plaat De plebejers repeteren de opstand Brecht in zijn morele hemd Gezelligheids verenigingen van studenten padvinderij? PORTRETTEN VAN JACOB ZEKVELD Beeld en spiegelbeeld DOOPGANG TE LAUSANNE Spanning tussen toneel en werkelijkheid BOEK <wensemb,e Studenten-muziek in Nijmegen Groningen grieft schrijver N. Rost Beelden verrijken T.H. Eindhoven Matthijs Maris voor een leuwe literatuur uit Amerika voor een kiziek bij een uitvaart Ni leuw blazers- li ltUrgiscbe week- Calender Postuum culturele prijs Orgelconcert in Eindhoven Robert Guralnik Nono Reinhold Ina Broerse MAANDAG 10 APRIL 1967 te»«r"LSl Dili gis —wit a V d 2e ZOnda& Scène uit „De plebejers". In het midden Gunther Malzacher met Nicole Heesters. Zo ziet Zekveld Elsa Maxwell. Dit beeld „Seed" van Tajiri voor de hoogbouw van de afdeling Elektrotechniek van de Eind- hovense T.H. trekt sterk de aandacht. 13 Het door de gemeente Utrecht pas verworven schilderij van Matthijs Marls, I-,3'3! n3ew Writing in the USA"; eo nSUin u'; f4'95 (Penguin). i. n tiio,,.. heeft in haar pocketreeks s? bloetnif .serie aangekondigd, waar- ph6 ''terah,Zlngen uit de allermodern- j,9 Werelcj(iU]ri van verschillende landen 7iid""c" zullen verschijnen. Tot L^'d-Atrji,.. er zes uitgekomen: Afrika, a. n Ka. Amerika, Latijns-Ameri- en Duitsland. h^Vrtt)rs voorliggende deel The ?i Qen aio 'n USA wordt aange- v.ftg. Qat een „polemische" bloemle- 3 gen"f,!S maar goed ook, want wat PfesentA?erd wordt is absoluut niet Kt^et'ik'>a voor hedendaagse is 'j, n,s® Jiteratuur in haar geheel; to** ^Qpt-i r*1*1'0 ïcjjicaeuiciLiej. vuur ,1^6 cntoJf-' °^schoon lawaaierige li- I I I I bliiuu11 ®an Francisco ontstond, en »"eteti<je aar n°g lang niet dood i" ol h aag. 7/ n, serieuze critici v^hien u ee' van de bekende beat- f,0uSc 0. men hier weer tegen: Ke- v°rSo'- dlnsberg, Snyder, Burroughs, J5 n3rn(?ar zj*n ^an een aalvtal nieu- te^es ,n bijgekomen, zoals LeRoi J>.ab"' jlen- hier vertoonde „Dutch- iens j °Pgenomen, en Hubert Selby, bee'genro °ra^ door happige uitgevers) 5rOokiVri,fer) roman „Last Exit to ,>ns in Engeland vervolgd is v r In „zedebedervend" karak- Krt hun ?uwsSierigen kunnen binnen- 'Mse a "art ophalen aan een Neder- i,'eSenvfer!:aling- Een erg hippe aan- artriopfieid dus, deze bloemlezing; 0 gelijk om lezen en ontzettend t1)8eti0r^Van niveau. Sommige van de ,,eSaaf-i n auteurs zijn ongetwijfeld V^bepisN 63-jarige Zukofsky bij- U klei maar u zult dit boek bij ty.?e stukjes en beetjes moeten telt v 11 zich geen onuitwisbare in- It» °t rtc.nJp.ueriliteit bij u vastzetten. 0 a5ie>;„ duidelijk begaafden onder dit (elev°®.gezelschap behoort Robert Sj; °ra)Au e in zijn voorwoord erg va- to h de, uitslaat over het „echte" te 8 ên literatuur. Weg met Aristo- tie- academische literatuur- te °f L ^krijven is léven. „Je bent jwnt, i, bent er niet, en als je er teet bent6 ie ^iet doen alsof je er ip zodat je kunt praten over 4» 11 arn?",?? kent". Ook een hele brok, 1» rthen i °rie> maar dat men er Zitigls. wordt door deze bloem- "Oralsnog niet bewezen. W. Br. ogstens representatief voor 1,. '"16 Or\+« —,uu" lawa&icAigc 11- >i- rharnel "u 0- waarvan de aanhangers J Het u 'n elkaar geïnteresseerd "kipnp-i biedt een selectie uit de de (men zou ook kunnen zeg- ?hd 0r, dolescente) literatuur terug- d' dep j 1 beat-beweging die 10 jaar bliiL-u11 ^an Francisco ontstond, en n i®hdey.aar n°ë long niet dood is, al h aag. v n, be serieuze critici dat v-^thep ir,? van de bekende beat- uac, p.mi rnen hier weer tegen: Ke- Tso'; jlrisberg, Snyder, Burroughs, Albinoni: Adagio in G voor strij- toi"8 en orSel (bew. Remo Giazot- SJ. Barber: Adagio op. 11 voor 0flikers Maria Teresa Garatti, V(Bel, j Musici. Philips Klassiek ^^zoekprogramma 45 t. stereo/ v4lb£Mo.740 707 SV. j Hrt ,?ni's Adagio, dat tijdens de uit- v l-hpp Mgr. Bekkers gespeeld is, te'^tiiokin een populaire platen-editie n h v£°aar- Als er ooit een stuk in la weiZ°l?lcproEramma thuis hoorde, v r'teit i De reden van zijn popu- ii i diPieveri- een prachtig voorbeeld bit bij iudringende functie die mu- lFi;09{eteeen zichtbare gebeurtenis kan h^ie-ui?' Toen de kijkers bij de te- te kesgf^'zending het hoorden, steeg ^tdep i^Van de gebeurtenis die zij be- *o °P i?3 beel boog in hun bewust- b gew„ij-e werking van het stuk was SM?'aai i g' "I3!- bet boven alle mate V» opBtieek. voor dat moment het t Wat men ooit geboord had iucht toverachtig onwerkelijke .Het ba art p was een wisselwerking: de te de J"** een verdiepte werking Vsa8'Sche uzieki die op haar beurt een dit?H. R„betebenis kreeg van de uit- th IhSso uezutiue wisatriwcxtvxug bn bet Riuziek en theater bestaat Ipbhiep v°rmt de reden waarom alle ,ehsen _Van het muziektheater de Mi 6 dit° boeiep. tel de2p Adagio niet gehoord heeft ba "balm, gebeurtenis, zal het bij ken- 1 de ubicht onderkennen als een b-e in dantelbare prachtige muzieken Zijp i? gezegende tijden geschre- V°o»'i Iet beter, niet minder, want bite Waari g bet gemiddelde in die tij- lij? Ohder Bach alleen maar de groot- B.jbp r een heerschaar van zijns ge- Rw -genh?3:, De man die het voor de !>- heeft. 1nt.prekn7.en heeft een ?5)i?d. n band en een scherp inzicht tew ^hk 6porting van strijkers en or- teal?die j e lunge gedragen strijkers- tel ek 'rf- bewogenheid, de grote pa- V??kte ?e. bet ademt dat alles tf?ikt, t "et wel heel bijzonder ge- teptcifiek i]l bet in het geheel niet p tel treurmuziek is; het staat stuP maar in dur. ®rs L's beel goed gekoppeld met Adagio voor strijkers. L. H. ®"?HaM, 10 april In een ?la,^do ItnensteHing' onder leiding Marsen):® Waart zal het Nederlands 5'ti-s'hstru het spelen van voor °t)S voortrnxnten geschreven compo- V„de irilz®tten dat onder leiding van Jtes-tedap ®rk in I960 is begonnen. Jet'^bip y°nd 14 april zal dit nieuwe 6 e 0hcer+: in de Kleine Zaal van bbste ^.gebouw te Amsterdam voor "dual presenteren. 1. d. 2e week na Pasen: H. 1 "S i. U. ^e z°hdag -wit- tpjs I, paus, belijder en kerk- ti^arr.Ö^rmenegildus, martelaar ,^SLi\ H. j„ .—rood— ij- 2b -o^tinus, martelaar; mis Pro- Zxteda!. ihp.?^ HH. Tiburtius, Valerlanus - terrt.: Mi-' martelaren rood— B.v.^rri. Mis' martelaren rood— "hSdt--®: d. H. Maagd Maria op bit S v. d. H. Maagd Maria tets; ?j': 3e zondag na Pasen; eao; pref, v. Pasen —wit ER ZIJN TONEELLIEFHEBBERS, die van Günther Grass' toneelstuk „De plebejers repeteren de opstand" voor al genieten, omdat zij er de befaamde Bertolt Brecht in ontmaskerd zien in zijn morele hemd gezet. In zijn stuk ken stelt hij zich op aan de kant van de proletariërs, van d.; slachtoffers van het kapitalisme, van de staat, van de samenleving. Maar toen op 17 juni 1953 in Oost-Berlijn de arbeiders in opstand kwamen en een beroep deden op zijn openlijke morele steun, faalde hij. Het stuk is zaterdagavond in de stads schouwburg van Nijmegen gespeeld: een sterke gastvoorstelling van het Düsseldorfer Schauspielhaus, geregis seerd door Karl-Heinz Stroux. Men kon heel goed om nog andere redenen dan om deze ontmaskering van Brecht sterk geboeid en enkele malen zelfs ontroerd raken. Günther Grass, befaamd geworden vooral door zijn romans Die Blech- trommel en Hundejahre zijn de be kendste heeft voor toneel ook „De boze koks" geschreven, hier gespeeld door Centrum. Dat was absurd-toneel, en dat is het nieuwe stuk niet. ,,De plebejers" is oprecht Brecht-toneel ên dus ook huldebetoon aan Brecht, ook al was die dan in het echte leven geen held, noch een groot politicus. Grass doet met Brecht, wat Brecht met Galei deed: laten zien dat hij geen held was, maar toch een man van betekenis. Grass laat zijn stuk spelen in Brechts theater in Oost-Berlijn. Onder leiding van „de chef" wordt er, op 17 juni 1953, gewerkt aan Brechts ei gen versie van Shakespeare's Coriola- nus, dat begint met het opstandige volk van Rome. Onder die repetitie dringen stakende arbeiders ln de schouwburg binnen. Wat doet „de chef" Brecht? Hij luis tert en kijkt gretig naar wat deze echt opstandige mannen zeggen en doen, want dat is prachtig materiaal voor zijn voorstelling. Het dringt geen ogen blik tot hem door, wat de stakende ar beiders eigenlijk van hem willen. Hij is in die Oost-Berlijnse samenleving een van de weinige mannen van aanzien, zonder echt partijman te zijn. De sta kers hebben hun hoop op hem geves tigd: hij moet zich openlijk aan hun zijde opstellen. Voor die kant van de werkelijkheid is de chef blind. Hij draait de geluidsband, die.hij opgeno men heeft, af, en laat dan zijn spelers hun Coriolanusscene herhalen met be hulp van wat zij zojuist gezien en gehoord hebben. Stroux heeft dat in zijn regie uitstekend uitgewerkt. De chef ziet die werkelijkheid pas na een kort, hartstochtelijk pleidooi van een aardig kapstertje een fel rolletje van Nicole Heesters maar dan is het ook al te laat: de Russische tanks dreunen door de straten en ieder een krabbelt haastig terug. De ver klaring, die de chef daarna met doorslag voor Het Westen opstelt, is tweeslachtig genoeg, om het stuk met zijn schuldbekentenis te doen eindigen. Günther Grass heeft dit stuk drama tisch knap uitgewerkt. Hij bereikt een aantal scenes, waarin hij vooral dui delijk is, verhelderend. Dat het enke le malen ook aangrijpt lijkt tot op grote hoogte een verdienste van regie en spel. Want de werkelijkheid de opstand blijft ook bij Grass onvermij delijk buiten de schouwburg, al haalt hij er enkele facetten van binnen, en dan nog als toneelgegeven. Dat is ook juist. Toneel kan nooit anders zijn dan verbeelding van de werkelijkheid, niet de werkelijkheid zelf. Grass probeert ook niet de tragiek van de onderdruk te opstand te verbeelden. Hij laat echte opstandelingen om hulp komen bij het toneel op een fictie, en dat is hun tragiek in dit stuk, zoals het de tragiek is in de van toneel bezeten „chef", dat hij in deze directe actualiteit met lege handen staat. Zo heet van de naald heeft het toneel geen tekst, zelfs niet met Sha kespeare bij de hand. Hebben toneel en werkelijkheid helemaal geen bood schap aan elkaar? Dat is een vraag, waarover men aan de hand van dit stuk lang over zou kunnen praten. Het is telkens weer een openbaring, hoe het Düsseidorfse gezelschap zulk een groot-bezette voorstelling feilloos laat verlopen waarbij aangetekend dient te worden, dat de Nijmeegse stadsschouwburg zich uitstekend leent voor het spelen uit de zaal. Behalve een groot regisseur is hier een duide lijke sterke troupe voorhanden, zoals er in Duitsland nu ook weer niet zo verschrikkelijk veel zijn. Hoe sterk, bewijst dat Nicole Heesters, die men in verschillende grote rollen heeft gezien, nu een slechts kleine speelde. Maar zwakker bezet zou het sterke e/fect, dat hier optrad, tot schade van de voorstelling, niet zijn opgetreden. Enkele namen slechts: een uitstekend gespeelde „chef" van Gunther Malza cher, een sterke Erwin van Otto Rou- vel, een goede Volumnia van Eva Bött- cher, krachtig gespeelde toneelspelers en regieleerlingen, sterke stakers, kortom, een evenwichtig ensemble. Toneel. ANDRÉ RUTTEN (Van onze correspondent) NIJMEGEN, 10 april Van 13—16 april zal in Nijmegen het vijfde inter universitaire muziekconcours onder de naam ,,PAN" worden gehouden. Er wordt aan deelgenomen door vijf or ganisten, twaalf pianisten en twaalf koren en/of orkesten uit verschillende universiteitssteden. Dit concours, dat mede ten doel heeft het musiceren onder de studen ten te bevorderen, is dit jaar voor het eerst niet toegankelijk voor studenten die tevens aan een conservatorium een opleiding krijgen. Naast de verplichte werken hebben organisten en pianisten ook een zogenaamd vrij werk uit te voeren. In tegenstelling'tot de eerste categorie zijn deze doorgaans allemaal gekozen uit het werk van eigentijdse componisten. Ook door de koren en/of orkesten zal veel uit het modernste re pertoire worden uitgevoerd. Op don derdagavond 13 april is er in de Ver rijzeniskerk een openbaar concert te geven door de drie prijswinnaars waar aan tevens het jurylid voor dit con cours Albert de Klerk zal meewerken. Het concours, waarvan het wedstrijd karakter niet voorop staat, wordt be sloten met een concert in De Vereni ging. Hier zullen optreden alle prijs winnaars en het Nijmeegse Studenten koor en Orkest. (Van onze correspondent) GRONINGEN, 10 april De cultu rele prijs van de provincie Groningen voor 1966, die toegekend werd aan de schrijver Nico Rost, is officieel uitge reikt aan mevrouw E. Rost-Blumberg door de commissaris der koningin, mr. C. L. W. Fock. De prijsuitreiking zou eerst 17 februari gebeuren, maar het plotseling overlijden van Nico Rost zette een streep door deze plannen. Mr. Fock noemde Nico Rost een sterk sociaal-bewogen strijder voor de menselijke waardigheid. Hij memo reerde het vele dat door de heer Rost gedaan is en weidde uit over het boek je „De vrienden van mijn vader", een herinnering aan de vroegere joodse be volking van de stad Groningen. Van belang is ook het werk van Nico Rost in West-Duitsland. In tal van kleine en grote steden in West-Duitsland sprak hij voor jonge mensen over het probleem van schuld en boete. Mr. Fock noemde het heengaan van Nico Rost een groot verlies en een verar ming voor onze samenleving, al blijft de dankbaarheid overheersen voor wat hij heeft mogen zijn voor onze wereld. Mevrouw E. Rost-Blumberg bracht in haar dankwoord enkele grieven tot uiting. Zo kon de heer R.ost er geen vrede mee hebben dat de synagoge in Groningen verloren is gegaan (er is nu een wasinrichting in onder ge bracht). Dat hadden stad en provincie moeten voorkomen. Voorts betreurde ze het dat nergens in Groningen een monument of gedenksteen is opgericht voor de drieduizend joden uit de stad die in de oorlog zijn omgekomen. Mevrouw Rost vertelde dat haar man heel blij was met de onderschei ding omdat hij zich verbonden voelde met Groningen. Hij werkte, tot aan zijn overlijden, aan een boek „Het oude bisschopshuis", handelend over het in de oorlog verwoeste pand Oude Ebbingestraat waar zijn grootouders woonden en waar hij de gelukkigste tijd van zijn jeugd heeft doorgebracht. (Van onze correspondent) UTRECHT, 10 april De studen tenverenigingen, die na het aloude corps zijn opgericht, hebben de fout gemaakt het corps na te doen in stijl en titulatuur. Is het niet uit de tijd horden studenten te installeren en be zig te houden met b.v. community-sin ging? Dergelijke initiatie-methoden dringen de studenten in de verdediging, omdat zij zich als individu en groep bedreigd voelen. Het' zou goed zijn als de verenigingen 'n socioloog of psycho loog inschakelden en enquêtes onder de studenten hielden om tot andere me thoden te komen. Dit betoogde mej. mr. H. M. W. van Lanschot, voorzitster van de com missie studentenaangelegenheden van de academische raad in de zaterdag gehouden eerste algemene vergadering van de landelijke kamer van verenigin gen, die een overkoepeling is van 61 Nederlandse studentengezelligheids- verenigingen en wil komen tot een doel treffender behartiging van de vele ge meenschappelijke belangen. Mej. Van Lanscho is nog steeds over tuigd van het nut van gezelligheids verenigingen. Maar dan moeten zij aan twee voorwaarden voldoen: mogelijk heid bieden om contact te leggen tus sen vogels van diverse pluimage inza ke levensbeschouwing en studierichting om vereenzaming van de student te voorkomen en faciliteiten bieden als eettafel en ontspanning. De voorzitter, de heer W. Punt, ziet als taak van de gezelligheidsverenigin gen mee te werken aan een behoorlijk leefklimaat voor de student. Zij moeten ook de vorming ter hand nemen en zor gen, dat de twee artikelen in de Wet op het wetenschappelijk onderwijs, waarin gesproken wordt over het bij brengen van maatschappelijk verant woordelijkheidsbesef geen „lachertje" worden. Drs. H. F. M. Crombag, socioloog en psycholoog te Eindhoven, die bin nenkort over een onderwerp uit de stu dentenwereld zal promoveren, hield een kernachtig betoog, waarin hij met het oude mores afrekende. Hij conclu deerde, dat de zogenaamde moderne gezelligheidsverenigingen, die in de vijftiger jaren op vele plaatséh als reactie op de sfeer in de traditionele corpora bolwerken van conservatis me zijn ontstaan, niet werkelijk heb ben bijgedragen aan de vernieuwing van het studentenleven. Zij hadden wei nig nieuwe doelstellingen. Het auditorium van de Eindhoven- se Technische Hogeschool is een mo dern interessant mechanisch orgel rijk, met vijftig stemmen. De glazen kast maakt van de techniek geen gehei men. De kwaliteit van het instrument is heel redelijk, maar krijgt in de ruim te van de zaal akoestisch een beetje te weinig armslag. In het kader van het Studium Generale geven vijf jonge Brabantse organisten daar concerten. Tot nog toe met groot succes en inzicht gevend in de diverse stijlperio des. Deze reeks werd zondag doorbro ken met een concert dat gegeven werd door de Frangaise Jeanne Marguillard, organiste van de Marie Madeleine-kerk te Besangon. Zij speelde barokwerken van Clérambault, Buxtehude en Bach, uit de romatiek een werk van Franck en uit onze eeuw werken van Mon nikendam, Litaize en Vierné. De drie laatstgenoemden zijn nauwelijks repre sentatief te noemen voor onze tijd. Dat was een gemiste kans. Bovendien was de organiste niet erg goed thuis op het instrument. Dat wreekte zich verschillende ma len in de registratie. Maar waarom de frasering enkele malen niet al te best moest zijn, ls me niet duidelijk. Er was een grote en sympathieke belang stelling. N. OP HET KUNSTKRINGCONCERT van zaterdagavond in de Grote Zaal te Amsterdam speelde de 33-jarige Ame rikaanse pianist Robert Guralnik het eerste (eigenlijk tweede) pianoconcert van Chopin. Dit werk is, meer nog dan het andere in f klein, een vol dragen pianocompositie, waarin het orkest slechts af en toe een accen tuerende of herhalende taak heeft te vervullen. Het is ook gaver omdat de versieringen zelf melodie-vormend zijn en niet op rubato-manier er tussen door gesmokkeld moeten worden. Het kan als het moet, egaal worden af gespeeld, zonder een enkele noot ge weld aan te doen. Dit heeft pianist Guralnik, met Frits Knol en het U.S.O. als partners, con sequent gedaan. Hij heeft zich vér ge houden van die gevoelige tempomodi ficaties die Schumann al zo ergerden bij de Chopin-spelers van zijn tijd en die hij vergeleek met de „Gang eines Betrunkenen". Integendeel, hij was ge heel nuchter, zó nuchter accuraat en gelijkmatig dat alles vrijwel evene mentloos verliep. Men zag twee per fect geoefende handen als watervlygge insecten over de toetsen springen en men hoorde een ruisende waterval van welluidende, maar weinigzeggende pianoklanken. Het werd een gezeefde Chopin; al het emotionele bezinksel was in de zeef blijven liggen en weg geworpen. De glinsterende noten al leen bleven over. Frits Knol, die de avond had inge zet met een fors aangezette „Euryan- the" ouverture (waarin men iets dui delijker caesuren had kunnen verlan gen) completeerde tenslotte het beeld van een limpide klankenstroom met een nogal vlakke vertolking van Men delssohn's Schotse symphonie. Hierin verliep alles zo opgewekt, moeiteloos en ongeaccidenteerd, dat voor wie Schotland niet kent het een plat en wolkenloos land zou moeten zijn. Dat heeft zelfs de vriendelijke Mendels sohn niet willen suggereren. Maar wel was het, op deze basis, een goed ge acheveerde uitvoering. V. E. DE 22-JARIGE ROTTERDAMMER Jacob Zekveld toont tot 30 april in Galerie 845, Prinsengracht 845, Am sterdam een tiental grote doeken, die hij de verzamelnaam: Rehabilitatie van het portret" heeft meegegeven. Het zijn tot het minimum van bewo genheid teruggebrachte portretten van historische figuren, geen lekkere schilderijen maar keiharde platen, waarin bijna geen lijnen en helemaal geen atmosferische handgrepen voor komen. Je loopt ln een soort wonderland waarin een nieuw realisme zich aan dient. De nieuwe figuratie van Jacob Zekveld draagt een sterk persoonlijk stempel. Juist het ontbreken van el ke schilderkunstige benadering van zijn onderwerpen, de keuze van de kleuren, het afstandnemen van de emotie en de gladde rimpelloze op breng van de filmachtige acrylverf hebben een schilderij tot resultaat, dat men in één oogopslag kan ont houden. De zekerheid waarmee de portretten van de historische figuren „vertaald" zijn, wijst in de richting van een nieuw soort benaderingswijze van verbeelden met de bedoeling snel en direct te treffen en zonder om haal een portret te tonen. Zekveld schilderde op deze wijze de portretten van Landru en de gen- tleman-maffia-leider Al Capone omge ven door figuren die zijn leven be paalden: de roze vrouw, het geld en de rechter; verder Elsa Maxwell, de society-roddelaarster-journaliste afge beeld met een groot oor als symbool voor haar nieuwsgierigheid; Mata Ha- ri als vrouw van de wereld en op het tweede plan als danseres en heel in de verte als een klein zielig figuurtje voor het vuurpeloton. Ook zijn er portretten van een negerkoning, Ca sanova en Jonathan Swift. Bert Schierbeek schrijft heel dich terlijk een vers voor de grafische kun stenares Nono Reinhold in de catalo gus ter gelegenheid van haar expositie van gravures bij Galerie Magdalena Sothmann aan de Nieuwe Zijds Voor burgwal. Tot 22 april zijn daar 43 bladen te zien, voor een deel oude en voor een heel klein deel nieuwe. In het vers heeft Schierbeek het over „materialen aangevreten tot schaduw van hun werkelijkheid...een duistere microkosmos geperst in het vlak, uit spattingen van zand en de bewegingen van de zee". Tot zover het citaat. Zo zie je hoe moeilijk het is precies te vertellen wat je ziet bij het zien van de gravures van Nono Reinhold. Zij werd geboren in Haarlem (1929) en heeft als grafica een veelzijdige op leiding gekregen, Amsterdam, Parijs, New York. Op haar tentoonstelling (tot 23 april) toont zij naast de resultaten op het papier ook enkele metalen „moederplaten", waarop men de ver dikkingen en de soldeerpunten kan zien die bij de afdruk zo'n interes sant effect nalaten. Een blik ln de keuken dus, voor de bewonderende vakbroeders interessant. Ze heeft al aardig wat verkocht op deze tentoon stelling. Opmerkelijk is dat haar bla den niet zo duur zijn. De steeds wis selende vindingrijke vormentaal, de mooie drukken, waaruit een vrouwe lijke nauwkeurigheid spreekt, het zachtzinnig aanbrengen van kleuren en het gevoel voor expressie binnen het vlak maken deze gravures tot een aangenaam persoonlijk handwerk. Toen Ina Broerse jaren geleden een knieval voor de kunst maakte vermoed de zij niet dat het nog vele jaren zou duren voordat zij helemaal haar draai gevonden had. De laatste jaren is haar galerie aan de Nieuwe Spiegelstraat het gastvrije domein geworden van een groot aantal kunstenaars. Werk van al die exposanten heeft zij nu in een collectie bijeen gebracht, allemaal Nederlandse grafiek, keurig in voorraad in haar lichte en plezie rig gerestaureerde galerie. Ik zag er in de vluchtigheid bladen van Berserik, van Kruiningen, Marte Röling, Ru van Rossem, Jeanne Oosting, Gene Eggen, Willem Snitker, A.Buytendijk, Hille- nius en ten Hope. Het is bereikbaar voor iedereen. Momenteel heeft Ina Broerse weer twee namen toegevoegd aan de lange lijst van exposanten. Jacques Vonk met schilderijen en Josien de Kruyff met kleine beelden. Wat Vonk betreft, hij kan schilderen en weet wat hij met een veelheid van kleuren kan doen. Zijn onderwerpen maken echter zijn schilderijen tot een wat regionaal ge bonden verbeelding, die irritaties op roept. Heerlijk zijn de stillevens ge daan, gewoon uit plezier om te schil deren. Bij zijn landschappen, welke hij bevolkt met boerse mensen, die naief moeten lijken, komt de literatuur Van veertig jaar geleden om de hoek kijken. Josien de Kruyff, die bij Gregoire en Esser studeerde, laat tussen haar vele kleinplastieken een boeiend en kostelijk beeldje van Koningin Wilhel- mina zien. Er is weinig fantasie voor nodig om in dit beeldje een voorstudie te zien van een groot beeld van deze opmerkelijke vrouw, als men nu toch besluiten zou zo'n monument in Am sterdam op te richten. Matthijs Maris De gemeente Utrecht heeft voor een bedrag van 70.000 gulden een schilde rij van Matthijs Maris aangekocht, „Doopgang te Lausanne" genaamd. Matthijs Maris leefde van 1839 tot 1917. Hij kan beschouwd worden als de grootste en de diepzinnigste van de drie gebroeders Maris. Dit is mede te danken aan het feit dat Matthijs lange tijd in het buitenland heeft ge leefd waardoor hij zich breder kon oriënteren dan over het algemeen de Haagse School-leden dat deden. Zijn werk neemt een heel eigen plaats in in de geschiedenis van de Europese kunst van de vorige eeuw. Het schilderij, dat nu in het Centraal Museum te Utrecht komt te hangen, ontstond tijdens de Parijse periode van de kunstenaar (1869-1877). Matthijs Maris verwerkte vaak herinnerings beelden in zijn doeken, zodat hij zich niet gebonden achtte aan het portret als zodanig. Daardoor ontstond er een synthese tussen romantiek, fijnzinnig coloriet en vergeestelijking. Het doek vormt samen met de be langrijke werken van de beide broers Jacob en Willem, een van de hoogte punten van de Nederlandse schilder kunst na 1850. Ze zijn tentoongesteld in de moderne afdeling van het Cen traal Museum aan de Maliebaan 42 te Utrecht. FRANS DUISTER. (Van onze correspondent) EINDHOVEN, 10 april De Tech nische Hogeschool is officieel verrijkt met een aantal grote en kleine beeld houwwerken van hedendaagse kunste naars. Het meest opvallende beeld is de „Vliegende Amazone" van Arthur Spranken, tussen het hoofdgebouw en het auditorium. Van dezelfde kunste naar heeft Eindhoven in de stads schouwburg al de zonnestier Zeer de aandacht trekt voorts het beeld „Seed" van Sj. Tajiri, bij de hoogbouw voor elektrotechniek. Tus sen het hoofdgebouw en de hal voor werktuigbouwkunde staat het beeld „vliegend" van Wessel Couzijn. Samen met een grote plastiek van Carel Kneulman nog niet pereed heb ben deze werken 200.000 gekost. In diverse lokaliteiten hebben voorts klei ne werken een plaats gekregen, van de kunstenaars Lancelot Samson, Nic Jonk, Th. Dobbelmann, Armand v.d. Helm, Marius van Beek, A. C. Sie gers, Cor Bekker, Aert Rietbroek, Ben Guntenaar en Theo v.d. Nahmer, ter wijl in de hal van het auditorium een bronzen „zuil" van Pomodoro is geplaatst. Een aantal van de kleine plastieken heeft nog geen ideale plaats. Een moeilijkheid is, dat de binnen ruimten van de strakke gebouwen weinig geschikte achtergronden bieden. In de naaste toekomst zullen nog middelgrote beelden en wandtapijten worden aangekocht. Buiten komt nog een beeld van Piet Killaars. Dit laat ste wordt geschonken door de bou wers; de overige kunstwerken worden bekostigd uit de gelden die bij over heidsgebouwen beschikbaar zijn voo» verfraaiing. Wsfoy. ,/.-M

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1967 | | pagina 5