Pakistani op audiëntie bij kardinaal
Jn katechismus Islamiet
Voorgesteld als marionet'
Verbetering nieuwe uitgaven bepleit
i
AR: vertrouwen in
werkgelegenheid
Wijn als anti-vries
3*
Post
Den Haag
AANTJES OP PARTIJCONVENT
In diskrediet
Sportieve aktieve
mensen hebben graag King bij de hand,
want King pepermunt geeft
in 'n wip nieuwe frisse energie
Nederlandse oorlogs
slachtoffers op Java
Or
Leidse gedachte
Uitgewezen Israëli
in ons land
Kleine appelen- en
perenoogst verwacht
»E Tijd
MAANDAG 19 JUN11967
laar
woonachtig in Den Haag
Sea*S *n Nederland heer-
,hde misverstanden over de is-
weg te vraagt
Ge brief om een audiëntie naar
de -iding van het uitkomen van
l hieuwe kathechismus. Deze is
vanmorgen toegestaan.
UTRECHT, zaterdag.
ZIJLSTRA ZIT op de eerste
rij. Hij rookt vandaag sigaret
ten. Maar hij inhaleert niet.
Hij kijkt wel uit. Directeur
van de Nederlandse Bank en
175.000 per jaar. Hij neemt
geen risico's. De leden van de
Arjos hebben het makkelijk.
Die kunnen rustig inhaleren.
Wat verdienen die jongens
helemaal? Maar tot hem, Zijl
stra heeft zijn vrouw vanmor
gen nog gezegd: „Als je roken
wilt, Jelle, mij best, maar alles
onmiddellijk weer u'tblazen".
Smallenbroek
Moderamen
anjestam
In zonde
Jezuïtisch
Ambassadepersoneel
DOOR NACHTVORST
(Van onze verslaggever)
DEN HAAG, 19 juni „In
*am van Allah, de barmhartige,
l. genadige", zo luidt in Ara-
Sche lettertekens het brief
ed van een missive die
.langs is aangekomen bij
is i Alfrink. De brief zelf
di v? Nederlands en laat aan
uidelijkheid minder te wensen
jVer. De afzender, de heer G. A.
Pakistani, reeds twintig
vu in i/cii iiaag
«r e ï*eer Bashir Is van oordeel dat
deugt over wat er in staat
leer van de islam. En hij wil
erkstelligen dat in de komende uit
lij 8n een beter beeld van deze gods-
ost wordt gegeven.
°6mgen van de heer Bashir een ge-
f* te hebben met de redacteur van
'-'in Pater A- van Hemert,
bo,..rnislukt. Er zijn er wel meer die
Si6 ren hebben tegen de nieuwe ver-
zo heeft deze onder meer geant-
Hij zegt: „Wij islamieten wor
st-^. 'n de nieuwe katechismus afge-
gf>n erd als marionetten. Als gelovi-
rr,e die gepredestineerd zijn, die niets
he).er kunnen bijdragen of afdoen aan
V0 ^°t waarvoor Allah ons heeft
£r gestemd. Dit is volkomen onjuist,
g *s zeer onwetenschappelijk te werk
ve5?.an- Men heeft zich kennelijk niet
'n de enige echte bron, de koran,
hen dat Seput is uit foutieve bron-
Ik k klakkeloos zijn nageschreven,
ben er zeer teleurgesteld over om
dat
de nieuwe katechismus door hon-
derrtrf meuwe katechismus
dduizenden gelezen wordt.
DE HEER BASHIR 46 jaar oud, is
directuer van het Instituut voor isla
mitische studies in Europa en leraar
Arabische taal. In voorlichting over de
islam vindt hij zijn belangrijkste taak
„Dat is natuurlijk ook een vorm van
zending. Maar aan direct bekerings
werk doe ik niet. Ik probeer niet meer
dan misverstanden over de islam weg
te nemen. Voor de rest moeten be
langstellenden dan zelf beslissen", zegt
hij. Door lezingen, discussies en pu-
blikaties probeert de heer Bashir de
islam hier te verduidelijken. Dat er
altijd veel blijft te doen, blijkt hem
steeds opnieuw na lezing van Neder
landse publikaties waarin deze leer ter
sprake komt. Dat kunnen publicaties
zijn van de meest verscheiden aard.
Behalve met de eindredacteur van de
nieuwe katechismus heeft hij in deze
dagen ook een appeltje te schillen met
de redactie van Taptoe, een jeugd
blad. Die heeft geschreven over „de
heilige oorlog" volgens de heer Bashir
een van de meest hardnekkige mis
verstanden over de islam. „Er wordt
daar weer eens in gezegd dat de is
lam hoe dan ook verbreid moet wor
den, kan het niet goedschiks, dan maar
te vuur en te zwaard. En dat is na
tuurlijk helemaal niet waar. Oorlogen
liggen altijd op het politieke vlak
Andere misverstanden waar de heer
Bashir in Nederland steeds weer op
stuit: de gedachte dat bij de islamie
ten de vrouw als minderwaardig wordt
beschouwd en de volledige vrijheid die
de islamiet zou hebben meer dan één
vrouw te hebben. De heer Bashir zegt
ervan: „Het is natuurlijk onzin dat de
man onrein zou worden door aanraking
van de vrouw en toch wordt vaak ge
dacht dat islamieten dit geloven. Man
en vrouw zijn gelijkwaardig voor God,
beiden door hem geschapen met het
zelfde doel. Ook is het bepaald niet
zo gemakkelijk voor een islamiet van
zijn vrouw te scheiden als hier veelal
wordt aangenomen. Het is echt niet
voldoende drie keer achtereen te zeg
gen: ik wil van je scheiden. Al komt
de rechter er niet aan te pas, er
is toch een hele procedure voor nodig,
compleet met getuigen en er gaan drie
maanden over heen. Eerst wordt al
tijd geprobeerd een verzoening tot
stand te brengen. De islam staat de
echtscheiding dan wel toe, maar de
profeet zegt: „Het is het ergste wat
geoorloofd is".
In de grote westerse steden, waar de
echtrcheiding veel moeilijker is, komt
zij toch meer voor dan in de islamie-
tische landen". Over de veelwijverij
zegt hij: „Al mag een islamiet dan
meer dan één vrouw hebben, het mag
in ieder geval niet van zijn welstand
afhangen. Er zijn rijke islamieten met
één vrouw en arme met twëe vrouwen.
Het gaat erom of de omstandigheden
er naar zijn. Bijvoorbeeld wanneer de
eerste vrouw ziekelijk is, geen gemeen
schap wil hebben of onvruchtbaar is.
De man is wel verplicht zijn vrouwen
gelijk te behandelen".
TERUG NAAR DE NIEUWE kate
chismus die volgens de heer Bashir
opnieuw voedsel zal geven aan mis
verstanden. Hij spreekt over de eigen
inbreng van de gelovigen, die de
nieuwe katechismus voor de islamieten
ontkent. De heer Bashir zegt: „Wij
moeten natuurlijk wel vertrouwen heb
ben in God, maar dat sluit niet uit dat
we eerst zelf alle maatregelen en
voorzorgen moeten nemen. Wij zeggen:
wanneer je gaat bidden moet je niet
zomaar je kameel in de steek laten
in de hoop dat je die daarna weer
op dezelfde plaats terugvindt. Je moet
je kameel eerst vastbinden en dan op
God vertrouwen". De heer Bashir is
van oordeel dat juist de christen veel
ADVERTENTIE
afhankelijker is van gegevenheden bui
ten zichzelf om.
„De christenen hebben de leer van
de erfzonde en geloven dat zij verlost
zijn door de komst van Christus op
aarde. Welke invloed hebben zij daar
op gehad?" Een ander bezwaar tegen
de nieuwe katechismus is dat Allah er
de ongenaakbare wordt genoemd met
wie alleen „een liefde van loutere ge
hoorzaamheid, niet van gemeenschap"
mogelijk zou zijn, omdat hij onbereik
baar ver weg zou zijn. De heer Bas
hir citeert de Koran om deze visie
te ontzenuwen: „God is dichterbij dan
uw halsslagader". Hij zegt: „We kun
nen wel degelijk opgaan in God, we
bidden er juist voor om dat te be
reiken". Hij besluit: „Onze leer is
enigszins in diskrediet gebracht. Hope
lijk kan het alsnog gecorrigeerd wor
den".
DJAKARTA, 17 juni De stoffelijke
resten van 920 Nederlandse oorlogs
slachtoffers zijn van Palembang op Su
matra naar Djakarta overgebracht. De
resten van ongeveer honderd vrouwen
en kinderen zullen in Semarang be
graven worden en die van de andere
slachtoffers in Bandoeng.
(Van onze parlementaire redacteur)
UTRECHT, 19 juni Op het AR
partijconvent in Utrecht heeft de heer
Aantjes als waarnemend fractievoor
zitter het gekritiseerde beleid van de
AR-fractie in het werkgelegenheids-
debat verdedigd. De heei Boersma
wilde dat de regering een nieuw pro
gram voor verder gaande werkloos
heidsbestrijding reeds nu zou voor
bereiden, zodat dit indien nood
zakelijk onmiddellijk zou kunnen
worden ingezet. Hij heeft niet, zoals
de heren "nemers (PvdA) en Nypels
(D'66) een onmiddellijke en drasti
sche verhoging van de uitgaven voor
Aantjes. Nadat de regering haar
POLITIEK IN EEN ZONDIGE WERELD
(Van onze minder-parlementaire
redacteur)
De sigaren en sigaretten moeten
even weg. Roosjen zet het openings
lied in. Psalm 890. Met vrome in
stemming zingt Zijlstra de laatste
regel van het eerste vers: „Een al
tijd veilig huis, vast als de hemel
zelve". Even rijst de gevel van de
Bank voor zijn geestesoog op.
Zodra de lofzang verklonken is
knijpt Roosjen de ogen dicht in
strenge concentratie. Hij gaat voor
in gebed. Gewijde woorden wellen
uit zijn mond. Woorden, moeizaam
uit de concentratie geboren, maar
zich willig voegend in het gelid van
vertrouwde formuleringen. De
Partijgenoten volgen de teksten
met vrome aandacht, het hoofd ge
bogen, de handen in de schoot ge-
Vouwen.
Hoeveel gemakkelijker gaat dat
bij de KVP. Daar verzoekt Aalber-
se in doelmatige termen om bij-
stand van de heilige Geest. Die
komt dan vanzelf. Zonder dat de
afgevaardigden uit de kringen hun
sigaar ook maar even uit handen
koeven te geven.
Roosjens gewijde woordenschat is
°P. Maar de gedragenheid blijft tot
en met de laatste lettergreep van
bet laatste woord: Amèn. Hij ont
spant zich en opent de ogen naar
zaal. De partijgenoten verschik
ken zich op hun stoel, trekken de
laspanden recht en pogen hun pro
fane zit te hervinden.
Roosjen is in de schaduw van de
Oranjestam terecht gekomen via een
herinnering aan „hèt gebeuren in
ons land op de 27ste van april
maand". Niet duidelijk is of hij dit
gebeuren hèt gebeuren acht van
het hele jaar of van slechts die
27ste van aprilmaand. Wel duidelijk
is, dat hij de geboorte van
irins Willem-Alexander bedoelt.
Hij spreekt van „de oprechte ver
kleefdheid van ons volk aan het huis
van Oranje". Een onfris beeld, on
danks de toevoeging van het
reinigingsmiddel „oprecht". Het
blijken meer dan honderd jaar oude
woorden te zijn van Donker Cur-
tius, die deze verkleefdheid een
„eigenaardigheid van het Neder
landse volkskarakter" noemde. Het
woord „eigenaardigheid" wordt nog
steeds gebruikt. Zelfs in deze
context.
wat deert het ons? Wij hebben
warme wijn en pons", zingt hij Tol
lens na. Helaas, ofschoon pons
slechts punch betekent, stemt Roos
jen niet met deze woorden in. Hij
laakt de niet op het evangelie ge-
ente zelfvoldaanheid die eruit
spreekt. Een ware antirevo
lutionair, zo blijkt uit zijn woorden,
placht zelfs vóór het christen-radi
cale tijdperk niet „gelijk eens Is-
sascher als een bonkige ezel tussen
de stallingen neer te liggen, ziende
dat de ruc* goed is."
Toch houa* Donner nu al geruime
tijd de ogen gesloten. Hij hoeft niet
te luisteren. Hi] weet alles al. Soms
lacht hij op de goede momenten.
Niemand weet of hij dan toevallig
iets vrolijks droomt of dat hij
Roosjen grappig vindt.
als TWEEDE VOORZITTER van
bet Centraal Comité is Roosjen ge
roepen het Convent van de ARP
te leiden. Hij vervangt Berghuis, die
z|ek is. Maar hij volgt hem geens-
zms na. Roosjen is zeer zichzelf. In
zi3n openingstoespraak verwijlt
b'j eerst vijf minuten rond de oran-
3eboom. Alweer rijst hem daarbij
®en bede uit het hart: „Spaar Gij
de
oude Oranjestam/Gij, Vader in
*jen Hoge/Geef dat wij in zijn scha-
steeds/Uw liefde loven mogen".
De vroomheid waarmee Roosjen
veze tekst produceert, mag niet
oorbij doen zien aan de onmogelijk-
eld om met z'n allen in de scha-
Uw van een stam te vertoeven.
Jaar de mens gesproken, zoals men
jAR-kring gaarne zegt, is daar-
®Ueen voor een schrale man als
n°osjen plaats.
HET MODERAMEN neemt Roos
jens woorden aandachtig tot zich.
Het zit hoefijzervorming op een ver
hoog. Aantjes in een glanzend grijs
pak met blauw overhemd en stip
peltjesdas. Een gevaarlijke deelheb
bing aan de ijdelheden dezer we
reld. V jrdam verbergt zich achter
zijn bril. Hij zelf ziet alles, maar
niemand ziet hem goed. De bril-
leglazen zijn sterk en donkergetint.
Zulke glazen treft men in verkleind
formaat in sommige voordeuren
aan. Daardoorheen heeft de alleen
thuis zijnde jonge vrouw een bril
jant zicht op de ongure wisselloper
op de stoep, die denkt voor een blin
de deur te staan. Verdams mond
verraadt hoe zijn ogen meestal
staan: attent met een vleugje spot.
De oude heer Donner, erelid van de
ARP en oud-president van de Hoge
Raad, staart dromerig voor zich uit.
Een Beiers hoofd, vierkant en wel
gedaan. tot in de hoeken vervuld
van vertrouwer.wekkendheid.
Moderamen betekent ongeveer het
zelfde als dagelijks bestuur. Cen
traal Comité betekent partijbestuur.
Convent betekent vergadering. Een
antirevolutionair is ongeveer het
zelfde als voorzichtigheidshalve op
het evangelie geënte zelfverzekerd
heid. Men dient deze zaken te weten
om met vrucht een AR-bijeenkomst
te kunnen volgen.
Als Roosjen een kwartier gespro
ken heeft verschijnen de eerste
zweetdruppels op zijn voor
hoofd. Roosjen raakt bedauwd.
Straks gaat in het licht van de tele
visielampen zijn hele gezicht glan
zen van vochtigheid. Hij krijgt
daarmee het aandoenlijke uiterlijk
van een man die vergeten heeft
zich na het scheren af te drogen.
Soms gaat zijn tekst in rijm over.
Dan citeert hij Gezangen of oude
dichters. De stem wordt tremulerend.
De tranenvloed schijnt nabij. Neder
land heeft nog twee andere spre
kers die, hoewel in een lagere toon
aard, zoveel droefheid in hun stem
doen dat zij ieder ogenblik in snik
ken dreigen uit te barsten: Alfrink
en Mansholt.
Maar Roosjens tekst is aanzienlijk
frivoler dan die van Alfrink ooit
geweest mag zijn: „Wel wijfjelief,
WANNEER DE VERGADERING
al zo lang open is dat ook andere
ogen dan die van Donner geloken
zijn, verklaart Roosjen de verga-
Leidenaar laat er geen twijfel aan
dat een Nederlandse gedachte nog
geen Leidse gedachte is.
Van Tellingen van de Arjos ver
dedigt de vrijheid van de jongeren
Dm zich buiten de partijkanalen te
uiten. Hij beheerst het taaleigen
van de ouderen in onrustbarende
mate. Hij gaat verder dan nodig
is. Hij spreekt van een „publieke
lijke verklaring", menend dat een
onjuist gebruik van antieke bij
woorden de verstaanbaarheid in
AR-kring bevordert.
Roosjen antwoord met vaderlijke
slimheid. Stem en handen beven
beide. Maar de geest wankelt niet.
De Heer is zijn Burcht.
Gelukkig verheft ook Smallen-
broeks brede tors zich even boven
het spreekgestoelte. Zijn spreken
wekt gemengde herinneringen. Al
les is als van ouds. De afgebeten
woorden, de besliste klemtonen, de
bril op en af, het rukkend optrek
ken van de schouders. Hij is voor
zitter van het denkcentrum van de
partij, de Kuyperstichting. Zelf
hoeft hij niet te denken. Hij ziet
erop toe dat Prins, de directeur,
het doet overeenkomstig de mate
van diens salaris.
zien". Zeker, hij voegt eraan toe,
dat ook volgens Exodus de werkelij
ke verlossing van Israël in den
Here is, maar daarmee wordt de
vergissing niet goed gemaakt.
Het Convent spitst de oren als
Aantjes de praatzucht van de ont
slagen Van Hall en Van der Mo
len laakt. Nee, dan oudminister
Smallenbroek, die er in het rap
port van de commissie-Enschedé
goed uit komt en die sedert zijn
aftreden wijs gezwegen heeft.
Smallenbroek luistert met instem
ming. Donner opent tijdelijk de
ogen.
Roosjen, vaderlijk slim
dering voor geopend. En het convent
zingt alweer een Loflied om welke
reden dan ook.
Nauwelijks is het „Vaderlijk wil
Hij ons schragen, kennend onze
zwakke kracht" verklonken of
Smallenbroek komt binnen. Hij be
weegt zich met het gemak van ie
mand wie vele lasten van de schou
ders zijn gevallen, gaat handen ge
vend rond, praat met Zijlstra zoals
een schoolrector met een begaafde
oud-leerling.
Roosjen herdenkt A. Bakker, in
leven burgemeester van Veenendaal.
Naast Roosjen staat minister J. A.
Bakkeroud-burgemeester van
Hoogeveen. A. Bakker is 69 jaar
geworden. J. A. Bakker rekent uit
hoeveel jaren hij in dat geval nog
tegoed heeft. Negenenzestig min zes
en veertig is drieëntwintig. Het valt
mee.
EEN LEIDENAAR wil tijdens de
discussie meer duidelijkheid. Waar
om doet het Centraal Comité geen
uitspraak als Berghuis dit zegt en
Biesheuvel dót? in Nederlandse Ge
dachten mag nog zo prijzend ge
schreven zijn over de partijdyna-
miek die hieruit spreekt. Maar de
AANTJES VERVANGT BIES
HEUVEL om de politiek van de
fractie uiteen te zetten. Het welge
schapen hoofd met de Spaanse
ogen glanst in de lichtbundels van
de televisielampen. Restanten van
verlegenheid verheft hij tot vrij
moedigheden door kleine vergissin
gen vooraan in de etalage te leg
gen.
Schrander loopt hij aan de spijt
stemmers voorbij door te betogen
dat Den Uyl serieus moest worden
genomen toen hij zichzelf van de
kabinetsformatie uitsloot en dat
zelfs Arjos-oubaas De Boer aan De
Jongs ploeg vertrouwen schenkt.
Hij gaat kundig in op de kente
ring bij de katholieken. Men heeft
daar eindelijk de bijbel ontdekt. De
protestanten wisten het al eerder:
sola fide, sola gratia, sola scrip-
tura; alleen door het geloof, al
leen door de genade, alleen door
de Schrift. De scriptura ligt sinds
kort ook in Roomse huizen op ta
fel. Nu de fides en de gratia nog.
Met zoveel Latijn in de mond
krijgt de zwart behaarde, licht ka
lende Aantjes een sterker Igna-
tiaans aanschijn dan waarop enige
Linie-jezuiet ooit heeft kunnen bo
gen.
Aantjes spreekt van de „kinde
ren der reformatie". Hij spreekt
nog net niet van „de kinderen des
lichts". Maar als hij het over de
kenterende katholieken heeft had
hij wel graag van Verdam de in
ander verband gebezigde term
„kinderen des onbehagens" ge-
geleend. Het sola scriptura ver
leidt Aantjes ertoe het boek Exo
dus op te slaan terwijl hij een ei
gentijds geschiedkundig geschrift
had moeten raadplegen. Hij leest:
„Vreest niet, houdt stand, dan zult
gij de verlossing des Heren zien,
die Hij u heden bereiden zal; want
de Egyptenaren, die gij heden ge
zien hebt, zult gij nimmer meer
VAN GALEN uit Dordrecht
spreekt tijdens de discussie een
verlossend woord. Hij gelooft niet
in de duidelijkheid in de politiek,
want politiek moet in een wereld
van zonde bedreven worden. Het
is een geruststellende gedachte,
die perspectieven opent, ook al
moet het op deze zonnige middag
binnen de muren van Esplanade bij
bekoringen blijven.
Bij demonische beschikking
treedt thans mevrouw Lodders op.
Een bloeiende, zeer jonge vrouw
in een geenszins te ruime bolle
tjesjurk. „Ik wens u geluk met uw
benoeming tot lid van de organisa
tiecommissie", zegt Roosjen, be
hoefte voelend aan verbaal con
tact. Laat hij liever de organisatie
commissie gelukwensen.
Mevrouw Lodders beheerst de
politieke spreektrant uitmuntend.
„Ik heb iets gemist in uw rede",
zegt zij tot Aantjes. Aantjes mag
niet antwoorden: „Aan u mis ik
niets". Maar denken mag hij het
wel, want de politiek wordt vol
gens Van Galen in zonde bedreven.
Tot beantwoording van de op-
merkers en tegensprekers betreedt
Aantjes nog eenmaal het spreek
gestoelte. Als hij uitlegt waarom
Boersma zich bij het werkgelegen-
heidsdebat niet bij de motie van
D'66 heeft kunnen aansluiten, blijkt
dat er aan hem een goede leraar
verloren is gegaan, speciaal ge
schikt voor de subtiele uitleg van
wiskundige paradoxen. Boersma zit
vooraan in de zaal. Alleen de Heer
hoort hem brommen.
Het is tijd voor het laatste lied.
Roosjen noodt het aan te heffen.
Het wordt psalm 138. Daarin de
woorden: „Ik zal u in het midden
van de goön op hogen toon met
psalmen prijzen". Goön is wellicht
het meervoud van goden. Het zou
ook het meervoud van goten kun
nen zijn. Onder omstandigheden
wordt inderdaad door sommige lie
den in het midden van de goten op
hoge toon gezongen. Hoewel het
doorgaans geen psalmen zijn die
dan ten hemel stijgen.
Veerman, de andere ondervoor
zitter van het Centraal Comité,
zet het Convent met gebed over
naar de dagelijkse werkelijkheid.
Weer die vrome aandacht, de ge
vouwen handen, de gefronste voor
hoofden. Donner, de rechter in
ruste, sluit opnieuw de ogen. Maar
nu heeft hij een rechtvaardigings
grond. Hij worde ontslagen van
rechtsvervolging.
dit doel gevraagd, aldus de heer
plannen had geconcretiseerd kon de
AR zich met vertrouwen achter het
beleid blijven stellen.
De AR meent dat bij het komende
debat over de ontwikkelingshulp „iets
wezenlijks" van het regeringsbeleid zal
moeten blijken, ook al kunnen er vóór
de begroting-1968 geen cijfers voor dat
jaar op tafel kunnen komen. Funda
menteel noemde de heer Aantjes „dat
wij uit de sfeer komen van de een pro
cent of twee procent of hoeveel procent
dan ook". „Het gaat niet slechts om de
Nederlandse financiële bijdrage maar
om een wezenlijk al-omvattend ontwik
kelingsbeleid." Het beschikbaarstellen
van Nederlandse genietroepen voor In
dia geeft volgens de heer Aantjes „goe
de hoop voor de instelling, waarmee de
regering het vraagstuk van de ontwik
kelingshulp wil benaderen". Mr. Aan
tjes omschreef het AR-standpunt over
een eventuele extra-belasting voor ont
wikkelingshulp aldus: „Als in het ont
wikkelingsbeleid een extra-verhoging
van de Nederlandse bijdrage noodzake
lijk zou zijn en als dit niet in de budget
taire ruimte zou passen, dan dienen ex
tra-lasten voor dit doel te worden aan
vaard."
De voorzitter van het convent, mr.
Roosjen, zei dat de A.R. steeds open
heeft gestaan voor samenwerking met
andere christelijke partijen, in het bij
zonder de CHU. „Maar er zijn dingen,
ook in de politiek, die hun tijd moeten
hebben. De discussie over partijver
nieuwing heeft nóg weinig merkbaar
resultaat afgeworpen. Mr. Roosjen
meent dat het komende gesprek tus
sen KVP, AR en CHU moet worden af
gewacht. Eerder had een van de „chris-
telijk-radicalen", drs. Kuiper, gezegd
dat de christelijke partijen binnen drie
jaar met nieuwe ideeën voor de kiezer
moeten treden. De discussies dreigen
langs elkaar heen te gaan, concrete
voorstellen zijn nog niet gehoord.
De AR-partijvoorzitter, mr. Berghuis,
en de fractievoorzitter in de Tweede
Kamer, mr. Biesheuvel waren wegens
ziekte niet aanwezig Wellicht kwam
het convent om die reden niet meer
terug op de in sommige AR-kringen be
streden keuze voor samenwerking met
de VVD en tegen de PvdA tijdens de
kabinetsformatie van dit voorjaar.
SCHIPHOL, 19 juni Met een lijn-
toestel van de KLM is zondagmiddag
het voltallige personeel van de Israë
lische ambassade in Moskou op Schip
hol aangekomen. De Sovjet Vnie ver
brak acht dagen geleden de diploma
tieke betrekkingen met Israël, zodat
de ambassade moest worden gesloten.
Op Schiphol werd hij begroet door de
trokken ambassadeur, de heer Katriël
Katz: „Ik stel er prijs op uit naam van
alle leden van mijn ambassade, maar
ook zor-der twijfel ook namens onze re
gering uitdrukking te geven aan de
dankbaarheid die wij gevoelen voor de
Nederlandse ambassade in Moskou, die
de Israëlische belangen voor ons gaat
behartigen, nu we dat zelf niet meer
kunnen doen. In de afgelopen acht da
gen hebben wij reeds daadwerkelijk
ondervonden hoe efficiënt die hulp is
en met hoeveel warmte en sympathie
ze ons wordt verleend."
De uit Moskou geëvacueerde staf be
staat uit tien families van tezamen
tweeëndertig personen (inclusief vrou
wen en kinderen). „We hebben inder
daad ruimschoots gelegenheid gehad
om onze bezittingen te pakken en ons
vertrek voor te bereiden," aldus am
bassadeur Katz, „maar er was ook
geen dringende reden om ons een snel
ler vertrek op te dringen. Dat zou in
omstandigheden als deze ook hoogst on
gebruikelijk zijn."
Op Schiphol werd hy begroet door da
Israëlische ambassadeur in Nederland,
dr. Daniel Lewin. Het hele gezelschap
werd in auto's, voorafgegaan door mo
toragenten van de rijkspolitie, naar
Amsterdam gebracht voor een kort
verblijf in ons land.
KAPELLE 19 juni Blijkens een
door het centraal bureau van de tuin
bouwveilingen ingesteld onderzoek zal
de komende Nederlandse appeloogst
vooral als gevolg van nachtvorst-
schade, niet groter worden dan ze
ventig tot vijfenzeventig procent van
een normale oogst, terwijl voor peren
landelijkgezien niet meer dan een
halve oogst wordt verwacht. Dit deel
de de voorzitter van de veiling in Ka-
pelle-Biezelinge, de heer P. J. J. Dek
ker mee tijdens de zaterdag gehou
den jaarvergadering van deze veiling
organisatie.
HET LEEK DONDERDAGAVOND
of bij het nieuwe Circusgebouw in Sche-
veningen op ouderwetse wijze de trom
was geroerd voor het aloude paarde-
spul want het publiek was van heinde
en ver toegestroomd. Een groot deel
e-*ord alleen maar uit nieuwsgieri
gen die buiten moesten blijven staan.
Zij waren niet gelokt door gedempt ge
brul van leeuwen, een fratsen maken
de clown of de geur van paardezweet
en zaagsel. Men was nu afgekomen
op de positie kiezende reportagewagens
van de televisie, de naast de ingang
onbekommerd spelende politieharmo
nie in 's Gravenhage kan het ge
zag zich veroorloven zonder risico een
avondje vrijaf te nemen en vooral
door de mooie, althans mooi aangekle
de dames met hun heren die waren
vrijgelaten te kiezen tussen hun zon
dagse pak en een smoking.
Dit was de opening van het Holland
Festival en Den Haag had de eer gast
heer te mogen zijn. Nu Rotterdam zich
met de nieuwe Doelen ook in cultureel
opzicht bij de twee andere randsteden
heeft aangesloten is dat een voorrecht
dat slechts eens in de drie jaar wordt
genoten. Tenzij er ter wille van de cul
tuurspreiding in de toekomst nog ver
der het land wordt ingetrokken, goede
schouwburgen zijn er genoeg voor.
De belangstelling, in welke provin
cieplaats ook, zal niet anders kunnen
zijn dan in Scheveningen. Daar wordt
met stralende ogen gekeken hoe mi
nister Luns met ongeëvenaarde zwier
naar binnen stapt, daar wordt gedeli
bereerd of de dame naast die minister
nu zijn vrouw of zijn dochter is, daar
probeert men zich te herinneren waar
van men Guus Oster kent. Een meer
dan levensgrote Toon Hermans kijkt
vanaf een affiche neer op wat in het
zwart, in het zeer lang en in het zeer
kort binnenkomt. Waarom is zijn con
ference over het gala banket eigenlijk
op dit ogenblik niet te horen? Het zou
een mooi stukje totaal theater zijn.
De in het Italiaans gezongen cantate,
ais laatste programma onderdeel, is
moeilijke kunst. Zo moeilijk dat men
een kwartier na afloop, wanneer ieder
een zich r.aar de andere kant van het
Gevers Deynootplein heeft laten waai
en, omdat de receptie in het Kurhaus
is, nog met hetzelfde strakke gezicht
rondloopt in die immense Chinese
wandlamp, die kurzaal heet.
De dansmuziek overvalt in die stem
ming een ieder nog meer dan de zee
wind dat de gasten eerder deed. Het
klinkt de meesten vooralsnog festivals
in de oren. Er zijn glazen wijn voor
nodig om de kloof tussen de twee mu
ziekwerelden te versmallen en gewoon
te gaan doen. Het is dan ook de jonge,
zij het kale Benjamin Harkarvy, dans
meester van het Nederlands dansthea
ter, die de eerste, niet-klassieke dans
passen zet. Daarna komen de anderen.
Chiel Galjaard. perschef van 's Graven
hage, wiens boekje „Leer mij ze ken
nen de Hagenaars", juist is uitgeko
men, hoeft niet meer te observeren.
Hij wil zijn jaren bij de socialistische
jongeren vroeger niet verloochenen en
gooit er een aantal volksdansachtige
passen tussendoor.
Wethouder Dankelman, die als het
even kan heel 's Gravenhage voor
auto's wil afsluiten ziet zich bevestigd
in zijn idee dat de mens zich veel vrij
er voelt wanneer hij niet de kans heeft
overreden te worden. Een mijnheer
reikt naar een schaal met hapjes. Hij
wil achteloos een stukje haring pakken.
Zijn vrouw trekt zijn arm geschrokken
terug met een „ben je gek". Dr. Jelle
Zijlstra kust de hand van een schone
Duitse journaliste. Een ober zegt te
gen een collega: „Breng Zwolsman een
Has", 's Mans gezicht antwoordt:
„Zwolsman? Wie is dat. Nooit van ge
hoord." „The biggest boss" wordt hem
toegesist, het blijkt een Spaanse gast-
kelner. Bibeb kent Zwolsman wel en
zij benadert hem deze avond voor de
zoveelste keer voor een interview. Zij
krijgt toegezegd dan nog eens te bel
len voor een afspraak. Scheveningers
onder elkaar, dat komt wel goed. In
tussen heeft de wijn als antivries zijn
werk gedaan. Er wordt op blote voe
ten gedanst. In 's Gravenhage eindigt
een feest zoals het in Amsterdam zou
beginnen.
R jrA E.