1
Veel gepraat, sensatie, lichte kost
T ZIT IN
SANOVITE
■IR
i
HEIN JORDANS
25 jaar dirigent
TRADITIE BLEEF GEHANDHAAFD
Nieuwe Elckerlyc in Delft
ft I
PLAAT
MATE IJS
ROSÉ
Mini in last
Onze toekomstige
bezigheden
p
li
1
Roeping van
de sociologie
Regelmatige
spijsvertering...
Tijd voor een
Rameau
I4 - v.
andré kerstens
Bedrijfsapostolaat
DE TIJD
y
DINSDAG 13 JUN11967
Dagelijks enkele Sanovietjes:
smakeiijkl-Harmoniëert met alle beleg.1
I
ARNHEM, 13 juni Met een
hink-stap-sprong is de zesde in
ternationale filmweek Arnhem
maandag begonnen. Zaterdag al
had burgemeester Matser aan
'n draaiorgel deuntjes ontlokt uit
de oude Nederlandse films die
voor deze gelegenheid van stal
zijn gehaald. Maandagmorgen
werd een tentoonstelling geopend
van de Poolse affiche-ontwerper
en filmer Jan Lenica en 's mid
dags was de hele filmwereld toe
gestroomd om onze jonge filmers
te horen discussiëren met ver
tegenwoordigers van het filmbe
drijf, onder leiding van prof. dr.
Ph. Idenburg.
tJ
mmÊË
éJÉÉËI
m«h
Arnhems burgemeester Matser en tweemaal Ramses Shaffy bij de
opening van het Arnhemse filmfestival.
K
fmmt:
mm-"-
HEIN JORDANS
Elizabeth Hartman als Barbara
Darling in de film You're a big
boy now" van de Amerikaanse
regisseur Frances Ford Coppola,
waarmee de Arnhemse Filmweek
gisteravond is geopend.
'mPorteur:
TILBURG
PETER VAN BUREN
fS- r - i I 4
F\en nieuwe Elckerlyc voor Delft: Tom van Beek in de titelrol, Willy Brill als De Deugd.
ANDRÉ RUTTEN
DOOR LEO HANEKROOT
0
(I
de Clerq, Socialisering en socio-,
9ie. Serie Mens en Medemens,
1rPecten der sociale werkelijkheid,
vngeverij Het Spectrum, Utrecht
■lJS7, 122 pagina's.
de eerste drie hoofdstukken van
Sesch isi komt vooral de ontstaans-
°rdp s van de sociologie aan de
Keleés rs* wordt de samenhang bloot-
Proce *ussen een aantal historische
de rv>Sjen' die het eigen gezicht van
vormn rne maatschappij hebben ge-
de ^ls zodanig worden beschouwd
door n riserinK en het Proces, dat
Poemae_CIerQ socialisering wordt ge
nie* Deze laatste term wordt hier
maa_ln vaktechnische zin gehanteerd
de Z j verwijzing naar het feit, dat
Kenon? rne mens bewust bezit heeft
de van de sociale processen in
hier IT,ePleving. Socialisering betekent
deze ,Sociale zelfbewustwording. Tot
l{ar bewustwording heeft vooral Karl
schnf jÜ8edragen en historisch be
ke vindt de sociologie belangrij-
t00n30rtels in het socialisme. Aange-
lism vrordt dan sociologie en socia-
„e yan meet af aan sociale kritiek
ben ale hervorming als opgave heb
j" gezien.
he* a deze historische inleiding komt
aan eigenlijk onderwerp van dit essay
8oCj orde n.l. de verhouding tussen
socini0gie en sociale werkelijkheid. De
de 0„.gie vat evenals het socialisme
mati°c!ale werkelijkheid op als proble-
Was ~?ne werkelijkheid. Oorspronkelijk
bie. de klassenstrijd het sociaal pro-
biepi? bii uitstek, later wordt dit pro-
Hictm verruimd tot alle sociale con-
die ®n' niet name de machtsconflicten,
dieun? 3 opnieuw uitmonden in een
de a* sociale orde. De sociologie vat
ten,, fur vooral op als een actuali-
vaJ"yetenschap, als een afspiegeling
be de lotgevallen van de samenleving.
8eharClologie is bovendien mens-weten-
de b, d.w.z. moet dienstbaar zijn aan
Ze "ens' anders heeft ze geen zin. De-
die ?vacting wordt bedreigd door hen,
Scha,.6 sociologie als een natuurweten-
len f beschouwen en waardevrij wil-
*OHi 'enerl. Deze laatste opvatting
heef} vooral in Amerika gehuldigd en
0efJJ.8r°te invloed op de sociologiebe-
t'dot 'n Europa. Een belangrijk an-
sCjg dm tegen de invloed van het
cioin me vormt de dialoog tussen so-
loop - en wijsbegeerte. Aan deze dia-
®tuk de auteur zijn laatste hoofd-
eioIn' Waarin hij zowel filosofen als so-
drpP?en kapittelt over hun wederzijdse
D Pelvrees.
de I opvattingen van de schrijver wet
(jer~vrïlerikaanse sociologie en de mo-
Zjj.® empirisch-toetsende sociologie
de'^J^at eenzijdig en verouderd. Onder
„Nederlandse auteurs, die De Clerq
haria Zl:in essay geraadpleegd heeft,
en T>f1 schrlJvers als Kwant, Beerling
t>it k 1 zeker een Plaats verdiend,
gek ekje is zeker lezenswaard, goed
öe tuPOneerd en beider geschreven.
m6+a is ongelukkig gekozen. Dit
eisph clologisch of wijsgerig-sociolo-
de »^,esfay bad beter „De roeping van
ologie" of zoiets kunnen heten.
ZESDE FILM WEEK
ARNHEM GESTART
ADVERTENTIE
(9
H. P. M. GODDIJN
(Van onze speciale verslaggever)
Aan de tentoonstelling van Lenica
was een affichewedstrijd verbonden
voor middelbare scholieren. Eerste prij
zen gingen naar H. Steenman (18) uit
Houten en Henk Vrieselaar (15) uit
Arnhem. Na de rommelige prijsuitrei
king werd van Lenica de tekenfilm
Monsieur Tête vertoont op twee aan-
eengenaaide beddelakens. De middag
discussie was even lang als zinloos.
Misschien wel nuttig, omdat ieder ge
sprek nuttig is en de moeilijkheden
van beide kanten (voor de zoveelste
keer overigens) aan de orde wérden
gesteld. Zinloos, omdat het opnieuw
bleef bij begrip hebben voor elkaar
en suggesties doen, zonder dat men
een stap verder kwam. Bovendien wa
ren er te veel mensen die hun zegje
wilden doen en ontbraken de instan
ties waarover voortdurend gepraat
werd: overheid en produktiefonds. De
heer Van,der Molen van het ministerie
was er dan wel, had zelfs de moed
even naar voren te komen, maar wilde
(of kon) niet namens de overheid
spreken en beperkte zich in feite tot
wat losse detailopmerkingen. Een felle
botsing, zoals sommigen verwachtten
of hoopten, kwam er niet uit. Er werd
zoveel gezegd over zoveel, dat een kor
te samenvatting onmogelijk is.
Een exploitant: „Het bedrijf kan
slechts voortleven bij kassuccessen".
Reactie van de filmers: „Kassucces
sen zijn slechts mogelijk als wij geld
hebben voor ervaring en routine, want
een kassucces komt niet ineens. Wij
hebben geen Maecenas, dus dat geld
moet van de overheid komen. Maar
het subsidiebeleid dient te veranderen
Pim de la Parra: „Geeft een jonge
filmer subsidie voor een aantal korte
films, zonder dat er vooraf, op grond
van een scenario, wordt geoordeeld of
het een goede film zou kunnen wor
den". De heer Van der Molen: „De
overheid kan niet zo maar geld gaan
uitgeven, want het is niet haar eigen
geld. Zij moet verantwoording afleg
gen".
Hans de Witte: „Oplossingen worden
te veel gezocht in samenwerking tus-
Ranieait." Pièces de clavecin en
concert, no's 1 in c, 2 in G, 3 in
A 4 in Bes en 5 in d. Ruggero
j?erlin, cembalo, Jean-Pierre
jjornpal, fluit, Roger Albin, cello,
philips stereo/mono 839 307 EGY.
Franse klaviermeesters hebben
^rripergens anders in die mate voor-
Vat) plezier gehad in het schrijven
vi Karakterstukken, vaak voor clave-
e' alleen, soms ook verbonden met
sten? andere instrumenten. Het hangt
v0 'S samen met de speciale Franse
van het gezelschapsleven aan
de aklijke en hertogelijke hoven en in
'eitg eUijke salons. De muziek is in
c°Ur<i conversatiemuziek, die het dis-
aap opluisterde en er nieuwe stof
sujj yarschafte. Vaak verenigd tot
J' ,voeren ze titels die erop wij
fie L ze aan de typering van alge-
^ijtj karaktereigenschappen zijn ge-
karh'6Jnaar niet zelden dragen ze ook
eschn Van Personen en zijn dan te
3e jj °uwen als portretten van beken-
9p r?ren 'n be' gezelschapsleven,
ytjf bier vermelde opname zijn
acht&n dergelijke suites samenge-
«a v' dte Rameau in concerterende
'dit ~°°r cembalo met strijkbas en
2Pge,cbreven heeft. Zeer elegante
b en ïr^ke Tnuziekjes die door Ger
aden, Rampal met Albin op de cello
St>eel(j °udend en stijlvol worden ge-
L. H.
m
(Van onze verslaggever)
DEN BOSCH, 13 juni Het Bra
bants Orkest geeft op 16, 17 en 18
juni respectievelijk in Den Bosch.
Eindhoven en Tilburg uitvoeringen
in het kader van het Holland Festival,
waarbij o.a. het opera-oratorium Oe
dipus Rex van Strawinsky wordt ge
bracht, met medewerking van het
koninklijk mannenkoor La Bonne
Espérance uit -Eindhoven. Solisten
zijn Consuelo Rubio, sopraan, Lode
Devos, tenor, Henk Meijer, tenor,
Bernard Kruysen, bariton, en Jules
Bastin, bas-bariton. Het tweede con
cert, dat in Eindhoven, valt samen
met de 85ste verjaardag van de com
ponist. Het programma vermeldt
voorts de première van Agena, di
vertimento per orchestra, Balette
opus 96 van Louis Toebosch, die het
werk zelf zal dirigeren, en El Amor
Brujo van Manuel de Falla.
Op 23 juni viert Hein Jordans in
een besloten concert in Den Bosch zijn
25-jarig juhileum als dirigent van Het
Brabants Orkest, met het Te Deum
van Diepenbrock en de Zevende Sym
fonie van Bruckner. Dit laatste werk
komt in het seizoen 1967-1968 in open
bare uitvoering in de Casino-serie in
Den Bosch en zal ook op het reper
toire staan bij de toernee die het or
kest in het voorjaar gaat maken naar
Duitsland en Zwitserland. In het nieu
we seizoen zal het orkest weer de ge
bruikelijke abonnementsseries geven.
De A-serie en de B-serie in de 4 grote
steden van Noord-Brabant zijn wat de
samenstelling betreft ongeveer gelijk
waardig, met een gelijke verhouding
tussen traditioneel en modern. Het or
kest krijgt nog altijd evenveel brieven
waarin meer moderne muziek wordt
gevraagd als verzoeken om meer klas
siek of pre-klassiek. De programmering
is dit jaar voorbereid door de Werk
groep Artistiek Beleid, waarin dirigent,
directeur en een aantal orkestleden sa
men overleg plegen. In dat zelfde over
leg is ook besloten om drie dirigenten
uit het eigen orkest minstens drie jaar
lang gelegenheid te geven tot het di
rigeren van twee concerten per jaar.
Het eerste concert in de A-serie
geeft behalve het Vierde Brandenburgs
Concert van J. S. Bach, Hertog Blauw-
baards Burcht van Bartok. Dit werk
wordt in Breda, Tilburg en Eindhoven
gebracht in scènische uitvoering, on
der regie van Frans Boerlage. De B-
serie opent met Mozaïeken voor Orkest
van Peter Schat, welk stuk na het con
cert wordt herhaald voor diegenen die
het nog een tweede keer willen be
luisteren. De praktijk in het afgelopen
jaar heeft uitgewezen, dat dit systeem
door de meerderheid van de Brabantse
concertbezoekers gewaardeerd wordt.
Het orkest zal in de Nederlandse Ope
rastichting medewerking verlenen aan
een opera van Rossini. In de bezetting
zullen zes mutaties worden doorge
voerd; drie nieuwe orkestleden zijn in
middels geëngageerd.
ADVERTENTIE
sen instituten. Voor goede produkten
is samenwerking van individuen de
beste basis. Zie de literatuur (uitge
ver-schrijver), zie de beeldende kunst
(galeriehouder-schilder). Het scheppen
van menselijke relaties is beter dan
verandering van het produktiefonds".
Filmverhuurder Barnstein: „Als de
vermakelijkheidsbelasting wordt af
geschaft, kan het bedrijf een percen
tage van de inkomsten afstaan aan
jonge filmers".
Rein Bloem pleitte voor instelling
van een ombudsman, „niet zozeer een
sterke man, als wel een snelle beslis
ser". Pim de la Parra wilde een talen
tenjager die met al het subsidie
geld de vrije hand heeft, wilde
Jan Blokker de televisie inschakelen
als financier en filmslijter. En .o had
iedereen wat.
Een woordenstroom van tweeëneen
half uur, met teveel zenders en stoor
zenders. Na afloop kon er weer van
voren af aan begonnen worden. Op al
le terrasjes in Arnhem werd druk ge
discussieerd, tot burgemeester Matser
's avonds de filmweek eindelijk offici
eel opende. Na de vermoeiende boom
over geld, was het avondprogramma
ontspannende, lichte kost. Het begon
met „Sky over Holland", waar
mee John Fernhout in Cannes de gou
den palm won. De reden van het
Franse enthousiasme is nu duidelijk:
Fernhout heeft een overdonderend
stukje spektakel gebrouwen, dat als
een orkaan door de zaal giert. Maar
je bent het even snel weer vergeten.
Een doordringende impressie van Hol
land is het niet, wel een (koude) dou
che van effecten. Met een 70 mm ca
mera, een straaljager, een snelle boot
en wat trucjes die Haanstra en v.d.
Horst al eerder toepasten, ben je er
al bijna. Een rit in een achtbaan geeft
sensatie, maar je kunt niet zeggen
dat je op de kermis geweest bent.
De eerste hoofdfilm van deze film
week, „You're a big boy now" van
Francis Ford Coppola (ook per expres
uit Cannes) bleek een zeer charmante
comedie met een rits steken op de
Amerikaanse samenleving, musical
ideeën en Lester-grapjes, op het eer
ste gezicht minder dwaas als „The
knack" of ,Help", maar met beslist
meer inhoud. Heel snel en erg leuk.
MADRID, 13 juni (UPI) Drie
Nederlandse mini-meisjes, leden
van een acrobatenteam van het
Berlijns Circus, hebben politie-bege-
leiding nodig gehad om zich buiten
de kantoren op de tweede verdie
ping van een warenhuis te kunnen
wagen, waarin zij waren gevlucht.
Buiten stond een menigte van naar
schatting duizend Madrilenen die
de meisjes hadden nagelopen, alsof
de schoonheden zich niet „mini"
maar „mono" op straat hadden ge
waagd. De politie wilde de drie al
leen bescherming geven, nadat zij
aan één voorwaarde hadden vol
daan: rokken van het warenhuis
aan, tot over de knieën.
<«.yp- i-isMéij/H-
(Van onze verslaggever)
DEN BOSCH, 13 juni Het Bos
sche bedrijfsapostolaat heeft in een
studierapport zijn visie gegeven op de
taak en werkwijze van deze tak van
zielzorg. Het rapport is bedoeld als
een bijdrage in de discussie die al
sinds de oprichting van het bedrijfs
apostolaat gaande is en waarbij de
inzichten in de loop der jaren gron
dig veranderd zijn. Het oorspronkelijke
doel: „Herkerstening van het milieu"
is allang veranderd in het „tegenwoor
dig stellen van de Evangelische waar
den in het bedrijf".
HET ZOMERSE DELFT krijgt ook
dit jaar zijn Elckerlyc-voorstellingen
op de binnenplaats van het Prinsen
hof, dat er een heerlijke entourage
voor is gebleken, vooral als het weer
meezit. Het wordt een nieuwe
Elckerlyc een andere regisseur,
andere spelers en zelfs een ietwat
andere tekst, maar het is toch een
voortzetting van een traditie, waar
duizenden al plezier aan hebben be
leefd.
Engelmans bewerking is in 1940 ont
staan. In de jaren daarvoor speelde Ad
Hooykaas met zijn gezelschap 's zo
mers abele spelen in de Romaanse
Kloostergang van St. Marie achter het
gebouw van kunsten er. wetenschappen
aan de Mariaplaats in Utrecht. Voor
een Elckerlyc-voorstelling, die ook
daar zou worden gegeven, gaf Anton
Sweers aan Engelman de opdracht de
middeleeuwse tekst in modern Neder
lands te bewerker. Het spel is ongewij
zigd gebleven, de oorspronkelijke taal
blijft zo dicht mogelijk benaderd. Toen
alles voor vertoning in gereedheid was
oordeelde het toenmalige gemeentebe
stuur van Utrecht het met het oog op
de ernst der tijden inopportuun om die
zomer 1940 toneelvoorstellingen
te geven. De tekst werd wel gedrukt
en uitgegeven maar krijgt nu haar
eerste voorstelling.
Wim Bary wil proberen het spel zo
te laten spelen, dat de toeschouwer het
niet alleen ondergaat als boeiend mid
deleeuws, maar ook als opmerkelijk
modern. De Elckerlyc is natuurlijk op-
geb ha.ó met middeleeuwse, en dat
zijn christelijke beelden. Bary en zijn
spelers willen proberen die beelden zo
te spelen, dat zij een zuivere weerspie
geling zijn van de menselijke ervarin
gen, die zij voorstellen.
DE MORALITEIT ELCKERLYC
beeldt het sterven van de mens uit niet
als een aftakelingsproces, maar als het
zich bewust worden van de naderen
de dood; het afsterven niet als een li
chamelijk verval, maar als een geeste
lijke ontwikkeling, het geestelijk ver
werken en het aanvaarden ervan. Het
vertoont verschillende stadia: het af
stand nemen van vrienden en familie,
van de aangename kanten van het le
ven; daarna de inkeer tot zichzelf, het
afwegen, van wat men goed gedaan
heeft en verkeerd; tenslotte het aan
vaarden dat het voorbij is zoals het ge
weest is, het berusten. Ionesco's De
Koning Sterft is er een opmerkelijke
moderne navolging van. De middel
eeuwer had een heldere, directe beeld
taal voorhanden, die gemeengoed was,
Ior.esco schiep een nieuwe beeldtaal,
geput uit de hele geschiedenis van de
mens, een veelzijdiger mensbeeld be
ogend, alhoewel ook daarin speurend
naar die éne doodservaring.
Omdat de Elckerlyc geen sentimen
ten beroert, maar helder een reële
overtuiging uitbeeldt, is het zien, er
van geen aangrijpende, maar wel een
sterke, een bemoedigende ervaring. De
dood open in de ogen kunnen kijken
heeft tenslotte iets heldhaftigs.
WIM BARY is voornemens het spel
recht op de man af te spelen, met hand
having van de uiterlijke vormen, die
het in deze traditie gekregen heeft
en die in het Delftse Prinsenhof ook
het best passen. Dat is ook een prak
tische oplossing: er hoeft voor deze
voorstelling, die toch nog op het nip
pertje gereed kwam, weinig nieuw ge
maakt.
Op het nippertje, want men heeft
in Delft de mededeling van de Neder
landse Comedie, dat zij na zeventien
jaar een einde aan haar Elckerlyc-
voorstellingen wilde maken, niet met
een ernstig genomen. Toen het wel
ernst bleek heeft men gedacht aan een
nieuwe voorstelling, weer met Johan
de Meester, nu met Ensemble, en
ook aan een voorstelling van het Groot
Limburgs Toneel van Cas Baas, die
van Elckerlyc een hoorspeluitvoering
gaven voor de beide Limburgse omroe
pen. Beide plannen waren niet meer
te verwezenlijken. Wel slaagde Wim
Bary erin op vrij korte termijn een
bezetting voor de opvoeringen van dit
jaar bijeen te brengen: Tom van Beek
als Elckerlyc, Bert Dijkstra als de
dood, Willem Tollenaar als de stem
van God, Willy Brill als de Deugd,
Pleuni Touw als Kennis, verder Tat-
jana Radier, Dick Scheffer, Carol van
Herwijnen, Paul van Gorcum. Ter be
geleiding worden gregoriaanse gezan
gen uitgevoerd door een mannenkoor
Dies Irae, in Media Vitae, in Para-
disum o.a. en orgelimprovisaties op
Bach gespeeld. De klok van de Grote
Kerk blijft haar stem laten horen.
De eerste van de reeks voorstellin
gen is daags voor het Holland Festival,
dat deze Elckerlye-opvoering niet in
haar programma heeft opgenomen.
CULTUURPOLITIEK bedrijven is
iets anders dan vaststellen welke
kunstinstellingen het komende jaar
subsidie mogen ontvangen en hoeveel.
Cultuurpolitiek is futurologie plegen of
tewel het systematisch ontdekken van
de toekomst. Daar zijn al tal van we
tenschapsmensen in de westerse lan
den mee bezig. Ook in Nederland val
len enkele hoopvolle openingen waar
te nemen, zoals de uit de samenwer
king van de protestantse en katholie
ke instituten voor Kerk en Wereld,
De Horst en de Horstink, ontstane
Werkgroep 2.000 en de Stichting Man
kind 2.000 Internationaal met haar Ne
derlandse sectie, die met de Werkgroep
2.000 een nauwe associatie heeft aange
gaan.
De wetenschapsmensen die zich met
het onderkennen van de toekomst bezig
houden profiteren niet maar prognosti
ceren haar op grond van de gegevens
die we thans in handen hebben. Zij
laten zich niet in de war brengen
door diegenen Onder hun collega's die
het onwetenschappelijk vinden omdat
naar hun mening de toekomst niet te
kennen is. Zij stellen in grote lijnen
hun gedachten en verwachtingen op,
waaraan uiteraard wel op de middel
lange termijn de hoogste waarschijn
lijkheidsgraad moet toegekend woi>
den. Zij menen dat zij de thans be
staande technische en wetenschappelij
ke hulpmiddelen moeten aanwenden
om de toekomst te leren kennen, op
dat de mensheid haar kan beheersen
wanneer deze in menig opzicht geheel
nieuwe toekomst in de actualiteit zal
zijn overgegleden.
Dit is intussen een heel moeilijk kar
wei, waarbij de onderzoekers zich uit
wetenschappelijke voorzichtigheid er
toe bepalen de wereld van morgen in
zeer grote lijnen te schetsen, zich wel
wachtend om de uit weinig bereken'
bare krachten resulterende details in
te vullen.
Toch kunnen mensen het moeilijk la
ten te proberen dichter op de waar
schijnlijke werkelijkheid te komen. Dat
deed dan ook Jan Kassies, toen hij in
november j.I. met een rede afscheid
nam van zijn functie als secretaris
van de Raad voor de Kunst. Het was
niet wetenschappelijk, wat hij zei,
maar het gaf wel een beeld van on
derwerpen die binnen het bereik van
het moderne cultuurbeleid gekomen
zijn, en waarin een leefwijze die thans
nog maar begint en over een jaar of
vijftien waarschijnlijk een flink stuk
gevorderd zal zijn, zich afspiegelt. De
heer Kassies leidde die perspectieven
af uit practische ervaring en waar
neming van de behoeften die thans
gedeeltelijk reeël bewust en ten dele
ook pog latent bestaan.
Het was niet alleen maar bellen bla
zen wat hij deed. Het betrof ook toe
komst die al begonnen is in concreet
beleid. Een der grondslagen daarvan is
de ook door minister Vrolijk nadruk
kelijk aan de orde gestelde geografi
sche én sociale spreiding van het cul
tuurbeleid, spreiding in breedte en
diepte, of liever een verbeterde versie
van wat wij sinds jaar en dag onder
cultuurspreiding verstaan.
SPREIDING door middel van door
het land rossende toneelgezelschappen
en orkesten is maar een primitief en
provisorisch voorbeeld van dit aspect
van cultuurbeleid. Het is technisch niet
bevredigend, het laat artistiek veel te
wensen over en het werkt nauwelijks
in de diepte. Een nieuwe en doelma
tiger aanpak van de laatste jaren, ook
door Kassies genoemd, is reeds aan
de gang: de stichting van culturele
centra in de provincie, die zich voor
alles lenen, vergaderen, cursussen,
spelen en het beleven van anderer
prestaties, van het ondergaan zowel als
van het zelf doen, kortom voor alles
wat ligt tussen het officiële kunstle
ven en de happening, tussen de school
en de zelfontwikkeling. Dat is al aan
de gang en het is geen wilde fanta
sie van Kassies als hij honderden van
dergelijke centra voorziet, niet alleen
in kleine en middelgrote plaatsen maar
evengoed in de wijken van de grote
steden, die op hun beurt niets anders
zijn dan mi 'delgrote plaatsen, waar
van de bewoners niet in gezamenlijk
heid kunnen leven omdat daar geen
voorzieningen voor getroffen zijn.
Als men dit op gang ziet komen
is het logisch dat men een enorme
behoefte voorziet aan de ontwikkeling
van het amateurisme, waarvoor instel
lingen moeten komen die honderden
professionele krachten opleiden, alsook
maar dan vermoedelijk los van de
scholen waar we nu met het vak
schoolmuziek zo'n beetje op goed geluk
af aan het experimenteren zijn an
dere instellingen waar de mensen hun
kunstzinnige vorming kunnen beoefe
nen op het gebied van de beeldende
expressie, de film, de fotografie, de
dramatische uitingen, de dans, de mu
ziek.
Tegelijk daarmee zal het aantal pro
fessionele kunstinstellingen zich aan
zienlijk uitbreiden, maar dient ook de
scholing van de artiesten grotelijks ver
ruimd en verbeterd te worden.
Er dienen gelden beschikbaar te ko
men voor de ontwikkeling der crea
tieve krachten, stelselmatig zowel als
experimenteel. Zulke gelden worden al
op de begroting uitgetrokken, zij het
nog/zeer onvoldoende. Kassies pleit
voor een vaste financiële relatie tus
sen het beleid voor de scheppende
kunst en dat ten aanzien van de kunst
bedrijven. Minister Vrolijk had al eer
der de noodzakelijkheid van een des
noods wettelijke normering onder het
oog gezien.
Dit zijn enkele ook nog maar globale
punten van een cultuurpolitiek. Ze
zweven allesbehalve in de lucht als il
lusoire bellen. Ze vormen bestand
delen van het beleid, dat voor het mi
nisterie van CRM aan de orde is.