Straks op Schiphol 25 miljoen passagiers per jaar GRONDLEGGER CENTRALE SORTEERKELDER VOOR BAGAGE i Afhandelingin tachtig sekonden L_ w m rass KLAAR IN ANDERHALVE MINUUT „Jumbo-commissie Ogenblikkelijke winst Onvoldoende pier-plaatsen Baankruisingen Wensen Technische gebreken Si DE TIJD DONDERDAG 27 APRIL 1967 2 HET NIEUWE SCHIPHOL kan zonder aanpassing en uitbreiding tot 1975 de dan tot vijf miljoen luchtreizigers per jaar aan gegroeide passagiersstroom opvangen zeiden de prognoses van 1960, de basisge gevens waarvan bij het definitieve ontwerp werd uitgegaan. Maar nadat Schiphol in 1965 ruim 2*4 miljoen passagiers had ver- Werkt, steeg dit aantal vorig jaar met 14,6 procent tot 2.908.966. De stroom zal blijven groeien en nu al staat vast dat ook bij Ne derlands nieuwe nationale luchthaven de prognoses het weer tegen de werkelijkheid moeten afleggen. Niet in 1975 maar al vijf jaar eerder zal de maximumcapaciteit van het huidige stationsgebouwencomplex zijn bereikt. Waarin voorziet de planning voor verdere uitbreiding? Mr. J. C. H. A. van Stapele beantwoordt de vraag. Hij is alge meen directeur van de N.V. Luchthaven Schiphól, speciaal belast met commerciële zaken, naast de heer S. de Mul, die zich vooral rhét kwesties van technische aard bezighoudt. Hij zegt: Mr. J. C. H. A. VAN STAPELE commercie Ll.F.M. - Jan - Dellaert, wiens plannen on danks latere wijzigingen toch de grondslag voor het nieuwe Schiphol vormden. In 1960 ^erd hij als directeur opgevolgd door zijn *Wee adjuncts, de heren De Mul en Van Stapele. Enkele maanden later overleed hij. De mensen die met al deze technische systemen 8 mei moeten gaan werken de meesten van hen zijn KLM-ers wensen in hun hart alleen maar dat zal worden besloten de ingebruikneming van Schiphol tenminste twee weken uit te stellen. Maar ook zij beseffen dat dat niet gebeuren zal. PAUL KLARE De bagage van de passagiers gaat via transportbanden van de balies in de vertrekhal naar het grote ondergrondse bagagecentrum of vanhier naar de aankomsthal. Een „carroussel", een grote, langzaam ronddraaiende schijf waarop de transportbanden aansluiten, wordt bij de sortering gebruikt. Bagagewagentjes onderhouden, via hellingen in de richting van de pieren, de verbinding met de vliegtuigen op het platform. In de vertrekhal geven grote borden aan, bij welk balieblok de pas sagier moet zijn om zich, aan een verder willekeurig gekozen balie, met zijn ticket te melden en zijn bagage op de transportband te laten zetten. De „afhandeling" van een passagier met een Europese bestemming vergt met behulp van het elektronische „Airlord"- systeem van de KLM nog geen anderhalve minuut. Nog sneller „Flulster-luidsprekers" UITBREIDING STAAT AL BIJNA VOOR DE DEUR „Die maximumcapaciteit van vijf miljoen pas sagiers berust op een misverstand. Als uitgangs punt voor het bepalen van de capaciteit van de pri maire gebouwen, waaronder het stationsgebouw, In het nieuwe areaal hebben onze prognoses voor het jaar 1975 gediend. De keuze van dat jaar moet zo worden opgevat dat ons daarbij voor ogen stond dat de gebouwen in hun eerste opzet groot genoeg zouden moeten zijn om tot omstreeks 1975 het ver keer te kunnen verwerken, dat met andere woor den de uitbreidingen van deze gebouwen in prin cipe na 1975 zouden plaatsvinden. De aanvankelijke prognose voor het in 1975 te Verwachten passagiersvervoer bedroeg vier a vijf miljoen. Met de wetenschap dat, zeker in de lucht vaart aan prognoses slechts een beperkte waarde kan worden toegekend, is het stationsgebouw Uc denk hierbij met name aan de passagiersafhan- delingshallen en -wachtruimten zodanig gedimen sioneerd dat het in zijn eerste opzet een verwer kingscapaciteit heeft van zeven h acht miljoen passagiers. Het aantal passagiersbewegingen in 1966 bedroeg een kleine drie miljoen terwijl we thans voor 1975 een passagiersaantal van zes a ze ven miljoen schatten. De verwachting blijft dus gerechtvaardigd dat het centrale gedeelte van het stationsgebouw zoals het er thans staat het verkeer tot 1975 zeker zal kunnen verwerken. Bij de planning van het stationsgebouw is er verder rekening mee gehouden dat dit, als het zijn verzadiging heeft bereikt, met vijftig procent van de aanvankelijke oppervlakte kan worden uitgebreid. Dit betekent dus dat het dan ongeveer twaalf miljoen passa giers per jaar zal kunnen verwerken". Door verlenging van de beide zijpieren en een eventuele splitsing zoals de huidige middenpier die el vertoont, kan het aantal beschikbare opstelplaat sen voor de afhandeling van de vliegtuigen gelei delijk worden uitgebreid van 25 tot 45 (nog afge zien van plaatsen elders op het terrein). Wat gaat die verlenging kosten? En wanneer wordt ermee begonnen? Van Stapele: „Tot uitbreiding van de pieren zal worden overgegaan naar gelang de behoefte hier aan zich voordoet. Over de kosten kan ik op dit moment nog geen gegevens verstrekken". In 1971 komen de eerste „jumbo's" in gebruik, Vliegtuigen van monsterachtige afmetingen met een Vervoerscapaciteit van drie- tot negenhonderd pas sagiers. Ook de KLM wil er drie kopen (Boeing- 747). Het stationsgebouw verwerkt per uur niet meer dan 2200 reizigers. Aan de huidige pieren zou zo'n „jumbo" onmogelijk zijn passagiers kunnen opslokken of uitstoten; de ruimte en het systeem van één luchtbrug in-of uitgang) per vliegtuig laten dat niet toe. Al enkele jaren is de komst van deze reuzenvliegtuigen aangekondigd. Een half jaar ge leden deelde de luchthavendirectie mee dat een •tudiecommissie zich bezighield met dit probleem, dat pas was opgedoken toen al hard aan het nieu we Schiphol werd gebouwd. Hoever is die studie commissie nu? Dringt de tijd niet, als er moet wor den aangepast en uitgebreid? Van Stapele: „Bij de opzet van het centrale a- reaal is van het begin af aan in de noordwesthoek daarvan de plaats vrijgehouden voor de bouw van oen eventueel tweede stationsgebouw dat minstens dezelfde maximale verwerkingscapaciteit kan krij gen als het thans gebouwde stationsgebouw. Bei de gebouwen tezamen zullen dan naar schatting ten minste 25 miljoen passagiers kunnen verwerken. Aangezien het tweede stationsgebouw een zaak is voor de verdere toekomst is met de planning hier van nog niet begonnen. Het is ook nog niet te zeg gen voor welke soorten verkeer een tweede stations- gebouw zou worden bestemd. Een diepgaande stu die is hiervoor noodzakelijk, waarbij uiteraard het vraagstuk van de afhandeling van de „jumbo"- jets een belangrijke rol zal spelen". De suggestie van een tweede stationsgebouw werd vorig jaar al door de directie gedaan. Maar, als daar al concrete plannen voor zijn, waar moet dat dan worden neergezet? Natuurlijk binnen de door de vier startbaan-raaklijnen omsloten ruimte; dus op wat nu (een toch als tijdelijk bedoelde?) parkeerplaats is? En dan: een tweede stationsge bouw zou betekenen dat de luchthaven terugkeert tot het systeem van het oude Schiphol, dat zij ver laat zodra zij het nieuwe alles-in-één-stationsge- bouw in gebruik neemt: toch weer gescheiden ver trek van de passagiers voor Europa en voor de in tercontinentale bestemmingen. Hoe kan er binnen de bestaande opzet nog worden uitgebreid zonder die opzet wezenlijk aan te tasten? Hoe zou de Schipholdirectie, met wat zij nu aan (misschien óók gevaarlijke!) prognoses en andere gegevens weet, vandaag een nieuwe luchthaven ont werpen of althans het programma van eisen op stellen? Zouden daarbij ook niet heel andere ver bindingen binnen de Randstad Holland een uitgangs punt zijn? Van Stapele: „Bij de planning van het nieuwe Schiphol is er van uitgegaan er ook reke ning mee gehouden dat Schiphol zal worden aan gesloten op de nieuwe spoorwegverbinding tus sen Amsterdam en Den Haag, de bekende Schip- hollijn. Wij zijn nog altijd van mening dat uit een oogpunt van verbindingen dit de meest ideale op lossing voor Schiphol is". „Budgettaire overwegingen" hebben gemaakt dat de nieuwe luchthaven geen 30 maar 25 opstelplaat sen voor vliegtuigen kreeg. Dat is even veel als op het oude Schiphol. Natuurlijk krijgen passagiers en persoheel meer ruimte en accommodatie. Maar wat is de verdere ogenblikkelijke winst: wie, vrij ver taald, wordt er beter van? In hoeverre hangt de ingebruikneming van deze luchthaven van vierhon- dei-d miljoen gulden samen met de aangekondigde verhoging van de landingsgelden (met dertig pro cent gestegen tot 972,95 per landing, in vergelij king met andere luchthavens toch nog steeds niet bijster hoog)? En met de door op de luchthaven gevestigde ondernemingen te betalen vergoedingen van allerlei aard? (Op Schiphol-Oost, zoals het oude luchthavendeel voortaan heet, varieerde de huur prijs per vierkante meter kantoorruimte in stations- of vrachtgebouw van tachtig tot honderd gulden. Wie nu huurt op Schiphol-Centrum betaalt in de kantorenflat bij het vrachtgebouw 135 en in het stationsgebouwcomplex ƒ165 tot 205 per m2). In teressant is wat Schiphols hoofd financiële zaken, dr. D. Riemens, hierover zegt in zijn dissertatie „Luchthavenexploitatie", waarop hij nog geen twee weken geleden promoveerde bij de VU-hoogleraar prof. dr. F. L. van Muiswinkel, president-commis saris van de N.V. Luchthaven Schiphol: de kosten van een luchthaven moeten geheel worden gedekt door de gebruikers (DE TIJD van zaterdag 15 april). Wat denkt zijn directie van deze voorlopig nog niet geheel te realiseren denkbeelden? Van Stapele: „In het oude areaal waren er zes tien opstelplaatsen op het verkeersplatform, vier op het vrachtplatform en vijf op „buffer"-plaatsen. In de nieuwe situatie zijn er vijfentwintig plaatsen aan de pieren, acht op het vrachtplatform, acht op het „buffer"-platform en vier op het platform van de algemene luchtvaart, een totaal dus van vijfenveertig vliegtuigopstelplaatsen. Dit aantal kan door uitbouw van de noord- en zuldpier en door toekomstige vergroting van het vrachtplatform nog aanzienlijk worden uitgebreid. Alle luchthavengebruikers, zowel de luchtvaart maatschappijen en de afhandelingsmaatschappij als de passagiers en luchtbevrachters, krijgen in plaats van een in alle opzichten uit zijn voegen gebarsten oud Schiphol een nieuwe accommodatie ter beschik king die hun onvergelijkbaar veel meer ruimte geeft en die de modernste faciliteiten biedt. Dat worden zij er beter van. Het is voor de hand liggend dat men voor deze betere uiterst kostbare accommoda tie ook meer moet betalen". De 25 opstelplaatsen voor vliegtuigen zullen dagelijks onvoldoende zijn. Op maandag, woensdag en vrijdag bijvoorbeeld zullen tenminste zes toe stellen worden verwezen naar een „buffer"-plaats op de kop van de middenpier of het afzonderlijk „zuid-platform", nog afgezien van alle extra vluch ten, zoals talloze niet in een dienstregeling opge nomen vakantie-charters. Het pierensysteem wordt hiermee al onmiddellijk ten dele verlaten. Bovendien wordt, de normale afhandeling van de vliegtuigen een stroeve zaak die nauwelijks enige speling toelaat, gezien de toegelaten staantijden en marges bij aankomst en vertrek. Een DC18 of een Boeing-707 bijvoorbeeld mag na aankomst een uur aan de pier staan, met een uitloop van een kwartier. Wordt die uit- looptijd overschreden, dan moet het toestel naar een andere plaats worden gesleept. Een uit Europa binnenkomende machine die meer dan een kwartier te vroeg binnenkomt, vindt waarschijnlijk nog een ander vliegtuig op haar plaats; als het toestel meer dan een kwartier te laat arriveert, heeft het geen vol uur staantijd aan de pier meer beschikbaar. Die spelingen bedragen voor vluchten van buiten Euro pa telkens tweemaal zoveel: een halfuur. Bij inter continentale vluchten is een vertraging van meer dan een half uur geen zeldzaamheid. Zullen er dan niet dikwijls vliegtuigen moeten worden versleept? Eveneens een verlating van het systeem dus? Van Stapele: „De vijfentwintig vliegtuigopstel plaatsen zullen slechts bij uitzondering onvoldoen de zijn. In die gevallen zullen tevens passagiers bussen worden ingezet. Zou dit aantal te groot wor den, dan wordt overgegaan tot uitbreiding van het pierenstelsel". Met de bouw van een inspectie- en reparatie hangar binnen het nieuwe areaal is nog steeds niet begonnen. De zogenaamde B- en C-inspecties moeten nu op het platforpr worden uitgevoerd, in de open lucht. Ook 's winters? De overige inspecties en reparaties worden, zolang die hangar nog ontbreekt, verricht in de oude hangars aan de overkant van het veld. Een lang (bijna zes kilometer) gesleep dus, waarbij een of zelfs twee startbanen moeten worden gekruist. Er is natuurlijk in beveiliging voor zien: er zijn stoplichten en er is bij duisternis of slecht zicht grondradar in de waarnemingskoepel van de havendienst op de splitsing van de midden pier; de grondverkeersleider in de koepel staat ■voortdurend in radiofonisch contact met de tractor bestuurder die het vliegtuig wegsleept en met de luchtverkeersleider in de verkeerstoren, die toe stemming tot het kruisen van de banen moet ge ven. Toch, afgezien van de vraag wat al dat ge sleep met vliegtuigen de luchtvaartmaatschappijen gaat kosten blijft die andere vraag: durft de lucht havendirectie de baankruisingen beslist voor hon derd procent veilig te verklaren? Van Stapele: „Aan de zuidwestzijde van het centrale areaal is de plaats gereserveerd voor een zogenaamde servicehangar. Deze wordt gebouwd zodra er behoefte eraan zo groot zal blijken te zijn dat de exploitatie economisch verantwoord is. En de baankruisingen zijn met het drievoudig systeem inderdaad volledig beveiligd". De achtste mei komt het nieuwe Schiphol in ge bruik. Er zullen kinderziekten moeten worden over wonnen; wie er werkt zal moeten inburgeren. Hoe veel tijd gunt de directie luchthaven èn personeel? Waar verwacht zij dat eventuele moeilijkheden kun nen opduiken? En waar kunnen niet alleen het per soneel maar ook de passagiers hun klachten en suggesties kwijt? Van Stapele: „Iedere nieuwe installatie heeft kinderziekten. Een zo ingewikkeld en complex me chanisme als een moderne luchthaven heeft die ui teraard ook. Samen met alle belanghebbende par tijen zullen wij er natuurlijk ons best voor doen die kinderziekten zo spoedig mogelijk te overwin nen. Specifieke moeilijkheden voorzien wij niet. Vanzelfsprekend kunnen eventuele klachten en sug gesties worden ingediend bij die instanties die voor het goed functioneren van een bepaald onderdeel de verantwoordelijkheid dragen". Een nieuwe luchthaven gaat draaien maar zij is nog niet gereed, evenmin als het nieuwe wegennet eromheen. Behalve met de hangar moet ook met andere projecten nog worden begonnen. De directie heeft nog wensen en verlangens. Vóór alles moet er natuurlijk komen de nieuwe spoorlijn Amsterdam - Schiphol - Leiden - Den Haag (400 miljoen gul den), waarvoor ondergronds op Schiphol al voor ne gen miljoen aan voorzieningen is getroffen maar die waarschijnlijk pas op zijn vroegst over tien jaar kan zijn aangelegd. Wat staat er nog meer op de verlanglijst? Van Stapele: „Wanneer het nieuwe Schiphol voor het verkeer wordt opengesteld, zal al datgene ge reed zijn dat voor een goede functionering nodig is. Verder is het, afgezien van de wenselijkheid dat zo spoedig mogelijk een beslissing valt met betrek king tot die Schiphollijn uit een oogpunt van een goede bereikbaarheid uiterst noodzakelijk dat aan de aanleg respectievelijk voltooiing van rijksweg 6 tussen de Velsertunnel en Diemen de hoogste pri oriteit wordt verleend. Daarnaast hopen wij dat zo spoedig mogelijk het nodige kapitaal bijeenge bracht wordt om met de bouw van een luchthaven hotel te kunnen beginnen". De ideale luchthaven is Schiphol^ nog niet; dat was te voorzien. Maar vanmorgen' bleek ook dat de techniek op veel punten (nog) ernstige gebre ken vertoont: de Avio-luchtbruggen tussen pier en vliegtuig zwenken rijkelijk snelhet gevaar dat zo'n zware brug een groot gat in een vliegtuigromp slaat is niet denkbeeldig de „Solari"-borden die met een elektronisch systeem. wegklappende cijfers en andere gege vens de passagier moeten helpen snel zijn weg in het stationsgebouw te vinden, vertonen dezelfde storingen waaraan men nu al wekenlang doktert van de programmeringsborden voor het Air- lord"-afhandelingssysteem in de operations room zijn er pas zes van de tien afgeleverd; omdat de overige vier nog' enige tijd op zich zullen laten wachten, kan het systeem de eerste tijd niet op voldoende snelheid werken, zodat bij het vertrek van de vliegtuigen op vertragingen moet worden gerekend, zeker in de spitstijden rond 's middags 1 en 5 uur; er is op kosten van de KLM een kostbare bui zenpost aangelegd; de kokers waarin documenten worden verzonden bereiken hun doel niet, hetzij omdat zij te licht zijn, hetzij omdat de kleppen die zij moeten passeren onvoldoende scharnieren; de mobilofoon- en telefoonverbindingen van pi er- uitgang naar platform en cockpit ontbreken nog steeds; het omroepsysteem in het stationsgebouw is nog slechts van één centraal punt uit te bedienen; de ingenieuze Dortech-apparatuur in het vracht gebouw functioneert nog lang niet. 4* Elektronische breinen regelen het verkeer (Van onze speciale verslaggever) EEN SNELLE AFHANDELING van passagier en bagage aan de vertrekbalies dankt Schiphol aan het nieuw elektronisch ,,Airlord"-sys- teem van Philips, ontworpen op ba sis van door de KLM opgestelde ei sen, in combinatie met buizenpost, te lex, documententransportband, inter com, telefoon en bedrijfstelevisie. „Airlord" vervangt de elektro-me- chanische afhandeling van het oude stationsgebouw, een systeem dat de groeiende frequentie van de vluchten en de toename van het aantal pas sagiers per vliegtuig niet langer kan bijhouden. Andere luchtvaartmaat schappijen overwegen deze KLM- primeur op hun thuishavens over te nemen. „Airlord" staat voor „AIRlines Load Optimisation Recording and Display System", een systeem dus dat een zo gunstig mogelijke belading van het vliegtuig moet waarborgen en de feite lijke gegevens daarvan moet vastleg- en en op elk gewenst ogenblik tevoor schijn brengen. Het kan de passagiers van maximaal elf binnen één kwartier vertrekkende vliegtuigen „inboeken". In de vertrekhal vindt de passagier drie lange balieblokken; twee ervan zijn gereserveerd voor de KLM die er haar -eigen passagiers en, op basis van wederkerigheid met een groot aantal buitenlandse luchthavens, de passa giers van zeventien andere maatschap pijen afhandelt. Elke balie heeft 22 meldingspunten, waaruit de reiziger vrij kan kiezen; grote borden vermel den alleen bij welk balieblok hij moet zijn. Als hij zich met zijn ticket bij een balie-employé meldt, voert deze met behulp van een indrukwekkend paneel vol knoppen, toetsen en flikkerende lampen alle voor de vlucht benodigde gegevens in: vluchtnummer, bestem ming, klasse, categorie (volwassene, kind of baby), gewicht en aantal van de koffers en wat „Airlord" eventueel nog allemaal méér wil weten. Alle ge gevens gaan in onderdelen van een se- konde naar een centrale, worden daar met de informaties van andere mel dingspunten getotaliseerd en keren met dezelfde snelheid terug naar de balie employé, verwerkt door het elektro nisch brein in een antwoord dat deze in «taat stelt de passagier onmiddellijk zijn instapkaart te overhandigen, waar op lijnnummer, klasse en nummer van de pier-uitgang staan afgedrukt. Intus sen wordt de van labels voorziene ba- gage dan al per transportband naar de centrale sorteerkelder overgebracht, vanwaar wagentjes voor overbrenging naar het vliegtuig zorgen. „Airlord" bekort de afhandelingspro cedure tot een minimum, vertelt ogen blikkelijk of er nog wel plaats is in het vliegtuig, rekent zelf uit hoeveel passagiers zich voor een vlucht heb ben gemeld, hoeveel de totale bagage weegt en hoeveel koffers en tassen er wel meegaan. De Canadese lucht vaartmaatschappij CPA, die met zes tien speciaal in Canada opgeleide Nederlandse employé's haar eigen afhandeling is begonnen, speelt als enige buitenlandse maatschappij het „Airlord"-spel volledig mee. Volgens Bartjens proeven hebben dit noch het tegendeel tot nu toe hele maal kunnen bewijzen moet „Air lord" het mogelijk maken dat een pas sagier met een Europese bestemming in een minuut en twintig seconden deze „kaartjescontrole" passeert; om dat een intercontijnentale reis meer for-, maliteiten en paperassen vraagt be draagt de tijd hier twee minuten en 25 sekonden. Ontwerpers en KLM zijn zo optimistisch te veronderstellen dat het allemaal te zijner tijd als met appa ratuur en bedienend personeel meer ei> varing is opgedaan, nóg iets sneller zal kunnen. De „Airlord"-computer verschaft het personeel in de pieren ook de noodzakelijke gegevens voor de afhandeling van reizigers die van het ene op het andere vliegtuig overstap pen. Een vertrekkende reiziger, met Air- lord's hulp in een minimum van tijd afgehandeld, heeft misschien nog enige tijd over voordat hij zich bij de lucht brug naar zijn vliegtuig moet melden. Al dan niet in gezelschap van weg brengers kan hij dan in de zuidhoek van de vertrekhal nog gaan genieten van wat de espressobar te bieden heeft. Als hij het ogenblik van scheiden een maal met goed gevolg heeft doorstaan, wachten hem nog de kassa's waar hij zijn luchthavenbelasting moet betalen en de marechaussees die zijn paspoort controleren: de definitieve grensover schrijding. Een ruime lounge biedt dan nogmaals de gelegenheid aan een van de snelbuffetten iets te eten of te drinken; wie er de tijd voor heeft kan zelfs in het per lift en trap bereik bare passagiersrestaurant op de twee de verdieping nog een complete maal tijd gaan nuttigen. Waarschijnlijker is overigens dat hij in het belastingvrije winkelcentrum nog groter dan dat van het oude Schip hol, dat toch al internationaal om zijn assortiment een grote naam had voor vrienden en relaties in het land van zijn bestemming (en waarom eigenlijk niet voor zichzelf?) aan he$ kopen slaat. Eén voorbeeld; dezelfd kruik goede oud-Hollandse klare die in iedere slijterij meer dan twaalf gul den kost, levert de taxfree shop u voor niet meer dan drie gulden zestig, de tegenwaarde van één dollar. Als ook deze gelukkig stemmende operatie achter de rug is zal het toch onderwijl wel tijd zijn naar het vlieg tuig te gaan. Wie dat mocht vergeten wordt er via een van de achttienhon derd fluister-luidsprekers wel op geat tendeerd. „Solari"-borden en andere aanduidingen wijzen de weg naar de pier-uitgang-met-Avio-luchtbrug waar aan het vliegtuig staat geparkeerd; een laatste wachtruimte verzamelt daar de passagiers voor vlucht nummer zóveel. Niemand hoeft zioh, althans in het ge val van een vlucht naar een plaats binnen Europa, voor deze hele vertrek- procedure meer dan een kwartier te gunnen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1967 | | pagina 19