Europese top in de mist Hanoi en Washington nog recht tegenover elkaar Beide gebruiken het woord Ontslag theolocg peJje Olldc!' Britse uitgevers Macmïllan krijgt monopolie in nesen landen van Afrika SALISBURY KLAAGT AAN Boeiend toestand boekwerk over N.-Vietnam in De Gaulle vooral in welkom Quebec Natuurkundige ontdekking Pausschap soms gezien als beletsel oecumene Edgar Pisani neemt ontslag PHAM VAN DONG EN ELLSWORTH BUNKER ongedaan gemaakt Nederlander wint Poëzieprijsvraag Water overspoelt Russische stad TERREUR VREES de tijd HET FRANS IN CANADA Relativiteitstheorie van Einstein aangetast? Anti-Amerikaanse betoging in Madrid ""varïaJPhüosopM Nederlanders ZATERDAG 29 APRIL 1967 DOOR DR. K. J. HAHN „Agressie" ■m «r-T Vorderingen HENRY CABOT LODGE veel bereikt ELLSWORTH BUNKER diepe kloof Immigratiepolitiek FRANSE MINISTER PAUS PAULUS TIJDENS REDE: De eigenaars van kleine waren huizen in het Amerikaanse dis trict van Columbia zijn de laatste tijd het slachtoffer van een ware golf van misdaad die zich de laat ste tijd in het district voordoet. Een Senaatscommissie stelt mo menteel een onderzoek in. Uit vrees voor represailles verschij nen diverse getuigen met maskers op voor de commissie. OOK IN REGERINGSKRINGEN in de Italiaanse hoofdstad verwacht men niet veel meer van de komende Eu- fopese topconferentie. Generaal de Gaulle heeft de oorspronkelijke voor- 'ziëne datum van begin april wegens de Franse regeringsformatie moeten lajen verstrijken en pas na veel on zekerheid werd eindelijk bekend, dat Frankrijk in de tweede helft van mei een termijn kon vrijmaken om aan de conferentie van staatshoofden en Regeringschefs van de zes ter viering van het tienjarig jubileum van de Verdragen van Rome deel te nemen. Het initiatief hiertoe werd eind ver leden jaar door de Italiaanse minis ter van buitenlandse zaken, Fanfani, genomen, die hoopte op deze wijze een „kleine brug" te kunnen slaan, zo als hij onlangs zei, tussen de econo mische integratie en de politieke in tegratie. Het was en is de bedoeling de top conferentie te Rome te houden als een zuiver formele herdenkingsplech tigheid, gevolgd door een nieuwe po ging tot politiek gesprek tussen de zes. ,,Uit deze formulering, die alge meen" wordt toegepast, blijkt reeds hoeveel voorzichtigheid, reserves, ja zelfs pessimisme bij de Europese vijf heerst. De twee hoofdonderwerpen, waarover een politiek gesprek tussen de Zes thans wel moet gaan, zijn de eenmaking van de drie gemeenschap pen en de toetreding van Engeland. Ook als Frankrijk bereid is de sa menwerking van de executieven van de drie gemeenschappen goed te vin- den, dan lijkt het meer dan onwaar schijnlijk, dat het serieus over de op neming van Engeland wil spreken. Engeland van zijn kant bevreesd voor een tweede ,,njet" en kampend met interne oppositie, heeft nog geen for mele aanvraag ingediend. Zal onder deze omstandigheden wer kelijk een stap vooruit gedaan kunnen worden? En als Nederland dan nog terecht eist, dat over gemeenschaps zaken slechts tezamen met de Euro pese commissies gesproken kan wor den hiermede de wil tot en de stand van de Europese integratie ver tolkend is het niet moeilijk zich voor te stellen dat het politieke ge sprek op de topconferentie onder zwa re barensweëen zal lijden. Blijft dus alleen de uitweg om over dingen te spreken, die niet rechtstreeks met de gemeenschappen te maken hebben, namelijk de Oost-West betrekkingen. Iedereen wil gaarne hierover alge meen bekende en volkomen onge vaarlijke dingen zeggen, die niemand binden „communautair" komt men hiermede ook geen stap vooruit. UITGEREKEND ITALIë, het land, dat als initiatiefnemer en gastheer' alle redenen tot vlijtig öptimisme- heeft, brengt thans zijn oude bezwa ren tegen bepaalde kanten van de Europese samenwerking weer 1 naaf voren, waardoor het al door de no dige mist bemoeilijkte uitzicht op een EuropeSe top nog meer vertroebelt wordt. Die Italiaanse bezwaren zijn in feite vooral tegen Frankrijk ge richt. Minister Fanfani heeft name lijk enkele weken geleden een lijvig rapport over de EEG en Euratom aan de Kamer gezonden, waarin hij uit voerig uit de doeken deed, waarom Italië de meest ernstige kritiek op het beleid van Euratom moet uiten. Fan fani zegt aan het slot van een lang hoofdstuk over de crisis van Eura tom dat „Euratom in zijn tegen woordige vorm bestemd is te verdwij nen. Het zal kunnen herrijzen met een structuur, die overeenstemt met zijn nieuwe taken". Fanfani deelt de Ka mer tot in bijzonderheden mede, waar om Italië verbolgen is: het kan zich niet verenigen met de politiek van Frankrijk, dat het project ORGEL van een reactor op de basis van na tuurlijk uranium liet aannemen, waarvan het rendement te gering is en dat, zo zegt het rapport van Fan fani, „eerder aan doelstellingen van Europese autarkie dan aan economi sche en commerciële overwegingen beantwoordt". Frankrijk wil namelijk niet dat het zelf of de Zes te sterk van Amerika afhankelijk worden. Bovendien begun stigt Euratom te sterk die landen die Industrieel verder ontwikkeld zijn, die „de grotere bedragen ontvangen en daarom een groot deel van de beschik bare fondsen, met belangrijke gevol gen op technologisch gebied". De klei nere industrielanden van de Zes beta len meer aan Euratom dan zij terug krijgen. Het tweede vijfjarenplan van Euratom, dat in 1963 begon te lopen, vertoont dan ook een grote oneven wichtigheid tussen de gemeenschaps projecten en de nationale projecten, waaraan Euratom deelneemt. Kortom, Italië is van mening, dat het meer betaalt dan het terugkrijgt en dat Euratom te eenzijdig de grote indus- trielanden, vooral Frankrijk begun stigt. SLECHT BELOOND voelen de Ita lianen zich derhalve voor al hun Eu ropese goodwill. Dit terwijl de Fran sen, die al hun uitvoer van landbouw producten zo grootmoedig laten finan cieren uit hét Europese land bouwfonds, zich ten opzichte van de integratie nu niet bepaald in ieder opzicht loyaal gedragen. De Italiaan se regering is dan ook van plan, zo wordt in welingelichte regeringskrin gen verklaard, zijn bijdragen te sta ken indien met deze ernstige verlan gens van Italië niet ter dege rekening wordt gehouden. Het rapport van Fan fani stelt het niet zo scherp. Er moet gehandeld worden zo zegt het rapport teneinde de fusie van de executieven te versnellen en om te verhinderen dat het uiteindelijke doel, namelijk de eenheid van Europa, in gevaar ge bracht wordt. De Italiaanse regering heeft altijd en overal op de noodzaak gewezen dit werkelijk fundamentele doel niet uit het oog te verliezen. Het kan alleen bereikt worden door een werkelijk gemeenschappelijke visie en een gemeenschappelijke oplossing van de afzonderlijke problemen. In deze geest zal de Italiaanse regering ook in de toekomst handelen. Er ligt dus toch wel een politiek addertje in het mooie groene gras van deze verkla ring. Het zal de gesprekken aan de top zeker niet gezelliger maken. (Van een correspondent) TOKIO, 29 april De premier van Noord-Vietnam, Pham Van Dong, heeft in een interview met het Japan se blad „Asahi Sjimboen" verklaard, dat de Amerikaanse eis tot „weder zijdse de-escalatie onaanvaardbaar is" en dat er geen sprake van kan zijn, dat Noord-Vietnam een vermin dering van het oorlogsgeweld door de Verenigde Staten met een soort gelijke maatregel zal beantwoorden. Hij noemde de verklaringen van president Johnson en de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, Dean Rusk, dat de partijen elkaar tege moet moeten treden om een eind te maken aan de strijd „uiterst gevaar lijk en zinloos". „Men gaat er bij dergelijke verkla ringen van uit, dat de agressor maar alles naar zijn hand kan zetten. Daar om verklaren wij ons er absoluut te gen. Van een beantwoording van de Amerikaanse stappen kan geen sprake zijn". „El" standpunt of idee, waarmee men direct of indirect deze Ameri kaanse doelstellingen steunt, is waar deloos. Het kan geen enkel resultaat opleveren en het Vietnamese volk zal zich er uiteindelijk tegen verzetten", al dus Pham Van Dong. Een tweede „zeer belangrijk aspect van die standpunten" is, dat agressor en slachtoffer van de agressie worden gelijkgeschakeld. Dit is heel duidelijk te lezen in de eis voor „wederzijdse de-escalatie. Dat is onaanvaardbaar omdat de oorlog is ontketend door de Verenigde Staten en een gevolg is van de geleidelijke trapsgewijze uitbreiding van de oorlog door de Amerikanen. „De Verenigde Staten zijn met de oor log begonnen, dus moeten de Amerika nen ook maar zorgen, dat er een eind aan komt", aldus de premier. SAIGON. „Wij zullen aan het ver zoek om hulp van het Vietnamese volk met onze eigen militaire middelen blijven voldoen, zolang dit volk nog het slachtoffer is van agressie". Met deze woorder. deed Ellsworth Bunker, de nieuwe ambassadeur van de Ver enigde Staten in Zuid-Vietnam, als op volger van Henri Cabot Lodge, zijn in trede in Saigon. Een verklaring dus die aantoont dat er nog een diepe kloof bestaat tussen de Amerikaanse opvatting van de oorlog en die van Noord-Vietnam. „Maar militaire macht", aldus Bunker, „is hoe belang rijk ook, niet het blijvende antwoord op de vraagstukken van Vietnam". „De werkelijke taak zal veel langer duren en uiteindelijk rusten op de schouders van het Vietnamese volk. De honger, het analfabetisme, de ziek tes en het sociale onrecht moeten worden overwonnen. Dat is de ware revolutie. Om dit doel te bereiken zul len wij nog heel lang na het staken van de strijd uw bondgenoten blijven. Wij kijken over die periode van agres sie en wrede conflictstof heen naar een tijd van verzoening en vrede in heel Zuidoost-Azië". De scheidende ambassadeur, Henri Cabot Lodge, gaf een overzicht over de vorderingen, die tijdens zijn ambts termijn in de strijd tegen de Vietcong zijn geboekt. „Zij kunnen niet meer de overwinning behalen en wij zul len niet uit Vietnam verdreven kunnen worden", aldus Lodge. Sarcastisch zei iemand uit de menigte daarop: „Wij kunnen niet meer winnen en zij kun nen niet meer verdreven worden". Volgens zijn gewoonte was Cabot Lodge heel redelijk bij zijn opsom ming. „Ik zal om te beginnen de din gen opnoemen, waarover wij en vooral de Verenigde Naties zich grote zorgen hebben gemaakt. Wij plachten te vre zen, dat de vijand Vietnam in tweeën zou delen; of dat de agressor in een of andere provincie een vijandelijke hoofdstad zou stichten, waaruit wij hem niet meer zouden kunnen verdrij ven; of dat door een coup van de Vietcong de regering op subversieve wijze omvergeworpen zou worden; of dat de inflatie hongersnood zou ver oorzaken; of dat een eindeloos aantal regeringen elkaar zouden opvolgen." „Vooral vreesden wij, dat de verlie zen in Vietnam de agressor zo zouden aanmoedigen, dat hij zijn agressie tegen nog andere landen in Oost-Azië zou richten, in welk geval we vlak voor een derde wereldoorlog gestaan zou den hebben. De situatie is gevaarlijk, omdat de wereld nu eenmaal gevaarlijk is, maar als men ons uit Vietnam zou hebben verdreven of als wij Viet nam aan zijn lot hadden overgelaten, dan zou het getij zijn gekeerd ten gunste van Peking en er zou een cata strofe van werèldomvang zijn ontke tend." WASHINGTON, 29 april (KNP) Na een proteststaking van vier dagen van ruim 7000 studenten aan de theologi sche faculteit van de katholieke uni versiteit van Washington tegen het aangekondigde ontslag, van hun popu laire 33-jarige theologieprofessor, Charles Curran pr. is dit ontslag thans ongedaan gemaakt. Het curatorium van de universiteit, waarin 40 Amerikaanse kardinalen en bisschoppen zitting hebben, gaf geen reden op voor het ontslag, dat per 1 september zou ingaan. Algemeen na men de studenten echter aan dat de inzichten van hun theologieprofessor met name over „de ondergang" van de katholieke mpraalwetten en over het huwelijk, de aanleiding tot het ontslag vormden. 'Kardinaal Shehan van Baltimore, kar dinaal Cushing van Boston en mgr. Hallinan van Atlanta verklaarden zich openlijk tegen een ontslag. Kardinaal Cushing was heel' beslist: Curran moet alle zijden in zijn colleges kunnen be lichten. Het heeft geen zin mensen in een curatorium van een universiteit te benoemen, die er geen kaas van heb ben gegeten hoe een universiteit te leiden. Verschillende leden van het curato rium zijn nu bang dat hun toegeven aanleiding zal geven tot nog meer kri tiek op de kerk. BRUSSEL, 29 april (ANP) De Ne derlander J. P. M. van Hest uit Weesp heeft de eerste prijs behaald in een prijsvraag voor gedichten van auteurs van 15 tot 20 jaar, die was uitgeschre ven door de Nederlandse Radio Unie en de bbelgische radio en Televisie. De Nederlands-Belgische, jury heeft op een vergadering in Brussel het ge dicht „Lopend langs de Waal" van de heer van Hest als beste uit de 2349 inzendingen aangemerkt. De tweede prijs was voor een Brusselaar, Roger van Plas, voor zijn gedicht „Sil houet van een splinter". De derde prijs ging weer naar Nederland, mej. Ruth Smulders te Utrecht, die een gedicht getiteld „Maria Magdalena" had inge zonden. OP 24 DECEMBER van het vorig I jaar landde de bekende redacteur van het Amerikaanse blad The New York Times, Harrison Salisbury, aan boord van een vliegtuig van de Internatio nale Controle Commissie voor Viet nam op het vliegveld van Hanoi om als eerste Amerikaanse verslaggever de situatie in ogenschouw te nemen in een land, dat door de Verenigde Staten wordt beschouwd als de voor naamste agressor in het Vietnamese conflict. De reportages, die Salisbury van uit Hanoi naar het Westen zond, wa ren aanleiding tot de meest uiteen lopende commentaren en hebben de discussie over het Vietnamese pro bleem sterk beïnvloed. Salisbury heeft thans zijn verslagen van toen her schreven en aangevuld met nadere bijzonderheden. Het resultaat is een fascinerend boek, dat voor- noch te genstanders van het Amerikaanse Vietnam-beleid ongelezen kunnen la ten. Salisbury heeft zijn boek de titel „Achter de linies in Noord-Vietnam" meegegeven, hiermee het uitzonderlij ke van zijn positie kenschetsend: Een verslaggever uit een vijandelijke land wordt in de gelegenheid gesteld de situatie achter de linies van de tegen stander in ogenschouw te nemen. Eén gedachte loopt als een rode draad door het boek: Salisbury is er van overtuigd, dat een vreedzame op lossing van het Vietnamese probleem tot de reële mogelijkheden behoort om dat zowel Hanoi als Washington bij dit conflict niets te winnen, maar zeer veel te verliezen hebben. Wanneer door geheime besprekingen het we derzijdse wantrouwen is verdwenen, acht hij de kans op constructief vre desoverleg zeker aanwezig. Hij be treurt het dat Washington de recente vredesgèneigdheid van Hanoi, gevolg van de Culturele Revolutie in China, niet voldoende heeft uitgebuit. De Verenigde Staten komen er ook TOKIO, 29 april De Japanse na tuurkundige en Nobelprijswinnaar HIDEKI YUKAWA heeft een nieuwe reativiteitstheorie ontwikkeld, die schijnt in te gaan tegen de beroemde theorie van Einstein, aldus meldt U.P.I. Yukawa zegt te kunnen bewijzen, dat alle elementaire deeltjes hun eigen „veld" in de ruimte hebben. Geleer den zien dr nieuwe theorie van de Japanner, als een vervolg op diens ont dekking van de kleine atoomdeeltjes, de mesonen waarvoor hij in 1949 de Nobelprijs kreeg. in de rest van het boek niet best af. In een grondige beschouwing analy seert Salisbury de motieven, die Washington voor het bombarderen van het Noorden aanvoert en verwerpt ze stuk voor stuk. Zo vraagt hij zich af waarom de Amerikanen hun aanval len voornamelijk concentreren op kleine, minder belangrijke doelen, met het risico van verlies aan mensenle vens onder piloten en plaatselijke be volking, terwijl een groot deel van de werkelijk belangrijke doelen gespaard blijft. Wat is de bedoeling van de Ameri kaanse luchtacties? Aantasting van het moreel van de vijand? Dan is men er slecht in geslaagd, want Salis bury concludeert dat het moreel van de Noordvietnamese bevolking eerder versterkt dan verslapt is. Volgens hem is dit de belangrijkste oorzaak dat Hanoi ei tot nu toe zo goed in is geslaagd de strijd tegen de Ameri kaanse overmacht vol te houden. Er is een enorme investering aan ar beidskrachten en materiaal en een weldoordacht gebruik van de natuur lijke hulpbronnen. Het dagelijks leven^ in het Noorden ondervindt momenteel wel last van de oorlog, maar is be slist niet lamgelegd, aldus de in druk, die Salisbury van zijn bezoek heeft meegenomen. EEN VAN DE MEEST interessante delen van het boek is het interview met de Noordvietnamese premier, Pham Van Dong, dat voor het groot ste deel reeds in de wereldpers is vermeld en toen groot opzien baarde. De premier verzekerde Salisbury dat Noord-Vietnam voor zijn doen en la ten aan niemand verantwoording ver schuldigd is, noch aan Moskou, noch aan Peking. Ook benadrukte hij het feit dat de guerilla-strijd in Zuid-Viet nam een aangelegenheid is van het Zuidvietnamese Bevrijdingsfront. Nog twee opmerkelijke feiten in het boek: De grootscheepse bombarde menten van de Amerikanen op de communistische stellingen in Laos; en de steeds terugkerende vermelding van grote Noordvietnamese militaire convooien, die zich tijdens het recente Kerstbestand in zuidelijke richting spoedden. Dit laatste zou een beves tiging kunnen zijn van de Amerikaan se bewering, dat de communisten de wapenstilstand hebben gebruikt voor versterking van hun stellingen in het Zuiden. De verslagen van Salisbury zijn in militaire- en regeringskringen in Washington sterk gekritiseerd. Men heeft hem zelfs niet-objectieve bericht- geving verweten. Het boek van Salis bury maakt echter bij lezing wel de gelijk een objectieve indruk. Hier is een journalist aan het woord met een grote internationale ervaring in ver slaggeving en met speciale kennis van de communistische landen. Veel van wat hij heeft beweerd, is door an dere ooggetuigen bevestigd. „Achter de linies in Noord-Vietnam", is een boek om over na te denken. T. CRIJNEN Achter de linies in Noord-Vietnam door H. E. Salisbury. Uitg. N.V. Het Parool, Amsterdam, 8,90. (Van een correspondent) MONTREAL, 29 april - Het be zoek, dat president De Gaulle deze zomer aan Canada brengt in ver band met de wereldtentoonstelling van Montreal heeft in de hoofdstad Ottawa enige bezorgdheid gewekt. Quabec.de provincie, waarin Montreal ligt, is er echter opgetogen over, vooral omdat er berichten uit Parijs komen, dat de Franse president een grandioze intocht in Quabec wil hou den aan boord van de Franse kruiser „Colbert". In Montreal beweert men, dat De Gaulle na zijn bezoek aan de stad Quebec de Saint Lawrence-rivier zal op varen in de richting Montreal, waar hij de Expo '67 zal bezoeken in gezelschap van Daniel Johnson, de premier van de provincie Quebec. Het politieke prestige van Johnson in zijn provincie zou door de aanwezigheid van de Franse presi dent belangrijk verbeterd worden. Er zijn vanzelfsprekend lieden, die omwil le van de betrekkingen tussen de pro vincie en de federale autoriteiten ho pen, dat De Gaulle eerst Ottawa met een bezoek zal vereren. In de Franstalige kranten, die in Montreal verschijnen, heeft men kun nen lezen, dat premier Daniel John son volgende maand naar Parijs gaat om bepaalde details, onder meer voor het bezoek van de Franse president aan de Expo en de stad Quebec, te rege len. Hoewel de Fransen grote waarde hechten aan het protocol, heeft men in Montreal vernomen, dat de eerbewij zen, die men onlangs aan Johnson, de leider van de „Union Nationale", in Parijs gegeven heeft, gelijk stonden aan die, welke normaal voor een staats hoofd bestemd zijn. De plannen van president De Gaulle om op zijn reis naar Canada de eilan den Saint Pierre en Miquelon aan te doen de laatste Franse bezittingen in Noord-Amerika heeft voedsel ge geven aan de geruchten, dat de eilan den voor Frankrijk een uitstekend steun punt zouden kunnen vormen voor het uitzenden van radio- en t.v.-program ma's, niet alleen naar Quebec, maar ook naar de bevolking van Franse oor sprong, die in het noordoostelijke kust gebied van de Verenigde Staten woont. Het lijdt geen twijfel, dat het bezoek van De Gaulle een stimulans zal bete kenen voor alle nationalistisch inge stelde aanhangers van een .afgeschei den, maar gelijkberechtigd" Quebec. Men heeft al stappen ondernomen om het departement, dat zoals Johnson heeft verklaard „alle activiteiten van de regering buiten Quebec zou coördi neren." Het wetsontwerp hiervoor was nogal voorzichtig geformuleerd om Ottawa" niet al te zeer de sbhrik om het hart te doen slaan en om bij de rest van de Engels-sprekende bevolking niet de indruk te wekken, dat de rege ring van de Union Nationale in Quebec van plan is om een eigen departement 'van buitenlandse zaken op te richten. De Canadese federale premier Lester Pearson, heeft er opnieuw de nadruk op gelegd, dat alleen de federale rege ring de buitenlandse politiek bepalen kan. Volgens de bepalingen van de „British North America Act" kunnen de Canadese provincies echter overeen komsten aangaan met andere landen over aangelegenheden, die betrekking hebben op de provinciale jurisdictie, zo als culturele zaken en het onderwijs. Degene, die alle provinciale contacten van Quebec met het buitenland moet coördineren is een voormalig lid van het federale departement van buiten landse zaken, Maurice Hiroux. Hij is benoemd tot leider van de werkzaam heden van de regering van Quebec in Parijs, Londen, New York en Milaan. Er is ook sprake van, dat Quebec zijn eigen immigratiepolitiek gaat voe ren. De immigratie valt nu nog onder de federale autoriteiten. Eerder dit jaar kwam Michel Debré, de Franse minister van financiën, naar Canada om een eerfloctoraat van de universi teit van Sherbrook in het oosten van Quebec in ontvangst te nemen. Men kan er echter zeker van zijn, dat presdent De Gaulle zich strikt zal houden aan de diplomatieke procedure in de buitenlandse betrekkingen tussen Frankrijk en Canada. Uit niets blijkt, dat Parijs ook maar iets zal doen, dat Ottawa in verlegenheid zou kunnen brengen. Premier Johnson moet erg voorzichtig zijn zichzelf niet te Over- schatten. De bevolking van Quebec herinnert zich echter nog maar al te goed de woorden die André Malraux, de Franse minister van cultuur, een paar jaar ge leden gesproken heeft, toen hij Mon treal bezocht. Hij zei bij die gelegen heid: „Frankrijk heeft u nodig. We zul len de volgende beschaving gezamen lijk opbouwen." Hij voegde er aan toe, dat nergens ter wereld de geest van Frankrijk zo sterk leeft als in de pro vincie Quebec. Aangename woorden voor degenen, die voor morele steun hun blik op Parijs gevestigd houden, (Van een correspondent) LONDEN, 29 april De Britse uitgeverswereld is opgeschrikt door een onderlinge twist, die de gemoe deren van de over het algemeen nogal rustige „publishers" danig heeft ver hit. Colin Simpson onthult in de „Sunday Times" dat bij de ruzie betrokken zijn de familie-uitgeverij van ex-premier Macmillan, de uit geverij Longmans Green en Co en de regeringen van negen Afrikaanse lan den. In de meeste Afrikaanse landen is de situatie zó, dat vrijwel alle boeken die de regering wil verspreiden, met name de boeken op het gebied van het onderwijs, door één uitgeverij worden uitgegeven. De firma Macmillan, die tot de ontdekking was gekomen dat hier grote mogelijkheden lagen, slaag de erin contracten te sluiten met ne gen Afrikaanse regeringen. Deze re geringen brengen thans via Macmillan boeken op de markt, die in eerste in stantie bij andere Britse uitgeverijen werden uitgegeven. Deze uitgeverij en krijgen daar echter in het geheel geen geld voor. De zaak kwam aan het rollen toen de uitgeverij Longmans Green en Cox een brief kreeg van de regering van Oeganda, waarin hoffelijk' werd mee gedeeld welke boeken van Longmans in Oeganda zouden worden uitgegeven. De firma Longmans is voor 64 procent van de omzet afhankelijk van verko pen in Afrika en heeft uiteraard grote bezwaren tegen deze gang van zaken. Overleg met de firma Macmillan heeft geen succes gehad o.a. omdat het in laatste instantie de Afrikaanse regeringen zijn, die bes-lissen op welke wijze zij de gewenste boeken op de markt willen brengen. Het uitgeven van boeken is in deze landen vrijwel geheel een staatszaak. De boeken van Longmans, die nu via Macmillan op de Afrikaanse markt ko men, zijn vooral leerboeken voor de la gere school. De firma Macmillan zegt hiervan: „De Afrikaanse landen zijn vastbesloten hun eigen boeken te schrij ven en te drukken. Zij willen geen wat zij noemen neokolonialisme in hun schoolboeken." Of het hier dan gaat om „aangepaste" versies van de schoolboeken van Longmans is niet ge heel duidelijk. Simpson onthult nog dat de firma Macmillan zijn eerste contacten met een Afrikaans land legde, toen Kwa- me Nkroemah, de toenmalige presi dent van Ghana, in 1964 in Londen de conferentie van Gemenebestpremiers bijwoonde. Hij zocht toen contact met premier Harold Macmillan, die kort te voren was afgetreden, en vroeg hem MOSKOU, 29 april (Reuter) Een golf water van wel vier meter hoog heeft zich vrijdag op Andizjan, een stad in de Russische republiek Oezbe kistan, gestort en hele wijken onder water gezet. Het Russische persbureau Tass, dat dit meldt, zegt dat een aantal men sen hoeveel is nog niet bekend verdronken is. Diverse gebouwen zijn ingestort en verscheidene fabrieken zijn zwaar beschadigd. advies om de Ghanese staatsuitgeverij in Tema, nabij Accra, op een behoorlijk peil te brengen. Macmillan beloofde dat hij zou doen wat hij kon, en had al spoedig contacten gelegd met negen Afrikaanse regeringen. Een pikant détail is dat het socialis tische parlementslid Robert Maxwell, die leider is van de uitgeverij Perga- mon Press, beweert dat hij destijds soortgelijke aanbiedingen heeft gekre gen van Afrikaanse landen, maar dat hij er niet op inging vanwege het mo nopolistische karakter ervan. ROME, 29 april (KNP) De Paus is tijdens de audiëntie van 35 leden- van het Secretariaat van de Eenheid en zestien consultoren, onder leiding van kardinaal Bea, nader ingegaan op de moeilijkheden die de toenadering van de kerken en de zaak van de oecumene in het algemeen in de weg staan. Het proSelytisme en de cano nieke voorschriften over het gemeng de huwelijk noemde hij de voornaam ste obstakels voor de oecumene. De Paus vroeg echter geduld te be trachten en waarschuwde degenen, die hierbij overhaast te werk willen gaan door de grenzen van de theolo gische werkelijkheid of de gevestigde regels te buiten te gaan b.v. ten aan zien van de Communio in Sacris (deel neming aan eikaars sacramenten rpet name de Eucharistie). Vervolgens noemde de Paus de naar zijn zeggen waarschijnlijk grootste moeilijkheid: het bestaan van de Paus. „Wat moeten wij hierop zeggen," zo vroeg de Paus zich af. „Onze zending en haar volledige legitimiteit zijn niet met enkele woorden ter verdediging te rechtvaardigen, maar wij keren ons steeds tot allen met eerlijke en ge meende woorden telkens als de gele genheid zich voordoet. En verder hou den wij voor het ogenblik liever onze mond en bidden." In zijn toespraak herinnerde de Paus aan de ontmoetingen, die hij met an dere kerkelijke leiders heeft gehad, zoals Patriarch Athenagoras en aarts bisschop Ramsey. Hij wees op de be slissende invloed van het Secretariaat voor de Eenheid in oecumenische kwesties tijdens het Vatikaans Conci lie, door contacten met waarnemers en discussies in vele werkgroepen en met vele bisschoppen. „De belangstel ling van de Katholieke Kerk voor de oecumene is geen gelegenheidsbelang stelling, die weer voorbij kan gaan," zo zei de Paus. „Het is een zaak van voortdurende interesse, studie en on ophoudelijke liefde." De Paus kondigde in zijn toespraak aan dat binnenkort het eerste en lang verwachte deel van het oecumenisch directorium zal verschijnen. Kardinaal Bea had in zijn speech getuigd van het ongeduld dat allerwegen over het uitblijven van de publikatie was ont staan. Het Secretariaat voor de Eenheid heeft van 19 tot 28.-april vergaderd. Men heeft een document opgesteld over de betekenis van de oecumeni sche dialoog over de verschillende vormen en methoden, alsmede over de hoofdthema's, die daarbij naar vo ren komen. De tekst van dit rapport zal nog verder worden voorgelegd aan deskundigen o.a. uit de andere chris telijke Kerken en gemeenschappen. Men heeft verder gesproken over de oecumenische opvoeding aan semina ries en universiteiten. Tenslotte behan delde men enige problemen die sa menhangen met de Communio in Sa cris. MADRID, 29 april (Reuter) Drie duizend studenten van de universiteit van Madrid hebben in de Spaanse hoofdstad Amerikaanse vlaggen verbrand. Zij hadden borden bij zich met opschriften als: „Yankee moorde naars moeten Vietnam verlaten" en „Geen Amerikaanse bases in Spanje". De studenten, die in een kring rond het vuur zaten, hadden de vlag van de Vietcong bij zich. (Van onze correspondent) PARIJS, 29 april De Franse mi nister van Bevoorrading en Huisves ting, Edgar Pisani, is op verzoek van generaal De Gaulle afgetreden en ver vangen door Francois Ortili, commis saris-generaal voor de produktiviteits- pianning. Volgens zegslieden was Pi sani het niet eens met het regerings besluit het parlement speciale volmach ten te vragen om tot 1 november a.s. het economisch beleid per decreet te voeren. De aankondiging van het regerings besluit heeft reeds felle protesten uit gelokt van de zijde van de diverse oppositie-formaties, het Centrum inbe grepen. De regering motiveert haar toe vlucht tot deze machtigingsaanvrage met de zeer korte termijn, die nog ter beschikking staat „voor het treffen van de maatregelen tot aanpassing aan de concurrentievoorwaarden, die vanaf 1968 tussen de staten van de Ge meenschappelijke Markt zullen heer sen en voor het regelen van verschei dene belangrijke kwesties betreffende de aanpassing van onze structuren aan de nieuwe economische en sociale voor waarden". De materie, die de regering aldus bij verordening wenst te regelen, om- vat het volgende: Aanpassing van de ondernemingen, modernisatie of om schakeling van in moeilijkheden verke rende bedrijfssectoren of gewesten. Werkgelegenheid en arbeidsvoorwaar den. Verbetering van de economische en sociale waarborgen voor werkloos geworden arbeiders. Deelname van de arbeiders aan de vruchten van de ex pansie. Herstel van het financieel evenwicht van de sociale verzekering. Het staat wel bij voorbaat vast, dat de oppositie de volmachtenwet zal af wijzen. Wie door het regeringsbesluit vooral in grote verlegenheid zullen ko men zijn Giscard d'Estaing en de zij nen, de onafhankelijke republikeinen, die deel uitmaken van het Gaullis tische biok, maar die dit min of meer doen onder het voorbehoud, dat de re gering meer dan in het verleden zich bereid toont te „dialogeren" met het parlement. In de Aula-reeks (Utrecht) verschij nen regelmatig wijsgerige boeken, meestentijds echter zijn dit vertalingen. Soms echter zijn er oorspronkelijke Nederlandse werken bij, die de aan dacht verdienen. Eerst willen wij hier een verzamelwerk noemen, dat ver schenen is onder de titel Waarneming in de verschillende Wetenschappen. De inhoud van dit boek wordt in hoofdzaak gevormd door de voordrachten welke gehouden zijn op het 39e Natuur- en Ge neeskundig Congres te Eindhoven in 1965. In een korte inleiding omschrijft prof. dr. J. F. Schouten de thema's al dus (wij voegen de namen der inlei ders-schrijvers daar aan toe): „Welke mogelijkheden en betrekkelijkheden treffen wij aan in de interpretatie van het vroegere gebeuren in de geologie (prof. dr. H. J. Mac Gillavry)welke in de microcosmos v/d natuurkunde (prof. dr. H. Casimir) en in de ma crocosm os van de sterrenkunde? (prof. dr. H. G. van Bueren). Welk waarne mingsvermogen mogen wij aan de plant toekennen? (prof. dr. R. van der Veen). Welke mogelijkheden, maar ook welke betrekkelijkheden treffen wij aan in de ongewapende klinische blik en de gewapende instrumentele diagnostiek der geneekunde? (dr. A. H. Wiebenga). Wat betekent het gebeuren in de rechts zaal, wanneer wij dit beschouwen van uit het gezichtspunt van de waarne ming? (mr. J. Cammelbeeck). En, ten slotte, om weer tot de mens terug te keren, wat kunnen wij zeggen over het menselijk vermogen tot waarnemen en interpreteren? (prof. dr. J. F. Schou ten)." Aan deze reeks zijn twee voor drachten toegevoegd, die op vroegere congressen zijn gehouden (prof. dr. H. A. Lauwerier: Symmetrie en regel maat, en prof. dr. V. J. Koningsber ger: Eenheid in verscheidenheid. Als geheel is dit een boeiende publicatie geworden, die de door de laatste schrij ver zo genoemde „eenheid in verschei denheid" duidelijk uit laat komen. Een andere Aula-uitgave bestaat ook uit verzamelde studies, maar ditmaal alle van dezelfde schrijver, nl. van de Leidse hoogleraar in de wijsbegeerte C. E. van Peursen. Het boek heet Fe nomenologie en Werkelijkheid, titel die de inhoud niet slecht dekt, want het algemeen thema is, hoe met behulp van de fenomenologische methode de werkelijkheid is te bereiken. Daartoe wordt in de eerste studie de vraag naar de werkelijkheid gesteld. Tussen een vijftal systematische studies in, wordt het denken van enkele belang rijke wijsgeren op dit punt belicht: Augustinus, Berkeley, Bergson, Hus- serl en Wittgenstein. De algemene geest van deze beschouwingen wordt het best gekarakteriseerd door de laatste zinnen van de schrijver: „De objectiviteit van de alledaagse wereld is inéén gegeven met de intersubjec tiviteit van de menselijke samenle ving. En door te trachten de ver voor- bij de horizon verwijzen de zin der wereld te ont cijferen, het verhaal der werkelijkheid op betrouw bare wijze te vertellen, komt de mens tot de bewustwording van eigen verantwoordelijk bestaan". Waarneming in de verschillende weten schappen. Aulaboek, Utrecht, 166 blz.f C. A. van Peursen: Fenomenologie ea werkelijkheid, Aula-boek, Utrecht 1967, S56 blz.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1967 | | pagina 11