1 Veel gepraat, sensatie, lichte kost T ZIT IN SANOVITE ■IR i HEIN JORDANS 25 jaar dirigent TRADITIE BLEEF GEHANDHAAFD Nieuwe Elckerlyc in Delft ft I PLAAT MATE IJS ROSÉ Mini in last Onze toekomstige bezigheden p li 1 Roeping van de sociologie Regelmatige spijsvertering... Tijd voor een Rameau I4 - v. andré kerstens Bedrijfsapostolaat DE TIJD y DINSDAG 13 JUN11967 Dagelijks enkele Sanovietjes: smakeiijkl-Harmoniëert met alle beleg.1 I ARNHEM, 13 juni Met een hink-stap-sprong is de zesde in ternationale filmweek Arnhem maandag begonnen. Zaterdag al had burgemeester Matser aan 'n draaiorgel deuntjes ontlokt uit de oude Nederlandse films die voor deze gelegenheid van stal zijn gehaald. Maandagmorgen werd een tentoonstelling geopend van de Poolse affiche-ontwerper en filmer Jan Lenica en 's mid dags was de hele filmwereld toe gestroomd om onze jonge filmers te horen discussiëren met ver tegenwoordigers van het filmbe drijf, onder leiding van prof. dr. Ph. Idenburg. tJ mmÊË éJÉÉËI m«h Arnhems burgemeester Matser en tweemaal Ramses Shaffy bij de opening van het Arnhemse filmfestival. K fmmt: mm-"- HEIN JORDANS Elizabeth Hartman als Barbara Darling in de film You're a big boy now" van de Amerikaanse regisseur Frances Ford Coppola, waarmee de Arnhemse Filmweek gisteravond is geopend. 'mPorteur: TILBURG PETER VAN BUREN fS- r - i I 4 F\en nieuwe Elckerlyc voor Delft: Tom van Beek in de titelrol, Willy Brill als De Deugd. ANDRÉ RUTTEN DOOR LEO HANEKROOT 0 (I de Clerq, Socialisering en socio-, 9ie. Serie Mens en Medemens, 1rPecten der sociale werkelijkheid, vngeverij Het Spectrum, Utrecht ■lJS7, 122 pagina's. de eerste drie hoofdstukken van Sesch isi komt vooral de ontstaans- °rdp s van de sociologie aan de Keleés rs* wordt de samenhang bloot- Proce *ussen een aantal historische de rv>Sjen' die het eigen gezicht van vormn rne maatschappij hebben ge- de ^ls zodanig worden beschouwd door n riserinK en het Proces, dat Poemae_CIerQ socialisering wordt ge nie* Deze laatste term wordt hier maa_ln vaktechnische zin gehanteerd de Z j verwijzing naar het feit, dat Kenon? rne mens bewust bezit heeft de van de sociale processen in hier IT,ePleving. Socialisering betekent deze ,Sociale zelfbewustwording. Tot l{ar bewustwording heeft vooral Karl schnf jÜ8edragen en historisch be ke vindt de sociologie belangrij- t00n30rtels in het socialisme. Aange- lism vrordt dan sociologie en socia- „e yan meet af aan sociale kritiek ben ale hervorming als opgave heb j" gezien. he* a deze historische inleiding komt aan eigenlijk onderwerp van dit essay 8oCj orde n.l. de verhouding tussen socini0gie en sociale werkelijkheid. De de 0„.gie vat evenals het socialisme mati°c!ale werkelijkheid op als proble- Was ~?ne werkelijkheid. Oorspronkelijk bie. de klassenstrijd het sociaal pro- biepi? bii uitstek, later wordt dit pro- Hictm verruimd tot alle sociale con- die ®n' niet name de machtsconflicten, dieun? 3 opnieuw uitmonden in een de a* sociale orde. De sociologie vat ten,, fur vooral op als een actuali- vaJ"yetenschap, als een afspiegeling be de lotgevallen van de samenleving. 8eharClologie is bovendien mens-weten- de b, d.w.z. moet dienstbaar zijn aan Ze "ens' anders heeft ze geen zin. De- die ?vacting wordt bedreigd door hen, Scha,.6 sociologie als een natuurweten- len f beschouwen en waardevrij wil- *OHi 'enerl. Deze laatste opvatting heef} vooral in Amerika gehuldigd en 0efJJ.8r°te invloed op de sociologiebe- t'dot 'n Europa. Een belangrijk an- sCjg dm tegen de invloed van het cioin me vormt de dialoog tussen so- loop - en wijsbegeerte. Aan deze dia- ®tuk de auteur zijn laatste hoofd- eioIn' Waarin hij zowel filosofen als so- drpP?en kapittelt over hun wederzijdse D Pelvrees. de I opvattingen van de schrijver wet (jer~vrïlerikaanse sociologie en de mo- Zjj.® empirisch-toetsende sociologie de'^J^at eenzijdig en verouderd. Onder „Nederlandse auteurs, die De Clerq haria Zl:in essay geraadpleegd heeft, en T>f1 schrlJvers als Kwant, Beerling t>it k 1 zeker een Plaats verdiend, gek ekje is zeker lezenswaard, goed öe tuPOneerd en beider geschreven. m6+a is ongelukkig gekozen. Dit eisph clologisch of wijsgerig-sociolo- de »^,esfay bad beter „De roeping van ologie" of zoiets kunnen heten. ZESDE FILM WEEK ARNHEM GESTART ADVERTENTIE (9 H. P. M. GODDIJN (Van onze speciale verslaggever) Aan de tentoonstelling van Lenica was een affichewedstrijd verbonden voor middelbare scholieren. Eerste prij zen gingen naar H. Steenman (18) uit Houten en Henk Vrieselaar (15) uit Arnhem. Na de rommelige prijsuitrei king werd van Lenica de tekenfilm Monsieur Tête vertoont op twee aan- eengenaaide beddelakens. De middag discussie was even lang als zinloos. Misschien wel nuttig, omdat ieder ge sprek nuttig is en de moeilijkheden van beide kanten (voor de zoveelste keer overigens) aan de orde wérden gesteld. Zinloos, omdat het opnieuw bleef bij begrip hebben voor elkaar en suggesties doen, zonder dat men een stap verder kwam. Bovendien wa ren er te veel mensen die hun zegje wilden doen en ontbraken de instan ties waarover voortdurend gepraat werd: overheid en produktiefonds. De heer Van,der Molen van het ministerie was er dan wel, had zelfs de moed even naar voren te komen, maar wilde (of kon) niet namens de overheid spreken en beperkte zich in feite tot wat losse detailopmerkingen. Een felle botsing, zoals sommigen verwachtten of hoopten, kwam er niet uit. Er werd zoveel gezegd over zoveel, dat een kor te samenvatting onmogelijk is. Een exploitant: „Het bedrijf kan slechts voortleven bij kassuccessen". Reactie van de filmers: „Kassucces sen zijn slechts mogelijk als wij geld hebben voor ervaring en routine, want een kassucces komt niet ineens. Wij hebben geen Maecenas, dus dat geld moet van de overheid komen. Maar het subsidiebeleid dient te veranderen Pim de la Parra: „Geeft een jonge filmer subsidie voor een aantal korte films, zonder dat er vooraf, op grond van een scenario, wordt geoordeeld of het een goede film zou kunnen wor den". De heer Van der Molen: „De overheid kan niet zo maar geld gaan uitgeven, want het is niet haar eigen geld. Zij moet verantwoording afleg gen". Hans de Witte: „Oplossingen worden te veel gezocht in samenwerking tus- Ranieait." Pièces de clavecin en concert, no's 1 in c, 2 in G, 3 in A 4 in Bes en 5 in d. Ruggero j?erlin, cembalo, Jean-Pierre jjornpal, fluit, Roger Albin, cello, philips stereo/mono 839 307 EGY. Franse klaviermeesters hebben ^rripergens anders in die mate voor- Vat) plezier gehad in het schrijven vi Karakterstukken, vaak voor clave- e' alleen, soms ook verbonden met sten? andere instrumenten. Het hangt v0 'S samen met de speciale Franse van het gezelschapsleven aan de aklijke en hertogelijke hoven en in 'eitg eUijke salons. De muziek is in c°Ur<i conversatiemuziek, die het dis- aap opluisterde en er nieuwe stof sujj yarschafte. Vaak verenigd tot J' ,voeren ze titels die erop wij fie L ze aan de typering van alge- ^ijtj karaktereigenschappen zijn ge- karh'6Jnaar niet zelden dragen ze ook eschn Van Personen en zijn dan te 3e jj °uwen als portretten van beken- 9p r?ren 'n be' gezelschapsleven, ytjf bier vermelde opname zijn acht&n dergelijke suites samenge- «a v' dte Rameau in concerterende 'dit ~°°r cembalo met strijkbas en 2Pge,cbreven heeft. Zeer elegante b en ïr^ke Tnuziekjes die door Ger aden, Rampal met Albin op de cello St>eel(j °udend en stijlvol worden ge- L. H. m (Van onze verslaggever) DEN BOSCH, 13 juni Het Bra bants Orkest geeft op 16, 17 en 18 juni respectievelijk in Den Bosch. Eindhoven en Tilburg uitvoeringen in het kader van het Holland Festival, waarbij o.a. het opera-oratorium Oe dipus Rex van Strawinsky wordt ge bracht, met medewerking van het koninklijk mannenkoor La Bonne Espérance uit -Eindhoven. Solisten zijn Consuelo Rubio, sopraan, Lode Devos, tenor, Henk Meijer, tenor, Bernard Kruysen, bariton, en Jules Bastin, bas-bariton. Het tweede con cert, dat in Eindhoven, valt samen met de 85ste verjaardag van de com ponist. Het programma vermeldt voorts de première van Agena, di vertimento per orchestra, Balette opus 96 van Louis Toebosch, die het werk zelf zal dirigeren, en El Amor Brujo van Manuel de Falla. Op 23 juni viert Hein Jordans in een besloten concert in Den Bosch zijn 25-jarig juhileum als dirigent van Het Brabants Orkest, met het Te Deum van Diepenbrock en de Zevende Sym fonie van Bruckner. Dit laatste werk komt in het seizoen 1967-1968 in open bare uitvoering in de Casino-serie in Den Bosch en zal ook op het reper toire staan bij de toernee die het or kest in het voorjaar gaat maken naar Duitsland en Zwitserland. In het nieu we seizoen zal het orkest weer de ge bruikelijke abonnementsseries geven. De A-serie en de B-serie in de 4 grote steden van Noord-Brabant zijn wat de samenstelling betreft ongeveer gelijk waardig, met een gelijke verhouding tussen traditioneel en modern. Het or kest krijgt nog altijd evenveel brieven waarin meer moderne muziek wordt gevraagd als verzoeken om meer klas siek of pre-klassiek. De programmering is dit jaar voorbereid door de Werk groep Artistiek Beleid, waarin dirigent, directeur en een aantal orkestleden sa men overleg plegen. In dat zelfde over leg is ook besloten om drie dirigenten uit het eigen orkest minstens drie jaar lang gelegenheid te geven tot het di rigeren van twee concerten per jaar. Het eerste concert in de A-serie geeft behalve het Vierde Brandenburgs Concert van J. S. Bach, Hertog Blauw- baards Burcht van Bartok. Dit werk wordt in Breda, Tilburg en Eindhoven gebracht in scènische uitvoering, on der regie van Frans Boerlage. De B- serie opent met Mozaïeken voor Orkest van Peter Schat, welk stuk na het con cert wordt herhaald voor diegenen die het nog een tweede keer willen be luisteren. De praktijk in het afgelopen jaar heeft uitgewezen, dat dit systeem door de meerderheid van de Brabantse concertbezoekers gewaardeerd wordt. Het orkest zal in de Nederlandse Ope rastichting medewerking verlenen aan een opera van Rossini. In de bezetting zullen zes mutaties worden doorge voerd; drie nieuwe orkestleden zijn in middels geëngageerd. ADVERTENTIE sen instituten. Voor goede produkten is samenwerking van individuen de beste basis. Zie de literatuur (uitge ver-schrijver), zie de beeldende kunst (galeriehouder-schilder). Het scheppen van menselijke relaties is beter dan verandering van het produktiefonds". Filmverhuurder Barnstein: „Als de vermakelijkheidsbelasting wordt af geschaft, kan het bedrijf een percen tage van de inkomsten afstaan aan jonge filmers". Rein Bloem pleitte voor instelling van een ombudsman, „niet zozeer een sterke man, als wel een snelle beslis ser". Pim de la Parra wilde een talen tenjager die met al het subsidie geld de vrije hand heeft, wilde Jan Blokker de televisie inschakelen als financier en filmslijter. En .o had iedereen wat. Een woordenstroom van tweeëneen half uur, met teveel zenders en stoor zenders. Na afloop kon er weer van voren af aan begonnen worden. Op al le terrasjes in Arnhem werd druk ge discussieerd, tot burgemeester Matser 's avonds de filmweek eindelijk offici eel opende. Na de vermoeiende boom over geld, was het avondprogramma ontspannende, lichte kost. Het begon met „Sky over Holland", waar mee John Fernhout in Cannes de gou den palm won. De reden van het Franse enthousiasme is nu duidelijk: Fernhout heeft een overdonderend stukje spektakel gebrouwen, dat als een orkaan door de zaal giert. Maar je bent het even snel weer vergeten. Een doordringende impressie van Hol land is het niet, wel een (koude) dou che van effecten. Met een 70 mm ca mera, een straaljager, een snelle boot en wat trucjes die Haanstra en v.d. Horst al eerder toepasten, ben je er al bijna. Een rit in een achtbaan geeft sensatie, maar je kunt niet zeggen dat je op de kermis geweest bent. De eerste hoofdfilm van deze film week, „You're a big boy now" van Francis Ford Coppola (ook per expres uit Cannes) bleek een zeer charmante comedie met een rits steken op de Amerikaanse samenleving, musical ideeën en Lester-grapjes, op het eer ste gezicht minder dwaas als „The knack" of ,Help", maar met beslist meer inhoud. Heel snel en erg leuk. MADRID, 13 juni (UPI) Drie Nederlandse mini-meisjes, leden van een acrobatenteam van het Berlijns Circus, hebben politie-bege- leiding nodig gehad om zich buiten de kantoren op de tweede verdie ping van een warenhuis te kunnen wagen, waarin zij waren gevlucht. Buiten stond een menigte van naar schatting duizend Madrilenen die de meisjes hadden nagelopen, alsof de schoonheden zich niet „mini" maar „mono" op straat hadden ge waagd. De politie wilde de drie al leen bescherming geven, nadat zij aan één voorwaarde hadden vol daan: rokken van het warenhuis aan, tot over de knieën. <«.yp- i-isMéij/H- (Van onze verslaggever) DEN BOSCH, 13 juni Het Bos sche bedrijfsapostolaat heeft in een studierapport zijn visie gegeven op de taak en werkwijze van deze tak van zielzorg. Het rapport is bedoeld als een bijdrage in de discussie die al sinds de oprichting van het bedrijfs apostolaat gaande is en waarbij de inzichten in de loop der jaren gron dig veranderd zijn. Het oorspronkelijke doel: „Herkerstening van het milieu" is allang veranderd in het „tegenwoor dig stellen van de Evangelische waar den in het bedrijf". HET ZOMERSE DELFT krijgt ook dit jaar zijn Elckerlyc-voorstellingen op de binnenplaats van het Prinsen hof, dat er een heerlijke entourage voor is gebleken, vooral als het weer meezit. Het wordt een nieuwe Elckerlyc een andere regisseur, andere spelers en zelfs een ietwat andere tekst, maar het is toch een voortzetting van een traditie, waar duizenden al plezier aan hebben be leefd. Engelmans bewerking is in 1940 ont staan. In de jaren daarvoor speelde Ad Hooykaas met zijn gezelschap 's zo mers abele spelen in de Romaanse Kloostergang van St. Marie achter het gebouw van kunsten er. wetenschappen aan de Mariaplaats in Utrecht. Voor een Elckerlyc-voorstelling, die ook daar zou worden gegeven, gaf Anton Sweers aan Engelman de opdracht de middeleeuwse tekst in modern Neder lands te bewerker. Het spel is ongewij zigd gebleven, de oorspronkelijke taal blijft zo dicht mogelijk benaderd. Toen alles voor vertoning in gereedheid was oordeelde het toenmalige gemeentebe stuur van Utrecht het met het oog op de ernst der tijden inopportuun om die zomer 1940 toneelvoorstellingen te geven. De tekst werd wel gedrukt en uitgegeven maar krijgt nu haar eerste voorstelling. Wim Bary wil proberen het spel zo te laten spelen, dat de toeschouwer het niet alleen ondergaat als boeiend mid deleeuws, maar ook als opmerkelijk modern. De Elckerlyc is natuurlijk op- geb ha.ó met middeleeuwse, en dat zijn christelijke beelden. Bary en zijn spelers willen proberen die beelden zo te spelen, dat zij een zuivere weerspie geling zijn van de menselijke ervarin gen, die zij voorstellen. DE MORALITEIT ELCKERLYC beeldt het sterven van de mens uit niet als een aftakelingsproces, maar als het zich bewust worden van de naderen de dood; het afsterven niet als een li chamelijk verval, maar als een geeste lijke ontwikkeling, het geestelijk ver werken en het aanvaarden ervan. Het vertoont verschillende stadia: het af stand nemen van vrienden en familie, van de aangename kanten van het le ven; daarna de inkeer tot zichzelf, het afwegen, van wat men goed gedaan heeft en verkeerd; tenslotte het aan vaarden dat het voorbij is zoals het ge weest is, het berusten. Ionesco's De Koning Sterft is er een opmerkelijke moderne navolging van. De middel eeuwer had een heldere, directe beeld taal voorhanden, die gemeengoed was, Ior.esco schiep een nieuwe beeldtaal, geput uit de hele geschiedenis van de mens, een veelzijdiger mensbeeld be ogend, alhoewel ook daarin speurend naar die éne doodservaring. Omdat de Elckerlyc geen sentimen ten beroert, maar helder een reële overtuiging uitbeeldt, is het zien, er van geen aangrijpende, maar wel een sterke, een bemoedigende ervaring. De dood open in de ogen kunnen kijken heeft tenslotte iets heldhaftigs. WIM BARY is voornemens het spel recht op de man af te spelen, met hand having van de uiterlijke vormen, die het in deze traditie gekregen heeft en die in het Delftse Prinsenhof ook het best passen. Dat is ook een prak tische oplossing: er hoeft voor deze voorstelling, die toch nog op het nip pertje gereed kwam, weinig nieuw ge maakt. Op het nippertje, want men heeft in Delft de mededeling van de Neder landse Comedie, dat zij na zeventien jaar een einde aan haar Elckerlyc- voorstellingen wilde maken, niet met een ernstig genomen. Toen het wel ernst bleek heeft men gedacht aan een nieuwe voorstelling, weer met Johan de Meester, nu met Ensemble, en ook aan een voorstelling van het Groot Limburgs Toneel van Cas Baas, die van Elckerlyc een hoorspeluitvoering gaven voor de beide Limburgse omroe pen. Beide plannen waren niet meer te verwezenlijken. Wel slaagde Wim Bary erin op vrij korte termijn een bezetting voor de opvoeringen van dit jaar bijeen te brengen: Tom van Beek als Elckerlyc, Bert Dijkstra als de dood, Willem Tollenaar als de stem van God, Willy Brill als de Deugd, Pleuni Touw als Kennis, verder Tat- jana Radier, Dick Scheffer, Carol van Herwijnen, Paul van Gorcum. Ter be geleiding worden gregoriaanse gezan gen uitgevoerd door een mannenkoor Dies Irae, in Media Vitae, in Para- disum o.a. en orgelimprovisaties op Bach gespeeld. De klok van de Grote Kerk blijft haar stem laten horen. De eerste van de reeks voorstellin gen is daags voor het Holland Festival, dat deze Elckerlye-opvoering niet in haar programma heeft opgenomen. CULTUURPOLITIEK bedrijven is iets anders dan vaststellen welke kunstinstellingen het komende jaar subsidie mogen ontvangen en hoeveel. Cultuurpolitiek is futurologie plegen of tewel het systematisch ontdekken van de toekomst. Daar zijn al tal van we tenschapsmensen in de westerse lan den mee bezig. Ook in Nederland val len enkele hoopvolle openingen waar te nemen, zoals de uit de samenwer king van de protestantse en katholie ke instituten voor Kerk en Wereld, De Horst en de Horstink, ontstane Werkgroep 2.000 en de Stichting Man kind 2.000 Internationaal met haar Ne derlandse sectie, die met de Werkgroep 2.000 een nauwe associatie heeft aange gaan. De wetenschapsmensen die zich met het onderkennen van de toekomst bezig houden profiteren niet maar prognosti ceren haar op grond van de gegevens die we thans in handen hebben. Zij laten zich niet in de war brengen door diegenen Onder hun collega's die het onwetenschappelijk vinden omdat naar hun mening de toekomst niet te kennen is. Zij stellen in grote lijnen hun gedachten en verwachtingen op, waaraan uiteraard wel op de middel lange termijn de hoogste waarschijn lijkheidsgraad moet toegekend woi> den. Zij menen dat zij de thans be staande technische en wetenschappelij ke hulpmiddelen moeten aanwenden om de toekomst te leren kennen, op dat de mensheid haar kan beheersen wanneer deze in menig opzicht geheel nieuwe toekomst in de actualiteit zal zijn overgegleden. Dit is intussen een heel moeilijk kar wei, waarbij de onderzoekers zich uit wetenschappelijke voorzichtigheid er toe bepalen de wereld van morgen in zeer grote lijnen te schetsen, zich wel wachtend om de uit weinig bereken' bare krachten resulterende details in te vullen. Toch kunnen mensen het moeilijk la ten te proberen dichter op de waar schijnlijke werkelijkheid te komen. Dat deed dan ook Jan Kassies, toen hij in november j.I. met een rede afscheid nam van zijn functie als secretaris van de Raad voor de Kunst. Het was niet wetenschappelijk, wat hij zei, maar het gaf wel een beeld van on derwerpen die binnen het bereik van het moderne cultuurbeleid gekomen zijn, en waarin een leefwijze die thans nog maar begint en over een jaar of vijftien waarschijnlijk een flink stuk gevorderd zal zijn, zich afspiegelt. De heer Kassies leidde die perspectieven af uit practische ervaring en waar neming van de behoeften die thans gedeeltelijk reeël bewust en ten dele ook pog latent bestaan. Het was niet alleen maar bellen bla zen wat hij deed. Het betrof ook toe komst die al begonnen is in concreet beleid. Een der grondslagen daarvan is de ook door minister Vrolijk nadruk kelijk aan de orde gestelde geografi sche én sociale spreiding van het cul tuurbeleid, spreiding in breedte en diepte, of liever een verbeterde versie van wat wij sinds jaar en dag onder cultuurspreiding verstaan. SPREIDING door middel van door het land rossende toneelgezelschappen en orkesten is maar een primitief en provisorisch voorbeeld van dit aspect van cultuurbeleid. Het is technisch niet bevredigend, het laat artistiek veel te wensen over en het werkt nauwelijks in de diepte. Een nieuwe en doelma tiger aanpak van de laatste jaren, ook door Kassies genoemd, is reeds aan de gang: de stichting van culturele centra in de provincie, die zich voor alles lenen, vergaderen, cursussen, spelen en het beleven van anderer prestaties, van het ondergaan zowel als van het zelf doen, kortom voor alles wat ligt tussen het officiële kunstle ven en de happening, tussen de school en de zelfontwikkeling. Dat is al aan de gang en het is geen wilde fanta sie van Kassies als hij honderden van dergelijke centra voorziet, niet alleen in kleine en middelgrote plaatsen maar evengoed in de wijken van de grote steden, die op hun beurt niets anders zijn dan mi 'delgrote plaatsen, waar van de bewoners niet in gezamenlijk heid kunnen leven omdat daar geen voorzieningen voor getroffen zijn. Als men dit op gang ziet komen is het logisch dat men een enorme behoefte voorziet aan de ontwikkeling van het amateurisme, waarvoor instel lingen moeten komen die honderden professionele krachten opleiden, alsook maar dan vermoedelijk los van de scholen waar we nu met het vak schoolmuziek zo'n beetje op goed geluk af aan het experimenteren zijn an dere instellingen waar de mensen hun kunstzinnige vorming kunnen beoefe nen op het gebied van de beeldende expressie, de film, de fotografie, de dramatische uitingen, de dans, de mu ziek. Tegelijk daarmee zal het aantal pro fessionele kunstinstellingen zich aan zienlijk uitbreiden, maar dient ook de scholing van de artiesten grotelijks ver ruimd en verbeterd te worden. Er dienen gelden beschikbaar te ko men voor de ontwikkeling der crea tieve krachten, stelselmatig zowel als experimenteel. Zulke gelden worden al op de begroting uitgetrokken, zij het nog/zeer onvoldoende. Kassies pleit voor een vaste financiële relatie tus sen het beleid voor de scheppende kunst en dat ten aanzien van de kunst bedrijven. Minister Vrolijk had al eer der de noodzakelijkheid van een des noods wettelijke normering onder het oog gezien. Dit zijn enkele ook nog maar globale punten van een cultuurpolitiek. Ze zweven allesbehalve in de lucht als il lusoire bellen. Ze vormen bestand delen van het beleid, dat voor het mi nisterie van CRM aan de orde is.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1967 | | pagina 5