevolgd „Kan snaPPing (km. 18). van de Sewacht„» outcm en de Belg Delvael. k,va$i3. aio worden snel in de kraag km G'iHo'nrtfe?r Zilioli, die de belangen ?V °nt°n^ehartl^ optreedt. W*., Zoaio pPln8. meer een drieste po- ^1] i;ianrt„ vorige week in de Ronde Jary,8rl.1r>t tlT1}' van Piet Braspennincx u4f> jles An "el dertig seconden, terwijl ^iti A'rnvvfueta de regen beu Is en in M\SewS?®e" staPt. <n e(ni,.ehuin Z'lioli roept Braspennincx Itih en \rVan Pamart, LeBlanc, Par- 'sc M^elotnn11 ï-00 tot de orde. S KhtrwA valt In stukken. Wat la- 'knolh?KTng, van Karei Leyten, Bou de» Lexebvre, Moienaers en De tii-i- Br- si)fAöA^.Parmincx probeert het op- Ai ui r_r heeft6 Nederlander i.20 m." voor- 32-jj 29-^ s®tirttn de -Si reageren Scheepers, Bou- tse» achtie ansman Benet. Het kwartet ketje1 ha fo„ njnenwerkende renners no- 1 '"•'s' een voorsProng van !°to? Braspennincx en Benet 'hotjï lilllkt b n als na reactie van pe- Wvhw; fiouton 1 voorsprong snel terug- ki»1 late» 8aat nog door, maar ket k Aan jngelopen. Je 111 °°rdei,.. Poorten van de „hel van Avidsles breekt een zware valpartij 'on siïtan» £n enkele Belgen, waaronder ltab^n Aim»»rands en Godefroot. Simp- 4( '°Os. -p» vallen eveneens en zijn ?ttsuaaronde»scljeldt zich een kopgroep Jim taye dp»?F rennersGilbert en fenu1Iverbe?,f -ftnhllnskl, Van Spring- Sr.t.Jfcx. nfr v. Van Looy. Planckaert, IfcCr- Vs» S ?tw' Bocklandt, Van ™trr Pen ,°en Bernho Sole „alt tom„ «e»"- Kopn^Jk ''Itiéri^otta pP"?rdt gevolgd door Jans- <fLsl° en n,,»?ulidor. Altig, Van Co- «t)rr»'° en D,,-„uudor, Altig. Van Co- !K1'1urrtlen Glmon?i6- In de derde groep 4Cr"; Karstens, Guyot en VjAA Aanva|6 vl^6p?n komen bij elkaar. S j^n Seis AltIg' Janssen, Van IVjt eiAA' Motta. Poulldor, Plane* S r?. "Dor- u ^en 1Ber'?he krijgen aan- 0° s de laatste die zich Ch iL nQe negen kan voegen. 503 it-ji (3^3 t- tweede groep vechten Gi- W' 'r. arstens, Mertens, Spruyt, Van s|a 's oayot, Grain en Melckenbeek ver- k»S Is rt de koplopers te bereiken. De ijjs hi,;5" gevallen. De vluchters zien 2 ItJjh ri? voorsprong tot plm. drie mi- Aan te voeren Je.tt cbc)ial van Janssen; Motta en kr»'''1 tr!„ lireren nog slechts en moeten hf1. hniA^ssen- 4e 5e v!®h, op wielerbaan te Roubaix. tU hPgeB^Oflaatste bocht rukken de op V«»eh VaA,en tiende plaats liggende At- ?t>n».den t, °°V op. Omdat Janssen, als bij "t S.erghe voor Planckaert de *4 rtomP». I?t. omhoog schuift vangt ■Altij» „Psch de aanval van Van Looy 1.0» 8 °P. De uitslag luidt: 'tA\7 üur'l: t- Jan Janssen (Ned.) 263 11 ®lg bi jj» min. 31 sec. (gem. snelh. 5 Hréi?' SudVïiti 2' Rik varkLooy (Belg.) tVW*1» (R„. Altig (West-Duitsl.), 4. Van- Vu \örU oocKianu i,neig.j, xo. *S 4.) shten z-t. als Karstens; 25. Van li öpJ.19iR(N®d.) 7.17.28; 29. De Roo A A Hart'. 41 steevens (Ned.) 7.21.03: ti'iS. 1-214n?g (Ned.), z.t.52. Beugels iïs A 60 vj39. Van der Horst (Ned.) Spve«.) ,?en (Ned.) 7.32.18; 61. Sche- Ur'ng ><t' ,6?- Harings (Ned.) z.t.; g (Ned.)' z.t. Genadeloos, wreed én effectief. De geknakte beroepstrots wie sprak er de laatste weken nog over Van Looy Altig of Janssen? gaf hun pedaal slagen de kracht van dynamiet. De zwaarste aller voorjaarsklassiekers Pa rijsRoubaix eindigde in een zenuw slopende en fascinerende finale, die de eerzuchtige Jan Janssen voor het eerst in zijn loopbaan echte klassieke roem bezorgde. Resulterende in een glanzende triomf voor een generatie beroepsrenners, die. na de grandioze successen van de door Jacques God- det genoemde .nouvelle vague" Eddie Merckx, Felice Gimondi en Gianni Motta, afgeschreven leek. Eindigde bovendien in een daverende nederlaag voor de aanstormende Belgische sprin- terskaste, gisteren in Roubaix verte genwoordigd door Ward Seis en Willy Planckaert. ,,Ze zeiden", begon Jan Janssen, toen hij de modder van zijn lichaam spoelde, „dat ik gek was. Dat ik zelf moord pleegde, toen ik donderdag in m'n eentje ging rijden, terwijl het ijs en sneeuw regende." Janssen doelde op de eenzame solo, die hij tijdens de derde etappe van de Ronde van België ondernam en die hem op een gegeven moment een voorsprong van meer dan twaalf minuten opleverde. „Janssen wil in leder geval de Ronde van België winnen", schamperde het uit de di verse volgwagens. „Ze verklaarden mij voor gek. Gelukkig maar. Op die ma nier heb ik al die mannen zand in de ogen gestrooid. De enige die het be greep was Rik van Looy. Hij deed, zij het minder opvallend, hetzelfde. Hij gebruikte die Ronde van België, net als ik, om de conditie te perfectio neren". Janssens vorm, dat was in alle voor jaarsklassiekers al min of meer ge bleken, was niet af. Janssen miste de stootkracht, dUe in de laatste meters de doorslag geeft. Dat bleek in de Belgische klassieker Gent-W elv eg em, waar hij hij verklaart het opnieuw openlijk door Eddie Merckx werd verrast. Vandaar die voor velen wan hopige vlucht. In beestenweer. Hij wil de zich nog een keer helemaal leeg- rijden voor het menens werd. Met de zelfde bezetenheid, waarmee hij de af gelopen weken vergeefs naar klassie ke roem zocht. Terwijl de klassiekers vergarende jeugd, met de jonge Italiaanse wieler- god Felice Gimondi aan het hoofd, de Ronde van België meed Merckx ver scheurde een dag voor de start het contract; Motta verdween pijlsnel naar Italië om een opkomende verkoudheid effectief te bestrijden en Gimondi viel uit toen zijn keel de griepbacillen gre tig absorbeerde scherpten „oude", zogenaamde „versleten" mannen hun conditie. Legden zij de basis voor hun adembenemend gevecht, dat mede ge ïnspireerd werd door wraakgedachten. In Parijs drentelden de ouderen ten slotte nerveus door hun hotelkamers. Kon Jan Janssen zijn zenuwen (aldus Cora, zijn vrouw) nauwelijks de baas. Riep Rik van Looy zijn ploegleider Ton Vissers toe, dat hij de champagne alvast in de koeler kon zetten en er gerde wereldkampioen Rudi Altig zich blauw en geel aan de publiciteit die Motta, Gimondi en Merckx, gedood verfde favorieten, als magneten tot zich trokken. Die spanningen ontlaad den zich in het boeiende gevecht te Mons en Pévèl, waar Felice Gimondi vorig jaar zijn niet te remmen greep naar de hoogste klassieke roem open baarde. In datzelfde bochtje, een krom ming tussen duizenden dorpelingen, die de dag daarvoor een berg verschoven mest van de kasseien wipten, grepen de jongeren, waaronder nu ook een door pech geplaagde Gerben Karstens, voor dit seizoen vergeefs naar de ver snellingen. Kwam er plots een doffe glans in hun vurige ogen, toen Rudi Altig de eerste rapier in die onstui mig jonge harten dreef. De demarra ges volgden elkaar in snel tempo op. De ouderen beukten de jongeren murw. Zij gunden zich geen rust. Toen dat stukje wreedste hel achter de ruggen was verdwenen, lag Gimondi in ver slagen positie, waren Motta en Merckx, die het tempo in de finale alleen nog tii^Or»». 9ri °nze verslaggever) IpHpfatepj aPril Hoewel nog bll(V nc*e J bevestigd, is het dit n. 0 zuidelijk geworden, dat de '^Op^hoV0? extra-sportieve wieier- 't t^Uq A?}evizier/Batavus hij haar renners af te staan öe prlaerlandse ploeg voor de i{Hf x°0rdtce- In to°P van van ViiMi» 4hao»i_e*ri communiqué ver- *11 bon Televizier/Batavus deze *0? rl nernr, eens za7 toelichten. Inge- 'e, b»eZe ui>njaan' dat de verklaring (V ?ip»a((en le^r9r°ep weinig nieuws Zich' z°als bekend verzet Te- „Waot-yJegen de benoeming van tot ploegleider. frtó Ü2L «Mens de door Jan I# 'is te Levitan, men weet zelfs -a,; wielerklassieker dat Jx hebben duidelijk ge- PaJ: eliy, r6 nieuwe formule van de HvSt0® in ^telden,' dat hij het genius <tp natiov,„,e herstelde oude formu- liOr\ai llcxsieiae ouue ïuimu- w 6>ttra" Ploegen om de macht Si»*5 aV®ei ,portleven te breken, over- fhi. 4a» 1 'Vb,... I Wals»?t(hi .akkerd, toen de Tour-or- ike'n (6®n mondeling gemaak- 3ep in> de nationale bonden ('opsm Aen feen directeuren-sportief '(Au ®n „Plegen tot ploegleider te 1"' Vai) j6 n I0t pioegieiae. ^rïïiati~ te vaar^.?en In België zijn deze !Vr ^fpfiXtra sportieve groepe- lï\ ^ss?el°Pen weken druk in de hel ^Gt verzet te bunde- ös S e® heeft de BWB Pol van KAh pino Cerami als ploeg- Ln terwijl de heer ?t,ri.t'iiB»aer J de uitreiking van de «i: V»h - uitreiking van tot»111.®6 maanden geleden atiri»8 andere beloften had r. J» 1 j J J.- Sec de koortsachtige po- da jf1 aantal merkenploegen ■"•°nde van Spanje ook in de Ronde van Italië uit te komen. Tele- vizier schijnt dit, naar de geruchten verluiden, praktisch rond te hebben. Kees Pellenaars sprak in dit verband over 99 pet. Gerard Peeters, ploegleider van de jonge Caballeroformatie, geconfron teerd met de officieuze feiten: „Ja, ik heb vandaag ook begrepen, dat Tele- vizier geen renners voor de Tourploeg af wil staan. Het wordt nu erg moei lijk voor de KNWU een ploeg samen te stellen. Ik zal mijn jongens in ieder geval adviseren de Tour de France niet' te rijden. Ik vind dat ze daar nog niet rijp voor zijn." Gerard Pee ters die tevreden is over zijn renners hoewel ze geen grote uitslagen behaal den, maakte nogmaals duidelijk, dat bij de contractering van een aantal ama teurs (Steevens, Groen, Van der Horst) de duidelijke afspraak was gemaakt, dat zij geen Tour de France, noch een Ronde van Spanje of een Ronde van Italië hoefden te rijden. „Die jonge renners moeten de tijd hebben om zich aan hun nieuwe omgeving aan te pas sen. Ze zijn gewoon nog niet rijp voor het grotere werk." Ploegleider Ton Vissers van Willem II/Gazelle, de ploeg met kopman Van Looy, meende ook te weten dat Tele- vizier zich tegen de Tour de France met landenploegen zou blijven verzet ten. „Het is niettemin mogelijk een Tourploeg samen te stellen rond Jan Janssen, Arie den Hartog, wellicht een Beugels en een Cees Lute", stelde hij nuchter vast. Luciano Pezzi, ploegleider van Gi mondi, bevestigde zaterdag in Parijs, dat ook in Italië groot verzet blijft be staan tegen de landenformule en haar gevolgen: neutrale ploegleiders. „De laatste woorden zijn hierover echt nog niet gezegd", zei hij somber kijkend. maar konden volgen door heel diep in de buidel reserves te tasten, ver slagen afgoden in een zich naar een hoogtepunt spoedende strijd. Daarin speelde Jan Janssen de hoofdrol. Hij attaqueerde drie, vier keer. Maar hij viel niet aan om los te komen van zijn belagers. Zijn zelfvertrouwen was zo sterk geworden, dat hij gewoon wil de uitzoeken, wie bij de komende spurt in Roubaix' wielertempel zijn zwaar ste tegenstanders waren. „Ik moest dat weten, want anders kon ik wel inpakken. In zo'n spurt ben ik de te kloppen man. Ik wilde dus uitkienen wie er aan mijn wiel zou plakken als ik klaar was voor de sprong." Hij wist het nu. Slechts Ward Seis en Van den Berghe volgden Janssen als hij weer zo'n plagerig gat sloeg. Zijn moeite was niet tevergeefs. Toen Jan Janssen in derde positie, achter Van den Berghe en diens ploegmakker Plan ckaert de wielerbaan opstoof, was hij al de winnaar van deze 65e versie van de opnieuw zeer zware Parijs Roubaix. Alle inspanningen en alle ex plosies van Van Looy en Altig ten spijt. Een verrassing? Neen. Eerder dan vorige seizoenen had Jan Janssen zich vastgebeten op een klassieke triomf. De man, die over het algemeen weinig hoeft te trainen, beukte nu zijn spie ren los, terwijl anderen in Parijs-Nice nog kalmpjes aan deden. Toen de voor jaarsklassiekers zich aanboden als een lekker lokaas, was Janssen, met een voor zijn doen ongekende bezetenheid, altijd in de slag te vinden. Dikwijls, als de mislukking in al zijn triestheid voor hem lag, bekende hij de afgelo pen weken, dat zijn vorm groeide. Dat het volgende week kon gebeuren. Ont- goocheling kreeg hij na Gent-Welve- gem, toen hij, verslagen, door Merckx, als een struisvogel zijn kop in het zand stak en hij vragende supporters uit de weg ging zo snel als zijn ver moeide benen hem maar konden dra gen. Jan Janssen is echter een vecht jas. Soms rijdt hij, net als Peter Post, als een amateur. Ziet hij in de ge ringste kans een paradijs aan mogelijk heden. In Parijs was hij nerveus. Erg zenuwachtig. „Ik ken dat gevoel niet", zei hij nog voor hij op de fiets stapte, de regen en de hel tegemoet. Hij is er gelouterd uitgekomen. Als een groot kampioen. ParijsRoubaix", aldus een stralende Jan Janssen voor tien tallen microfoons: „is na m'n wereld titel (64 in Sallanches) m'n mooiste overwinning. De toekomst? De Tour de France, met een Nederlandse ploeg, de mooiste kans uit m'n wielerloop- baan". Als zaterdag in Helmond het start schot klinkt voor Nederlands naar klas sieke erkenning strevende Amstel Gold- race zal Jan Janssen, de winnaar van ParijsRoubaix er niet bij zijn. De or ganisatoren van deze rit, die wel An- quetil contracteerden en Poulidor, weigerden Jan Janssen de tweeduizend gulden te betalen die hij vroeg. Als winnaar van ParijsRoubaix zal hij dat bedrag, gezien zijn positie, nog kunnen opschroeven. Want rekenen is, naast zijn moed om de strijd te ont plooien, zijn beste eigenschap. ADVERTENTIE H M 5s5 H M 0 H 0 Kg K H M VROEGER HEEFT Jan-Willem Mulder nog even geroeid, maar hij vertelt me dat hij er niet tegen kon steeds weer dezelfde bewegingen te maken. „Ik koos volleybal, om meteen het andere uiterste te ont dekken. Ik zou tenminste weinig sporten kunnen opnoemen die zo'n oneindige variëteit aan bewegingen bieden." Met Jan-Willem Mulder, de 27-ja- rige chemiestudent uit Delft, heb ben we vorige week bij wijze van spreken allemaal voor het eerst ken nis gemaakt. Hij wa« de man van wie de kranten schreven dat hij met zijn schitterende acties Frank Con- standse, de formidabele aanvaller van Blokkeer, had doen vergeten. Niet zo leuk voor het hooghartige sterrenteam misschien, maar vriend en vijand behoren vast te stellen dat het vooral de uitgekookte smash es van Jan-Willem waren die mede strever Israël de illusies op een kampioenschap ontnamen. Hij trekt zijn nederigste gezicht als hem lof wordt toegezwaaid. „Uit de verslagen heb ik gemerkt dat ik een hoofdrol heb gespeeld", zegt hij. „Ik ben de wedstrijd ach teraf gaan analyseren en ik denk nu dat ik het met die verslagen eens ben. Zelf had ik aanvankelijk alleen maar het gevoel dat we een lekker partijtje gespeeld hadden." Iemand zei heel vertederd: ,,De mensen zijn de afgelopen week een klein beetje van volleybal gaan hou den." En dat vertolkte wonderwel ook mijn gevoelens. Ach ja, we hoe ven elkaar niets wijs te maken, vol leybal, dat vinden we een aardige studentensport; het schijnt ons ook een heel goede sport toe met al dat gespring, maar toch ontbreekt er voor ons gevoel iets aan. Weet-u wel? Zo praten we over volleybal. En wat er dan aan ontbreekt, we ten we wel. Dat is het lijf-aanlijf- gevecht, de hartverheffende knok partij van man tegen man zoals die ons zo menigmaal in de sport gebo den wordt. MAAR NU, MET achter elkaar een serie goede wedstrijden met als inzet de Westeuropese titel waarop Nederland een abonnement heeft en als leidsman de kundige Frans van Dusschoten, zijn we er met z'n al len gedeeltelijk veel meer in gaan zien. Steeds meer geïnteresseerd kwamen er bij mij allerlei vragen op, waarvoor ik het antwoord ben gaan halen bij de held van dit toer nooi, Jan-Willem Mulder. Bijvoor beeld de vraag: Hoe is het toch mo gelijk dat een team op zeven avon den achter elkaar zeven wedstrijden speelt? Hoe brengt een speler dat op? Mulder, die in zijn bescheiden hoofdklasseclubje SIGI de topman is en daarin maar vrij zelden ge lijkwaardige tegenstanders ontmoet, zegt dat de opgave eigenlijk te groot is. De meeste spelers zullen na een toernooi als dit een stevige terug slag krijgen. Na de helszware wed strijd tegen België, die twee-eneen half uur geduurd had, klaagde het hele team de volgende dag ook over stijve spieren. Gelukkig kon men de avond daarna rust houden, dank zij Frankrijk dat de benen genomen had. Zelf had hij het ook behoorlijk te pakken gehad. Hij was gaar. Voor de wedstrijd tegen Israël was hij dood ziek van vermoeidheid en zenuwen. „Ik zakte door mijn knieën, ik kon niet meer lopen." Maar toen hij meteen de eerste bal goed sloeg, voelde hij zidh snel sterk worden. Als een betrekkelijke onbekende in dit grondig vernieuwde team van coach Blok, wist bijvoorbeeld de spel verdelende Jan van de Hoek ook niet altijd wat hij aan Mulder had. Maar die eerste rake klap gaf ver trouwen, en toen de „steeks" en „kortes" bleken te lukken, durfde Van de Hoek hem de meest onver wachte ballen aan te geven. WAT MULDER nu ten zeerste be treurt, is dat hij al 27 jaar is. „Ik heb deze sport veel te laat leren kennen." Hij kwam zeven jaar ge leden uit Indonesië. Daar was zwemmen zijn geliefde bezigheid ge weest, en hij meende dit hier te zul len voortzetten. Maar de eerste aan raking met het water van een Ne derlands zwembad deed hem dusda- nig verstijven van kou, dat hij sinds dien geen zwembad meer gezien heeft. De korte flirt met de roei- sport leidde zijn volleybal-periode in, waarvan hij nu beweert dat het bui ten zijn studie zijn enige grote ambi tie is. Hij vreest met grote vreze dat zijn studie hij studeert met een beurs hem geen gelegenheid zal schen ken deel te nemen aan de grondige voorbereiding voor Mexico. „Ik ben bang, dat de meesten van ons zich niet vrij kunnen maken voor een da gelijkse centrale training. Nu heb ben die jongens van Blokkeer zich al teruggetrokken, maar vele ande ren zullen volgen." DE RIJKDOM AAN tactische mo gelijkheden is mij beetje voor beetje geopenbaard. Je zag hoe het verde- digingsblok zich instelde op de smash, maar hoe na enkele verras sende wendingen een zacht balletje voldoende was om de uit positie lig gende tegenpartij te verschalken. Je zag ook dat de ene smash de ande re niet is, dat soms gestopte ballen toch uitgingen. Je ging opmerken dat het omhoog springen aan het net lang niet altijd de bedoeling heeft om een opgespeelde bal weg te mep pen, maar deel uitmaakt van telkens gevarieerde verrassingsaanvallen. En daarover was het interessant praten met de intelligente Mulder. Het is het grote geheim van vol leybal, de eeuwige twistvraag welke variatie, of welke combinatie spelen we. En ik altijd maar den ken dat het een-kwestie is van diep duiken, hoog springen en hard mep pen. „Het is wel zo dat het publiek je kan injecteren met het springen", vond Mulder. „Door die ongelooflijk harde roars van het publiek ging ik steeds hoger de lucht in. Geweldig". (Van onze speciale verslaggever) De buitenstaander in de sfeervolle arena van het Bossche Casino zou zich gemakkelijk vergist hebben. Hij zou Vultink voor Marty hebben ge houden. Marty, de doorgewinterde grootmees ter; de favoriet-op-voorhand. Koel en berekenend zat Vultink klaar, toen de -eindstrijd werd aange kondigd en de arbiter hem uitnodigde voor de drie minuten inspelen". Kalm stond Vultink op zijn recht: „Eerst Marty, daarna pas ik". Mar ty liet op zich wachten. Om de tegenstander te prikkelen? Het deed Vultink niets. „Eerst Mar ty, daarna kom ik. Zoek hem maar op". Was die onbegrijpelijke rust van Vultink een masker, waarachter hij zijn zenuwen voor deze beslissende partij verborg? Men mocht immers verwachten, dat een op z'n minst lichtelijk aan geslagen Vultink aan de tafel zou verschijnen. Zaterdagavond had hij zijn eerste nederlaag van het toernooi moeten incasseren. De reeds door Marty uitgeschakelde Belg Tony Schrauwen had Hans Vultink als een kleine jongen in de hoek gezet. Toen Schrauwen de 400 caramboles vol had, had Vultink nog niets geproduceerd en in de nastoot kwam hij slechts tot een totaal van vier. Die nederlaag had Vultink bovendien in een ongunstige positie gebracht. Met één punt achterstand op Marty, ging hij de slotronde in. In plaats van met een remise reeds kampioen te zijn, moest hij nu winnen. Marty zelf daar entegen moest een rotsvast vertrouwen in de goede afloop hebben opgebouwd. Achtereenvol gens had hij Schrauwen en Scholte met duide lijke cijfers verwezen naar de grauwe groep der kanslozen. Hans Vultink verklaarde, nadat hij eerst han den te kort was gekomen om de gelukwensen in ontvangst te nemen en vervolgens om de ere prijzen en geschenken te torsen, echter dood- leuk: Nee, ik was helemaal niet zenuwachtig". Niet de Vultink, die van meet af fel op productie Die uitspraak kwam wonderwel overeen met wat van caramboles zit. hij met de keu in de hand liet zien. Hoe echter Die laatste Vultink, de sterke Vultink dus, dat te verklaren? Er lijkt maar één uitleg moge- stond aan de tafel in de partij met Marty. Zo'n lijk: de uitspraak over Hans Vultink, dat hij Vultink is in staat de altijd weer moeilijke begin- zichzelf kan dwingen tot uiterste concentratie, stoot „vast" te maken en onmiddellijk daarna dat hij zich pantsert en de zenuwen staalt, is te bouwen aan het verzamelen van de ballen bijzonder dicht bij de werkelijkheid. Daarmee is in de positie, die een rijke oogst aan caram- verklaard, waarom juist Vultink niet in staat is boles belooft. Marty kreeg aldus in de eerste de 3. Schrauwen tegen minder sterke tegenstanders onbekommerd beste beurt niet alleen een duidelijke waarschu- 4. Scholte te werken aan het opvoeren van zijn algemeen wing, maar tevens een niet zo aangename ach- 5; Vervest gemiddelde, tot het maken van record-series. Zij terstand voorgeschoteld. Het had voor Marty al- 6. Galvez inspireren hem niet zijn sterkste wapen te han- lemaal wel slechter gekund toen Vultinks serie 7. Spielmann teren. Zij laten „ruimte" voor een ontspannen op 126 afbrak met een niet te moeilijk snij-stoot- 8. Coyret spelende dat betekent bij hem onvoldoende je, maar er was al te veel gebeurd, dan dat Marty 9. Stenzei geconcentreerd spelende Vultink. Ja, als d 1 e nog ontspannen en met volmaakte innerlijke rust Vultink dan voor onverwachte problemen komt kon spelen. Vultinks serie was niet perfect ge- te staan, komt hij werkelijk in moeilijkheden, weest. Niet helemaal volgens de jongste theorie- en. Vultink had de 126 caramboles echter zó degelijk en vooral zó trefzeker gemaakt, dat Marty al wel begreep te doen te hebben met een tegenstander, die geen vrees kende. En, dat is het ergste wat Marty kan overkomen. De angst, die hij bij de ander vermoedt, slaat dan op hem over. Vandaar, dat Marty geen direct antwoord had op Vultinks openingsserie. Vandaar, dat hij ver volgens versteende, toen hij voor de tweede keer naar de tafel mocht. Vultink had op de 126 uit de eerste beurt een serie van 96 laten volgen, had daardoor zijn totaal op 222 gebracht en had bovendien de ballen zo ver uit elkaar gespeeld, dat Marty eigenlijk al voor hij begon niet zag hoe de situatie nog te redden was. En toen werd het leed van de Fransman compleet. Hij legde op zijn beurt een gruwelijke aanvangsstoot neer. Vultink overwon echter niet alleen die moeilijk heid, hij zag bovendien dat de ballen dusdanig gunstig rolden, dat er meteen weer „op. serie" kon worden gespeeld. Prompt gebeurde, wat Marty het ergst van alles vreesde. Vultinks pro ductie was niet meer te stuiten. Hij, Marty, had het tevoren nog gezegd: „Er is geen voor spelling mogelijk over de afloop. Als een van de twee kans ziet zijn totaal op te voeren, als hij eenmaal 100 heeft, doorgaat naar 200 en blijft scoren, dan kan de ander het wel vergeten. Dan breekt de laatste spanning. Dan wordt het ritme opgevoerd. Dan komen de resterende caramboles er steeds gemakkelijker. Dan staat de overwin ning vast. De overwinning en... de nederlaag". En zo gebeurde het ook. Niets kon Vultink nog verhinderen in de derde beurt de 400 vol te maken. Hoe moedig Marty daarna nog probeerde in de nastoot de laatste kans remise te grijpen, hij faalde. De mentale kracht was ge broken. Jean Marty kwam naar Den Bosch om er het tweede lustrum te vieren; zijn tiende interna tionale toernooi sinds hij tot de rangen van de amateurs was toegelaten. Hij droop teleurgesteld af. Zijn score bleef staan op zeven titels. Tege lijkertijd meldde Hans Vultink zich als het jong ste Nederlandse antwoord op de uitdaging van Jean Marty aan heel de internationale biljart wereld. Na Raymond Ceulemans, de Belg, was hij de tweede die de toppen van een nog niet zo lang geleden voor ondenkbaar gehouden ni veau had bereikt. Het niveau-Marty. 1. Vultink 2. Marty 14 2804 34 335 82.47 13* 2956 28 400 105.57 12 2656 35 400 75.88 12 2610 37 368 70.54 9 2618 60 400 43.63 6 1856 48 270 38.66 4 2021 55 227 36.74 2 1013 57 126 17.77 0 737 46 102 16.02

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1967 | | pagina 15