Europese top
in de mist
Hanoi en Washington nog
recht tegenover elkaar
Beide gebruiken het woord
Ontslag theolocg peJje Olldc!'
Britse uitgevers
Macmïllan krijgt monopolie
in nesen landen van Afrika
SALISBURY KLAAGT AAN
Boeiend
toestand
boekwerk over
N.-Vietnam
in
De Gaulle
vooral in
welkom
Quebec
Natuurkundige
ontdekking
Pausschap soms gezien
als beletsel oecumene
Edgar Pisani
neemt ontslag
PHAM VAN DONG EN ELLSWORTH BUNKER
ongedaan gemaakt
Nederlander wint
Poëzieprijsvraag
Water overspoelt
Russische stad
TERREUR VREES
de tijd
HET FRANS IN CANADA
Relativiteitstheorie
van Einstein aangetast?
Anti-Amerikaanse
betoging in Madrid
""varïaJPhüosopM
Nederlanders
ZATERDAG 29 APRIL 1967
DOOR DR. K. J. HAHN
„Agressie"
■m
«r-T
Vorderingen
HENRY CABOT LODGE
veel bereikt
ELLSWORTH BUNKER
diepe kloof
Immigratiepolitiek
FRANSE MINISTER
PAUS PAULUS TIJDENS REDE:
De eigenaars van kleine waren
huizen in het Amerikaanse dis
trict van Columbia zijn de laatste
tijd het slachtoffer van een ware
golf van misdaad die zich de laat
ste tijd in het district voordoet.
Een Senaatscommissie stelt mo
menteel een onderzoek in. Uit
vrees voor represailles verschij
nen diverse getuigen met maskers
op voor de commissie.
OOK IN REGERINGSKRINGEN in
de Italiaanse hoofdstad verwacht men
niet veel meer van de komende Eu-
fopese topconferentie. Generaal de
Gaulle heeft de oorspronkelijke voor-
'ziëne datum van begin april wegens
de Franse regeringsformatie moeten
lajen verstrijken en pas na veel on
zekerheid werd eindelijk bekend, dat
Frankrijk in de tweede helft van mei
een termijn kon vrijmaken om aan
de conferentie van staatshoofden en
Regeringschefs van de zes ter viering
van het tienjarig jubileum van de
Verdragen van Rome deel te nemen.
Het initiatief hiertoe werd eind ver
leden jaar door de Italiaanse minis
ter van buitenlandse zaken, Fanfani,
genomen, die hoopte op deze wijze
een „kleine brug" te kunnen slaan, zo
als hij onlangs zei, tussen de econo
mische integratie en de politieke in
tegratie.
Het was en is de bedoeling de top
conferentie te Rome te houden als
een zuiver formele herdenkingsplech
tigheid, gevolgd door een nieuwe po
ging tot politiek gesprek tussen de
zes. ,,Uit deze formulering, die alge
meen" wordt toegepast, blijkt reeds
hoeveel voorzichtigheid, reserves, ja
zelfs pessimisme bij de Europese vijf
heerst. De twee hoofdonderwerpen,
waarover een politiek gesprek tussen
de Zes thans wel moet gaan, zijn de
eenmaking van de drie gemeenschap
pen en de toetreding van Engeland.
Ook als Frankrijk bereid is de sa
menwerking van de executieven van
de drie gemeenschappen goed te vin-
den, dan lijkt het meer dan onwaar
schijnlijk, dat het serieus over de op
neming van Engeland wil spreken.
Engeland van zijn kant bevreesd voor
een tweede ,,njet" en kampend met
interne oppositie, heeft nog geen for
mele aanvraag ingediend.
Zal onder deze omstandigheden wer
kelijk een stap vooruit gedaan kunnen
worden? En als Nederland dan nog
terecht eist, dat over gemeenschaps
zaken slechts tezamen met de Euro
pese commissies gesproken kan wor
den hiermede de wil tot en de
stand van de Europese integratie ver
tolkend is het niet moeilijk zich
voor te stellen dat het politieke ge
sprek op de topconferentie onder zwa
re barensweëen zal lijden. Blijft dus
alleen de uitweg om over dingen te
spreken, die niet rechtstreeks met de
gemeenschappen te maken hebben,
namelijk de Oost-West betrekkingen.
Iedereen wil gaarne hierover alge
meen bekende en volkomen onge
vaarlijke dingen zeggen, die niemand
binden „communautair" komt men
hiermede ook geen stap vooruit.
UITGEREKEND ITALIë, het land,
dat als initiatiefnemer en gastheer'
alle redenen tot vlijtig öptimisme-
heeft, brengt thans zijn oude bezwa
ren tegen bepaalde kanten van de
Europese samenwerking weer 1 naaf
voren, waardoor het al door de no
dige mist bemoeilijkte uitzicht op een
EuropeSe top nog meer vertroebelt
wordt. Die Italiaanse bezwaren zijn
in feite vooral tegen Frankrijk ge
richt. Minister Fanfani heeft name
lijk enkele weken geleden een lijvig
rapport over de EEG en Euratom aan
de Kamer gezonden, waarin hij uit
voerig uit de doeken deed, waarom
Italië de meest ernstige kritiek op het
beleid van Euratom moet uiten. Fan
fani zegt aan het slot van een lang
hoofdstuk over de crisis van Eura
tom dat „Euratom in zijn tegen
woordige vorm bestemd is te verdwij
nen. Het zal kunnen herrijzen met een
structuur, die overeenstemt met zijn
nieuwe taken". Fanfani deelt de Ka
mer tot in bijzonderheden mede, waar
om Italië verbolgen is: het kan zich
niet verenigen met de politiek van
Frankrijk, dat het project ORGEL
van een reactor op de basis van na
tuurlijk uranium liet aannemen,
waarvan het rendement te gering is
en dat, zo zegt het rapport van Fan
fani, „eerder aan doelstellingen van
Europese autarkie dan aan economi
sche en commerciële overwegingen
beantwoordt".
Frankrijk wil namelijk niet dat het
zelf of de Zes te sterk van Amerika
afhankelijk worden. Bovendien begun
stigt Euratom te sterk die landen die
Industrieel verder ontwikkeld zijn, die
„de grotere bedragen ontvangen en
daarom een groot deel van de beschik
bare fondsen, met belangrijke gevol
gen op technologisch gebied". De klei
nere industrielanden van de Zes beta
len meer aan Euratom dan zij terug
krijgen. Het tweede vijfjarenplan van
Euratom, dat in 1963 begon te lopen,
vertoont dan ook een grote oneven
wichtigheid tussen de gemeenschaps
projecten en de nationale projecten,
waaraan Euratom deelneemt. Kortom,
Italië is van mening, dat het meer
betaalt dan het terugkrijgt en dat
Euratom te eenzijdig de grote indus-
trielanden, vooral Frankrijk begun
stigt.
SLECHT BELOOND voelen de Ita
lianen zich derhalve voor al hun Eu
ropese goodwill. Dit terwijl de Fran
sen, die al hun uitvoer van landbouw
producten zo grootmoedig laten finan
cieren uit hét Europese land
bouwfonds, zich ten opzichte van
de integratie nu niet bepaald in ieder
opzicht loyaal gedragen. De Italiaan
se regering is dan ook van plan, zo
wordt in welingelichte regeringskrin
gen verklaard, zijn bijdragen te sta
ken indien met deze ernstige verlan
gens van Italië niet ter dege rekening
wordt gehouden. Het rapport van Fan
fani stelt het niet zo scherp. Er moet
gehandeld worden zo zegt het rapport
teneinde de fusie van de executieven
te versnellen en om te verhinderen
dat het uiteindelijke doel, namelijk de
eenheid van Europa, in gevaar ge
bracht wordt. De Italiaanse regering
heeft altijd en overal op de noodzaak
gewezen dit werkelijk fundamentele
doel niet uit het oog te verliezen. Het
kan alleen bereikt worden door een
werkelijk gemeenschappelijke visie en
een gemeenschappelijke oplossing van
de afzonderlijke problemen. In deze
geest zal de Italiaanse regering ook
in de toekomst handelen. Er ligt dus
toch wel een politiek addertje in het
mooie groene gras van deze verkla
ring. Het zal de gesprekken aan de
top zeker niet gezelliger maken.
(Van een correspondent)
TOKIO, 29 april De premier van
Noord-Vietnam, Pham Van Dong,
heeft in een interview met het Japan
se blad „Asahi Sjimboen" verklaard,
dat de Amerikaanse eis tot „weder
zijdse de-escalatie onaanvaardbaar
is" en dat er geen sprake van kan
zijn, dat Noord-Vietnam een vermin
dering van het oorlogsgeweld door
de Verenigde Staten met een soort
gelijke maatregel zal beantwoorden.
Hij noemde de verklaringen van
president Johnson en de Amerikaanse
minister van buitenlandse zaken, Dean
Rusk, dat de partijen elkaar tege
moet moeten treden om een eind te
maken aan de strijd „uiterst gevaar
lijk en zinloos".
„Men gaat er bij dergelijke verkla
ringen van uit, dat de agressor maar
alles naar zijn hand kan zetten. Daar
om verklaren wij ons er absoluut te
gen. Van een beantwoording van de
Amerikaanse stappen kan geen sprake
zijn".
„El" standpunt of idee, waarmee
men direct of indirect deze Ameri
kaanse doelstellingen steunt, is waar
deloos. Het kan geen enkel resultaat
opleveren en het Vietnamese volk zal
zich er uiteindelijk tegen verzetten", al
dus Pham Van Dong.
Een tweede „zeer belangrijk aspect
van die standpunten" is, dat agressor
en slachtoffer van de agressie worden
gelijkgeschakeld. Dit is heel duidelijk
te lezen in de eis voor „wederzijdse
de-escalatie. Dat is onaanvaardbaar
omdat de oorlog is ontketend door de
Verenigde Staten en een gevolg is van
de geleidelijke trapsgewijze uitbreiding
van de oorlog door de Amerikanen.
„De Verenigde Staten zijn met de oor
log begonnen, dus moeten de Amerika
nen ook maar zorgen, dat er een eind
aan komt", aldus de premier.
SAIGON. „Wij zullen aan het ver
zoek om hulp van het Vietnamese volk
met onze eigen militaire middelen
blijven voldoen, zolang dit volk nog
het slachtoffer is van agressie". Met
deze woorder. deed Ellsworth Bunker,
de nieuwe ambassadeur van de Ver
enigde Staten in Zuid-Vietnam, als op
volger van Henri Cabot Lodge, zijn in
trede in Saigon. Een verklaring dus
die aantoont dat er nog een diepe
kloof bestaat tussen de Amerikaanse
opvatting van de oorlog en die van
Noord-Vietnam. „Maar militaire
macht", aldus Bunker, „is hoe belang
rijk ook, niet het blijvende antwoord
op de vraagstukken van Vietnam".
„De werkelijke taak zal veel langer
duren en uiteindelijk rusten op de
schouders van het Vietnamese volk.
De honger, het analfabetisme, de ziek
tes en het sociale onrecht moeten
worden overwonnen. Dat is de ware
revolutie. Om dit doel te bereiken zul
len wij nog heel lang na het staken
van de strijd uw bondgenoten blijven.
Wij kijken over die periode van agres
sie en wrede conflictstof heen naar een
tijd van verzoening en vrede in heel
Zuidoost-Azië".
De scheidende ambassadeur, Henri
Cabot Lodge, gaf een overzicht over
de vorderingen, die tijdens zijn ambts
termijn in de strijd tegen de Vietcong
zijn geboekt. „Zij kunnen niet meer
de overwinning behalen en wij zul
len niet uit Vietnam verdreven kunnen
worden", aldus Lodge. Sarcastisch zei
iemand uit de menigte daarop: „Wij
kunnen niet meer winnen en zij kun
nen niet meer verdreven worden".
Volgens zijn gewoonte was Cabot
Lodge heel redelijk bij zijn opsom
ming. „Ik zal om te beginnen de din
gen opnoemen, waarover wij en vooral
de Verenigde Naties zich grote zorgen
hebben gemaakt. Wij plachten te vre
zen, dat de vijand Vietnam in tweeën
zou delen; of dat de agressor in een
of andere provincie een vijandelijke
hoofdstad zou stichten, waaruit wij
hem niet meer zouden kunnen verdrij
ven; of dat door een coup van de
Vietcong de regering op subversieve
wijze omvergeworpen zou worden; of
dat de inflatie hongersnood zou ver
oorzaken; of dat een eindeloos aantal
regeringen elkaar zouden opvolgen."
„Vooral vreesden wij, dat de verlie
zen in Vietnam de agressor zo zouden
aanmoedigen, dat hij zijn agressie tegen
nog andere landen in Oost-Azië zou
richten, in welk geval we vlak voor
een derde wereldoorlog gestaan zou
den hebben. De situatie is gevaarlijk,
omdat de wereld nu eenmaal gevaarlijk
is, maar als men ons uit Vietnam
zou hebben verdreven of als wij Viet
nam aan zijn lot hadden overgelaten,
dan zou het getij zijn gekeerd ten
gunste van Peking en er zou een cata
strofe van werèldomvang zijn ontke
tend."
WASHINGTON, 29 april (KNP) Na
een proteststaking van vier dagen van
ruim 7000 studenten aan de theologi
sche faculteit van de katholieke uni
versiteit van Washington tegen het
aangekondigde ontslag, van hun popu
laire 33-jarige theologieprofessor,
Charles Curran pr. is dit ontslag thans
ongedaan gemaakt.
Het curatorium van de universiteit,
waarin 40 Amerikaanse kardinalen en
bisschoppen zitting hebben, gaf geen
reden op voor het ontslag, dat per
1 september zou ingaan. Algemeen na
men de studenten echter aan dat de
inzichten van hun theologieprofessor
met name over „de ondergang" van
de katholieke mpraalwetten en over het
huwelijk, de aanleiding tot het ontslag
vormden.
'Kardinaal Shehan van Baltimore, kar
dinaal Cushing van Boston en mgr.
Hallinan van Atlanta verklaarden zich
openlijk tegen een ontslag. Kardinaal
Cushing was heel' beslist: Curran moet
alle zijden in zijn colleges kunnen be
lichten. Het heeft geen zin mensen in
een curatorium van een universiteit te
benoemen, die er geen kaas van heb
ben gegeten hoe een universiteit te
leiden.
Verschillende leden van het curato
rium zijn nu bang dat hun toegeven
aanleiding zal geven tot nog meer kri
tiek op de kerk.
BRUSSEL, 29 april (ANP) De Ne
derlander J. P. M. van Hest uit Weesp
heeft de eerste prijs behaald in een
prijsvraag voor gedichten van auteurs
van 15 tot 20 jaar, die was uitgeschre
ven door de Nederlandse Radio Unie
en de bbelgische radio en Televisie.
De Nederlands-Belgische, jury heeft
op een vergadering in Brussel het ge
dicht „Lopend langs de Waal" van de
heer van Hest als beste uit de 2349
inzendingen aangemerkt. De tweede
prijs was voor een Brusselaar, Roger
van Plas, voor zijn gedicht „Sil
houet van een splinter". De derde prijs
ging weer naar Nederland, mej. Ruth
Smulders te Utrecht, die een gedicht
getiteld „Maria Magdalena" had inge
zonden.
OP 24 DECEMBER van het vorig I
jaar landde de bekende redacteur van
het Amerikaanse blad The New York
Times, Harrison Salisbury, aan boord
van een vliegtuig van de Internatio
nale Controle Commissie voor Viet
nam op het vliegveld van Hanoi om
als eerste Amerikaanse verslaggever
de situatie in ogenschouw te nemen
in een land, dat door de Verenigde
Staten wordt beschouwd als de voor
naamste agressor in het Vietnamese
conflict.
De reportages, die Salisbury van
uit Hanoi naar het Westen zond, wa
ren aanleiding tot de meest uiteen
lopende commentaren en hebben de
discussie over het Vietnamese pro
bleem sterk beïnvloed. Salisbury heeft
thans zijn verslagen van toen her
schreven en aangevuld met nadere
bijzonderheden. Het resultaat is een
fascinerend boek, dat voor- noch te
genstanders van het Amerikaanse
Vietnam-beleid ongelezen kunnen la
ten. Salisbury heeft zijn boek de titel
„Achter de linies in Noord-Vietnam"
meegegeven, hiermee het uitzonderlij
ke van zijn positie kenschetsend: Een
verslaggever uit een vijandelijke land
wordt in de gelegenheid gesteld de
situatie achter de linies van de tegen
stander in ogenschouw te nemen.
Eén gedachte loopt als een rode
draad door het boek: Salisbury is er
van overtuigd, dat een vreedzame op
lossing van het Vietnamese probleem
tot de reële mogelijkheden behoort om
dat zowel Hanoi als Washington bij
dit conflict niets te winnen, maar zeer
veel te verliezen hebben. Wanneer
door geheime besprekingen het we
derzijdse wantrouwen is verdwenen,
acht hij de kans op constructief vre
desoverleg zeker aanwezig. Hij be
treurt het dat Washington de recente
vredesgèneigdheid van Hanoi, gevolg
van de Culturele Revolutie in China,
niet voldoende heeft uitgebuit.
De Verenigde Staten komen er ook
TOKIO, 29 april De Japanse na
tuurkundige en Nobelprijswinnaar
HIDEKI YUKAWA heeft een nieuwe
reativiteitstheorie ontwikkeld, die
schijnt in te gaan tegen de beroemde
theorie van Einstein, aldus meldt U.P.I.
Yukawa zegt te kunnen bewijzen, dat
alle elementaire deeltjes hun eigen
„veld" in de ruimte hebben. Geleer
den zien dr nieuwe theorie van de
Japanner, als een vervolg op diens ont
dekking van de kleine atoomdeeltjes,
de mesonen waarvoor hij in 1949 de
Nobelprijs kreeg.
in de rest van het boek niet best af.
In een grondige beschouwing analy
seert Salisbury de motieven, die
Washington voor het bombarderen van
het Noorden aanvoert en verwerpt ze
stuk voor stuk. Zo vraagt hij zich af
waarom de Amerikanen hun aanval
len voornamelijk concentreren op
kleine, minder belangrijke doelen, met
het risico van verlies aan mensenle
vens onder piloten en plaatselijke be
volking, terwijl een groot deel van de
werkelijk belangrijke doelen gespaard
blijft.
Wat is de bedoeling van de Ameri
kaanse luchtacties? Aantasting van
het moreel van de vijand? Dan is
men er slecht in geslaagd, want Salis
bury concludeert dat het moreel van
de Noordvietnamese bevolking eerder
versterkt dan verslapt is. Volgens
hem is dit de belangrijkste oorzaak
dat Hanoi ei tot nu toe zo goed in is
geslaagd de strijd tegen de Ameri
kaanse overmacht vol te houden. Er
is een enorme investering aan ar
beidskrachten en materiaal en een
weldoordacht gebruik van de natuur
lijke hulpbronnen. Het dagelijks leven^
in het Noorden ondervindt momenteel
wel last van de oorlog, maar is be
slist niet lamgelegd, aldus de in
druk, die Salisbury van zijn bezoek
heeft meegenomen.
EEN VAN DE MEEST interessante
delen van het boek is het interview
met de Noordvietnamese premier,
Pham Van Dong, dat voor het groot
ste deel reeds in de wereldpers is
vermeld en toen groot opzien baarde.
De premier verzekerde Salisbury dat
Noord-Vietnam voor zijn doen en la
ten aan niemand verantwoording ver
schuldigd is, noch aan Moskou, noch
aan Peking. Ook benadrukte hij het
feit dat de guerilla-strijd in Zuid-Viet
nam een aangelegenheid is van het
Zuidvietnamese Bevrijdingsfront.
Nog twee opmerkelijke feiten in het
boek: De grootscheepse bombarde
menten van de Amerikanen op de
communistische stellingen in Laos;
en de steeds terugkerende vermelding
van grote Noordvietnamese militaire
convooien, die zich tijdens het recente
Kerstbestand in zuidelijke richting
spoedden. Dit laatste zou een beves
tiging kunnen zijn van de Amerikaan
se bewering, dat de communisten de
wapenstilstand hebben gebruikt voor
versterking van hun stellingen in het
Zuiden.
De verslagen van Salisbury zijn in
militaire- en regeringskringen in
Washington sterk gekritiseerd. Men
heeft hem zelfs niet-objectieve bericht-
geving verweten. Het boek van Salis
bury maakt echter bij lezing wel de
gelijk een objectieve indruk. Hier is
een journalist aan het woord met een
grote internationale ervaring in ver
slaggeving en met speciale kennis
van de communistische landen. Veel
van wat hij heeft beweerd, is door an
dere ooggetuigen bevestigd. „Achter
de linies in Noord-Vietnam", is een
boek om over na te denken.
T. CRIJNEN
Achter de linies in Noord-Vietnam
door H. E. Salisbury. Uitg. N.V. Het
Parool, Amsterdam, 8,90.
(Van een correspondent)
MONTREAL, 29 april - Het be
zoek, dat president De Gaulle deze
zomer aan Canada brengt in ver
band met de wereldtentoonstelling
van Montreal heeft in de hoofdstad
Ottawa enige bezorgdheid gewekt.
Quabec.de provincie, waarin Montreal
ligt, is er echter opgetogen over,
vooral omdat er berichten uit Parijs
komen, dat de Franse president een
grandioze intocht in Quabec wil hou
den aan boord van de Franse kruiser
„Colbert".
In Montreal beweert men, dat De
Gaulle na zijn bezoek aan de stad
Quebec de Saint Lawrence-rivier zal op
varen in de richting Montreal, waar hij
de Expo '67 zal bezoeken in gezelschap
van Daniel Johnson, de premier van de
provincie Quebec. Het politieke prestige
van Johnson in zijn provincie zou door
de aanwezigheid van de Franse presi
dent belangrijk verbeterd worden. Er
zijn vanzelfsprekend lieden, die omwil
le van de betrekkingen tussen de pro
vincie en de federale autoriteiten ho
pen, dat De Gaulle eerst Ottawa met
een bezoek zal vereren.
In de Franstalige kranten, die in
Montreal verschijnen, heeft men kun
nen lezen, dat premier Daniel John
son volgende maand naar Parijs gaat
om bepaalde details, onder meer voor
het bezoek van de Franse president aan
de Expo en de stad Quebec, te rege
len. Hoewel de Fransen grote waarde
hechten aan het protocol, heeft men in
Montreal vernomen, dat de eerbewij
zen, die men onlangs aan Johnson, de
leider van de „Union Nationale", in
Parijs gegeven heeft, gelijk stonden aan
die, welke normaal voor een staats
hoofd bestemd zijn.
De plannen van president De Gaulle
om op zijn reis naar Canada de eilan
den Saint Pierre en Miquelon aan te
doen de laatste Franse bezittingen
in Noord-Amerika heeft voedsel ge
geven aan de geruchten, dat de eilan
den voor Frankrijk een uitstekend steun
punt zouden kunnen vormen voor het
uitzenden van radio- en t.v.-program
ma's, niet alleen naar Quebec, maar
ook naar de bevolking van Franse oor
sprong, die in het noordoostelijke kust
gebied van de Verenigde Staten woont.
Het lijdt geen twijfel, dat het bezoek
van De Gaulle een stimulans zal bete
kenen voor alle nationalistisch inge
stelde aanhangers van een .afgeschei
den, maar gelijkberechtigd" Quebec.
Men heeft al stappen ondernomen om
het departement, dat zoals Johnson
heeft verklaard „alle activiteiten van
de regering buiten Quebec zou coördi
neren." Het wetsontwerp hiervoor was
nogal voorzichtig geformuleerd om
Ottawa" niet al te zeer de sbhrik om
het hart te doen slaan en om bij de
rest van de Engels-sprekende bevolking
niet de indruk te wekken, dat de rege
ring van de Union Nationale in Quebec
van plan is om een eigen departement
'van buitenlandse zaken op te richten.
De Canadese federale premier Lester
Pearson, heeft er opnieuw de nadruk
op gelegd, dat alleen de federale rege
ring de buitenlandse politiek bepalen
kan. Volgens de bepalingen van de
„British North America Act" kunnen
de Canadese provincies echter overeen
komsten aangaan met andere landen
over aangelegenheden, die betrekking
hebben op de provinciale jurisdictie, zo
als culturele zaken en het onderwijs.
Degene, die alle provinciale contacten
van Quebec met het buitenland moet
coördineren is een voormalig lid van
het federale departement van buiten
landse zaken, Maurice Hiroux. Hij is
benoemd tot leider van de werkzaam
heden van de regering van Quebec in
Parijs, Londen, New York en Milaan.
Er is ook sprake van, dat Quebec
zijn eigen immigratiepolitiek gaat voe
ren. De immigratie valt nu nog onder
de federale autoriteiten. Eerder dit
jaar kwam Michel Debré, de Franse
minister van financiën, naar Canada
om een eerfloctoraat van de universi
teit van Sherbrook in het oosten van
Quebec in ontvangst te nemen.
Men kan er echter zeker van zijn,
dat presdent De Gaulle zich strikt zal
houden aan de diplomatieke procedure
in de buitenlandse betrekkingen tussen
Frankrijk en Canada. Uit niets blijkt,
dat Parijs ook maar iets zal doen, dat
Ottawa in verlegenheid zou kunnen
brengen. Premier Johnson moet erg
voorzichtig zijn zichzelf niet te Over-
schatten.
De bevolking van Quebec herinnert
zich echter nog maar al te goed de
woorden die André Malraux, de Franse
minister van cultuur, een paar jaar ge
leden gesproken heeft, toen hij Mon
treal bezocht. Hij zei bij die gelegen
heid: „Frankrijk heeft u nodig. We zul
len de volgende beschaving gezamen
lijk opbouwen." Hij voegde er aan toe,
dat nergens ter wereld de geest van
Frankrijk zo sterk leeft als in de pro
vincie Quebec. Aangename woorden
voor degenen, die voor morele steun
hun blik op Parijs gevestigd houden,
(Van een correspondent)
LONDEN, 29 april De Britse
uitgeverswereld is opgeschrikt door
een onderlinge twist, die de gemoe
deren van de over het algemeen nogal
rustige „publishers" danig heeft ver
hit. Colin Simpson onthult in de
„Sunday Times" dat bij de ruzie
betrokken zijn de familie-uitgeverij
van ex-premier Macmillan, de uit
geverij Longmans Green en Co en de
regeringen van negen Afrikaanse lan
den.
In de meeste Afrikaanse landen is
de situatie zó, dat vrijwel alle boeken
die de regering wil verspreiden, met
name de boeken op het gebied van het
onderwijs, door één uitgeverij worden
uitgegeven. De firma Macmillan, die
tot de ontdekking was gekomen dat
hier grote mogelijkheden lagen, slaag
de erin contracten te sluiten met ne
gen Afrikaanse regeringen. Deze re
geringen brengen thans via Macmillan
boeken op de markt, die in eerste in
stantie bij andere Britse uitgeverijen
werden uitgegeven. Deze uitgeverij
en krijgen daar echter in het geheel
geen geld voor.
De zaak kwam aan het rollen toen
de uitgeverij Longmans Green en Cox
een brief kreeg van de regering van
Oeganda, waarin hoffelijk' werd mee
gedeeld welke boeken van Longmans in
Oeganda zouden worden uitgegeven.
De firma Longmans is voor 64 procent
van de omzet afhankelijk van verko
pen in Afrika en heeft uiteraard grote
bezwaren tegen deze gang van zaken.
Overleg met de firma Macmillan
heeft geen succes gehad o.a. omdat
het in laatste instantie de Afrikaanse
regeringen zijn, die bes-lissen op welke
wijze zij de gewenste boeken op de
markt willen brengen. Het uitgeven
van boeken is in deze landen vrijwel
geheel een staatszaak.
De boeken van Longmans, die nu via
Macmillan op de Afrikaanse markt ko
men, zijn vooral leerboeken voor de la
gere school. De firma Macmillan zegt
hiervan: „De Afrikaanse landen zijn
vastbesloten hun eigen boeken te schrij
ven en te drukken. Zij willen geen wat
zij noemen neokolonialisme in hun
schoolboeken." Of het hier dan gaat
om „aangepaste" versies van de
schoolboeken van Longmans is niet ge
heel duidelijk.
Simpson onthult nog dat de firma
Macmillan zijn eerste contacten met
een Afrikaans land legde, toen Kwa-
me Nkroemah, de toenmalige presi
dent van Ghana, in 1964 in Londen de
conferentie van Gemenebestpremiers
bijwoonde. Hij zocht toen contact met
premier Harold Macmillan, die kort te
voren was afgetreden, en vroeg hem
MOSKOU, 29 april (Reuter) Een
golf water van wel vier meter hoog
heeft zich vrijdag op Andizjan, een
stad in de Russische republiek Oezbe
kistan, gestort en hele wijken onder
water gezet.
Het Russische persbureau Tass, dat
dit meldt, zegt dat een aantal men
sen hoeveel is nog niet bekend
verdronken is. Diverse gebouwen zijn
ingestort en verscheidene fabrieken
zijn zwaar beschadigd.
advies om de Ghanese staatsuitgeverij
in Tema, nabij Accra, op een behoorlijk
peil te brengen. Macmillan beloofde
dat hij zou doen wat hij kon, en had
al spoedig contacten gelegd met negen
Afrikaanse regeringen.
Een pikant détail is dat het socialis
tische parlementslid Robert Maxwell,
die leider is van de uitgeverij Perga-
mon Press, beweert dat hij destijds
soortgelijke aanbiedingen heeft gekre
gen van Afrikaanse landen, maar dat
hij er niet op inging vanwege het mo
nopolistische karakter ervan.
ROME, 29 april (KNP) De Paus
is tijdens de audiëntie van 35 leden-
van het Secretariaat van de Eenheid
en zestien consultoren, onder leiding
van kardinaal Bea, nader ingegaan op
de moeilijkheden die de toenadering
van de kerken en de zaak van de
oecumene in het algemeen in de weg
staan. Het proSelytisme en de cano
nieke voorschriften over het gemeng
de huwelijk noemde hij de voornaam
ste obstakels voor de oecumene.
De Paus vroeg echter geduld te be
trachten en waarschuwde degenen,
die hierbij overhaast te werk willen
gaan door de grenzen van de theolo
gische werkelijkheid of de gevestigde
regels te buiten te gaan b.v. ten aan
zien van de Communio in Sacris (deel
neming aan eikaars sacramenten rpet
name de Eucharistie). Vervolgens
noemde de Paus de naar zijn zeggen
waarschijnlijk grootste moeilijkheid:
het bestaan van de Paus.
„Wat moeten wij hierop zeggen," zo
vroeg de Paus zich af. „Onze zending
en haar volledige legitimiteit zijn niet
met enkele woorden ter verdediging
te rechtvaardigen, maar wij keren ons
steeds tot allen met eerlijke en ge
meende woorden telkens als de gele
genheid zich voordoet. En verder hou
den wij voor het ogenblik liever onze
mond en bidden."
In zijn toespraak herinnerde de Paus
aan de ontmoetingen, die hij met an
dere kerkelijke leiders heeft gehad,
zoals Patriarch Athenagoras en aarts
bisschop Ramsey. Hij wees op de be
slissende invloed van het Secretariaat
voor de Eenheid in oecumenische
kwesties tijdens het Vatikaans Conci
lie, door contacten met waarnemers
en discussies in vele werkgroepen en
met vele bisschoppen. „De belangstel
ling van de Katholieke Kerk voor de
oecumene is geen gelegenheidsbelang
stelling, die weer voorbij kan gaan,"
zo zei de Paus. „Het is een zaak van
voortdurende interesse, studie en on
ophoudelijke liefde."
De Paus kondigde in zijn toespraak
aan dat binnenkort het eerste en lang
verwachte deel van het oecumenisch
directorium zal verschijnen. Kardinaal
Bea had in zijn speech getuigd van
het ongeduld dat allerwegen over het
uitblijven van de publikatie was ont
staan.
Het Secretariaat voor de Eenheid
heeft van 19 tot 28.-april vergaderd.
Men heeft een document opgesteld
over de betekenis van de oecumeni
sche dialoog over de verschillende
vormen en methoden, alsmede over
de hoofdthema's, die daarbij naar vo
ren komen. De tekst van dit rapport
zal nog verder worden voorgelegd aan
deskundigen o.a. uit de andere chris
telijke Kerken en gemeenschappen.
Men heeft verder gesproken over de
oecumenische opvoeding aan semina
ries en universiteiten. Tenslotte behan
delde men enige problemen die sa
menhangen met de Communio in Sa
cris.
MADRID, 29 april (Reuter) Drie
duizend studenten van de universiteit
van Madrid hebben in de Spaanse
hoofdstad Amerikaanse vlaggen
verbrand. Zij hadden borden bij zich
met opschriften als: „Yankee moorde
naars moeten Vietnam verlaten" en
„Geen Amerikaanse bases in Spanje".
De studenten, die in een kring rond
het vuur zaten, hadden de vlag van
de Vietcong bij zich.
(Van onze correspondent)
PARIJS, 29 april De Franse mi
nister van Bevoorrading en Huisves
ting, Edgar Pisani, is op verzoek van
generaal De Gaulle afgetreden en ver
vangen door Francois Ortili, commis
saris-generaal voor de produktiviteits-
pianning. Volgens zegslieden was Pi
sani het niet eens met het regerings
besluit het parlement speciale volmach
ten te vragen om tot 1 november a.s.
het economisch beleid per decreet te
voeren.
De aankondiging van het regerings
besluit heeft reeds felle protesten uit
gelokt van de zijde van de diverse
oppositie-formaties, het Centrum inbe
grepen.
De regering motiveert haar toe
vlucht tot deze machtigingsaanvrage
met de zeer korte termijn, die nog ter
beschikking staat „voor het treffen
van de maatregelen tot aanpassing
aan de concurrentievoorwaarden, die
vanaf 1968 tussen de staten van de Ge
meenschappelijke Markt zullen heer
sen en voor het regelen van verschei
dene belangrijke kwesties betreffende
de aanpassing van onze structuren aan
de nieuwe economische en sociale voor
waarden".
De materie, die de regering aldus
bij verordening wenst te regelen, om-
vat het volgende: Aanpassing van de
ondernemingen, modernisatie of om
schakeling van in moeilijkheden verke
rende bedrijfssectoren of gewesten.
Werkgelegenheid en arbeidsvoorwaar
den. Verbetering van de economische
en sociale waarborgen voor werkloos
geworden arbeiders. Deelname van de
arbeiders aan de vruchten van de ex
pansie. Herstel van het financieel
evenwicht van de sociale verzekering.
Het staat wel bij voorbaat vast, dat
de oppositie de volmachtenwet zal af
wijzen. Wie door het regeringsbesluit
vooral in grote verlegenheid zullen ko
men zijn Giscard d'Estaing en de zij
nen, de onafhankelijke republikeinen,
die deel uitmaken van het Gaullis
tische biok, maar die dit min of meer
doen onder het voorbehoud, dat de re
gering meer dan in het verleden zich
bereid toont te „dialogeren" met het
parlement.
In de Aula-reeks (Utrecht) verschij
nen regelmatig wijsgerige boeken,
meestentijds echter zijn dit vertalingen.
Soms echter zijn er oorspronkelijke
Nederlandse werken bij, die de aan
dacht verdienen. Eerst willen wij hier
een verzamelwerk noemen, dat ver
schenen is onder de titel Waarneming
in de verschillende Wetenschappen. De
inhoud van dit boek wordt in hoofdzaak
gevormd door de voordrachten welke
gehouden zijn op het 39e Natuur- en Ge
neeskundig Congres te Eindhoven in
1965. In een korte inleiding omschrijft
prof. dr. J. F. Schouten de thema's al
dus (wij voegen de namen der inlei
ders-schrijvers daar aan toe): „Welke
mogelijkheden en betrekkelijkheden
treffen wij aan in de interpretatie van
het vroegere gebeuren in de geologie
(prof. dr. H. J. Mac Gillavry)welke
in de microcosmos v/d natuurkunde
(prof. dr. H. Casimir) en in de ma
crocosm os van de sterrenkunde? (prof.
dr. H. G. van Bueren). Welk waarne
mingsvermogen mogen wij aan de plant
toekennen? (prof. dr. R. van der Veen).
Welke mogelijkheden, maar ook welke
betrekkelijkheden treffen wij aan in
de ongewapende klinische blik en de
gewapende instrumentele diagnostiek
der geneekunde? (dr. A. H. Wiebenga).
Wat betekent het gebeuren in de rechts
zaal, wanneer wij dit beschouwen van
uit het gezichtspunt van de waarne
ming? (mr. J. Cammelbeeck). En, ten
slotte, om weer tot de mens terug te
keren, wat kunnen wij zeggen over het
menselijk vermogen tot waarnemen en
interpreteren? (prof. dr. J. F. Schou
ten)." Aan deze reeks zijn twee voor
drachten toegevoegd, die op vroegere
congressen zijn gehouden (prof. dr.
H. A. Lauwerier: Symmetrie en regel
maat, en prof. dr. V. J. Koningsber
ger: Eenheid in verscheidenheid. Als
geheel is dit een boeiende publicatie
geworden, die de door de laatste schrij
ver zo genoemde „eenheid in verschei
denheid" duidelijk uit laat komen.
Een andere Aula-uitgave bestaat ook
uit verzamelde studies, maar ditmaal
alle van dezelfde schrijver, nl. van de
Leidse hoogleraar in de wijsbegeerte
C. E. van Peursen. Het boek heet Fe
nomenologie en Werkelijkheid, titel die
de inhoud niet slecht dekt, want het
algemeen thema is, hoe met behulp
van de fenomenologische methode de
werkelijkheid is te bereiken. Daartoe
wordt in de eerste studie de vraag
naar de werkelijkheid gesteld. Tussen
een vijftal systematische studies in,
wordt het denken van enkele belang
rijke wijsgeren op dit punt belicht:
Augustinus, Berkeley, Bergson, Hus-
serl en Wittgenstein. De algemene
geest van deze beschouwingen wordt
het best gekarakteriseerd door de
laatste zinnen van de schrijver: „De
objectiviteit van de alledaagse wereld
is inéén gegeven met de intersubjec
tiviteit van de menselijke samenle
ving. En door te trachten de ver voor-
bij de horizon verwijzen
de zin der wereld te ont
cijferen, het verhaal der
werkelijkheid op betrouw
bare wijze te vertellen,
komt de mens tot de bewustwording
van eigen verantwoordelijk bestaan".
Waarneming in de verschillende weten
schappen. Aulaboek, Utrecht, 166 blz.f
C. A. van Peursen: Fenomenologie ea
werkelijkheid, Aula-boek, Utrecht 1967,
S56 blz.