Communicatie-stoornis bij afscheid van Feijenoord-trainer
frchwepp
Jeugdtrainer
Ben Peeters
mogelijk
opvolger
TOPFUSIE LIJKT ONWAARSCHIJNLIJK
Wnavond: beraad van Xerxes
över samengaan met DHC '66
Nieuwe opzet
waterpolo-
competitie
Armoe KNAU
FRANS
SLAAT
JUTTE
TERUG
SIEP BOLMAN TERUG IN BESTUUR K.N.Z.B.
Zwembond onderschat waarschuwing
van NSF over gevolgen jeugdzwemmen
Bonden willen
amateurnormen
zelf bepalen
Reclame bij korfbal?
Drie spelers gevoegd
bij selectiegroep
MAANDAG 24 APRIL 1967
ROTTERDAM24 april For-
fee a 'H werkte niet mee aan een
tr^m afscheid van Feijenoords
e)l*ïler Willy Kment. Zonder
\®e fantasie of inspiratie liet
t!mh^ d°or een gemakkelijk
hu lerend, maar opnieuw moei-
jjj tot scoren komend Feijenoord
dg* 3-0 verslaan. Fortuna bleef
tno dehele wedstrijd met negen
ttrn. in de buurt van het eigen
trj'l^chopgebied. Mede daardoor
iw a^ure- Niettemin
J Kment de spelers verzocht:
'negens, ik zou het fijn vinden
(v fallie vanmiddag, als afscheids-
l^jeau, een mooie wedstrijd spe-
Dan kan ik dié herinnering
naar Noorwegen nemen".
5 Vall
Sportief....
elegant
gedistingeerd
sfeer waarin
Schweppes
thuishoort
TE LAAT
WEEMOED
HP
m
Voor het laatst volgde hij de verrichtingen van de Feijenoord-spelers.
Het werd geen festijnzoals Willy Kment had gewild.
'VS iniet' z°ais dhc >66' een
bhslu«e»"
ALLEEN
MAARTEN DE VOS
HOGER PEIL
OLYMPUS
UTRECHT, 24 april De veer
tien wyze mannen achter de groe
ne tafel kijken opgewekt als
zwembonds-voorzitter Jan de
Vries, ter inleiding van de alge
mene vergadering van de Ko
ninklijke Nederlandse Zwem-
Bond, gewoontegetrouw geit en
kool spaart. De afgevaardigden
in de zaal spinnen tevreden.
DE VRIES
geen reclame
FRANS NYPELS
Twee horloges voor kment
(Van
onze speciale verslaggever)
lichA is er niet van gekomen. De op
leks aa*e doelpunten van Bild, Ven-
ij>ren Haak bleken, evenals de
Haa "delende demonstratie van de snel
''in ri6en nieuwe top groeiende Mou-
W daarvoor onvoldoende. Kment ver
gaf de spelers niets. Integendeel. Hij
Scha Feijenoord weg in de weten-
WA dat verreweg het grootste deel
hirj Waardeert. Een greep uit de me-
aanvoerder Veldhoen: „Geen
's A" Woord over hem. Als je hem
®n "is om drie uur uit zijn bed belt
W® vraagt hem of ie naar het veld
het _v°or een extra-training doet ie
a* ^garandeerd"
- eh: „Een hele fijne trainer";
het jonge
talent
Van
„Een sympathieke kerel, die
i'in S°TS wel eens moeilijk had". Er
u'teraard, ook spelers die be-
V°0H?n te§en ^ment hebben. Zoals bij-
to>iri '.d Libregts: „Kment is. een bij-
is jj.?1, ijverig trainer. Maar misschien
te veel Oostenrijks. Ik bedoel
tot,-,111®6, dat hij wat te veel op per
ils a succes uit is. En daarbij wel
fce6t" °Pb°uw in een vereniging ver
sla v.
net duel tegen Fortuna '54 om
ADVERTENTIE
A..-''AV-C..
INDIAN TONIC SODA»
GINGER ALE (Sweet and Dry)
b. Schweppes (Genval) Ltd. Nederland
/''"Uwstraat 131 Den Haag Tel. 070-1S0558
kwart voor vier, was Kments taak bij
Feijenoord officieel ten einde. Op een
geïmproviseerd afscheidsbijeenkomst-
je na afloop na. Zijn verzoek aan het
bestuur hem enkele maanden eerder
vrij te laten, dan in het contract is
aangegeven, werd aan het begin van
deze maand ingewilligd. Manager
Brox: „We hebben begrip voor de
motieven van Kment. De competitie in
Noorwegen start al op 2 mei. Het is
voor hem beter als hij met ingang van
die datum met zijn werkzaamheden
gaat beginnen". Tot het eind van het
seizoen neemt Ben Peeters, al jaren
lang de man achter de opvallende suc
cessen van Feijenoords jeugd, de tech
nische leiding van Kment over. Het
ziet er naar uit, dat, wanneer Peeters
voor deze „proef-periode" slaagt, hij
voor het komend seizoen een vaste
aanstelling krijgt. Hoewel Brox min
der definitief was: „laten we zeggen,
dat inderdaad met die mogelijkheid
moet worden rekening gehouden". In
tussen heeft Feijenoord al een nieuwe
trainer gecontracteerd. René van Eek
(28), vroeger speler van Hermes DVS,
krijgt de taak zich het komend seizoen
met de jeugd bezig te houden.
De op til zijnde veranderingen in de
boezem van Feijenoord komen te laat
voor Kment. Hij tekende twee maan
den geleden een contract voor drie
jaar als bondstrainer in Noorwegen,
waar hij al eerder werkte. Donderdag
rijdt hij met de wagen naar Kiel en
stapt vandaar op de boot naar Oslo,
waar hem een compleet ingerichte,
nieuwe woning wacht. Hij zegt: „lk ge-
loof, dat ik op tijd bij Feijenoord ben
weggegaan. Hoewel, als ik had gewe
ten, dat de nieuwe opzet, zoals ik die
altijd heb gepropageerd, er door zou
komen, had ik nog best twee jaar bij
Feijenoord willen blijven".
Gevoelsmens Kment had gisteren
een moeilijke middag. Hij wilde daar
voor niet uitkomen: „Ach dat is het
lot van een oefenmeester. Als je er-
geins een jaar of drie, vier heb ge
werkt is het tijd om vérder te gaan"
Dat vond Brox ook: „Ik heb nog te
gen de jongens gezegd: je moet dat
niet te sentimenteel zien. Voetbalbusi-
ness is nu eenmaal kei- en keihard".
De vaak als „vijandig" gekwalificeer
de relatie tussen Brox en Kment is
overigens goed. Brox is óók uitgeno
digd voor het feestje, dat spelers en
trainers dinsdag in een zorgvuldig ge
heim gehouden etablissement in de
Rotterdamse binnenstad gaan aanrich
ten. De kosten worden betaald door
Kment, de spelers en een gedeelte van
de inhoud van Feijenoords boetepot,
dit seizoen door o.a. de affaire Ro-
meijn-Israel rijkelijk gevuld.
Omdat sentiment een onder Rotter
dammers weinig voorkomende zaak
heet te zijn, was er bij Kments laat
ste optreden nauwelijks opwinding. Er
was geen applaus van de 28.000 toe
schouwers, voor wie het beeld van de
met een hip suède-hoedje geklede, aan
de lijn trippelende Wener niets onge
woons had. De spelers maakten later
veel grapjes, dat wel. Er werd bij
voorbeeld gevraagd of Kment op het
feest zou komen, als Feijenoord dit
seizoen tóch nog landskampioen zou
worden. Waarop hij antwoordde, wij
zend op Brox: „Natuurlijk, maar dan
ga ik eerst mijn premie halen".
Er was, af en toe, toch de wee
moed. Het reservebankje, de kleedka
mer, de catacomben van Feijenoords
stadion. Kment heeft er bijna drie jaar
„gewoond". Hij heeft er de successen
meegemaakt. Landskampioenschap.
Europees bekervoetbal. Zoals Kment
ook de periode van vieir jaar bij VVV,
dat onder zijn leiding de beker won,
en de twee seizoenen bij DOS ophaal
de. Hij zegt: ,,lk vind Nederland een
heel fijn land, waar ik graag heb ge
werkt en waar ik graag wil terug ko
men. Het Nederlands voetbal kan het
ver brengen. Omdat de mentaliteit bij
de spelers goed is".
Kmént verheelt ook niet, dat hij bij
Feijenoord teleurstellingen heeft ge
kend. Hij wordt verbitterd als hij
spreekt over de kritiek, die hij in vele
gevallen onbillijk vond. Hij kijkt dan
ook met vreugde naar da nieuwe Noor
se periode. „Ik heb me de afgelopen
weken herhaaldelijk laten informeren
over het Noorse voetbal. Mijn plannen
heb ik al aan de Bond voorgelegd. Ik
ga rustig opbouwen. Jong Noorwegen,
het elftal tot 23 jaar, krijgt mijn volle
aandacht. Ik heb in Noorwegen veel
vrienden. Ik mag wel zeggen, dat ik
in heel Skandinavië een goede naam
heb. Dat vertrouwen hoop ik te recht
vaardigen door goede resultaten in de
komende interlands tegen Finland,
Portugal, Bulgarije en Zweden. Mis
schien ook eventueel tegen Neder
land".
Het betoog van Kment werd in
Feijenoords restaurant herhaaldelijk
onderbroken door mensen, die „hem
veel succes in Noorwegen toewens
ten". Het ging allemaal duidelijk in
formeel. Zoals ook de laatste bijeen
komst met het bestuur een informeel
tintje had. Vrijwel onopgemerkt ver
dween Kment naar een hoekje van de
bestuursruimte, samen met Feijen
oords bestuursleden. Tien minuten la
ter kwam hij terug. Een komische dis
sonant was „geboren". Terwijl Haak
op verzoek van Kment al een horloge
als een afscheidscadeau heeft gekocht,
was het bestuur op dezelfde gedachte
gekomen. Manager Brox sprak veront
schuldigend: „Wij hebben rekening ge
houden met die mogelijkheid. Daarom
hebben we er ook geen inscriptie in
laten aanbrengen". Kment, het doosje
wat beteuterd in de hand, reageerde
nuchter op dit treffend staaltje van
(Van onze sportcorrespondent)
ZAANDAM, 24 april De Olympi
sche selectiegroep (amateurs) is thans
uitgebreid met de talentvolle voetbal
lers De Vries (ZVV), Leget van UVS
en doelman Bos van Vlissingen.
Dit seizoen spelen de Nederlanders
in het kader van de voorronden voor
het Olympisch toernooi in Mexico te
gen Finland. De verwachting is, dat
de spelers van de Olympische selectie
amateur blijven. Eerder gaven de
gebr. De Wit van ZVV dit reeds te
kennen.
Naast deze selectiegroep is er een
kernploeg, waaruit het Nederlands
amateurelftal wordt gevormd. Dezer
dagen oefenden de amateurs tegen
HVC, dat met 3-1 verloor.
(Van onze verslaggever)
feöi JTERDAM, 24 april Naar aan-
V °hd Van e door de Stichting DHC
eJhiug.Toornen pogingen om in sa-
met Xerxes te komen tot
U^'^evoetbal in Delft, gaat het
va.n de Rotterdamse eredivi-
a bejJn}9ing zich vanavond over zijn
•>T''*ftt n houding beraden. Xerxes'
H. Keeven kon nog geen
Sen doen over het door het
(jp te bepalen standpunt. „We
be eatifc Ze.} °ok voor ons zeer actuele
ij11 tig u'tv°erig bestuderen. We heb-
h*chikk-te Weinig gegevens tot onze
t, X3orCfri9 om ons nu al een mening
'etAeh eri-" Wél maakte de heer
<6 sa~f-idelijk, dat er van een vol-
>v "iongaan 'tussen beide vereni-
h "e>i
«ti>bl»e,^n sprake kan zijn. Xerxes
%„fe8st' 2on het bestuur van Xerxes
^5 Zq[ hebben voor een topfusie,
otterVSt e ledenvergadering van
en i hamse club tot een splitsing
b 'eh i,etaa.ld- en amateurvoetbal
stuur van de Stichting DHC
'66 heeft gisteren een communiqué
uitgegeven. Er wordt in gezegd, dat
de Delftse semi-profclub contact heeft
gezocht met „enkele leidinggevende
functionarissen" van Xerxes. „Het
plan," aldus het communiqué, „be
staat te komen tot een nieuwe stich
ting, die het ere-divisievoetbal binnen
de Delftse muren zal brengen."
Aangezien het bestuur van de Delft
se stichting zich van verder commen
taar onthoudt, kan men slechts gissen
naar het stadium waarin de onderhan
delingen tussen de Delftse en Rotter
damse bestuurderen verkeren. Wel
spreekt uit de taal van het commu
niqué de wens van DHC, dat Xerxes
na een eventuele fusie met DHC '66
zal gaan spelen in het Delftse sport
park Brasserskade, dat in I960 in ge
bruik werd genomen en accommoda
tie aan circa 17.000 toeschouwers biedt.
Dit zou dan tevens kunnen inhouden,
dat er in de Maasstad een amateur
vereniging Xerxes zal blijven bestaan.
Bij DHC is de splitsing van semi-
profs en amateurs reeds vorig jaar
een feit geworden en sedertdien spe
len dé amateurs in de vierde klas.
De financiële situatie van DHC '66 is
weinig rooskleurig, want nog altijd
onthouden gemeente Delft en indus
trie zich van financiële steun aan de
stichting, die daarom reeds enkele
malen heeft verzocht. Het bestuur van
de stichting DHC '66 laat derhalve
geen mogelijkheid onbenut om te fu
seren, teneinde op deze wijze het be
taalde voetbal in Delft een wat vas
tere grond onder de voeten te geven.
Enige maanden geleden liet DHC
'66 bij de moeilijkheden van Holland
Sport in Deri Haag reeds weten, dat
een fusie met deze vereniging niet on
aantrekkelijk zou zijn, mits Holland
Sport naar de eredivisie zou promo
veren. Thans is dus contact gezocht
met Xerxes, al schijnen de bestuur
ders van beide clubs al lang met el
kaar te spreken. Ook Xerxes verkeert
namelijk in moeilijkheden. De Rotter
damse vereniging beschikt over geen
eigen terrein en heeft eerder dit sei
zoen al eens bij DHC getraind. Het
lijkt de vraag of DHC '66 zonder fi
nanciële hulp van buiten af het nog
lang in het betaalde voetbal zal red
den.
gebrek aan communicatie in de club
Feijenoord: „Ik ruil hem in voor een
Zaanse klok".
Klokslag zes uur verdween Kment.
Het was stil rond het stadion. Kment
zei nog: „Als ik eerlijk ben moet ik
toegeven, dat ik wel aan Feijenoord
ben gaan hechten". Er waren geen
bloemen bij het stille afscheid van
Kment. Logisch eigenlijk. De doem
Van de toptrainers is vaak, dat zij
door vele landen worden gejaagd. Als
een nomade laat Kment de keurige on
persoonlijke flat in het grijze Lombar-
dijen achter. Zelfs hond Suzy heeft
Kment moeten verkopen. Kment zegt:
,.Ik ben een gevoelsmens. Sag beim
Abschied leise Servus. Zelfs als trai
ner. Afscheid doet pijn. Vooral straks.
Als ik alleen ben".
(Van onze verslaggever)
UTRECHT, 24 april Tijdens de
algemene vergadering van de Ko
ninklijke Nederlandse Zwem Bond
hebben de afgevaardigden het bonds-
bestuur gemachtigd de voorgestelde
reorganisatie van de waterpolocom-
petitie van 1968 door te voeren. Die
reorganisatie beoogt de waterpolo-
competitie interessant te maken voor
een breder publiek en zal, zo haar
verdediger de Alkmaarder Klaas v.
d. Pol betoogde, het peil van het club-
waterpolo verbeteren.
De nieuwe competitie-opzet, die ove
rigens tal van lastige problemen ople
vert, omvat de volgende wijzigingen:
a. concentratie van de zomercompe
titie in de periode van 1 januari
tot 1 juli;
b. concentratie van de speeldata op
de zaterdagavond;
c. uitbreiding van de hoofdklasse tot
twaalf verenigingen en samensmel
ting van de twee eerste klassen
(ieder acht clubs) tot één klasse
van twaalf.
De problemen schuilen in de vast
stelling van de minimale maten van
de speelvelden. Er zijn tal van badin
richtingen, vooral de oudere zwemba
den, die niet aan de gestelde minima
voldoen. De clubs die hier domicilie
houden zullen, indien de commissie
Sportzaken van de KNZB geen dispen
satie verleent, hun thuiswedstrijden el
ders moeten spelen. Grootste struikel
blok is de diepte van bepaalde baden.
Veel oudere inrichtingen, die over een
vrij groot ondiep gedeelte in hun bas
sin beschikken, zijn ongeschikt voor
waterpolo. De grèns die de commissie
Sportzaken aangeeft is 1.80 meter.
Toch brengt deze reorganisatie licht
in de duisternis van het afzakkende
clubpolopeil. Al vele jaren bestaan er
grote bezwaren tegen de wijze waarop
de zomercompetitie wordt afgewerkt.
Bezwaren tegen het spelen van twee
of meer competitiewedstrijden in één
week tengevolge van afgelastingen in
het begin van de competitie wegens te
koud water. Bezwaren tegen het spe
len van competitiewedstrijden tijdens
de zomervakantie. Botsingen van de
belangen van het Nederlands zevental
en van de clubs, die touwtrekken om
hun beste spelers.
In zijn verdediging zei Klaas v.d.
Pol, voorzitter van de- commissie
Sportzaken: „Het is voorgekomen, dat
een ploeg van de tegenstander moest
horen, dat het kampioen was". En:
„Waterpolo is, op de oude wijze be
oefend, totaal oninteressant". Tot slot:
„Belangrijk streven is clubwaterpolo
op hoger plan te brengen. De trainer
van het Nederlands zevental zal daar
dan ongetwijfeld de vruchten van I
plukken." Alle verzet kon Van der
OMTRENT HET GETAL der Vrien
den van Olympus weet ik niets. Dat
der Vijanden is duidelijker. Het stijgt
met het vorderen der maandagen.
Maar gelukkig alléón onder hen, die
zich mijn kwalificatie: „sport-popen
met baarden van hier tot gunder" op
het lijf geschreven voelen. Bij de kwar
taal-inventarisatie dezer vijandschap
viel mij de naam van Frans Jutte
op voorzitter van de Koninklijke Ne
derlandse Atletiek Unie. Een aardige
man. Hartelijk. Keurig in 't pak. Goed
voorkomen ook. Hij heeft bij mijn
weten in zijn leven maar één fout ge
maakt: hij werd president van de KN
AU. Dat doende, trad hij in een gebied
waar niet de aardigheid of de bemin
nelijkheid, doch de functie telt. En
waar met scherp wordt geschoten op
een iegelijk, die zijn ambities niet met
vakbekwaamheid dekt. Een maand of
wat geleden, tijdens de jaarvergade
ring van de Unie, stond die aardige
man Jutte over de voltooid verleden
tijd te neuzelen, alsof het de actuali
teit gold. Hij had veel van een pas
toor, die tijdens een beat-mis de be
minde gelovigen oproept de vereniging
van oud-zouaven „Pro Petri Sede"
krachtig te steunen. Kritiek leverend
op het IOC en de aanwijzing van Mexi
co City, geleek hij de commandant
ener Studenten-weerbarheid die drei
gende taal uitslaat tegen Mao Tse
Toeng. En zelfs haalde mijnheer Jutte
op een gegeven moment de hoogte van
een directeur, die het niet van de
grond komen van zijn Nederlandse ijs
lolly-fabriek meent te moeten wijten
aan de hitte in Ghana, waar zijn ex
port gesmolten arriveert. Van de
speech zei ik het mijne. Dat nam de
heer Jutte niet en hij sloeg in een
KNAU-orgaan terug:
„Desondanks was er geen aanleiding tot
commentaren zoals een anonieme meneer
in De Tijd meende te moeten leveren. Deze
meneer, die zich Olympus noemt, heeft o.a.
mijn woorden over het onderzoek-Blersteker
volkomen verdraaid weergegeven. Ik heb
mij niet tegen dit onderzoek gekeerd (zoals
hij wil doen voorkomen) maar tegen het
I.O.C. dat naar mijn besliste overtuiging
voor de organisatie van Olympische Spe
len plaatsen dient aan te wijzen, waarop een
ieder in de gelegenheid is topsport onder
normale omstandigheden te bedrijven.
Voor prof. Biersteker en zijn team heb ik
slechts de grootst mogelijke bewondering en
waardering geuit. Die heb lk niet voor het
soort sportjournalisten dat onder anonieme
vlag onnodige en verkeerde kritiek uit".
ASJEBLIEFT. Hier wordt auteur de
zes tot het niveau van een anonieme
briefschrijver gedegradeerd. Toch geen
beste beurt voor een voorzitter van de
Atletiek Unie? Hoe ziet hij immers
„Flex" van Trouw, „Janus" van Vrij
Nederland, „Kronkel" van Het Parool,
„Wandelganger" van De Volkskrant,
„Nijdas" van De Gelderlander? Als al
lemaal anonieme meneren, die iets te
verbergen hebben? Als lafaards mis
schien? Als belastingontduikers soms?
Wie het presidentschap van de KNAU
ambieert, moet wel over zoveel al
gemene ontwikkeling beschikken, dat
hij de journalistieke traditie van het
rubrieks-pseudoniem weet te plaatsen.
Wat in een krant „redactioneel" is,
kan per definitie niet anoniem zijn.
Maar dit is toch boter aan de galg
gesmeerd.
Het volgende bereikt Jutte misschien
wel: als hij zich keert tegen het I.O.C.
en de aanwijzing van Mexico City,
keert hij zich tegen de noodzaak
van een Biersteker-onderzoek. Als Jut
te voor 's heren professors research
„an sich" toch waardering heeft, le
vert hij een bovenmenselijke prestatie.
Hij bewondert dan immers de vrucht
van iets dat hij grondig verfoeit. Maar
hij kan wel zéggen, dat hij die vrucht
lekker vindt, ze smèèkt hem natuur
lijk niet. Hij eet haar met lange tan
den: hij vindt haar bitter en vooral
te duur. Dat liet de heer Jutte in
zijn Utrechtse betoog duidelijk merken.
Dus blijf ik zijn Biersteker-waardering
in deze sfeer zien: „Wel aardig, maar
het had nooit mogen gebeuren". Het
ergste van alles is echter, dat de KN-
AU-voorzitter zo'n end achter loopt.
Hij stond in de Domstad nog te mop
peren over de „aanwijzing" (en zo
zijn eigen atleten zwaar te frustreren)
terwijl de buitenlandse bonden al druk
bezig waren uit die dunne Mexicaan
se lucht te halen, wat er aan records
in zit. Dat is het eeuwige verschil tus
sen de Unie en de „anderen". Een be
lachelijke ondertoon in Jutte's betoog
was deze: als de Nederlandse atletiek
in Mexico geen plak haalt, is dat de
schuld van het I.O.C. Daar wilde hij
het heen leiden. En daar trapte een
zeker „soort" sportjournalisten niet in.
Zij hebben de zwakheid van Jutte al
lang door: hij durft geen schuldbe
lijdenis aan, noch een bekentenis van
de innerlijke armoe van de Unie. Hij
wil de boeken niet zien, waaruit blijkt
dat de KNAU met toto-geld minder
heeft gepresteerd dan destijds de KN-
AU-jonder-onze-centen. „Onze pres
taties gaan snel vooruit", zei Jutte tij
dens een praatje voor de Amsterdam
se Sportpers „maar in het buitenland
stijgen ze nog sneller". Precies! Daar
om is het ronduit een lacher, wanneer
haar voorzitter ten bewijze van de
„vooruitgang" alsvolgt argumen
teert: op de 110 meter horden hadden
we in 1947 twee atleten die beneden
de 16 seconden kwamen; in 1956
hadden we er elf; in 1966 „niet min
der dan 25". Dit is boerenbedrog. De
cijfers zijn niet afgewogen tegen die
van het buitenland. Als Jutte verder
gaat met: op de 1.500 meter hadden
we in 1947 alleen De Ruyter en Slijk
huis, die beneden de 4 minuten kwa
men, en in 1966 hadden we er 25 die
dat konden dan vergeet hij iets. De
Ruyter en Slijkhuis waren toen „Euro
pese top" en met hun tweëen heel
wat meer waard dan de 25 van nu. Die
sukkelen, internationaal gezien, maar
wat mee.
NEE WE HOUDEN niet van de
betogen des heren Jutte. Zo hij niet
anders gaat denken en doen, moet hij
weg wezen uit dat KNAU-president-
schap: hij verspeelt er zijn beminnelijk
heid mee. Heeft hij gelezen, wat Bob
Spaak, niet behorend tot „het soort
sportjournalisten dat onder anonieme
vlag kritiek uit", geschreven heeft in
het blaadje der Vrienden van de KN
AU? Letterlijk dit: „Ik zou best een
echte vriend van de KNAU willen zijn,
als die wat slaperige, vriendelijke,
weinig ambitieuze, .wat veel te snel
achterstanden aanvaardende KNAU
daar wat meer reden voor gaf".
Kijk zo hoort meneer Jutte het
ook eens van een ander.
(Van onze speciale verslaggever)
Waarom ook niet. Grote problemen
kent de zwembond blijkbaar niet. Als ze
er al zijn, toont Jan de Vries zich een
zeiler van olympisch gehalte. Over het
jeugdzwemmen merkt hij op: „Wij moe
ten dit rustig en bezadigd bekijken."
Over de reorganisatie en haar tol aan
hogere lasten. „Wij moeten trachten de
contributie niet te verhogen." Lonkend
vervolgens naar de meest pure ama
teurs aller tijden, het Internationaal
Olympisch Comité, zegt hij over de re
clame in de sport: „Wij moeten tas
tend onze weg vinden. Het blijft ech
ter belangrijk het oog te richten op
de grote groep plezierzwemmers. Het
is moeilijk een oordeel te vellen over
deze materie."
Als de vroegere voorzitter van de
sportcommissie Siep Bolman (35), die
wegens een geschil over topsportbeleid
na Tokio van het zwemtoneel ver
dween, via geheime diplomatie (er wa
ren twee besprekingen voor nodig) en
een stemming weer in de bondsbe-
stuurlijke gelederen is geslopen, blijkt
de verschuiving van de waterpolocom-
petitie het enige vuurwerk. Het gevaar
van de tijdbom die de algemeen secre
taris van de Nederlandse Sport Fe
deratie, dr. W. van Zijll, middels een
per expres verstuurde brief, onder de
stoel van het bondsbestuur heeft ge
legd, is dan niet alleen vergeten, maar
is bovendien schromelijk onderschat.
Toen Rob Kerkhoven, destijds nog
coördinator, na Tokio de technische
leiding in handen kreeg, mocht hij
spoedig na zijn benoeming op kosten
van het Leo van der Karfonds naar
Amerika. De jonge Utrechtse trainer
liep enige weken mee met Amerika's
beste zwemcoach, George Haines, de
met ongebreidelde zwemmacht
uitgeruste leider van de kampioenen
leverende Santa Clara Swimming
School. Kerkhoven kwam opgetogen te
rug. Het jeugdzwemmen moet, op
Amerikaanse leest geschoeid, de basis
vormen voor een nieuwe Nederlandse
zwemmacht, zo liet hij weten. Hij stel
de een rapport samen, waarover later
de medische commissie van de KNZB
struikelde, omdat zij geen verantwoor-
ding dorst te nemen voor de gevolgen
van het jeugdzwemmen, alvorens zij
de materie diepgaand had bestudeerd.
Geen nood, meende de KNZB, wij vra
gen de NSF en het NOC de zaak te
onderzoeken. Hetgeen op 8 maart 1966
gebeurde. Ondertussen mocht Kerkho
ven de zaak op bescheiden wijze aan
pakken.
Op 18 april van dit jaar schrijft de
NSF: „De Raad van Opleiding en Re
search is na uitvoerige bespreking tot
de conclussie gekomen, dat het niet
mogelijk is een onderzoek als door u
bedoeld, op korte termijn te doen ver
richten." Op zichzelf is dit niet opzien
barend. Nederlandse medici staan be
kend ais behoudend. Aangezien de me
dici en de pedagogen op het standpunt
staan dat grote terughoudendheid met
betrekking tot het jeugdzwemmen moet
worden betracht, wijst de Raad van
Opleiding en Research van de NSF op
de mogelijke gevaren voor de lichame
lijke en/of geestelijke gezondheid van
het jonge kind.
In zijn rappport na zijn bezoek aan
Amerika schrijft Kerkhoven echter let
terlijk: „De commissies voor jeugd
zwemmen bestaan voor meer dan vijf
tig procent uit doktoren. Ik heb ge
sproken met doktoren die reeds over
een periode van zes tot tien jaar dit
jeugdzwemmen gadeslaan en metingen
verrichten. Zij zijn allen overtuigd
van de heilzame werking voor zelfs de
jongste jeugd." Hij besluit: „Zij zijn
van mening, dat beweging (.arbeid)
geleverd in de periode van ontwikke
ling tot volwaardig kind (10-11 jaar)
psychisch de meeste invloed op dat
kind zal hebben."
De Raad van Opleiding en Research
laat de KNZB weten, dat het dr. J. F.
de Wijn en drs. W. G. Lötgerink ver
zocht heeft een literatuurstudie over
respectievelijk de biologische en psy
chologische aspecten van jeugdzwem
men te verrichten. Dr. De Wijn kon
die studie wegens ziekte nog niet af
sluiten, drs. Lötgerink toont zich scep
tisch over prestatiesport op jeugdige
leeftijd. Hij pleit voor een soort alge
mene vorming in sportieve zin en acht
dit van méér belang dan dat te vroeg
een eenzijdig accent wordt gelegd op
een bepaalde tak van sport met het
doel zich vroegtijdig te verzekeren van
voldoende jonge kweek. Een dui
delijk afwijzend standpunt dus.
Wie nu denkt dat én de KNZB én
coach Rob Kerkhoven in zak en as
zitten, komt bedrogen uit. De verga
dering neemt de brief kennelijk voor
kennisgeving aan en Rob Kerkhoven
reageert lakoniek: „Niets aan de hand.
We gaan door. Er staan trouwens heel
positieve zaken in de brief. Bijvoor
beeld daar waar de heer Lötgerink
laat blijken dat bij verantwoorde sport
beoefening door zeer jeugdigen, zéér
veel belang moet worden gehecht aan
'n goede opleiding van het kind.Hulp
dus van een goed opgeleid kader, dat
ook psychologisch en paedagogisch ge
schoold is. Dat heb ik altijd verlangd".
Té doorzichtig echter voor een we
gens zijn progressieve visie op de top
sport wel eens als lastig gekwalificeer
de trainer. De negatieve lijn in het
schrijven cijfert hij weg, omdat, en
daar heeft hij feitelijk gelijk mee, én
het bondsbestuur én hij zelf geen grond
zien het eerder ingenomen standpunt
te verlaten. Jeugdzwemmen,
schuchter opgezet, maar zich lang
zaam ontwikkelend, behoudt zijn kans.
Het afgelopen jaar kregen 63 kinde
ren van 8 en 9 jaar een startvergun
ning, zwommen 101 tienjarigen om me-
ZEIST, 24 april Tijdens de zater
dag gehouden bondsraad van de Ko
ninklijke Nederlandse Korfbalbond te
Zeist is over reclame bij korfbalwed
strijden gesproken. Geen der bonden
had bezwaar tegen een beperkte recla
me. In hoeverre men dit zal gaan toe
staan, zal men na bestudering van de
bepalingen bij andere sportorganisaties
nader preciseren.
dailies en bekers en werden 161 kinde
ren van 11 jaar voor wedstrijden in
geschreven. Bittere pil bij dit alles
is overigens wél, dat die aantallen in
vergelijking met '65 zijn teruggelopen.
Toch, met een grijnslach en een knip
oog van verstandhouding, kan Kerk
hoven, het conservatisme van de me
dici negerend, blijmoedig verklaren:
„Onze jeugd is op vele punten de
Europese top genaderd". Gezien tegen
de achtergrond van zijn recente erva
ringen in Rusland, waar van medi
sche terughoudendheid geen sprake is,
een moedgevende gedachte.
LAUSANNE, 24 april Een nieuw
onderzoek naar de waarde en de
werkelijkheidszin van de huidige
amateurbepalingen door het Interna
tionaal Olympisch Comité was een
van de belangrijke wensen van de
internationale sportbonden op hun
vergadering alhier. De bonden heb
ben de eis gesteld, dat alleen zij be
voegd zijn de normen voor een ama
teur vast te stellen. Allereerst wil
len zij echter met het oog op de
Olympische Spelen in Mexico een
wijziging van de clausule dat een
trainingskamp slechts 28 dagen ach
ter elkaar mag duren.
De internationale sportbonden heb
ben ook hun verontrusting uitgespro
ken ove de technische organisatie
van de olympische spelen van 1968 in
Mexico City. De organisatie is op ve
lerlei gebied nog niet verder dan het
stadium van plannen. Men betreurde
het, dat het Mexicaanse organisatie
comité geen afgevaardigde naar Lau
sanne had gestuurd, ofschoon men
hiervoor was uitgenodigd.
Het doel van de bijeenkomst, waar
op 20 van de 27 internationale sport
bonden waren vertegenwoordigd (tot
de absenten behoorden de internatio
nale voetbalbond, de internationale at-
letiekfederatie en de internationale
amateur-boksassociatie), was om di
recte medezeggenschap te krijgen bij
de toewijzing van olympische spelen.