VELE STORMEN OVER ONS VORSTENHUIS
Weinig Oranjes hadden een onbezorgde jeugd
Twee baby's
in vijf uur
Prof. Plate
en moe
Drakensteyn
Grootmoeder vergat haar kinderen niet
Laatste Nassau
Voortekenen
Dienst bij geboorte
is politieke keuze
Feest en front
DE TIJD
VRIJDAG 28 APRIL 1967
4
NIET ALLE KINDEREN uit
de familie Oranje hebben een
even onbezorgde jeugd gekend.
Sommigen kwamen onder de
meest ongunstige voortekenen
ter wereld, anderen verloren al
jong hun ouders, waardoor zij te
vroeg de verantwoordelijkheden
van de troon moesten dragen.
Meermalen leek het Oranje-ge-
slacht tot uitsterven gedoemd en
lang niet altijd heerste er vreug-
Een lachende dr. Plate verlaat
het Academisch Ziekenhuis
PREDIKANTEN
de bij de geboorte van een troon
opvolger.
Niet lang jong
Ongelukken
Oude gravure van Johar. Willem
Friso, die in 1711 in het Hollandsch
Diep verdronk.
Het huwelijk tussen stadhouder Willem II van Oranje en prinses Mary
Stuart van Engeland was een kinderhuwelijk. De bruidegom was veer
tien en het bruidje nog maar elf jaar oud. Het huwelijk werd 12 mei
1641 gesloten. Anthony van Dijck schilderde dit portret van het jonge
paar, dat later koning en koningin van Engeland zou worden.
HERMAN POST
DOOR DR. J. P. D. VAN BANNING
burgemeester van Geleen
Op deze lentedag is het symbo
lisch, dat nieuwe Oranjebloesem
ontluikt aan de oude stam. Twin
tig jaar zijn verlopen sedert een
nieuw lid in ons Vorstenhuis het
levenslicht aanschouwde. Is schier
iedere geboorte een vreugdevol
gebeuren, te meer geldt dit, waar
zovelen hier te lande meeleven
met de Koninklijke familie en in
dit gezin iets eigens voelen.
Nog om een andere reden jjn
velen medelevend met „Draken
steyn". De vele grote gezinnen
ten spijt, is het voortbestaan der
Oranjedynastie toch vele malen
spannend geweest. De Koning-
Stadhouder Willem ni en Stad
houder Willem IV waren postu
me boorlingskes. Waren er in
1843 nog negen mannelijke leden
in ons Koningshuis, in 1884 wa
ren met uitzondering van de ko
ning zelf nog alleeen dames leden
van dit illuster gezelschap.
Aanhoort de stem die spreekt
na 't woordloos vragen:
„Ik zal met God in later dagen
dragen
dit volk aan 't hart gelijk ik doe
mijr kind.
Mijn onderzaten, weest het
welgezind.
Zovelen van mijn stam moesten
verbloeden
om U: wilt Gij voortaan dit Kind
behoeden".
Nu koningin Juliana groot
moeder is geworden, realiseren
wij ons dat in geen eeuwen een
koninklijke grootmoeder de
naam Juliana heeft gedragen.
Wij moeten in de geschiedenis
van ons vorstenhuis terug tot
de moeder van Willem van
Ora-je, Juliana van Stolberg,
om de vorige „Oma Juliana" te
vinden. Aan deze grote vrouw
is dit artikel gewijd.
JULIANA VAN STOLBERG.
Die alle von Nassau
n
(Van onze speciale verslaggever)
HITZACKER, 28 april Twee
maal is mevrouw Gusta von Amsberg
gisteren grootmoeder geworden. Niet
alleen haar schoondochter, prinses
Beatrix maar ook haar dochter Theda
von Friesen kreeg een baby. Theda
von Friesen beviel in Frankfurt van
een ruim tien pond wegende zoon.
De geboorte kwam aanzienlijk later
dan was voorzien, maar toch vijf
uur Vóór de Oranjetelg.
Voor Julius Freiherr von dem Bus-
sche Haddenhaus, een oom van prins
Claus was dat aanleiding om te zeg
gen: ,,Ik neem aan dat mijn zuster
Frau von Amsberg eerst de baby in
Frankfort gaat bezoeken. Die kwam
eerder ter wereld en was zwaarder".
Mevrouw von Amsberg zei ons gis
teravond dat zij voorlopig niet naar
Nederland zal reizen. Intussen zijn de
feestelijkheden in de geboorteplaats van
prins Claus volop aan de gang. Don
derdagavond om negen uur klonken
vanaf de Oosterberg, aan de oever
van de Elbe, vierentwintig saluutscho
ten. Daar de drie laatste schoten lang
uitbleven, verkeerde men aanvankelijk
in de veronderstelling dat in Neder
land een meisje was geboren. Na enig
geharrewar rond het houten kanon kon
den tenslotte ook de beslissende laat
ste schoten worden gelost. Kanonnier
Wilhelm Frick slaakte daarna een
zucht van verlichting: ,,Ik ben blij dat
we geen geld voor de traditionele hon
derdéén schoten hadden. Dan had het
kanon het beslist begeven".
Het eigenlijke feest rond de geboorte
van de Nederlandse prins begon van
morgen om acht uur met een rond
gang van de muziekkapel. Daarna wer
den de beschuiten uitgedeeld en kre
gen de schoolkinderen, die vandaag vrij
hebben, duizend oranje luchtbalonnen.
Intussen wapperen van vrijwel alle
huizen de vlaggen en zullen de café's
vanavond voor een groot deel gratis
bier tappen. Onkel Julius schonk de
burgerij enige vaten. Terwijl de moe
der, de grootmoeder en zuster Christi
ne van Claus von Amsberg zich gis
teren vroeg te bed begaven, zat oom
Julius nog laat aan de stamtafel. Hij
werd eerst om half tien tijdens een
vergadering van de geboorte van het
prinsenkind op de hoogte gebracht.
Dat belette hem niet om later luid
keels „Oranje Boven" mee te zingen.
(Van onze verslaggever)
UTRECHT, 28 april Prof. Plate
heeft gisteravond, toen hij omstreeks
negen uur het ziekenhuis verliet, ge
zegd dat hij opgelucht was dat de
bevalling voorbij was. „Het kind
weegt zeven pond en 350 gram. Het
is om drie minuten voor acht gebo
ren. Ik ga nu naar huis", aldus de
vermoeide professor.
HET BREEDM1N1STERIE van her
vormde predikanten in de ring Lo-
chem heeft in een schrijven aan het
moderamen van de generale synode
van de Herv. Kerk zijn verwondering
uitgesproken over het advies bui
tengewone kerkdiensten te beleggen
na de geboorte van de oranje-telg, en
de synode gevraagd waarom zij
niet geadviseerd heeft tot voorbede
in de gewone dienst op een zondag
morgen. De predikanten zijn van ge
voelen dat de synode met haar ad
vies een politieke keuze heeft ge
daan inzake het alternatief monar
chie of republiek, die niet helemaal
onaanvechtbaar is.
Bovendien wordt bezorgdheid uit
sproken, dat de verkondiging van
net woord Gods, als de geboorte
van een prins daartoe de aanleiding
>s, al te licht bij predikers of hoor
ders op een zijspoor dreigt te gera
ken.
Weinig vorstenhuizen ter wereld
hebben zoveel stormen doorstaan als
het Huis-Oranje, waarover men reeds
gegevens vindt rond het jaar 700,
toen in de stad van Oranje de leden
van deze familie als souvereine prin
sen de vorstelijke titel voerden. Ook
de stam van Nassau, die in 1515 door
een huwelijk met de Oranjes verbon
den werd, kan zich op zijn oudheid
beroemen.
Van de geboorte van Willem de Eer
ste, Vader des Vaderlands, af wordt
de geschiedenis van de Oranjes wer
kelijk belangrijk voor ons land. „Te
Dillenburg zag dit pronkjuweel het
licht, in den jare 1533", aldus een ge
schiedschrijver uit de achttiende eeuw.
Vier malen is deze Willem getrouwd
geweest. Behalve zeven dochters kreeg
hij drie zonen, onder wie Philips Wil
lem. Dit kind, geboren uit het huwe
lijk van Willem 1 met Anna van Bu
ren, verloor al vroeg zijn moeder en
werd korte tijd later door de hertog
van Alva, die wraak wilde nemen
op zijn vader, naar Spanje ontvoerd.
Daar bracht hij 27 jaar in gevangen
schap door.
Prins Maurits, die later zo'n grote
rol zou spelen in de geschiedenis van
Nederland, heeft evenmin een pretti
ge jeugd gehad. Hij werd in novem
ber 1567 geboren op het slot Dillen
burg, waarheen zijn vader de wijk
had genomen. Zijn moeder was gees
telijk niet helemaal normaal en liet
zich weinig aan hem gelegen liggen.
Na de dood van zijn vader kwam hij
op zeventienjarige leeftijd aan het
hoofd te staan van de Raad van State.
GROTE VREUGDE heerste er ln
het land over de geboorte van Fre-
derik Hendrik in januari 1584. Maar
ook deze Oranje-telg kon niet lang
kind blijven. Een half jaar na zijn
geboorte werd zijn vader vermoord.
Toen hij ztstien jaar was nam hij al
zitting ih de Raad van State. Als ko
lonel nam hij deel aan de slag bij
Nieuwpoort, waar hij weigerde in te
gaan op het voorstel van de bezorgde
Maurits zich te verwijderen. Hij gaf
te kennen, dat hij met zijn broer wil
de leven en sterven.
WILLEM II, zoon van Frederik
Hendrik en Amalia van Solms, was
vier jaar oud toen de Staten hem
aanstelden als „Generaal van de Rui
terij van het Staatsche Leger". Twee
jaar later volgde hij zijn inmiddels
overleden vader op. Reeds op veer
tienjarige leeftijd trouwde prins Wil
lem met de toen elf jaar oude prinses
Maria Stuart van Engeland. Na ja
ren van verbeten strijd, stierf hij zeer
onverwacht op 25-jarige leeftijd. Er
gingen geruchten, dat hij vergiftigd
zou zijn, maar die moeten als onjuist
worden beschouwd.
Onder de meest ongelukkige omstan
digheden werd 14 november 1650 Wil
lem III geboren. Zijn vader was zes
dagen tevoren gestorven en vooral in
Holland en Zeeland leefde verzet te
gen het Huis van Oranje. Nog op zijn
geboortedag ontnamen de Staten van
Zeeland hem de waardigheid van „eer
ste edele" van dat gewest. Hij werd
opgevoed door zijn moeder en later
door zijn grootmoeder Amalia van
Solms, die in 1666 wist te bewerken,
dat de Staten van Holland hém ac
cepteerden als „Kind van Staat".
Hij kwam daardoor geheel onder toe
zicht van Johan de Witt. Deze had
echter aan Engeland beloofd, dat hij
nooit meer een Oranje tot stadhouder
van Holland en Zeeland zou benoe
men. Dat gebeurde toch, in het ramp
jaar 1672, toen Engeland en de bis
schoppen van Keulen en Munster te
gelijkertijd Nederland de oorlog ver
klaarden.
MET DE DOOD van Willem III in
1702 was het Huis van Oranje in de
mannelijke lijn vanaf Willem I uitge
storven. Maar in 1652 was een doch
ter van Frederik Hendrik getrouwd
met Willem Frederik, vorst van Nas
sau Dietz, stadhouder van Friesland,
Groningen en de Ommelanden. Zijn
grootvader, Johan, was een broer van
Willem I. Willem Frederik kwam in
1664 door een ongeluk met een pis
tool om het leven. Hij werd opgevolgd
door zijn broer Hendrik Casimir, va
der van de latere Jan Willem Friso,
die in 1711 in het Hollandsch Diep ver
dronk.
Zes weken na zijn dood werd zijn
zoon, Willem Karei Hendrik Friso, ge
boren, de latere Willem IV. Hij was
niet welkom. In Leeuwarden, waar het
kind werd gedoopt, treurde men nog
over de dood van Jan Willem Friso
en in Holland en Zeeland hadden de
regenten het helemaal niet begrepen
op fleze nieuwe loot aan de Oran
je-stam. Bijna allé bezittingen, die hem
als erfgenaam van Willem III toekwa
men, werden door de Pruisische ko
ning in beslag genomen. Hij stierf als
stadhouder in 1751.
In' 1748 was zijn zoon Willem V ge
boren. Ook deze verloor dus zijn va
der al vroeg. Hij kwam onder regent
schap van zijn moeder, Anna van Han
nover, en later van de hertog van
Brunswijk. Vooral deze laatste voog
dij heeft hem weinig goeds gebracht.
De hertog van Brunswijk was er voor
al op uit zijn eigen macht te vergro
ten. Maar als er iets verkeerd ging
schoof;hij alle verantwoordelijkheid op
de jonge Oranje. In 1795 moest Wil
lem V naar Engeiand Vlücbtën, tóen
de troepen van de Franse republiek
onder leiding van generaal Pichegru
Nederland binnenvielen.
MEVR. DRA. M. G. SCHENK en de
heer J. B. Th. Spaan hebben bij de
Uitgeverij de Boekerij in Baarn een wel
verzorgd boekje doen verschijnen over
Drakensteyn en zijn bewoners. Het
boekje is juist in deze dagen, dat Dra
kensteyn in de belangstelling staat, uit
gekomen. Mevrouw Schenk en de heer
Spaan, die al veel boekjes over de prin
sessen hebben geschreven, geven in
„Drakensteyn en zijn bewoners" een
overzicht van de geschiedenis van het
kasteeltje én vertellen het een en an
der over de bewoners, het meeste ui
teraard over de huidige: prinses Bea
trix en prins Claus. Wat de inrichting
van het kasteeltje betreft is niets aan
hun aandacht ontsnapt.
Oranjebloesem
aan oude stam
Met koningin Wilhelmina is genea
logisch gesproken de laatste Nassau uit
onze tak Oranje Nassau Dillenburg ten
grave gedaald, maar staatsrechtelijk
kent onze Grondwet nu één Konink
lijk Huis, dat zich ook in vrouwelijke
lijnen voortzet, zeker passend in deze
tijd der vrouwenemancipatie. Sedert
1963 hebben wij de Castiliaanse erfop
volging, zodat geen prins in verwijderd
familieverband meer voorgaat boven
een prinses. Vóór de grondwetsherzie
ning van dat jaar zou een eventuele
zoon van een der andere prinsessen
voorrang boven een dochter onzer
kroonprinses hebben gehad.
Deze wijziging opent de mogelijkheid
van een nog snellere stam wisseling.
Van 100 overledenen zijn negen onge
huwd, zeventien kinderloos en hebben
elf alleen dochters, zodat eigenlijk ge
middeld per drie generaties een nieu
we mansstam aan bod komt.
De voortzetting in vrouwelijke erfop
volging leek zich niettemin al ten
spijt aan elke statistieke verwachting
tot een zekere Nederlandse traditie
te ontwikkelen: Na Oranje Nassau,
Oranje Nassau Mecklenburg, Oranje
Nassau Lippe staat Oranje Nassau van
Amsberg in het verschiet, een speling
der natuur, die even zeldzaam als
merkwaardig is.
Bij de geboorte van onze kroonprin
ses geschiedde de aangifte destijds
door de minister-president en de vice-
prësident van de Raad van State bij
de burgemeester van Baarn, in diens
kwaliteit van ambtenaar van de bur
gerlijke stand. „Zijne Koninklijke Hoog
heid heeft zijne Dochter aan mij ver
toond" werd nog in de akte vermeld,
een ongebruikelijke toevoeging, afkom
stig uit de tijd der dynastieke intriges,
toen getuigen ter bevalling aanwezig
waren om „ondergeschoven kinderen
te voorkomen.
De geboorte van onze tegenwoordig®
kroonprinses had destijds plaats, ter-
wijl de eerste wolken van de oorlogs
orkaan waarneembaar waren. Dat g®"
vaar lijkt thans verder verwijderd. De
onrust, die men bij de geboorte va»
vroegere Stadhouders Willem III eI
Willem IV kon waarnemen, die me*
een stadhouderloos tijdperk samenvie"
len. ontbreekt.
De voortekenen zijn thans zeker nis'
ongunstig; de afwijzende houding van
de SDAP ten tijde van de geboorte
van koningin Wilhelmina, die later onS
volk zo dierbaar werd, betrof een gro
tere groep dan de PSP heden ten dage-
Het koningschap is in stijl veranderd,
de nieuwe erfprins zal daarop worden
voorbereid. Wat is de titel van d®
nieuwe telg? Interessant is dan de
vraag of de kleinzoon al tijdens de
regering van koningin Juliana de titel
Prins van Oranje toekomt. De let
terlijke tekst van artikel 27 van de
Grondwet luidt: „De oudste van dei
konings zonen of verdere m a n n e -
1 ij k e nakomelingen, die de vermoede
lijke erfgenaam is van de kroon, i®
des konings eerste onderdaan en voert
de titel Prins van Oranje". Het „of'
in het eerste deel van de bepaling zou
tot een bevestigend antwoord leiden,
het „en" in het laatste deel doet twij
fel ontstaan. De narigheid is het ge
volg van het inlassen van het woord
„mannelijke" in de redaktie in 1815,
die niet overeenstemt met het verdrag
van 1732 tussen Stadhouder Willem V
en de Pruisische Koning Frederik
Willem I waar inzake de verwerving
van de titel Prins van Oranje werd ge
sproken van „Descendants Males et
Femelles", evenals in artikel 65 der
Wener Congresakte het geval is. De
protocollaire plaats wordt bepaald door
de rangorde van opvolging en is du®
in de toekomst vóór de zusters van
zijn/haar moeder.
Bijna dertig jaar liggen tussen d®
geboorte van moeder en kind; een pe
riode van rampspoed. Moge ook voor
dit nieuwe lid van ons koningshuis in
vervulling gaan de bede. die de ver
zetsdichter Jan Campert bij de geboor
te van onze huidige kroonprinses t®
boek stelde:
JULIANA VAN STOLBERG
Voorwaar, van harte zou ik niets
liever hebben begeerd, dan dat de
Almachtige ons zo veel Genade be
tuigd had, dat wij Hare Wellieve,
vóór haar verscheiden nog eenmaal
hadden mogen zien".
WILLEM DE ZWIJGER schreef dit
aan zijn broer, Graaf Jan van Nassau
op 12 juli 1580, een paar weken na
dat zijn moeder Juliana van Stolberg
gestorven was. Dwars door zijn fana
tiek bezig zijn met strategie en poli
tiek, moet hij iets van zelfverwijt ge
voeld hebben. Acht jaar tevoren had
hij haar voor het laatst ontmoet. Ju
liana had in brief op brief haar
„Hooggeboren vorst, mijn allerliefste
Heer en Zoon" gesuggereerd om nog
eens langs de Dillenburg te komen,
maar veel verder dan een toespeling
wilde ze toch niet gaan; Juliana had
ervaring genoeg om te weten, dat
haar kinderen wel iets anders te doen
hadden dan aan „die Alte von Nas
sau" te schrijven. „Ik wil mijn Heer
Zoon met mijn schrijven niet langer
ophouden", tekende zij zelf nogal eens
aan in de ontelbare brieven aan haar
kinderen; het waren lange en stijlvol
le brieven, waarin zij al schrijvende
iets terug wilde winnen van het gemis
aan persoonlijk contact.
Het verlangen om haar nog eenmaal
gezien te hebben voor haar dood moe
ten ook vooral haar kleinkinderen ge
had hebben. Want Grootmoeder Julia
na was een begrip overal in
West-Europa waar kleinkinderen van
haar leefden. En het was geen gering
aantal. Had ze zelf zeventien kinde
ren gehad, de meeste van haar doch
ters allee" al telden er in hun gezin
nen op zijn minst een dozijn!
Er waren kleinkinderen die dachten
dat oma Juliana alleen maar hun
oma was. „Grootmoeder, u houdt vast
het meest van mij, omdat ik uw
naam draag" moet haar meer dan
binnenpret gegeven hebben. In een tijd
waarin reizen zelfs voor een pittige
vrouw als Juliana een prestatie was,
was de brief hét middel voor contact.
Juliana uit de kleine kinderen was,
en wat meer armslag gekregen had,
omdat thuis de zaak door een handi
ge dochter in goede banen gehouden
kon worden, zou moeder eens zelf ko
men logeren; natuurlijk bij de oudste
zoon (uit haar tweede huwelijk met
Willem van Nassau).
De eenvoudige grootmoeder van het
grafelijk platteland van Nassau zal in
Breda het kasteel van haar prinselij
ke zoon misschien wel angstig luxueus
gevonden hebben. De ongecompliceer
de Juliana voelde zich trouwens tóch
al niet erg op haar gemak bij de nieu
we schoondochter, de spilzieke Anna
van Saksen, door haar zoon Willem
om politieke redenen ten huwelijk
gevraagd. En omdat Willem alleen
maar de laatste week prinsheerlijk kon
genieten van het feit dat moeder eens
bij hem thuis was, zal de toen ruim
58-jarige grootmoeder in de Bredase
kasteeltuin (nu het Valkenberg) wel
graag opgetrokken zijn met haar klein
kinderen Philips Willem en Maria.
Als Grootmoeder kwam logeren, her
innerden de zonen zich weer de hun
door moeder aangeleerde ridderlijk
heid. Voor hun grijzende moeder lie
ten zij speciale kamervrouwen klaar
staan, opdat zij niets tekort zon ko
men. Bij zo'n bezoek had Juliana ove
rigens haar ogen niet in haar schort
zakken. Was zij weer thuis, dan zou
ze in een volgende brief zoonlief nog
eens op het hart binden om zijn vrouw
zeker als zij in verwachting was
en wanneer was zij dat niet! te
ontzien en alle slechte tijdingen over
Geuzen en Spanjolen, over doorgesto
ten dijken en uitgemoorde steden, ver
re te houden van de aanstaande moe
der.
Soms ook ging na zo'n logeerpartij
er een vriendelijk briefje naar dege
ne, die de gastvrijheid had verleend
,,Ik heb laatst zo genoten van die
testers; zou je mij er wat kunnen
Sturen, maar de nota bijsturen, én-
Iers raken we maar in de war met
3e verrekening". En genietend van
«esters en van de binnenpret om haar
spreekwoordelijke zuinigheid, ging er dan
veer een briefje terug met een „nog
reel dank; ik heb er weken lang mee
fedaan".
En zoals wel in meer grote gezinnen
gebeurt, zo ook bij de familie van
Nassau: de broers en zusters corres
pondeerden met elkaar via moeder
Wanneer Juliana de ene dochter fe
liciteerde met de geboorte van weer
een kind, dan kon zij steevast erbij
meedelen, dat er bij Jan of Willem
ook weer een op komst was; want in
de grote Nassaufamilie was altijd wei
ergens een teken van leven te bespeu
ren!
De oudste schoondochter van J uliana,
de goeie Anna van Egmond uit Bu
ren, had zij helaas nooit ontmoet. Ze
had vaak genoeg aan haar zoon ge
schreven om met „Gemahlin und den
ganzen Haufen" op de Dillenburg te
komen logeren, maar haar schoondoch
ter in Breda stierf veel te vroeg. Toen
LOGEREN BIJ GROOTMOEDER op
de Dillenburg betekende voor de klein
kinderen „feest", voor de vaders
.front", iedere keer als de strijd
veer oplaaide en de gebroeders van
rlassau het zwierige kostuum van hun
tid verwisselden voor het harnas, gin
gen de briefjes per ijlbode: „of de
kinderen niet zo lang bij U kunnen
kómen; we geven een onderwijzer
ntee". Zo raakte zij met een „du
kennst deine alte Juliana" nooit uit
de kleine kinderen! Maar bij Oma
konden ze altijd terecht.
Logeren op „de Dilberg" betekende
voor de jeugd rennen door meterslan
ge stenen gewelven onder het slot;
in angstvallig-netjes geschoffelde pa
den, bedremmeld en op een afstand
kijken naar die vreemdsoortige kruiden,
die met namen uit een toverwereld
door Oma Juliana en Tante Juliana
als kasplantjes werden opgekweekt.
Een dochter thuis gaf haar des te
meer gelegenheid om zelf met de klein
kinderen bezig te zijn. Dat betekende
dan helpen met het schrijven van
een briefje naar vader of moeder. Ze
ker als, zoals bij Charlotte van Bour
bon, die moeder Frangaise was. Hulp
van de dochter thuis wilde ook zeggen,
dat Juliana zelf des te meer aandacht
kon hebben voor het feit dat de kin
deren niet te dicht bij die merkwaar-
dig-moderne kachels mochten komen.
Kachels, die van ijzer waren, een stof
die, nota bene in de buurt van Oma's
slot uit de grond gewonnen werd!
Het is voor onze flat-generatie, die
zich nog amper egn zolder uit groot
moeders huis kan herinneren, bijna
niet voor te stellen hoe groot de mo
gelijkheden om je fantasie gestalte te
geven waren bij de grootmoeder op
de Dillenburg, die een huis had met
meer dan honderd kamers. Maar om
één kamer liep ieder kind in een gro
te boog heen. Dat was de kamer waar
de aap van Dillenburg zijn eigen def
tig hok had.
Wandelend in de tuin moet Juliana
vaak verteld hebben over vroeger, hoe
zij tien jaar was en al een gouden
hoofdsieraad kreeg; hoe op sinterklaas
avond in Huize Stolberg de peperno
ten door de gangen vlogen. En aan
alle kleinkinderen moet zij met men
selijke trots en snel-aangemeten bijbel
se nederigheid verteld hebben van die
oom Willem, die nu in de Lage Lan
den de wapens durfde op te nemen
tegen de Spaanse Koning Hoe hij eerst
net zo'n graafje was als al zijn neef
jes nu, totdat hij opeens op die be
wuste dag in 1544 van een hijgende
bode te horen kreeg, dat hij in Frank
rijk een Prinsdom geërfd had, Oranje,
en hoe hij dus, tien 4aar oud ,Prinz von
Uraniën" geworden was
Werden de kleinkinderen ouder en
waren zij de leeskunst machtig dan
zal de een of ander wel eens gevraagd
hebben om tekst en uitleg bij die gro
te borden, die in de gangen waren
opgehangen, In gotisch-getekende let
ters stond er het huisreglement op
aangetekend, als een regel voor een
smetteloos christelijk leven „Niet vloe
ken, op Zondag bijtijds naar de Kerk.
niet ontuchtig kleden
Dat grootmoeder ook streng kon zijn
hoefden zij uit die geestelijke ge- en
verbods-borden niet te leren. Dat za
gen ze wel aan tafel Wie durfde be
ginnen vóór Opa of Oma het teken
had gegeven, moest onherroepelijk zijn
spaarpot halen en boete betalen. En
met angstig ontzag keken de klein»
kinderen naar grootmoeder, als zij alt
moeder optrad en Oom Jan, Oom Lo-
dewijk of Tante Magdalena kalmeerde,
wanneer zij hun opvliegende natuur
weer eens niet de baas waren.
Amper had grootmoeder haar ze
ventigste verjaardag gevierd, of zij
ging een lange reis maken. Kennelijk
viel zij terug op oude jeugdherinne
ringen. Zij wilde op deze reis name
lijk nu eens niet alleen eigen zoons
en dochters opzoeken, maar haar broers
en zusters en zij wilde nog eenmaal
het oude Stolberg zien. Zij bleef maar
weg, zó lang, dat de zonen zich on
gerust begonnen te maken; en ook de
wat volwassen kleinkinderen, zoals
Maria van Oranje, de Gravin van
Buuren die aan haar vader in gebro
ken Frans schreef, dat zo'n lange reis
toch maar niets was „pur eunge sy
aussi vieux dame Quelle est".
HOE REËEL EN VERSTANDIG Ju
liana ook was, óók aan haar voltrok
zich de tragiek waaraan geen groot
moeder schijnt te kunnen ontkomen;
zij kon moeilijk afstand doen van het
plezier kleinkinderen om zich heen te
hebben. Het zou bijna op een woor
denwisseling uitlopen tussen haar en
zoon Willem.
De laatste dochter van „die Alte
von Nassau", Juliana, was dan ein
delijk toch nog getrouwd. En nu had
grootmoeder zo'n goeie steun kunnen
hebben aan Maaike, de oudste doch
ter van de Zwijger. Zij las haar groot
moeder, die steeds slechter ging zien.
voor uit alle boeken die van Witten
berg naar Dillenburg gingen, ze had
de zorg voor de huisapotheek van tan
te Juliana overgenomen, alles bijeen
voor de oude Juliana een uiterst lieve
steun en toeverlaat. Maar juist daar
om kon ook Vader Willem haar thu>®
goed gebruiken: de Zwijger was in*
middels voor de derde keer getrouwd
en in zijn gezin meldde zich jaar na
jaar een Oranje-dochter. Na veel heen
en weer geschrijf wisselde twintig)3"
rige Maaike van Oranje dan toch
haar donker maar „lieb Stübchen" °P
de Dillenburg voor een kamer rn
grote ramen in het hoge Herenhu
van Geertruidenberg. Alleen het doe
tertje uit het gewaande huwelijk va
Willem me' van Saksen,
mocht op cie Dillenburg blijven. Zi) z
als enig kleinkind grootmoeder
haar dood bijstaan. mne-
De zonen beloofden aan hun a
der nu deze vereenzaamd was, ex
te schrijven. En waar de zonen
geen tijd hadden (of dachten te
ben!), daar werden de klemkindere^
aangezet om naar de ?g'f"neringen
schrijven. Met al hun h 00t-
aan gezellige logeerpartijen m®èilijk
moeders huis moet dat m E had
zijn gevallen. JuIfana van Stolberg
haar eigen kinderen het ™°unnen
gegeven in het latere ie en aan
teren op gelukkige j g j p]ezier
haar kleinkinderen hadhethuPis
meegegeven nog een. a: hippf zii ..ae
had te hebben Voor hen bleef
grootmoeder over wie de oudste klein
dochter W.f Sana's dood op 18 juf»
1580 naar haar /ader®cl?r m°gen
geve, dat wij allen naar haa
aarden". CLES BANDSMAN