BEVERWIJK 'HOOGOVENS m^£üim^L VELSEN f&G&mÊR Groei van schepen eist uitbreiding Aan vergroting van „vestibule heeft Amsterdam niet VEILIGE TOEGANGSPOORT VOOR REUZEN VAN DE SCHEEPVAART W^wSÊm^ Oude pieren waren een eeuw op maat iWELSEN-NOORD^t S Y' v-M^04',:n Wikrl ïfv#-. Achterland IJMUIDEN 13 juni Een eeuw geleden waren honderden polderjongens onder leiding van Engelse ingenieurs bezig het Noordzeekanaal te graven met weinig meer dan een schop en een kruiwagen. De doorgraving van de duinen bij Holland op z'n smalst en de bouw van de eerste sluis werd een karwei van ruim tien jaar. Op 1 november 1976 is het honderd jaar geleden, dat koning Willem III dit kanaal, dat Amsterdam eindelijk een goede verbinding met de zee en daar mee met de gehele wereld gaf, of ficieel opende. In diezelfde tijd werden ook de pieren bij IJmui- den gebouwd, 1400 meter ver in zee stekend. Zij waren ontworpen door de Engelse ingenieur Sir John Hawkshaw, die zich op dit terrein een reputatie had ver worven door de bouw van een nieuwe buitenhaven bij Dover. Zijn ontwerp getuigde van een vooruitziende blik. Want terwijl het Noordzeekanaal telkens op nieuw moest worden aangepast aan de steeds grotere schepen en er in IJmuiden steeds grotere schutsluizen moesten worden ge bouwd de Noordersluis van 1930 was tot voor kort de groot ste ter wereld werd het pas een jaar of tien geleden nodig iets te gaan doen aan de buiten haven. Jaren van studie Diepe vaargeul IJMUIDEN, 13 juni De (nog) grotere mond, die IJmui den met zijn verlengde pieren heeft gekregen, betekent een belangrijke stap op de weg naar meer toegankelijkheid van het Amsterdamse haven gebied voor de groter worden de schepen. Maar het is slechts een stap van de vele, die gezet werden en nog gezet moeten worden, wil uit deze investe ring het volle rendement te halen zijn. De vestibule van Amsterdam is vergroot, maar daarmee is blijkens mededelin gen van de heer W. Rehbock, voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam, het werk niet klaar. De verbreding van het Noordzeekanaal is nog in volle gang en het duurt tot 1972, voordat ook hier kan worden gezegd, dat een ingrijpend stuk werk de eindstreep heeft be reikt. Toen het kanaal een eeuw geleden werd gegraven kreeg het een diepte van onge veer vijf meter en een breedte van ongeveer 35 meter. Het vernieuwde Noordzeekanaal heeft een waterspiegel van 270 meter, een bodembreedte van 170 meter en een diepte van 15 meter. tüê1 DE TUD DINSDAG 13 JUN11967 GOORDER .Ml PD F Kt NIEUWE HAVENINGJ lestaande HAVENINGANG ,eiiand, ZUIPER SLUIZEND :^MAX; DIEPGANG, |6 m V^wTlnnilTP»** leine vuurtoren' BR. 260 m, MWGtRjfiRQANG 12 m BREEDTE 400 m IJMUIDEN ZET GROTE (Van onze verslaggever) De groei van de tankschepen voor het massagoederenvervoer dateert pas van de laatste tien jaar. Het tem po was revolutionair. In 1956 bedroeg het aandeel van massagoedschepen van meer dan 70.000 ton in het totaal van de wereldtankvloot nog maar het vijfde deel van één procent. In 1962 was dit aandeel gestegen tot drie pro cent, terwijl op dat moment liefst 27,5 procent van de in aanbouw zijnde massagoedschepen, de zogenaamde bulkcarriers, groter was dan 70.000 ton. Sedertdien is de groei verder doorgegaan. Bij de N.D.S.M. te Am sterdam werd de kiel gelegd voor tankschepen van 210.000 ton voor de Koninklijke/Shellgroep. De Gulf Oil heeft in Japan een aantal schepen van bijna 300.000 ton besteld en Det Nors- ke Veritas bureau heeft al een ont werp klaar liggen voor een tanker van 500.000 ton. Het groter worden van deze sche pen is doodgewoon een kwestie van economische noodzaak. Per ton draag vermogen liggen de bouwkosten van een massagoedschip van 75.000 ton aanzienlijk lager dan die van een 18.000-tonner. Een groter schip heeft een niet evenredig grotere voortstuwingsinstallatie nodig: de 85 duizend ton metende „Universe Leader" verbruikt maar 28 procent meer brand stof dan een massagoedschip van 30 duizend ton en een schip van 70 dui zend ton heeft hetzelfde aantal be manningsleden als een schip van 16 duizend ton. Al deze factoren tezamen hebben tot gevolg, dat de vrachtprijs omlaag gaat. Zo vervoert de Japanse tanker Idemishu Maru, een schip van 210.000 ton, dat begin 1967 in de vaart kwam, olie van de Perzische Golf naar Japan voor een vrachtprijs die 30 procent lager ligt dan de kostprijs van het vervoer met de Nishu Maru, die ruim 130 duizend ton meet. TOEN IN 1961 begonnen werd met de verlenging van de pieren in IJmui den, de zuidpier tot 2.800 meter ver in zee, de noordpier tot 2.200 meter, waren reeds jaren besteed aan diep gaande studie. Metingen van stroom en slibbeweging voor de havenmond van IJmuiden, daarna experimenten met proefmodellen in het Waterloop kundig Laboratorium De Voorst in de Noordoostpolder. Aan dit alles was overleg tussen rijk, gemeente Amster dam en het bedrijfsleven voorafgegaan over de afstand tot waar de pieren zouden moeten worden uitgebouwd, over de bouwmethode en over de vorm van de havenhoofden in verband met waterbouwkundige, nautische en economische aspecten. De modelproe- ven hadden onder meer betrekking op de rond en binnen de havenmond te verwachten zeestromingen, op de aan slibbing die daarvan het gevolg zou kunnen zijn en dus op de uiteindelijke vorm van de havendammen. De havenmond moest niet alleen wij der worden opengezet om de schepen veilig te kunnen ontvangen, maar er moest ook rekening worden gehouden met de consequentie, dat daardoor bij storm veel grotere watermassa's naar binnen worden gestuwd. Vandaar de merkwaardig gebogen vorm van de zuidpier, die als het ware de vergaar bak is, waarin het bij noordwester storm opdringende water vastloopt. De veel grotere lengte van de pieren was vooral nodig omdat grote sche pen met een vrij behoorlijke vaart moeten binnenkomen. Zouden zij dat niet doen, dan zouden zij bij het „over stappen" uit de getijstroom in het stil staande water van de havenmond vol ledig uit de koers worden gezet. De grotere snelheid vraagt een behoor lijke uitlooplengte. De nieuwe pieren zijn in feite enor me dammen, opgebouwd uit brokken natuursteen. Begonnen werd met het aanbrengen van zinkstukken van rijs hout, met een totale oppervlakte van 134.000 m2. Deze zinkstukken werden in zee neergelaten op de plaatsen, waar de randen van de dammen zou den komen, zodat onderspoeling van de dammen uitgesloten was. De vol gende fase was het leggen van de ba sis van de dammen, waarvoor 630.000 ton grind werd gebruikt. Op dit grind werd 1.500.000 ton natuursteen, per trein uit Belgische groeven aange voerd, gestort. Dit storten gebeurde met schepen van 700 ton, zogenaam de orderlossers, waarvan de bodem kon worden uitgeklapt als het schip op de gewenste plaats was gemanoeu vreerd. Het storten van het grind en de na tuursteen is een knap stuk precisie werk geworden. Met behulp van drie aan de wal opgestelde radiozenders was het mogelijk het schip naar de gewenste plaats te dirigeren tot op minder dan een meter nauwkeurig. Intussen waren bij de werf Gusto te Schiedam de kraaneilanden Lepelaar en Kraanvogel gereed gekomen, gro te pontons, die zich op sterke poten ver boven de waterspiegel konden ver heffen. Met deze kranen werd het dijklichaam onder water gefatsoeneerd waarna de dammen werden afgedekt met een 2,25 meter dikke laag asfalt- MOND beton. Dit asfaltbeton werd met spe ciale 20 tons dumpers over het pier- gedeelte aangevoerd en daarna stort ten de gigantische kranen op de aan weerskanten van de pier opgestelde pontons het beton op de juiste plaats. Op het asfaltbeton werd een wegdek gelegd van betonnen elementen van 7 meter breed. Ter bescherming werd tenslotte op de teen van de dam een laag stortsteen aangebracht, afgedekt met betonblokken van 16 17 ton om de golfslag te breken. HET BOUWEN VAN de langere pierarmen alleen was niet voldoende. Zowel binnen als buiten deze veilige omarming van de haviningang moest een vaargeul op diepte worden ge bracht. Dat bracht ook mee het op ruimen van een aantal in de weg lig gende wrakken van schepen en vlieg tuigen uit de tweede wereldoorlog. De gewijzigde stand van de invaaropening tussen de uiteinden van de beide pie ren had tot gevolg dat de lichtenlijn van de kleine en grote vuurtoren niet niet meer paste. Deze lichtenlijn geeft de koers aan om midden tussen de beide pieren door naar binnen te va ren. Door de kleine vuurtoren op het Seinpostduin 40 meter in zuidelijke richting te verrollen, maakte men de lichtenlijn weer passend voor de nieuwe situatie. Met de keuze voor de huidige vorm en lengte van de pieren hebben de waterbouwkundigen eveneens de na tuur naar hun hand gezet. Voor de ingang van de havenmond van IJmui den lag namelijk een bikkelharde zandplaat, die dan ook niet ten on rechte de naam ,,'t Harde" heeft. Met de huidige vorm van de pieren hebben de ingenieurs de getijstroom zodanig omgebogen, dat het met eb en vloed heen en weer schurende wa ter deze harde zandbank, waarop zand zuigers en baggermolens geen vat kregen, volkomen heeft weggeslepen, juist op dat gedeelte waar dit voor diep stekende schepen beslist noodza kelijk was. (Van onze verslaggever) De vestiging van Mobil Oil zal ook aan het scheepvaartverkeer nieuwe impulsen geven. Ondanks de pijpleiding naar het Botlekgebied zullen aan- en afvoer via IJmuiden belangrijk to.enemen. De huidige Noordersluis te IJmuiden, 400 me ter lang, 50 meter breed, 15 meter diep en tot voor kort de grootste ter wereld, zal het niet allemaal aankunnen. Een tweede grote (re) schutsluis is zeker nodig, wil men voorkomen, dat de schepen in de vestibule blijven steken. Bij Hoog ovens wordt al, buiten het sluizen- complex, een kade gemaakt, waar schepen tot 100.000 ton kunnen me ren. Een groot zorgenkind vormt de verbetering van het Amsterdam- Rijnkanaal, dat geschikt gemaakt moet worden voor de duwvaart. Men is hiermee vanaf 1962 bezig, maar om de toezegging te hono reren, dat Amsterdam zijn verbe terde verbinding met de Rijn in ieder geval niet later zal krijgen dan Antwerpen, moet het tempo van de uitvoering heel wat worden opgevoerd. Voor de toekomst opent zich het perspectief van een Amsterdams haven- en industriegebied in de r'ihting van het Oostvaarders- diep, het ruime water dat tussen de Markerwaard en Zuidelijk Fle voland wordt uitgespaard. Een an dere belangrijke verbinding, maar dan specifiek voor de binnenvaart, is het kanaal om de west, dat onder Halfweg het Noordzeekanaal en de Ringvaart van de Haarlem mermeer moet verbinden. Deze verbinding zal geschikt worden ge maakt voor schepen tot 2.000 ton. Ook op het gebied van de spoor wegen zij voorzieningen nodig. Se dert 1957 duikt de trein bij Velsen onder het kanaal door. De Hem- tunnel zou moeten volgen na de Coentunnel en IJtunnel, maar in deze richting gedane toezeggingen zijn inmiddels door wat vagere ver vangen. Na'het verdwijnen van de Velserbrug in 1957 ligt de Hembrug nog altijd als een hinderlijk opsta- kel in de vaarroute. reeds in uitvoering, toch wel^' ilet> praktijk geen groot optimism v$(i behoeft maar naar de zuiclliSte ziefl de Velsertunnel te gaan om pjp^ hoe daar, tien jaar na de 0roV>' nog altijd gewerkt wordt niestaaP^ sorische aansluitingen op be 9®"' wegen en het ontbreken van z ^eé' sluitstuk met de nieuwe be Een urgent vraagstuk jjoè® expansieve autoverkeer, ,erbirL eisen zal stellen aan de oeve„al. la dingen van het Noordzeekan ^pp^ aantal auto's, dat op een j pa5. werkdag het Noordzeekan gr0® seert, vertoont een jaarl'JCT..0ei, G van ruim 15 procent, eenr"el1tahrlrr) na de opening van de Co etl zelfs 20 procent heeft be oet 4 een periode van vijf jaar ,erdü^b gerekend worden op een v ling Op het ogenblik passer®" ne' aut° 5 jat MAAR HET HAVENGEBIED zal ook snelle railverbindingen moeten hebben met het achterland. Het hui dige rangeeremplacement Water- gradfsmeer is te klein om aan de vervoersbehoeften te voldoen en de doorgang door het Centraal Station met zijn intensief reizigersver keer is te nauw. In elk geval zal er in het Noordzeekanaalgebied een ongeveer vier kilometer lang nieuw emplacement moeten komen Een modern vervoerstelsel kan niet zonder een uitgebreid wegen stelsel. Het wegenstelsel in het sa menhangende woon- en werkgebied rond het Noordzeekanaal is een van de belangrijkste problemen. Ook al zijn verschillende projecten in delen werkdag ongeveer 90.000 a d' kanaal. Wil men voork01 s^agh' door onvoldoende capacitei^gp ties gaan optreden, dan pio binnen vijf jaar twee nel, e ten komen. Behalve de IJ jn de volgend jaar klaar kom el d periode nog een tweede pPel 1 p kant en klaar. De Velsei .tejt dert al de maximum-caP ajs die zou reeds zijn bere' geb stelsel van aan- en afvo reed was. Men denkt m je een tweede tunnel vlak n 0ge j staande. Volgens een P' eP fl(,„ het verkeer over het k. jit IJ in het jaar 2.000 onee% 0& 0ir auto's per dag bedrage'p z verkeer te kunnen ver je tli den negen autotunnels v jjg gebruikelijke capaciteit

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1967 | | pagina 8