geestelijke vader van de nieuwe encycliek Pater Lebrets strijd voor menseljjkheid Handleiding voor het maken van tv-reclame WIELEN Ongelukken te voorspellen FIAT 125 GELANCEERD Zelf auto wassen goed voor de lijn NIEUWE DATSUN-SPORTWAGEN Socioloog van de ^twikkelingshulp 1 OM WSBWIE3 KAPITEIN VOGEL VAN RIJKSPOLITIE n ZATERDAG 15 APRIL 1967 J c* A Pater Lebret op een van zijn vele reizen door de jonge staten van Afrika. De bekende socioloog- econoom stelde zich namelijk niet tevreden met het geven van theoretische richtlijnen, maar wenste ze aan de praktijk te toetsen. AUTO-ONGELUKKEN zijn te voorspellen. Hoe? Het antwoord geeft kapitein A. C. Vogel, com mandant van de sectie Bijzondere Verkeerstaken van de Rijkspoli tie. Hij zegt: „wanneer na een zonnig weekeinde grote aantallen Duitse toeristen huiswaarts keren en samen met de Nederlandse be zoekers over de autosnelweg naar huis rijden, is de toestand als volgt: VIC. SNIEKERS In het najaar worden in ons land de eerste exemplaren verwacht van de nieuwe Fiat 125, die zojuist in Italië ten doop is gehouden. De ruime vijf-persoons wagen heeft een nieuwe 4-cylinder motor met een inhoud van 1608 cc en haalt een topsnelheid van circa 160 kilo meter per uur. De Fiat 125 komt in de produktielijn van Fiat te liggen tussen de 1500 Comfort en de 1500 L 1800 B. De produktie van de 1500 Comfort wordt normaal voortgezet. De wagen heeft een vier- versnellingsbak met rondom schijfremmen. De importeur kon ons nog geen richtprijs noemen van deze jongste aanwinst van de Fiat-stal. I wffjff - ■■BiÉÉiiBlNM Datsun heeft aangekondigd, binnenkort een nieuwe twee-liter sportwagen op de markt te brengen, de Datsun 200. Onder de sierlijke kap van deze nieuwe Japanner ligt een twee liter motor, die voor een snelheid van meer dan tweehonderd kilometer per uur kan zorgen. oO^. (Van onze correspondent) april Het bijzondere de vi f^n^euwe encycliek die ook \Vordt e sociale encycliek genoemd ideeë ^St o.a. in het feit, dat dé lijlSe n van de personen die de pause- \v00rr] auteur hebben geïnspireerd, do0r ïf worden aangehaald of term; gebruikte argumentatie en Ch «ologie bekend zijn: De Lubac, tajn U' Teilhard de Chardin, Mari- •O vooral de grote socioloog en eetl °0rn, tevens pleitbezorger van °htwtfreldomvattende ..menselijke" brPt v^kcbngspolitiek, pater L. J. Le ft ee)lcj z'Jn allen Fransen, bezield door pa 'etfde zorg om het menselijke als een c<"' wiens beroemde woord even tan aan9ehaald wordt: ,,De mens de mens oneindig te boven". d<? encvcliek zelf en haar speci- *0u 0nderwerp heeft echter niemand dro0e' can gedachten en visies bijge- taJLen als Vater Lebret, wiei\s naam „?act9 de dag merkwaardigerwijze ds bijna vergeten is. ''ij t °verleed vorig jaar juli, nadat de prt tevoren en in het najaar 1965 a"s had ontmoet, die in de tus- 'Jd zijn vele werken zeer grondig ,fd bestudeerd. Lebret mocht de W«i rij- tei Van misschien zijn mooiste gees- 'Jlce vrucht niet meer beleven. Hij erf zonder dat de wereld aan zijn ®"9aan bijzondere aandacht schonk. is daarom zeker een morele ju^ht deze grote en omvattende geest hun na het verschijnen vaP .;Populo- rjj11 Progressio" nog eens in herinne- betS te roepen en velen wellicht voor te' eerst op deze merkwaardige man „Rijzen. Voor er nog zoiets als een cLf tvikkelingspolitiek" bestond, voor- \y de term derde wereld" geschapen S| kwam deze Dominicaan, zoon van jO Bretons zeeman en oorspronkelijk dona'r eo®cier' reeds 6p voor de tau? idende mensheid in de onderont- Jjitelde gebieden, djg °0r Josué de Castro was hij het, WiMVoor het eerst het wereldgeweten Éion wakker schudden door van de lyaiger in de wereld te spreken. Hij een van begin af aan overtuigd, dat tlad zuiver technisch-economische be- vraalng van de maatschappelijke ugstukken onvoldoende is. r, ln aeid, de diepe humane bezield- varT' d'e het christelijke denken Cha»Jtrote Fransen als Teilhard de hiert* Maritain en De Lubac ken- 'h de drong er s,teeds op aan Vdkv ,acon°mische vooruitgang en ont- te VBey.ng hooit de mens uit het oog ten 'hezen: de beroemde en ver bui- mee rankrijk bekend geworden ge- die chaP ..Economie et Humanisme" een ?13 leidde, droeg haar naam als Va Ujke 19« richtte zich deze mense- bens 'S om de ontwikkeling van de Voor pa? de Derde Wereld: in een higing r Lebret kenmerkende vere- Verantu.natl studie, geestelijk-moreel besef z- ordelijkheids- en solidariteits- j°nge actje trok hij erop uit om de deride a?den in Afrika en de noodlij- C0ri Volkeren in Latijns-Amerika door 1;„ 'C'ete medewerking aan ontwikke- hgspiannen te helpen, j., ij Was het die het eerste vijfjaren plan voor Senegal en Libanon ont- j erP. die in Brazilië urbanisatiepro- Vcten uitwerkte, die in vele Latijns- Werikaanse landen de regeringen lij- tree raPP°rten over planificatie, indus- ahsatie etc. voorlegde, die overal met een grote groep van medewerkers en deskundigen aanwezig was, advi serend, leidend, inspirerend en stimu lerend. Wie ooit met Latyns-Amerikaanse leiders van Mexico tot Santiago de Chili sprak, zal getroffen geweest zijn hoe vaak hij twee namen tegenkwam, niet alleen bij katholieke sociologen, christelijke vakbestuurders of christen democratische politiei, ook bij rege ringsinstanties en in universitaire kringen: Jacques Maritain en Père Le bret.. De eerste inspireerde de chris tenen op het algemene maatschappe lijke en staatkundige vlak, terwijl Le bret een symbool en oriënteringspunt tras voor de gehele ontwikkelingspoli tiek. Door zijn grootse en onvermoei bare arbeid verwierf Lebret in de lan den van Azië, Afrika en Latijns-Ame rika een naam, die hij ook vandaag nog niet in het westen bezit. Indien zowel voor Maritain als Le bret het uitgangspunt van zijn denken de diepe eerbied voor de menselijke persoon en haar waardigheid is, kort om hun „integraal humanisme", dan geldt vooral voor Lebret, dat hij dit mens-zijn altijd zag als wezenlijk geïn tegreerd in, mede gevormd door en levend uit de gemeenschap. Zijn per soonsbegrip was communautair op de gemeenschap gericht en uit de ge meenschap levend. Men heeft daarom „Economie et Hu manisme" vaak met opvattingen van het traditionele socialisme willen ge lijkstellen en het is daarom ook geen toeval, dat de veroordeling van het Liberalisme in de encycliek en de be klemtoning van de plicht tot universele solidariteit door de communisten opge vat wordt als „erkenning van stellin gen, die altijd door het marxisme wer den verdedigd". In werkelijkheid is het integrale en solidaire humanisme, waarvan Lebret uitgaat, niet in pasklare politieke doc trines op te vangen en is zeker niet te vereenzelvigen met een marxistisch collectivisme, waarin de persoon, de mens niet meer zijn waarde bezit. Hierin ligt de bezielende kracht van het denken en het werk van Lebret, dat hij aan de ene kant nauwkeurig uitgewerkte ontwikkelingsplannen voor de landen in de derde wereld ontwierp, tegelijk echter door zijn gemeenschaps- en solidariteitsbegrip precies beant woordde aan een nood en een behoefte van deze volkeren: de massa's onder ontwikkelde, ondervoede, slecht gekle de en slecht behuisde mensen kunnen alleen in en door menselijke solidari teit een nieuwe toekomst tegemoet gaan. Lebret gaf hun de hoop en bood hun het bewijs dat deze toekomst niet onbereikbaar is. filmen op een kasteel (Van onze marketingmedewerker) t Het ZEVENTIENDE-EEUWSE kas- *krh Nederhorst den Berg heeft heef tyden gekend. Lange tijd d llet er naar uitgezien, dat de le0 burcht het eens zou moeten af- tegen de tijd. Nu is er nieuw Per71' *n de 9an9en waar een oude P zeimeling van klokken bijeen is Tr^ht lopen nu aardige meisjes in tieul~r°kjes. Meisjes met veel artis- he?e begaafdheid. Druk bezig bij Voorbereiden van de produktie 3e j te^evisiespots, die daar bijna aan j lopende band worden gemaakt. Vah a en torenkamer is de werkkamer <Wf directeur van dit produktiebe- Stiid'. >da* iedereen kent als Toonder '°'s. Vroeger geherbergd in onder- de-maatse ruimten aan de Gelderse kade in Amsterdam, nu sedert een jaar gehuisvest in een stuk verleden. Een merkwaardige overgang? Mis schien, maar het moest er wel van komen want de nieuwe directeur Bert Kroon, die gewend was aan de werk omgeving bij Geesink, kon werkelijk niet wennen in de Amsterdamse bin nenstad waar het toch eigenlijk maar behelpen was. De naam van Kroon is nu verbonden aan het kasteel, aan het filmen en aan een boek Een boek, dat met een gevoel voor commerciële noodzaak blijkbaar op het juiste mo ment is verschenen. Een boek voor mensen die met televisiemaken te ma ken hebben. Mensen op reclamebu reaus, mensen die grote opdrachten voor televisiereclame moeten geven, voor mensen die hopen dat ze met die reclame hun omzet zullen zien stijgen. Bert Kroon zegt: „Ik geloof, dat we nu door het dieptepunt heen zijn en dat de televisiespots zienderogen be ter gaan worden. Gelukkig hebben wij veel ervaring kunnen opdoen door de jarenlange produktie voor Duitsland en Engeland, maar bij reclamebureaus schortte er in het begin nog wel het een en ander aan. Dat is begrijpelijk. Ook daar moet men het leren en je leert het niet door zo nu en dan eens even over te wippen naar Engeland." ,,Bent u voorstander van het inscha kelen van reclamebureaus, want men hoort ook wel eens zeggen, dat een adverteerder vaak evengoed meteen met de produktiemaatschappij kan gaan praten." „Op het eerste gezicht lijkt daar wel wat in te zitten en sommige grote adverteerders maken inderdaad geen <ijaor DAS SNOtP/C' HIEMAtJO UOEMT ME NU 'NS LIEVERDJE VERHIP I gebruik van de diensten van een bu reau, maar in het algemeen werkt het zeer redelijk en op den duur zelfs zeer goed, omdat de filmmaatschappij zich niet zal verbeelden reclamedeskundige te zijn. Dat is het bureau. En de bes te resultaten worden dan ook bereikt wanneer beide zich met hun eigen za ken blijven bemoeien." Een aantal spots die door Marten Toonder onder supervisie van Bert Kroon zijn gemaakt hebben al een ze kere vermaardheid, onder meer de beschuitspot „Ik wil bolletje" en de spot, die op de Westduitse televisie verschijnt over de Duitse lotto. Heel veel getekende poppètjes hebben leren lopen in de school van Toonder. Wat zijn boek betreft ziet het er naar uit dat er een grote vraag naar zal zijn. Een handleiding voor het maken van TV-commercials noemt de schrij ver het. Dat is juist. Meer is het niet, meer pretendeert de auteur ook niet. Alleen de uitgever doet er nog een schepje bovenop en noemt het nu juist een handboek. Fout, het is overdre ven, het is eenvoudig niet waar! In,TV-reclame maken'zegt Bert Kroon veel zinnige dingen en wie zich even als het jongetje dat zo nodig bolletje moet, door hem laat leideA wordt be hoed voor heel veel dwaze beslissin gen. Overigens het is een stukje haast werk haastwerk is in reclame en televisie geen onbekende want er is altijd de kans dat er een ander op hetzelfde slimme idee komt. Overigens is dit werkje beslist niet het laatste woord op het punt van de televisie reclame. De schrijver zal waarschijn lijk ook weinig tijd hebben zich aan een werkelijk handboek te gaan wij den. Wie een niet onbelangrijk deel van de totale behoefte aan televisiespots wil produceren heeft wel wat anders te doen. Er zullen voor de Nederland se televisie alleen 1500 tot 2000 spots nodig zijn en daarvan kom en er zo'n tien procent uit de zalen van het kas teel onder de rook van Hilversum. Voor veertig mensen geeft dat handen vol werk en men zit beslist niet om werk verlegen. Werk genoeg aan de winkel. Ook voor beginnende cineasten? ,,Ja, ook voor jonge filmers en we schakelen nogal eens jongere krach ten in. Eerlijk gezegd zijn de erva ringen met hen niet ongunstig. Beter, dat ze als free-lancers voor een ge renommeerde produktiemaatschappij gaan werken, dan als zelfstandige pro ducent, want dan zijn de financiële en organisatorische moeilijkheden wel eens heel groot." Bert Kroon: TV-reclame maken, 170 pp. Uitg. J. H. de Bussy, Amsterdam, 1967, 19,50. Gemiddelde snelheid ongeveer 80 kilometer per uur; Te korte onderlinge afstanden (in vele gevallen bumper aan bumper). Door de zon, de zee en de buiten lucht vermoeide bestuurders. Huilende kinderen. Veel „zondags-ruiters". Ergernis bij velen, omdat het niet vlug genoeg gaat. Wanneer dan de lucht betrekt en het gaat regenen, terwijl bovendien de schemering intreedt is het zover. Botsen. Je kunt er de klok op gelijk zetten. Zet het materieel alvast maar klaar". De voornaamste fout, die door de Nederlanders (èn de buitenlanders) op onze autosnelwegen wordt gemaakt, is, dat men te weinig afstand houdt. Het is de éérste fout van de „Zwar te Zes". In ruim veertig procent van de ongelukken op de autosnelwegen is juist dat onvoldoende afstand hou den de oorzaak. Het is, zegt kapitein Vogel, een voor de politie moeilijk te „grijpen" overtreding, maar het is de basisoorzaak van een van de speci fieke autosnelweg-ongevallen, de ket tingbotsing. Het is overigens een misvatting te veronderstellen, dat een kettingbot sing wordt gevormd door een aantal met elkaar in botsing geweest zijnde voertuigen. Het beeld is meestal als volgt: een paar auto's zijn op elkaar gereden. Dan volgt een aantal voer tuigen, dat normaal (of juist nog op het nippertje) zónder botsen tot stil stand is gekomen. Dan weer een aan rijding enz. Zo lang de verkeersstroom van au to's, die met een vaart van 100 kilo meter over de snelweg stuiven, maar niet wordt onderbroken, is er niets aan de hand. Maar bij een onderbreking ontstaan de moeilijkheden. Een pech- geval. Een schuivende lading. Een wegherstelling. Bovendien hebben uit gebreide onderzoekingen aangetoond, dat er op elke 100 achter elkaar rij dende automobilisten altijd wel een paar zijn, die toevallig omkijken, in druk gesprek zijn gewikkeld enz. enz. Is de afstand tot de voorrijder dan te gering, dan beginnen de moeilijk heden. „Nog te véél" aldus kapitein Vo gel, „bestaat het verkeer op onze autosnelwegen uit een aantal huisjes op wielen, die min of meer onafhan kelijk van elkaar opereren. De contac ten over en weer zijn nog te veel vin nige claxon en lichtsignalen, boze ge zichten en tikken tegen het voorhoofd. Ik heb wel eens gedacht aan een nieuwe actie „Samenspel". Is dat geen suggestie voor de toekomst?" DAT HEEL WAT NEDERLANDSE automobilisten duidelijk de mentaliteit „ik-ben-beter-dan-de-rest" hebben, is weer eens duidelijk gebleken tijdens het onderzoek, dat Intomart onlangs, vóór het begin van de nieuwe actie „Zwarte Zes" instelde om het effect van de tv-filmpjes té testen. Er wa ren circa 150 personen bij het onde> zoek betrokken. De helft van hen (da mes zowel als heren) reed minder dan 20.000 kilometer per jaar, de andere helft méér. Het gemiddelde cijfer, dat deze test groep aan de Nederlandse automobi list toedacht voor „algemeen verkeers gedrag", was 6,1. Het cijfer dat men zichzelf gaf, lag gemiddeld op 6,9. „De dames", aldus de heer J. Nijstad van het bureau Intomart, „hadden sterk het gevoel beter te zijn, maar de he ren nog véél sterker. Opvallend was het, dat de jongeren kritischer ston den tegenover anderen, maar óók te genover zichzelf". .AL<V. vX...vbv. L>. ■- NEDERLAND TELT op het ogen blik ongeveer 1,6 miljoen automo bilisten die er (enkele uitzonderin gen daargelaten) prijs op stellen met een schone automobiel rond te rij den. Nederland telt echter ook maar een betrekkelijk klein aantal parti culiere garages, waarin men ook bij slecht weer de wagen een goede was beurt kan geven. Gevolg: als het zon netje eens mild wil schijnen op een vrije zaterdagmiddag, staat autorij dend Nederland, voor zover het op onze volgepropte wegen niet onder weg is, gezellig aan de was. In de woonwijken staan ze wagentje- aan-wagentje en mannetje-aan-manne- tje. We boenen vlijtig op ons status symbool. Soms veel te vlijtig. Het is hartverscheurend om te zien, hoe som mige amateur-wassers de lak van hun mooie auto met bijtende en schurende middelen te lijf gaan, niet beseffend, dat autolak ook maar een kwetsbare substantie is, die met verstand moet worden behandeld. Les één: als u een nieuwe wagen hebt, blijf dan de eerste maanden uit de buurt met poetsmiddelen. De lak moet immers een hardingsproces door maken en is vooral in het begin zeer „ontvankelijk" voor allerlei slijpmidde- len. Les twee: bezuinig nooit op water. Het is helemaal niet stoer om een hele auto met één emmer water te kunnen wassen. -Liever honderd liter dan vijf- tig. Liever een (niet te hard) water straal dan emmertjes. Het vele water spoelt immers al het vuil van de auto weg en voorkomt, dat dit vuil als een soort slijpmiddel gaat fungeren als de auto ijverig wordt gewassen. Les drie: kies het wasmiddel met verstand. Heel wat middeltjes, die het bij de huisvrouw in de keuken erg goed doen en veel schuim geven, zijn te scherp voor de autolak. Er zijn speciale auto-shampo's in de handel, waarmee u beslist geen gevaar loopt. En dan: ga de auto niet met zeep te lijf, als u niet van plan bent om daarna weer een nieuwe waslaag op de lak aan te brengen. Die waslaag is nood zakelijk ter bescherming. Er zijn ver* schillende manieren om die waslaag aan te brengen. De manier die u de meeste moeite kost, geeft ook de beste en langdurigste" bescherming. En is wellicht ook het beste voor de gezond heid en de slanke lijn van de automo bilist, die over het algemeen veel te weinig doet aan lichaamsbeweging. Het goed wassen, schoonmaken en in de was zetten van een auto is een karwei, dat vele uren vergt en heel wat zweetdruppeltjes kost, maar dat toch ook moet worden gezien als een ge zonde ontspanning van de automobilist. Soms is het véél spannender dan inha len, voorrang geven, claxonneren, rem men en schakelen. Wie de auto in de was zet, dient er goed op te letten, dat hij niet met de doek waaraan zich siliconenwas kan bevinden, aan de ruiten komt. Maak van de gelegenheid meteen gebruik, om de wagen van binnen eens goed schoon te maken. Een spons met een beetje schuim doet vaak wonderen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1967 | | pagina 21