plaat
De plebejers repeteren de opstand
Brecht in zijn morele hemd
Gezelligheids verenigingen
van studenten padvinderij?
PORTRETTEN VAN JACOB ZEKVELD
Beeld
en spiegelbeeld
DOOPGANG TE LAUSANNE
Spanning tussen toneel en werkelijkheid
BOEK
<wensemb,e
Studenten-muziek
in Nijmegen
Groningen grieft
schrijver N. Rost
Beelden verrijken
T.H. Eindhoven
Matthijs Maris
voor een
leuwe literatuur
uit Amerika
voor een
kiziek bij
een uitvaart
Ni
leuw blazers-
li
ltUrgiscbe week-
Calender
Postuum culturele prijs
Orgelconcert in
Eindhoven
Robert Guralnik
Nono Reinhold
Ina Broerse
MAANDAG 10 APRIL 1967
te»«r"LSl Dili gis —wit
a V d 2e ZOnda&
Scène uit „De plebejers". In het midden Gunther Malzacher met Nicole Heesters.
Zo ziet Zekveld Elsa Maxwell.
Dit beeld „Seed" van Tajiri voor
de hoogbouw van de afdeling
Elektrotechniek van de Eind-
hovense T.H. trekt sterk de
aandacht.
13
Het door de gemeente Utrecht pas verworven schilderij van
Matthijs Marls,
I-,3'3! n3ew Writing in the USA";
eo nSUin u'; f4'95 (Penguin).
i. n tiio,,.. heeft in haar pocketreeks
s? bloetnif .serie aangekondigd, waar-
ph6 ''terah,Zlngen uit de allermodern-
j,9 Werelcj(iU]ri van verschillende landen
7iid""c" zullen verschijnen. Tot
L^'d-Atrji,.. er zes uitgekomen: Afrika,
a. n Ka. Amerika, Latijns-Ameri-
en Duitsland.
h^Vrtt)rs voorliggende deel The
?i Qen aio 'n USA wordt aange-
v.ftg. Qat een „polemische" bloemle-
3 gen"f,!S maar goed ook, want wat
PfesentA?erd wordt is absoluut niet
Kt^et'ik'>a voor hedendaagse
is 'j, n,s® Jiteratuur in haar geheel;
to** ^Qpt-i r*1*1'0 ïcjjicaeuiciLiej. vuur
,1^6 cntoJf-' °^schoon lawaaierige li-
I
I
I
I
bliiuu11 ®an Francisco ontstond, en
»"eteti<je aar n°g lang niet dood i" ol
h aag. 7/ n, serieuze critici
v^hien u ee' van de bekende beat-
f,0uSc 0. men hier weer tegen: Ke-
v°rSo'- dlnsberg, Snyder, Burroughs,
J5 n3rn(?ar zj*n ^an een aalvtal nieu-
te^es ,n bijgekomen, zoals LeRoi
J>.ab"' jlen- hier vertoonde „Dutch-
iens j °Pgenomen, en Hubert Selby,
bee'genro °ra^ door happige uitgevers)
5rOokiVri,fer) roman „Last Exit to
,>ns in Engeland vervolgd is
v r In „zedebedervend" karak-
Krt hun ?uwsSierigen kunnen binnen-
'Mse a "art ophalen aan een Neder-
i,'eSenvfer!:aling- Een erg hippe aan-
artriopfieid dus, deze bloemlezing;
0 gelijk om lezen en ontzettend
t1)8eti0r^Van niveau. Sommige van de
,,eSaaf-i n auteurs zijn ongetwijfeld
V^bepisN 63-jarige Zukofsky bij-
U klei maar u zult dit boek bij
ty.?e stukjes en beetjes moeten
telt v 11 zich geen onuitwisbare in-
It» °t rtc.nJp.ueriliteit bij u vastzetten.
0 a5ie>;„ duidelijk begaafden onder dit
(elev°®.gezelschap behoort Robert
Sj; °ra)Au e in zijn voorwoord erg va-
to h de, uitslaat over het „echte"
te 8 ên literatuur. Weg met Aristo-
tie- academische literatuur-
te °f L ^krijven is léven. „Je bent
jwnt, i, bent er niet, en als je er
teet bent6 ie ^iet doen alsof je er
ip zodat je kunt praten over
4» 11 arn?",?? kent". Ook een hele brok,
1» rthen i °rie> maar dat men er
Zitigls. wordt door deze bloem-
"Oralsnog niet bewezen.
W. Br.
ogstens representatief voor
1,. '"16 Or\+« —,uu" lawa&icAigc 11-
>i- rharnel "u 0- waarvan de aanhangers
J Het u 'n elkaar geïnteresseerd
"kipnp-i biedt een selectie uit
de
de (men zou ook kunnen zeg-
?hd 0r, dolescente) literatuur terug-
d' dep j 1 beat-beweging die 10 jaar
bliiL-u11 ^an Francisco ontstond, en
n i®hdey.aar n°ë long niet dood is, al
h aag. v n, be serieuze critici dat
v-^thep ir,? van de bekende beat-
uac, p.mi rnen hier weer tegen: Ke-
Tso'; jlrisberg, Snyder, Burroughs,
Albinoni: Adagio in G voor strij-
toi"8 en orSel (bew. Remo Giazot-
SJ. Barber: Adagio op. 11 voor
0flikers Maria Teresa Garatti,
V(Bel, j Musici. Philips Klassiek
^^zoekprogramma 45 t. stereo/
v4lb£Mo.740 707 SV.
j Hrt ,?ni's Adagio, dat tijdens de uit-
v l-hpp Mgr. Bekkers gespeeld is,
te'^tiiokin een populaire platen-editie
n h v£°aar- Als er ooit een stuk in
la weiZ°l?lcproEramma thuis hoorde,
v r'teit i De reden van zijn popu-
ii i diPieveri- een prachtig voorbeeld
bit bij iudringende functie die mu-
lFi;09{eteeen zichtbare gebeurtenis kan
h^ie-ui?' Toen de kijkers bij de te-
te kesgf^'zending het hoorden, steeg
^tdep i^Van de gebeurtenis die zij be-
*o °P i?3 beel boog in hun bewust-
b gew„ij-e werking van het stuk was
SM?'aai i g' "I3!- bet boven alle mate
V» opBtieek. voor dat moment het
t Wat men ooit geboord had
iucht toverachtig onwerkelijke
.Het
ba art p was een wisselwerking: de
te de J"** een verdiepte werking
Vsa8'Sche uzieki die op haar beurt een
dit?H. R„betebenis kreeg van de uit-
th IhSso uezutiue wisatriwcxtvxug
bn bet Riuziek en theater bestaat
Ipbhiep v°rmt de reden waarom alle
,ehsen _Van het muziektheater de
Mi 6 dit° boeiep.
tel de2p Adagio niet gehoord heeft
ba "balm, gebeurtenis, zal het bij ken-
1 de ubicht onderkennen als een
b-e in dantelbare prachtige muzieken
Zijp i? gezegende tijden geschre-
V°o»'i Iet beter, niet minder, want
bite Waari g bet gemiddelde in die tij-
lij? Ohder Bach alleen maar de groot-
B.jbp r een heerschaar van zijns ge-
Rw -genh?3:, De man die het voor de
!>- heeft. 1nt.prekn7.en heeft een
?5)i?d. n band en een scherp inzicht
tew ^hk 6porting van strijkers en or-
teal?die j e lunge gedragen strijkers-
tel ek 'rf- bewogenheid, de grote pa-
V??kte ?e. bet ademt dat alles
tf?ikt, t "et wel heel bijzonder ge-
teptcifiek i]l bet in het geheel niet
p tel treurmuziek is; het staat
stuP maar in dur.
®rs L's beel goed gekoppeld met
Adagio voor strijkers.
L. H.
®"?HaM, 10 april In een
?la,^do ItnensteHing' onder leiding
Marsen):® Waart zal het Nederlands
5'ti-s'hstru het spelen van voor
°t)S voortrnxnten geschreven compo-
V„de irilz®tten dat onder leiding van
Jtes-tedap ®rk in I960 is begonnen.
Jet'^bip y°nd 14 april zal dit nieuwe
6 e 0hcer+: in de Kleine Zaal van
bbste ^.gebouw te Amsterdam voor
"dual presenteren.
1. d. 2e week na Pasen:
H.
1 "S i. U. ^e
z°hdag -wit-
tpjs I, paus, belijder en kerk-
ti^arr.Ö^rmenegildus, martelaar
,^SLi\ H. j„ .—rood—
ij- 2b -o^tinus, martelaar; mis Pro-
Zxteda!. ihp.?^ HH. Tiburtius, Valerlanus
- terrt.: Mi-' martelaren rood—
B.v.^rri. Mis' martelaren rood—
"hSdt--®: d. H. Maagd Maria op
bit S v. d. H. Maagd Maria
tets; ?j': 3e zondag na Pasen;
eao; pref, v. Pasen —wit
ER ZIJN TONEELLIEFHEBBERS,
die van Günther Grass' toneelstuk „De
plebejers repeteren de opstand" voor
al genieten, omdat zij er de befaamde
Bertolt Brecht in ontmaskerd zien
in zijn morele hemd gezet. In zijn stuk
ken stelt hij zich op aan de kant van
de proletariërs, van d.; slachtoffers
van het kapitalisme, van de staat, van
de samenleving. Maar toen op 17 juni
1953 in Oost-Berlijn de arbeiders in
opstand kwamen en een beroep deden
op zijn openlijke morele steun, faalde
hij.
Het stuk is zaterdagavond in de stads
schouwburg van Nijmegen gespeeld:
een sterke gastvoorstelling van het
Düsseldorfer Schauspielhaus, geregis
seerd door Karl-Heinz Stroux. Men kon
heel goed om nog andere redenen dan
om deze ontmaskering van Brecht
sterk geboeid en enkele malen zelfs
ontroerd raken.
Günther Grass, befaamd geworden
vooral door zijn romans Die Blech-
trommel en Hundejahre zijn de be
kendste heeft voor toneel ook „De
boze koks" geschreven, hier gespeeld
door Centrum. Dat was absurd-toneel,
en dat is het nieuwe stuk niet. ,,De
plebejers" is oprecht Brecht-toneel ên
dus ook huldebetoon aan Brecht, ook
al was die dan in het echte leven geen
held, noch een groot politicus. Grass
doet met Brecht, wat Brecht met Galei
deed: laten zien dat hij geen held was,
maar toch een man van betekenis.
Grass laat zijn stuk spelen in
Brechts theater in Oost-Berlijn. Onder
leiding van „de chef" wordt er, op
17 juni 1953, gewerkt aan Brechts ei
gen versie van Shakespeare's Coriola-
nus, dat begint met het opstandige
volk van Rome. Onder die repetitie
dringen stakende arbeiders ln de
schouwburg binnen.
Wat doet „de chef" Brecht? Hij luis
tert en kijkt gretig naar wat deze echt
opstandige mannen zeggen en doen,
want dat is prachtig materiaal voor
zijn voorstelling. Het dringt geen ogen
blik tot hem door, wat de stakende ar
beiders eigenlijk van hem willen. Hij is
in die Oost-Berlijnse samenleving een
van de weinige mannen van aanzien,
zonder echt partijman te zijn. De sta
kers hebben hun hoop op hem geves
tigd: hij moet zich openlijk aan hun
zijde opstellen. Voor die kant van de
werkelijkheid is de chef blind. Hij
draait de geluidsband, die.hij opgeno
men heeft, af, en laat dan zijn spelers
hun Coriolanusscene herhalen met be
hulp van wat zij zojuist gezien en
gehoord hebben. Stroux heeft dat in zijn
regie uitstekend uitgewerkt.
De chef ziet die werkelijkheid pas
na een kort, hartstochtelijk pleidooi
van een aardig kapstertje een fel
rolletje van Nicole Heesters maar
dan is het ook al te laat: de Russische
tanks dreunen door de straten en ieder
een krabbelt haastig terug. De ver
klaring, die de chef daarna met
doorslag voor Het Westen opstelt, is
tweeslachtig genoeg, om het stuk met
zijn schuldbekentenis te doen eindigen.
Günther Grass heeft dit stuk drama
tisch knap uitgewerkt. Hij bereikt een
aantal scenes, waarin hij vooral dui
delijk is, verhelderend. Dat het enke
le malen ook aangrijpt lijkt tot op
grote hoogte een verdienste van regie
en spel. Want de werkelijkheid de
opstand blijft ook bij Grass onvermij
delijk buiten de schouwburg, al haalt
hij er enkele facetten van binnen, en
dan nog als toneelgegeven. Dat is ook
juist. Toneel kan nooit anders zijn dan
verbeelding van de werkelijkheid, niet
de werkelijkheid zelf. Grass probeert
ook niet de tragiek van de onderdruk
te opstand te verbeelden.
Hij laat echte opstandelingen om
hulp komen bij het toneel op een
fictie, en dat is hun tragiek in dit
stuk, zoals het de tragiek is in de van
toneel bezeten „chef", dat hij in deze
directe actualiteit met lege handen
staat. Zo heet van de naald heeft het
toneel geen tekst, zelfs niet met Sha
kespeare bij de hand. Hebben toneel
en werkelijkheid helemaal geen bood
schap aan elkaar? Dat is een vraag,
waarover men aan de hand van dit
stuk lang over zou kunnen praten.
Het is telkens weer een openbaring,
hoe het Düsseidorfse gezelschap zulk
een groot-bezette voorstelling feilloos
laat verlopen waarbij aangetekend
dient te worden, dat de Nijmeegse
stadsschouwburg zich uitstekend leent
voor het spelen uit de zaal. Behalve
een groot regisseur is hier een duide
lijke sterke troupe voorhanden, zoals
er in Duitsland nu ook weer niet zo
verschrikkelijk veel zijn. Hoe sterk,
bewijst dat Nicole Heesters, die
men in verschillende grote rollen heeft
gezien, nu een slechts kleine speelde.
Maar zwakker bezet zou het sterke
e/fect, dat hier optrad, tot schade van
de voorstelling, niet zijn opgetreden.
Enkele namen slechts: een uitstekend
gespeelde „chef" van Gunther Malza
cher, een sterke Erwin van Otto Rou-
vel, een goede Volumnia van Eva Bött-
cher, krachtig gespeelde toneelspelers
en regieleerlingen, sterke stakers,
kortom, een evenwichtig ensemble.
Toneel.
ANDRÉ RUTTEN
(Van onze correspondent)
NIJMEGEN, 10 april Van 13—16
april zal in Nijmegen het vijfde inter
universitaire muziekconcours onder de
naam ,,PAN" worden gehouden. Er
wordt aan deelgenomen door vijf or
ganisten, twaalf pianisten en twaalf
koren en/of orkesten uit verschillende
universiteitssteden.
Dit concours, dat mede ten doel
heeft het musiceren onder de studen
ten te bevorderen, is dit jaar voor het
eerst niet toegankelijk voor studenten
die tevens aan een conservatorium een
opleiding krijgen. Naast de verplichte
werken hebben organisten en pianisten
ook een zogenaamd vrij werk uit te
voeren. In tegenstelling'tot de eerste
categorie zijn deze doorgaans allemaal
gekozen uit het werk van eigentijdse
componisten. Ook door de koren en/of
orkesten zal veel uit het modernste re
pertoire worden uitgevoerd. Op don
derdagavond 13 april is er in de Ver
rijzeniskerk een openbaar concert te
geven door de drie prijswinnaars waar
aan tevens het jurylid voor dit con
cours Albert de Klerk zal meewerken.
Het concours, waarvan het wedstrijd
karakter niet voorop staat, wordt be
sloten met een concert in De Vereni
ging. Hier zullen optreden alle prijs
winnaars en het Nijmeegse Studenten
koor en Orkest.
(Van onze correspondent)
GRONINGEN, 10 april De cultu
rele prijs van de provincie Groningen
voor 1966, die toegekend werd aan de
schrijver Nico Rost, is officieel uitge
reikt aan mevrouw E. Rost-Blumberg
door de commissaris der koningin, mr.
C. L. W. Fock. De prijsuitreiking zou
eerst 17 februari gebeuren, maar het
plotseling overlijden van Nico Rost
zette een streep door deze plannen.
Mr. Fock noemde Nico Rost een
sterk sociaal-bewogen strijder voor de
menselijke waardigheid. Hij memo
reerde het vele dat door de heer Rost
gedaan is en weidde uit over het boek
je „De vrienden van mijn vader", een
herinnering aan de vroegere joodse be
volking van de stad Groningen. Van
belang is ook het werk van Nico Rost
in West-Duitsland. In tal van kleine
en grote steden in West-Duitsland
sprak hij voor jonge mensen over het
probleem van schuld en boete. Mr.
Fock noemde het heengaan van Nico
Rost een groot verlies en een verar
ming voor onze samenleving, al blijft
de dankbaarheid overheersen voor wat
hij heeft mogen zijn voor onze wereld.
Mevrouw E. Rost-Blumberg bracht
in haar dankwoord enkele grieven tot
uiting. Zo kon de heer R.ost er geen
vrede mee hebben dat de synagoge
in Groningen verloren is gegaan (er
is nu een wasinrichting in onder ge
bracht). Dat hadden stad en provincie
moeten voorkomen. Voorts betreurde
ze het dat nergens in Groningen een
monument of gedenksteen is opgericht
voor de drieduizend joden uit de stad
die in de oorlog zijn omgekomen.
Mevrouw Rost vertelde dat haar
man heel blij was met de onderschei
ding omdat hij zich verbonden voelde
met Groningen. Hij werkte, tot aan
zijn overlijden, aan een boek „Het
oude bisschopshuis", handelend over
het in de oorlog verwoeste pand Oude
Ebbingestraat waar zijn grootouders
woonden en waar hij de gelukkigste
tijd van zijn jeugd heeft doorgebracht.
(Van onze correspondent)
UTRECHT, 10 april De studen
tenverenigingen, die na het aloude
corps zijn opgericht, hebben de fout
gemaakt het corps na te doen in stijl
en titulatuur. Is het niet uit de tijd
horden studenten te installeren en be
zig te houden met b.v. community-sin
ging? Dergelijke initiatie-methoden
dringen de studenten in de verdediging,
omdat zij zich als individu en groep
bedreigd voelen. Het' zou goed zijn als
de verenigingen 'n socioloog of psycho
loog inschakelden en enquêtes onder
de studenten hielden om tot andere me
thoden te komen.
Dit betoogde mej. mr. H. M. W.
van Lanschot, voorzitster van de com
missie studentenaangelegenheden van
de academische raad in de zaterdag
gehouden eerste algemene vergadering
van de landelijke kamer van verenigin
gen, die een overkoepeling is van 61
Nederlandse studentengezelligheids-
verenigingen en wil komen tot een doel
treffender behartiging van de vele ge
meenschappelijke belangen.
Mej. Van Lanscho is nog steeds over
tuigd van het nut van gezelligheids
verenigingen. Maar dan moeten zij aan
twee voorwaarden voldoen: mogelijk
heid bieden om contact te leggen tus
sen vogels van diverse pluimage inza
ke levensbeschouwing en studierichting
om vereenzaming van de student te
voorkomen en faciliteiten bieden als
eettafel en ontspanning.
De voorzitter, de heer W. Punt, ziet
als taak van de gezelligheidsverenigin
gen mee te werken aan een behoorlijk
leefklimaat voor de student. Zij moeten
ook de vorming ter hand nemen en zor
gen, dat de twee artikelen in de Wet
op het wetenschappelijk onderwijs,
waarin gesproken wordt over het bij
brengen van maatschappelijk verant
woordelijkheidsbesef geen „lachertje"
worden.
Drs. H. F. M. Crombag, socioloog
en psycholoog te Eindhoven, die bin
nenkort over een onderwerp uit de stu
dentenwereld zal promoveren, hield
een kernachtig betoog, waarin hij met
het oude mores afrekende. Hij conclu
deerde, dat de zogenaamde moderne
gezelligheidsverenigingen, die in de
vijftiger jaren op vele plaatséh als
reactie op de sfeer in de traditionele
corpora bolwerken van conservatis
me zijn ontstaan, niet werkelijk heb
ben bijgedragen aan de vernieuwing
van het studentenleven. Zij hadden wei
nig nieuwe doelstellingen.
Het auditorium van de Eindhoven-
se Technische Hogeschool is een mo
dern interessant mechanisch orgel rijk,
met vijftig stemmen. De glazen kast
maakt van de techniek geen gehei
men. De kwaliteit van het instrument
is heel redelijk, maar krijgt in de ruim
te van de zaal akoestisch een beetje te
weinig armslag. In het kader van het
Studium Generale geven vijf jonge
Brabantse organisten daar concerten.
Tot nog toe met groot succes en
inzicht gevend in de diverse stijlperio
des. Deze reeks werd zondag doorbro
ken met een concert dat gegeven werd
door de Frangaise Jeanne Marguillard,
organiste van de Marie Madeleine-kerk
te Besangon. Zij speelde barokwerken
van Clérambault, Buxtehude en Bach,
uit de romatiek een werk van Franck
en uit onze eeuw werken van Mon
nikendam, Litaize en Vierné. De drie
laatstgenoemden zijn nauwelijks repre
sentatief te noemen voor onze tijd. Dat
was een gemiste kans. Bovendien was
de organiste niet erg goed thuis op
het instrument.
Dat wreekte zich verschillende ma
len in de registratie. Maar waarom de
frasering enkele malen niet al te best
moest zijn, ls me niet duidelijk. Er
was een grote en sympathieke belang
stelling.
N.
OP HET KUNSTKRINGCONCERT
van zaterdagavond in de Grote Zaal te
Amsterdam speelde de 33-jarige Ame
rikaanse pianist Robert Guralnik het
eerste (eigenlijk tweede) pianoconcert
van Chopin. Dit werk is, meer nog
dan het andere in f klein, een vol
dragen pianocompositie, waarin het
orkest slechts af en toe een accen
tuerende of herhalende taak heeft te
vervullen. Het is ook gaver omdat de
versieringen zelf melodie-vormend zijn
en niet op rubato-manier er tussen
door gesmokkeld moeten worden. Het
kan als het moet, egaal worden af
gespeeld, zonder een enkele noot ge
weld aan te doen.
Dit heeft pianist Guralnik, met Frits
Knol en het U.S.O. als partners, con
sequent gedaan. Hij heeft zich vér ge
houden van die gevoelige tempomodi
ficaties die Schumann al zo ergerden
bij de Chopin-spelers van zijn tijd en
die hij vergeleek met de „Gang eines
Betrunkenen". Integendeel, hij was ge
heel nuchter, zó nuchter accuraat en
gelijkmatig dat alles vrijwel evene
mentloos verliep. Men zag twee per
fect geoefende handen als watervlygge
insecten over de toetsen springen en
men hoorde een ruisende waterval van
welluidende, maar weinigzeggende
pianoklanken. Het werd een gezeefde
Chopin; al het emotionele bezinksel
was in de zeef blijven liggen en weg
geworpen. De glinsterende noten al
leen bleven over.
Frits Knol, die de avond had inge
zet met een fors aangezette „Euryan-
the" ouverture (waarin men iets dui
delijker caesuren had kunnen verlan
gen) completeerde tenslotte het beeld
van een limpide klankenstroom met
een nogal vlakke vertolking van Men
delssohn's Schotse symphonie. Hierin
verliep alles zo opgewekt, moeiteloos
en ongeaccidenteerd, dat voor wie
Schotland niet kent het een plat en
wolkenloos land zou moeten zijn. Dat
heeft zelfs de vriendelijke Mendels
sohn niet willen suggereren. Maar wel
was het, op deze basis, een goed ge
acheveerde uitvoering.
V. E.
DE 22-JARIGE ROTTERDAMMER
Jacob Zekveld toont tot 30 april in
Galerie 845, Prinsengracht 845, Am
sterdam een tiental grote doeken, die
hij de verzamelnaam: Rehabilitatie
van het portret" heeft meegegeven.
Het zijn tot het minimum van bewo
genheid teruggebrachte portretten
van historische figuren, geen lekkere
schilderijen maar keiharde platen,
waarin bijna geen lijnen en helemaal
geen atmosferische handgrepen voor
komen.
Je loopt ln een soort wonderland
waarin een nieuw realisme zich aan
dient. De nieuwe figuratie van Jacob
Zekveld draagt een sterk persoonlijk
stempel. Juist het ontbreken van el
ke schilderkunstige benadering van
zijn onderwerpen, de keuze van de
kleuren, het afstandnemen van de
emotie en de gladde rimpelloze op
breng van de filmachtige acrylverf
hebben een schilderij tot resultaat,
dat men in één oogopslag kan ont
houden. De zekerheid waarmee de
portretten van de historische figuren
„vertaald" zijn, wijst in de richting
van een nieuw soort benaderingswijze
van verbeelden met de bedoeling snel
en direct te treffen en zonder om
haal een portret te tonen.
Zekveld schilderde op deze wijze
de portretten van Landru en de gen-
tleman-maffia-leider Al Capone omge
ven door figuren die zijn leven be
paalden: de roze vrouw, het geld en
de rechter; verder Elsa Maxwell, de
society-roddelaarster-journaliste afge
beeld met een groot oor als symbool
voor haar nieuwsgierigheid; Mata Ha-
ri als vrouw van de wereld en op het
tweede plan als danseres en heel in
de verte als een klein zielig figuurtje
voor het vuurpeloton. Ook zijn er
portretten van een negerkoning, Ca
sanova en Jonathan Swift.
Bert Schierbeek schrijft heel dich
terlijk een vers voor de grafische kun
stenares Nono Reinhold in de catalo
gus ter gelegenheid van haar expositie
van gravures bij Galerie Magdalena
Sothmann aan de Nieuwe Zijds Voor
burgwal. Tot 22 april zijn daar 43
bladen te zien, voor een deel oude en
voor een heel klein deel nieuwe.
In het vers heeft Schierbeek het over
„materialen aangevreten tot schaduw
van hun werkelijkheid...een duistere
microkosmos geperst in het vlak, uit
spattingen van zand en de bewegingen
van de zee". Tot zover het citaat.
Zo zie je hoe moeilijk het is precies
te vertellen wat je ziet bij het zien
van de gravures van Nono Reinhold.
Zij werd geboren in Haarlem (1929)
en heeft als grafica een veelzijdige op
leiding gekregen, Amsterdam, Parijs,
New York. Op haar tentoonstelling (tot
23 april) toont zij naast de resultaten
op het papier ook enkele metalen
„moederplaten", waarop men de ver
dikkingen en de soldeerpunten kan
zien die bij de afdruk zo'n interes
sant effect nalaten. Een blik ln de
keuken dus, voor de bewonderende
vakbroeders interessant. Ze heeft al
aardig wat verkocht op deze tentoon
stelling. Opmerkelijk is dat haar bla
den niet zo duur zijn. De steeds wis
selende vindingrijke vormentaal, de
mooie drukken, waaruit een vrouwe
lijke nauwkeurigheid spreekt, het
zachtzinnig aanbrengen van kleuren
en het gevoel voor expressie binnen
het vlak maken deze gravures tot een
aangenaam persoonlijk handwerk.
Toen Ina Broerse jaren geleden een
knieval voor de kunst maakte vermoed
de zij niet dat het nog vele jaren zou
duren voordat zij helemaal haar draai
gevonden had. De laatste jaren is haar
galerie aan de Nieuwe Spiegelstraat
het gastvrije domein geworden van
een groot aantal kunstenaars.
Werk van al die exposanten heeft
zij nu in een collectie bijeen gebracht,
allemaal Nederlandse grafiek, keurig
in voorraad in haar lichte en plezie
rig gerestaureerde galerie. Ik zag er
in de vluchtigheid bladen van Berserik,
van Kruiningen, Marte Röling, Ru van
Rossem, Jeanne Oosting, Gene Eggen,
Willem Snitker, A.Buytendijk, Hille-
nius en ten Hope. Het is bereikbaar
voor iedereen.
Momenteel heeft Ina Broerse weer
twee namen toegevoegd aan de lange
lijst van exposanten. Jacques Vonk met
schilderijen en Josien de Kruyff met
kleine beelden. Wat Vonk betreft, hij
kan schilderen en weet wat hij met
een veelheid van kleuren kan doen.
Zijn onderwerpen maken echter zijn
schilderijen tot een wat regionaal ge
bonden verbeelding, die irritaties op
roept. Heerlijk zijn de stillevens ge
daan, gewoon uit plezier om te schil
deren. Bij zijn landschappen, welke hij
bevolkt met boerse mensen, die naief
moeten lijken, komt de literatuur Van
veertig jaar geleden om de hoek kijken.
Josien de Kruyff, die bij Gregoire
en Esser studeerde, laat tussen haar
vele kleinplastieken een boeiend en
kostelijk beeldje van Koningin Wilhel-
mina zien. Er is weinig fantasie voor
nodig om in dit beeldje een voorstudie
te zien van een groot beeld van deze
opmerkelijke vrouw, als men nu toch
besluiten zou zo'n monument in Am
sterdam op te richten.
Matthijs Maris
De gemeente Utrecht heeft voor een
bedrag van 70.000 gulden een schilde
rij van Matthijs Maris aangekocht,
„Doopgang te Lausanne" genaamd.
Matthijs Maris leefde van 1839 tot
1917. Hij kan beschouwd worden als
de grootste en de diepzinnigste van
de drie gebroeders Maris. Dit is mede
te danken aan het feit dat Matthijs
lange tijd in het buitenland heeft ge
leefd waardoor hij zich breder kon
oriënteren dan over het algemeen de
Haagse School-leden dat deden. Zijn
werk neemt een heel eigen plaats in
in de geschiedenis van de Europese
kunst van de vorige eeuw.
Het schilderij, dat nu in het Centraal
Museum te Utrecht komt te hangen,
ontstond tijdens de Parijse periode van
de kunstenaar (1869-1877). Matthijs
Maris verwerkte vaak herinnerings
beelden in zijn doeken, zodat hij zich
niet gebonden achtte aan het portret
als zodanig. Daardoor ontstond er een
synthese tussen romantiek, fijnzinnig
coloriet en vergeestelijking.
Het doek vormt samen met de be
langrijke werken van de beide broers
Jacob en Willem, een van de hoogte
punten van de Nederlandse schilder
kunst na 1850. Ze zijn tentoongesteld
in de moderne afdeling van het Cen
traal Museum aan de Maliebaan 42
te Utrecht.
FRANS DUISTER.
(Van onze correspondent)
EINDHOVEN, 10 april De Tech
nische Hogeschool is officieel verrijkt
met een aantal grote en kleine beeld
houwwerken van hedendaagse kunste
naars. Het meest opvallende beeld is
de „Vliegende Amazone" van Arthur
Spranken, tussen het hoofdgebouw en
het auditorium. Van dezelfde kunste
naar heeft Eindhoven in de stads
schouwburg al de zonnestier
Zeer de aandacht trekt voorts het
beeld „Seed" van Sj. Tajiri, bij de
hoogbouw voor elektrotechniek. Tus
sen het hoofdgebouw en de hal voor
werktuigbouwkunde staat het beeld
„vliegend" van Wessel Couzijn. Samen
met een grote plastiek van Carel
Kneulman nog niet pereed heb
ben deze werken 200.000 gekost. In
diverse lokaliteiten hebben voorts klei
ne werken een plaats gekregen, van
de kunstenaars Lancelot Samson, Nic
Jonk, Th. Dobbelmann, Armand v.d.
Helm, Marius van Beek, A. C. Sie
gers, Cor Bekker, Aert Rietbroek, Ben
Guntenaar en Theo v.d. Nahmer, ter
wijl in de hal van het auditorium
een bronzen „zuil" van Pomodoro is
geplaatst. Een aantal van de kleine
plastieken heeft nog geen ideale plaats.
Een moeilijkheid is, dat de binnen
ruimten van de strakke gebouwen
weinig geschikte achtergronden bieden.
In de naaste toekomst zullen nog
middelgrote beelden en wandtapijten
worden aangekocht. Buiten komt nog
een beeld van Piet Killaars. Dit laat
ste wordt geschonken door de bou
wers; de overige kunstwerken worden
bekostigd uit de gelden die bij over
heidsgebouwen beschikbaar zijn voo»
verfraaiing.
Wsfoy. ,/.-M