VELE STORMEN OVER ONS VORSTENHUIS Weinig Oranjes hadden een onbezorgde jeugd Twee baby's in vijf uur Prof. Plate en moe Drakensteyn Grootmoeder vergat haar kinderen niet Laatste Nassau Voortekenen Dienst bij geboorte is politieke keuze Feest en front DE TIJD VRIJDAG 28 APRIL 1967 4 NIET ALLE KINDEREN uit de familie Oranje hebben een even onbezorgde jeugd gekend. Sommigen kwamen onder de meest ongunstige voortekenen ter wereld, anderen verloren al jong hun ouders, waardoor zij te vroeg de verantwoordelijkheden van de troon moesten dragen. Meermalen leek het Oranje-ge- slacht tot uitsterven gedoemd en lang niet altijd heerste er vreug- Een lachende dr. Plate verlaat het Academisch Ziekenhuis PREDIKANTEN de bij de geboorte van een troon opvolger. Niet lang jong Ongelukken Oude gravure van Johar. Willem Friso, die in 1711 in het Hollandsch Diep verdronk. Het huwelijk tussen stadhouder Willem II van Oranje en prinses Mary Stuart van Engeland was een kinderhuwelijk. De bruidegom was veer tien en het bruidje nog maar elf jaar oud. Het huwelijk werd 12 mei 1641 gesloten. Anthony van Dijck schilderde dit portret van het jonge paar, dat later koning en koningin van Engeland zou worden. HERMAN POST DOOR DR. J. P. D. VAN BANNING burgemeester van Geleen Op deze lentedag is het symbo lisch, dat nieuwe Oranjebloesem ontluikt aan de oude stam. Twin tig jaar zijn verlopen sedert een nieuw lid in ons Vorstenhuis het levenslicht aanschouwde. Is schier iedere geboorte een vreugdevol gebeuren, te meer geldt dit, waar zovelen hier te lande meeleven met de Koninklijke familie en in dit gezin iets eigens voelen. Nog om een andere reden jjn velen medelevend met „Draken steyn". De vele grote gezinnen ten spijt, is het voortbestaan der Oranjedynastie toch vele malen spannend geweest. De Koning- Stadhouder Willem ni en Stad houder Willem IV waren postu me boorlingskes. Waren er in 1843 nog negen mannelijke leden in ons Koningshuis, in 1884 wa ren met uitzondering van de ko ning zelf nog alleeen dames leden van dit illuster gezelschap. Aanhoort de stem die spreekt na 't woordloos vragen: „Ik zal met God in later dagen dragen dit volk aan 't hart gelijk ik doe mijr kind. Mijn onderzaten, weest het welgezind. Zovelen van mijn stam moesten verbloeden om U: wilt Gij voortaan dit Kind behoeden". Nu koningin Juliana groot moeder is geworden, realiseren wij ons dat in geen eeuwen een koninklijke grootmoeder de naam Juliana heeft gedragen. Wij moeten in de geschiedenis van ons vorstenhuis terug tot de moeder van Willem van Ora-je, Juliana van Stolberg, om de vorige „Oma Juliana" te vinden. Aan deze grote vrouw is dit artikel gewijd. JULIANA VAN STOLBERG. Die alle von Nassau n (Van onze speciale verslaggever) HITZACKER, 28 april Twee maal is mevrouw Gusta von Amsberg gisteren grootmoeder geworden. Niet alleen haar schoondochter, prinses Beatrix maar ook haar dochter Theda von Friesen kreeg een baby. Theda von Friesen beviel in Frankfurt van een ruim tien pond wegende zoon. De geboorte kwam aanzienlijk later dan was voorzien, maar toch vijf uur Vóór de Oranjetelg. Voor Julius Freiherr von dem Bus- sche Haddenhaus, een oom van prins Claus was dat aanleiding om te zeg gen: ,,Ik neem aan dat mijn zuster Frau von Amsberg eerst de baby in Frankfort gaat bezoeken. Die kwam eerder ter wereld en was zwaarder". Mevrouw von Amsberg zei ons gis teravond dat zij voorlopig niet naar Nederland zal reizen. Intussen zijn de feestelijkheden in de geboorteplaats van prins Claus volop aan de gang. Don derdagavond om negen uur klonken vanaf de Oosterberg, aan de oever van de Elbe, vierentwintig saluutscho ten. Daar de drie laatste schoten lang uitbleven, verkeerde men aanvankelijk in de veronderstelling dat in Neder land een meisje was geboren. Na enig geharrewar rond het houten kanon kon den tenslotte ook de beslissende laat ste schoten worden gelost. Kanonnier Wilhelm Frick slaakte daarna een zucht van verlichting: ,,Ik ben blij dat we geen geld voor de traditionele hon derdéén schoten hadden. Dan had het kanon het beslist begeven". Het eigenlijke feest rond de geboorte van de Nederlandse prins begon van morgen om acht uur met een rond gang van de muziekkapel. Daarna wer den de beschuiten uitgedeeld en kre gen de schoolkinderen, die vandaag vrij hebben, duizend oranje luchtbalonnen. Intussen wapperen van vrijwel alle huizen de vlaggen en zullen de café's vanavond voor een groot deel gratis bier tappen. Onkel Julius schonk de burgerij enige vaten. Terwijl de moe der, de grootmoeder en zuster Christi ne van Claus von Amsberg zich gis teren vroeg te bed begaven, zat oom Julius nog laat aan de stamtafel. Hij werd eerst om half tien tijdens een vergadering van de geboorte van het prinsenkind op de hoogte gebracht. Dat belette hem niet om later luid keels „Oranje Boven" mee te zingen. (Van onze verslaggever) UTRECHT, 28 april Prof. Plate heeft gisteravond, toen hij omstreeks negen uur het ziekenhuis verliet, ge zegd dat hij opgelucht was dat de bevalling voorbij was. „Het kind weegt zeven pond en 350 gram. Het is om drie minuten voor acht gebo ren. Ik ga nu naar huis", aldus de vermoeide professor. HET BREEDM1N1STERIE van her vormde predikanten in de ring Lo- chem heeft in een schrijven aan het moderamen van de generale synode van de Herv. Kerk zijn verwondering uitgesproken over het advies bui tengewone kerkdiensten te beleggen na de geboorte van de oranje-telg, en de synode gevraagd waarom zij niet geadviseerd heeft tot voorbede in de gewone dienst op een zondag morgen. De predikanten zijn van ge voelen dat de synode met haar ad vies een politieke keuze heeft ge daan inzake het alternatief monar chie of republiek, die niet helemaal onaanvechtbaar is. Bovendien wordt bezorgdheid uit sproken, dat de verkondiging van net woord Gods, als de geboorte van een prins daartoe de aanleiding >s, al te licht bij predikers of hoor ders op een zijspoor dreigt te gera ken. Weinig vorstenhuizen ter wereld hebben zoveel stormen doorstaan als het Huis-Oranje, waarover men reeds gegevens vindt rond het jaar 700, toen in de stad van Oranje de leden van deze familie als souvereine prin sen de vorstelijke titel voerden. Ook de stam van Nassau, die in 1515 door een huwelijk met de Oranjes verbon den werd, kan zich op zijn oudheid beroemen. Van de geboorte van Willem de Eer ste, Vader des Vaderlands, af wordt de geschiedenis van de Oranjes wer kelijk belangrijk voor ons land. „Te Dillenburg zag dit pronkjuweel het licht, in den jare 1533", aldus een ge schiedschrijver uit de achttiende eeuw. Vier malen is deze Willem getrouwd geweest. Behalve zeven dochters kreeg hij drie zonen, onder wie Philips Wil lem. Dit kind, geboren uit het huwe lijk van Willem 1 met Anna van Bu ren, verloor al vroeg zijn moeder en werd korte tijd later door de hertog van Alva, die wraak wilde nemen op zijn vader, naar Spanje ontvoerd. Daar bracht hij 27 jaar in gevangen schap door. Prins Maurits, die later zo'n grote rol zou spelen in de geschiedenis van Nederland, heeft evenmin een pretti ge jeugd gehad. Hij werd in novem ber 1567 geboren op het slot Dillen burg, waarheen zijn vader de wijk had genomen. Zijn moeder was gees telijk niet helemaal normaal en liet zich weinig aan hem gelegen liggen. Na de dood van zijn vader kwam hij op zeventienjarige leeftijd aan het hoofd te staan van de Raad van State. GROTE VREUGDE heerste er ln het land over de geboorte van Fre- derik Hendrik in januari 1584. Maar ook deze Oranje-telg kon niet lang kind blijven. Een half jaar na zijn geboorte werd zijn vader vermoord. Toen hij ztstien jaar was nam hij al zitting ih de Raad van State. Als ko lonel nam hij deel aan de slag bij Nieuwpoort, waar hij weigerde in te gaan op het voorstel van de bezorgde Maurits zich te verwijderen. Hij gaf te kennen, dat hij met zijn broer wil de leven en sterven. WILLEM II, zoon van Frederik Hendrik en Amalia van Solms, was vier jaar oud toen de Staten hem aanstelden als „Generaal van de Rui terij van het Staatsche Leger". Twee jaar later volgde hij zijn inmiddels overleden vader op. Reeds op veer tienjarige leeftijd trouwde prins Wil lem met de toen elf jaar oude prinses Maria Stuart van Engeland. Na ja ren van verbeten strijd, stierf hij zeer onverwacht op 25-jarige leeftijd. Er gingen geruchten, dat hij vergiftigd zou zijn, maar die moeten als onjuist worden beschouwd. Onder de meest ongelukkige omstan digheden werd 14 november 1650 Wil lem III geboren. Zijn vader was zes dagen tevoren gestorven en vooral in Holland en Zeeland leefde verzet te gen het Huis van Oranje. Nog op zijn geboortedag ontnamen de Staten van Zeeland hem de waardigheid van „eer ste edele" van dat gewest. Hij werd opgevoed door zijn moeder en later door zijn grootmoeder Amalia van Solms, die in 1666 wist te bewerken, dat de Staten van Holland hém ac cepteerden als „Kind van Staat". Hij kwam daardoor geheel onder toe zicht van Johan de Witt. Deze had echter aan Engeland beloofd, dat hij nooit meer een Oranje tot stadhouder van Holland en Zeeland zou benoe men. Dat gebeurde toch, in het ramp jaar 1672, toen Engeland en de bis schoppen van Keulen en Munster te gelijkertijd Nederland de oorlog ver klaarden. MET DE DOOD van Willem III in 1702 was het Huis van Oranje in de mannelijke lijn vanaf Willem I uitge storven. Maar in 1652 was een doch ter van Frederik Hendrik getrouwd met Willem Frederik, vorst van Nas sau Dietz, stadhouder van Friesland, Groningen en de Ommelanden. Zijn grootvader, Johan, was een broer van Willem I. Willem Frederik kwam in 1664 door een ongeluk met een pis tool om het leven. Hij werd opgevolgd door zijn broer Hendrik Casimir, va der van de latere Jan Willem Friso, die in 1711 in het Hollandsch Diep ver dronk. Zes weken na zijn dood werd zijn zoon, Willem Karei Hendrik Friso, ge boren, de latere Willem IV. Hij was niet welkom. In Leeuwarden, waar het kind werd gedoopt, treurde men nog over de dood van Jan Willem Friso en in Holland en Zeeland hadden de regenten het helemaal niet begrepen op fleze nieuwe loot aan de Oran je-stam. Bijna allé bezittingen, die hem als erfgenaam van Willem III toekwa men, werden door de Pruisische ko ning in beslag genomen. Hij stierf als stadhouder in 1751. In' 1748 was zijn zoon Willem V ge boren. Ook deze verloor dus zijn va der al vroeg. Hij kwam onder regent schap van zijn moeder, Anna van Han nover, en later van de hertog van Brunswijk. Vooral deze laatste voog dij heeft hem weinig goeds gebracht. De hertog van Brunswijk was er voor al op uit zijn eigen macht te vergro ten. Maar als er iets verkeerd ging schoof;hij alle verantwoordelijkheid op de jonge Oranje. In 1795 moest Wil lem V naar Engeiand Vlücbtën, tóen de troepen van de Franse republiek onder leiding van generaal Pichegru Nederland binnenvielen. MEVR. DRA. M. G. SCHENK en de heer J. B. Th. Spaan hebben bij de Uitgeverij de Boekerij in Baarn een wel verzorgd boekje doen verschijnen over Drakensteyn en zijn bewoners. Het boekje is juist in deze dagen, dat Dra kensteyn in de belangstelling staat, uit gekomen. Mevrouw Schenk en de heer Spaan, die al veel boekjes over de prin sessen hebben geschreven, geven in „Drakensteyn en zijn bewoners" een overzicht van de geschiedenis van het kasteeltje én vertellen het een en an der over de bewoners, het meeste ui teraard over de huidige: prinses Bea trix en prins Claus. Wat de inrichting van het kasteeltje betreft is niets aan hun aandacht ontsnapt. Oranjebloesem aan oude stam Met koningin Wilhelmina is genea logisch gesproken de laatste Nassau uit onze tak Oranje Nassau Dillenburg ten grave gedaald, maar staatsrechtelijk kent onze Grondwet nu één Konink lijk Huis, dat zich ook in vrouwelijke lijnen voortzet, zeker passend in deze tijd der vrouwenemancipatie. Sedert 1963 hebben wij de Castiliaanse erfop volging, zodat geen prins in verwijderd familieverband meer voorgaat boven een prinses. Vóór de grondwetsherzie ning van dat jaar zou een eventuele zoon van een der andere prinsessen voorrang boven een dochter onzer kroonprinses hebben gehad. Deze wijziging opent de mogelijkheid van een nog snellere stam wisseling. Van 100 overledenen zijn negen onge huwd, zeventien kinderloos en hebben elf alleen dochters, zodat eigenlijk ge middeld per drie generaties een nieu we mansstam aan bod komt. De voortzetting in vrouwelijke erfop volging leek zich niettemin al ten spijt aan elke statistieke verwachting tot een zekere Nederlandse traditie te ontwikkelen: Na Oranje Nassau, Oranje Nassau Mecklenburg, Oranje Nassau Lippe staat Oranje Nassau van Amsberg in het verschiet, een speling der natuur, die even zeldzaam als merkwaardig is. Bij de geboorte van onze kroonprin ses geschiedde de aangifte destijds door de minister-president en de vice- prësident van de Raad van State bij de burgemeester van Baarn, in diens kwaliteit van ambtenaar van de bur gerlijke stand. „Zijne Koninklijke Hoog heid heeft zijne Dochter aan mij ver toond" werd nog in de akte vermeld, een ongebruikelijke toevoeging, afkom stig uit de tijd der dynastieke intriges, toen getuigen ter bevalling aanwezig waren om „ondergeschoven kinderen te voorkomen. De geboorte van onze tegenwoordig® kroonprinses had destijds plaats, ter- wijl de eerste wolken van de oorlogs orkaan waarneembaar waren. Dat g®" vaar lijkt thans verder verwijderd. De onrust, die men bij de geboorte va» vroegere Stadhouders Willem III eI Willem IV kon waarnemen, die me* een stadhouderloos tijdperk samenvie" len. ontbreekt. De voortekenen zijn thans zeker nis' ongunstig; de afwijzende houding van de SDAP ten tijde van de geboorte van koningin Wilhelmina, die later onS volk zo dierbaar werd, betrof een gro tere groep dan de PSP heden ten dage- Het koningschap is in stijl veranderd, de nieuwe erfprins zal daarop worden voorbereid. Wat is de titel van d® nieuwe telg? Interessant is dan de vraag of de kleinzoon al tijdens de regering van koningin Juliana de titel Prins van Oranje toekomt. De let terlijke tekst van artikel 27 van de Grondwet luidt: „De oudste van dei konings zonen of verdere m a n n e - 1 ij k e nakomelingen, die de vermoede lijke erfgenaam is van de kroon, i® des konings eerste onderdaan en voert de titel Prins van Oranje". Het „of' in het eerste deel van de bepaling zou tot een bevestigend antwoord leiden, het „en" in het laatste deel doet twij fel ontstaan. De narigheid is het ge volg van het inlassen van het woord „mannelijke" in de redaktie in 1815, die niet overeenstemt met het verdrag van 1732 tussen Stadhouder Willem V en de Pruisische Koning Frederik Willem I waar inzake de verwerving van de titel Prins van Oranje werd ge sproken van „Descendants Males et Femelles", evenals in artikel 65 der Wener Congresakte het geval is. De protocollaire plaats wordt bepaald door de rangorde van opvolging en is du® in de toekomst vóór de zusters van zijn/haar moeder. Bijna dertig jaar liggen tussen d® geboorte van moeder en kind; een pe riode van rampspoed. Moge ook voor dit nieuwe lid van ons koningshuis in vervulling gaan de bede. die de ver zetsdichter Jan Campert bij de geboor te van onze huidige kroonprinses t® boek stelde: JULIANA VAN STOLBERG Voorwaar, van harte zou ik niets liever hebben begeerd, dan dat de Almachtige ons zo veel Genade be tuigd had, dat wij Hare Wellieve, vóór haar verscheiden nog eenmaal hadden mogen zien". WILLEM DE ZWIJGER schreef dit aan zijn broer, Graaf Jan van Nassau op 12 juli 1580, een paar weken na dat zijn moeder Juliana van Stolberg gestorven was. Dwars door zijn fana tiek bezig zijn met strategie en poli tiek, moet hij iets van zelfverwijt ge voeld hebben. Acht jaar tevoren had hij haar voor het laatst ontmoet. Ju liana had in brief op brief haar „Hooggeboren vorst, mijn allerliefste Heer en Zoon" gesuggereerd om nog eens langs de Dillenburg te komen, maar veel verder dan een toespeling wilde ze toch niet gaan; Juliana had ervaring genoeg om te weten, dat haar kinderen wel iets anders te doen hadden dan aan „die Alte von Nas sau" te schrijven. „Ik wil mijn Heer Zoon met mijn schrijven niet langer ophouden", tekende zij zelf nogal eens aan in de ontelbare brieven aan haar kinderen; het waren lange en stijlvol le brieven, waarin zij al schrijvende iets terug wilde winnen van het gemis aan persoonlijk contact. Het verlangen om haar nog eenmaal gezien te hebben voor haar dood moe ten ook vooral haar kleinkinderen ge had hebben. Want Grootmoeder Julia na was een begrip overal in West-Europa waar kleinkinderen van haar leefden. En het was geen gering aantal. Had ze zelf zeventien kinde ren gehad, de meeste van haar doch ters allee" al telden er in hun gezin nen op zijn minst een dozijn! Er waren kleinkinderen die dachten dat oma Juliana alleen maar hun oma was. „Grootmoeder, u houdt vast het meest van mij, omdat ik uw naam draag" moet haar meer dan binnenpret gegeven hebben. In een tijd waarin reizen zelfs voor een pittige vrouw als Juliana een prestatie was, was de brief hét middel voor contact. Juliana uit de kleine kinderen was, en wat meer armslag gekregen had, omdat thuis de zaak door een handi ge dochter in goede banen gehouden kon worden, zou moeder eens zelf ko men logeren; natuurlijk bij de oudste zoon (uit haar tweede huwelijk met Willem van Nassau). De eenvoudige grootmoeder van het grafelijk platteland van Nassau zal in Breda het kasteel van haar prinselij ke zoon misschien wel angstig luxueus gevonden hebben. De ongecompliceer de Juliana voelde zich trouwens tóch al niet erg op haar gemak bij de nieu we schoondochter, de spilzieke Anna van Saksen, door haar zoon Willem om politieke redenen ten huwelijk gevraagd. En omdat Willem alleen maar de laatste week prinsheerlijk kon genieten van het feit dat moeder eens bij hem thuis was, zal de toen ruim 58-jarige grootmoeder in de Bredase kasteeltuin (nu het Valkenberg) wel graag opgetrokken zijn met haar klein kinderen Philips Willem en Maria. Als Grootmoeder kwam logeren, her innerden de zonen zich weer de hun door moeder aangeleerde ridderlijk heid. Voor hun grijzende moeder lie ten zij speciale kamervrouwen klaar staan, opdat zij niets tekort zon ko men. Bij zo'n bezoek had Juliana ove rigens haar ogen niet in haar schort zakken. Was zij weer thuis, dan zou ze in een volgende brief zoonlief nog eens op het hart binden om zijn vrouw zeker als zij in verwachting was en wanneer was zij dat niet! te ontzien en alle slechte tijdingen over Geuzen en Spanjolen, over doorgesto ten dijken en uitgemoorde steden, ver re te houden van de aanstaande moe der. Soms ook ging na zo'n logeerpartij er een vriendelijk briefje naar dege ne, die de gastvrijheid had verleend ,,Ik heb laatst zo genoten van die testers; zou je mij er wat kunnen Sturen, maar de nota bijsturen, én- Iers raken we maar in de war met 3e verrekening". En genietend van «esters en van de binnenpret om haar spreekwoordelijke zuinigheid, ging er dan veer een briefje terug met een „nog reel dank; ik heb er weken lang mee fedaan". En zoals wel in meer grote gezinnen gebeurt, zo ook bij de familie van Nassau: de broers en zusters corres pondeerden met elkaar via moeder Wanneer Juliana de ene dochter fe liciteerde met de geboorte van weer een kind, dan kon zij steevast erbij meedelen, dat er bij Jan of Willem ook weer een op komst was; want in de grote Nassaufamilie was altijd wei ergens een teken van leven te bespeu ren! De oudste schoondochter van J uliana, de goeie Anna van Egmond uit Bu ren, had zij helaas nooit ontmoet. Ze had vaak genoeg aan haar zoon ge schreven om met „Gemahlin und den ganzen Haufen" op de Dillenburg te komen logeren, maar haar schoondoch ter in Breda stierf veel te vroeg. Toen LOGEREN BIJ GROOTMOEDER op de Dillenburg betekende voor de klein kinderen „feest", voor de vaders .front", iedere keer als de strijd veer oplaaide en de gebroeders van rlassau het zwierige kostuum van hun tid verwisselden voor het harnas, gin gen de briefjes per ijlbode: „of de kinderen niet zo lang bij U kunnen kómen; we geven een onderwijzer ntee". Zo raakte zij met een „du kennst deine alte Juliana" nooit uit de kleine kinderen! Maar bij Oma konden ze altijd terecht. Logeren op „de Dilberg" betekende voor de jeugd rennen door meterslan ge stenen gewelven onder het slot; in angstvallig-netjes geschoffelde pa den, bedremmeld en op een afstand kijken naar die vreemdsoortige kruiden, die met namen uit een toverwereld door Oma Juliana en Tante Juliana als kasplantjes werden opgekweekt. Een dochter thuis gaf haar des te meer gelegenheid om zelf met de klein kinderen bezig te zijn. Dat betekende dan helpen met het schrijven van een briefje naar vader of moeder. Ze ker als, zoals bij Charlotte van Bour bon, die moeder Frangaise was. Hulp van de dochter thuis wilde ook zeggen, dat Juliana zelf des te meer aandacht kon hebben voor het feit dat de kin deren niet te dicht bij die merkwaar- dig-moderne kachels mochten komen. Kachels, die van ijzer waren, een stof die, nota bene in de buurt van Oma's slot uit de grond gewonnen werd! Het is voor onze flat-generatie, die zich nog amper egn zolder uit groot moeders huis kan herinneren, bijna niet voor te stellen hoe groot de mo gelijkheden om je fantasie gestalte te geven waren bij de grootmoeder op de Dillenburg, die een huis had met meer dan honderd kamers. Maar om één kamer liep ieder kind in een gro te boog heen. Dat was de kamer waar de aap van Dillenburg zijn eigen def tig hok had. Wandelend in de tuin moet Juliana vaak verteld hebben over vroeger, hoe zij tien jaar was en al een gouden hoofdsieraad kreeg; hoe op sinterklaas avond in Huize Stolberg de peperno ten door de gangen vlogen. En aan alle kleinkinderen moet zij met men selijke trots en snel-aangemeten bijbel se nederigheid verteld hebben van die oom Willem, die nu in de Lage Lan den de wapens durfde op te nemen tegen de Spaanse Koning Hoe hij eerst net zo'n graafje was als al zijn neef jes nu, totdat hij opeens op die be wuste dag in 1544 van een hijgende bode te horen kreeg, dat hij in Frank rijk een Prinsdom geërfd had, Oranje, en hoe hij dus, tien 4aar oud ,Prinz von Uraniën" geworden was Werden de kleinkinderen ouder en waren zij de leeskunst machtig dan zal de een of ander wel eens gevraagd hebben om tekst en uitleg bij die gro te borden, die in de gangen waren opgehangen, In gotisch-getekende let ters stond er het huisreglement op aangetekend, als een regel voor een smetteloos christelijk leven „Niet vloe ken, op Zondag bijtijds naar de Kerk. niet ontuchtig kleden Dat grootmoeder ook streng kon zijn hoefden zij uit die geestelijke ge- en verbods-borden niet te leren. Dat za gen ze wel aan tafel Wie durfde be ginnen vóór Opa of Oma het teken had gegeven, moest onherroepelijk zijn spaarpot halen en boete betalen. En met angstig ontzag keken de klein» kinderen naar grootmoeder, als zij alt moeder optrad en Oom Jan, Oom Lo- dewijk of Tante Magdalena kalmeerde, wanneer zij hun opvliegende natuur weer eens niet de baas waren. Amper had grootmoeder haar ze ventigste verjaardag gevierd, of zij ging een lange reis maken. Kennelijk viel zij terug op oude jeugdherinne ringen. Zij wilde op deze reis name lijk nu eens niet alleen eigen zoons en dochters opzoeken, maar haar broers en zusters en zij wilde nog eenmaal het oude Stolberg zien. Zij bleef maar weg, zó lang, dat de zonen zich on gerust begonnen te maken; en ook de wat volwassen kleinkinderen, zoals Maria van Oranje, de Gravin van Buuren die aan haar vader in gebro ken Frans schreef, dat zo'n lange reis toch maar niets was „pur eunge sy aussi vieux dame Quelle est". HOE REËEL EN VERSTANDIG Ju liana ook was, óók aan haar voltrok zich de tragiek waaraan geen groot moeder schijnt te kunnen ontkomen; zij kon moeilijk afstand doen van het plezier kleinkinderen om zich heen te hebben. Het zou bijna op een woor denwisseling uitlopen tussen haar en zoon Willem. De laatste dochter van „die Alte von Nassau", Juliana, was dan ein delijk toch nog getrouwd. En nu had grootmoeder zo'n goeie steun kunnen hebben aan Maaike, de oudste doch ter van de Zwijger. Zij las haar groot moeder, die steeds slechter ging zien. voor uit alle boeken die van Witten berg naar Dillenburg gingen, ze had de zorg voor de huisapotheek van tan te Juliana overgenomen, alles bijeen voor de oude Juliana een uiterst lieve steun en toeverlaat. Maar juist daar om kon ook Vader Willem haar thu>® goed gebruiken: de Zwijger was in* middels voor de derde keer getrouwd en in zijn gezin meldde zich jaar na jaar een Oranje-dochter. Na veel heen en weer geschrijf wisselde twintig)3" rige Maaike van Oranje dan toch haar donker maar „lieb Stübchen" °P de Dillenburg voor een kamer rn grote ramen in het hoge Herenhu van Geertruidenberg. Alleen het doe tertje uit het gewaande huwelijk va Willem me' van Saksen, mocht op cie Dillenburg blijven. Zi) z als enig kleinkind grootmoeder haar dood bijstaan. mne- De zonen beloofden aan hun a der nu deze vereenzaamd was, ex te schrijven. En waar de zonen geen tijd hadden (of dachten te ben!), daar werden de klemkindere^ aangezet om naar de ?g'f"neringen schrijven. Met al hun h 00t- aan gezellige logeerpartijen m®èilijk moeders huis moet dat m E had zijn gevallen. JuIfana van Stolberg haar eigen kinderen het ™°unnen gegeven in het latere ie en aan teren op gelukkige j g j p]ezier haar kleinkinderen hadhethuPis meegegeven nog een. a: hippf zii ..ae had te hebben Voor hen bleef grootmoeder over wie de oudste klein dochter W.f Sana's dood op 18 juf» 1580 naar haar /ader®cl?r m°gen geve, dat wij allen naar haa aarden". CLES BANDSMAN

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1967 | | pagina 4