BOEK BAROK MUZIEKTHEATER IN AMSTERDAMS CARRE Bruno Maderna bewerkte Monteverdi Capecchi als komediant ZEVEN NEDERLANDSE FILMS OP SLOTDAG Peest besluit geslaagde Filmweek mm Grotowski een meester SCHOKKENDE AKROPOLIS Gasten op het feest NA THYESTES OOK DARTS ichweppes I 'Ook Monteverdi is verrukkelijk' tT ii SSHshr Lijkrede op de partijen t T.E.E. en Russen FESTIVAL-ACENDA In een programma iUD MAANDAG 19 JUN11967 Tijd voor een wHL-BE INLEIDING op zijn zojuist par.c"enen boek zegt Henry Faas, IjfgT^entair redacteur van De Volks- \r dat v°lSens talrijke aanwijzin- -Nederland in de politieke vernieu- Tea" kan fungeren als proefstation. Het decor voor Monteverdi's „Orfeo": een omstandig rotslandschap in grote barokke stijl. IN CARRÉ in Amsterdam ver heft zich een omstandig rots landschap in grote barokke stijl, die een mengeling van cultuur en natuur is. De hemel van de go den, waarin rose wolken drijven boven, de hel beneden; paleismu ren, brede trappen die afdalen, spelonken, primitief menselijk onderkomen en de aarde met bo men, bloemen en grasjes, de aö.r-1 de die een speelwei is voor 'dé mens. Aldus is het decor vopr Monteverdi's „Orfeo" gezet door Jean-Marie Simon en Rostislav Doboujinsky, die eveneens ver antwoordelijk zijn voor de mag nifieke stijlvolle kostuums. -*ïet IV SOPHIA VAN SANTE I \H Sportief.... elegant •i gedistingeerd de sfeer waarin Schweppes thuishoort Henry Faas: „God, Nederland en franje" A. W. Bruna en Zn., Utrecht. ^tellingen, die elders nog leven, dty:. "ier verdwenen of aan het ver- Discussies, die in andere lan- gan taboe zijn, kwamen hier allang op 2o 8- Juist omdat oude partijen zich karAanS hebben overleefd, bestaat er M,jn °P een verdergaande vernieu- yS dan elders. San w'e ^em no® n'et "Wandel- van 6r" kent: Faas is voorstander st",Zo'n vergaande vernieuwing. Hij len in zijn boek niet onder stoe- lUid °f banken. De ondertitel ervan het V~ boopvol „De necrologie van j, Nederlandse partijwezen". Vrip6' *s niet een in a'le opzichten tyei nbelijke lijkrede geworden, maar va ^h die de goede en slechte kanten ea bet Nederlandse politieke stelsel scu partijen weergeeft, zoals de lad er c"e z'e*- Bat iaatste is een ob^hkkelijke toevoeging. Faas is niet jj Jectief en wil dat ook niet zijn. Mr. R|el, fractie-voorzitter van de irn-T in de Eerste Kamer, zei bij de deli ^hetie van het boek: Faas wil me- ^«üng geven aan het politieke be- jj?. Waarover hij schrijft. mikt daarbij op een partij die hij k'Sctajft als: 90 pet. van de huidige hein' 70 pct- van de KVP van nV de Wc Van de ARP en PSP, 85 pct. van oVp en een brokje van de CHU. Als rgang wil hij een federatie tussen 8jv.?°eialistische en christelijke progres- Jteit en die van D'66 aanvaarden. h'e a delen zouden het eigene kunnen h(>u'jlren> zolang zij daaraan behoefte jOben, en alles samen doen wat sa- öf.'1 gedaan moet worden. Samen een gram maken, samen een rege- j,. ssptoeg opstellen en voor de ver- <vzingen aan de burgers aanbieden." de °at eigene in de partij, vooral bij F;,,n s°cialisten en de KVP, heeft hij St)a scherpe kijk. Zijn eigen voorkeur 91s dan uit wat hij daarvan nog f een realiteit en als overleefde er- „Is uit het verleden beschouwt. be °0r het boek tot de beschouwing en j^ordeling van de partijen komt heeft n een aantal hoofdstukken achter Jbig, waarin een gevarieerd en vaak h-fdotisch beeld wordt gegeven van he; Politieke wereldje, zoals het achter decor reilt en zeilt. Daaraan voor- gaan weer enige hoofdstukken over die Pobtieke rol van het koningshuis, i8 zegt Faes niet te verwaarlozen f0 etl onder andere bij de kabinets- 81üfbatie politieke problemen ver- Ook al zijn er aanwijzingen blo Seeft koningin Juliana zich zo weinig gelijk met de politiek bemoeit, wie bin, floi ons zekerheid dat volgende ko- ginnen en koningen dat ook zullen tie, Prinses Beatrix lijkt niet een ^uurtje, dat zich prettig voelt als zij len hoekje gedrukt zit." Vo'r Nederland en de Franje" (jgjPd' door deze opeenvolgende onder- eg-1? Weinig eenheid. Het geeft eerder deri^ doscopisch beeld van de Ne- bipn e politiek. Het is gemakkelijk, h" ciaar welbchj, jets te populair reven. drs. F. G. Lörtzer. Orfeo een, actueel herdersspel hjJbT ZIJN ROL als declamator in Lyheverdi's werk bij de opening van kj, Holland-Festival heeft men reeds ganhen opmaken over welk een rijk s^bima van spreektonen de Italiaan- °Perazanger Renato Capecchi be- schikt. Bij zijn recital, zondag morgen in de half gevulde gro te Scheveningse Kurzaal, bleek andermaal dat hij met zijn hoge titelatuur van ba- ritonale opera zanger van de Milanese Scala holland festival kfi rbeeld nog maar half gekarak- flw is. Capecchi, die een donker de ellS baritontimbre heeft, is niet op erste plaast een groot zanger, maar Mi»een groot komediant, wiens zeg- i»CZe nu p bi, ,£i Volle borst zich ontplooiend zo- •Sjcjj tekst als melodie een verhoogde !yjAeasie verleent. Het dramatisch of kifS.ch gebeuren in de vele belcanto W0^®h van Cavallieri tot Monteverdi dan als levend gebeuren er- nu eens half gesproken, dan Hij vermengde nu de zang van aria's en recitatieven met gesproken com mentaren. Het verwonderde ons niet hem in zijn inleiding te horen zeggen: „Ik ben een operazanger. Om een opera te maken zijn tekst en muziek noodzakelijk. Om deze uit te voeren is het nodig, behalve de tekst en mu ziek, ook de uitbeelding op het toneel aan te geven. Deze „uitbeelding" be staat uit de enscenering en de vertol van de acteurs is het verhalen van de tekst. Even vanzelfsprekend als zijn be woordingen was ook Capecchi's muzi kale voordracht. Men beleefde dus alles als een reëel gebeuren. En als men dan weet dat deze Italiaan over een weergaloze stemtechniek beschikt, kan men zich voorstellen dat de zeventien parels uit de bel-canto tijd een schat kamer van melodische inventie open den. Zij voor wie het begrip melos in deze tijd van verschraling mocht zijn vervaagd, kunnen hier aan de bon put ten! De zanger werd aan het klave cimbel door Maria Isabella de Carli even discreet als subtiel ter zijde ge staan. M. M. De Orfeo dus als barok herdersspel, schouwspel ook naar de aard van de tijd waarin het werk ontstaan is (1607) en derhalve weer actueel theater ge worden. Raymond Rouleau tekent voor de enscènering, Ani Radosevic heeft de uutyqejige choreografische scènes ont worpen, het is1 è'en vertoning met grote massa's dansers gp mimen. Zij is opge zet ate bewegingstheater, in tegenstel ling tot statische opera, een in bewe gingsscènes vertelde fabel, waarbij het koor als stilstaand element buiten de scène is gehouden het zit in de loges van de cir- cusring, boven het orkest dat tegen de zijwand is op gesteld. Bruno Maderna heeft in opdracht van de Neder landse Operastichting een nieuwe be werking gemaakt uit Monteverdi's stern- materiaal, vrijmoedig genoeg uit een oogpunt van historiciteit om heden daagse opera-praktijk mogelijk te ma ken, met voldoende begrip voor de essentialia van de authentieke klank om aanvaardbaar te zijn en zelfs een idee te geven van Monteverdi's colo- riet en stembehandeling. Het orkest is donker van kleur, het koper komt het dichtst bij dat van Monteverdi, er is groot bezet hout, waarin de klarinet ten niet geschuwd worden, maar het wordt veelal in lage liggingen toege past, versterkt nog door een belang rijke altengroep; er zijn ook verschil lende tokkelinstrumenten en een klein orgel, kortom het klinkt goed met veel holland festival afwisseling van tegenover elkaar ge plaatste timbre-groepen. Maderna mu siceert Monteverdi breed en met een bewonderenswaardig gevoel voor de machtige en indringende expressiviteit van zijn melodie de uitdrukkings kracht die het waarachtigste fenomeen van zijn muzikale genie is. Men zou de klank wat week kunnen noemen zowel terzake van zijn orkestrale co- loriet als van zijn musiceren, maar dat zal wel samenhangen met zijn geestelij k-f ysieke persoonlij kheid. Ook de zangers, waarvan de mees ten Verschillende rollen vervullen, zijn opmooie buigzame timbre's uitgeko •zen: de heldere en reine klank van Halina Lukomska, de mannelijke tenor van Barry MacDaniel, in de twee hoofd- en enkele bijrollen, de bijzon der grootse zangkunst van Oralia Do- minguez, die het bode-verhaal van Eurydice's dood doet, Sophia van Sante's Proserpina, Bert Bijnen's Pluto en de diepe bas van Pieter v. d. Berg voor Charon alsmede een nimf van Wilma Driessen, Het ensemble, in de openings scène wat ongelijk, vond na korte tijd met het USO en het uitmuntend klin kende Nederlands Operakoor zijn vorm en beheersing op een hoog gemiddeld peil, al miste men in Orfeo-'s grote la mento kort voor de slotapotheose de tot het uiterste geconcentreerde macht van uitdrukking die dit ongelooflijk veeleisende stuk vergt. Het is een aangename en schone voorstelling, waarmee intendant Huis man opnieuw bewijst wat er allemaal mogelijk is in een rondtheater, mits de enscènering de ruimte werkelijk weet te bespelen en haar dus ook in haar dramatische functie schept. Men zit erbij en men ondergaat het rondom zich heen. Men hoort het van boven, van opzij en voor zich, zo ziet men het ook in een mengeling van illusie en distan tiëring. Het realisme is zowel zeer werkelijk als onwaarschijnlijk en gestyleerd. Door- ARNHEM, 19 juni een feest tot diep in de nacht n 0 jveöb LUi uiejj lil u-e ilugill zes^e Internationale <Ue }?eek geëindigd. Een Filmweek %ie La<tgde door een soepele organi- en ffn een zeer plezierige sfeer. !jrarflLrnweek met een overladen pro- >»e. Nederlandse inbreng mei een overlaaen pro- hlriivr'la zonder veel uitschieters. Een hjjjg ®efc_ tenslotte met een belang was er weer een volle twee prijsuitreikingen, een la Neri derlanclse speelfilm, zes kor- 'hc|s a®rlandse films en twee buiten- L^et hoofdfilms. ..Nederlandse bioscoopbedrijf V6deelrt n Zilveren Roos dit jaar toe- d aan de cameraman Gerard cen Berg, die volgens de jury ö6 ihv)r°te' vruchtbare en stimuleren- Oatwnd heeft gehad met name op ll^Se t- elin8 van de jongste Neder- i. ®ft j him". Gerard van den Berg binnen- en buitenland een gro- ïvi IIet afgelopen jaar filmde hij Chaeh" >>Een ochtend van zes >>He+Van Nikolai van der Heyde ^'az. gangstermeisje" van Frans der Rijn-prijs 1967, een ,aan- voor ionge Nederlandse fil- A rd gedeeld door Johan van Bni n voor ..Herman Slobbe" en (j3be.. n voor „Incident". „Herman hi tei-, -Zal iedereen wel kennen van •lp le_,yisie. „Incident" is een heel filmpje, met zeer eenvou- pphnische middelen gemaakt, fütera kleine gemeenschap in de e'in,?arase binnenstad. ert Nijgh heeft al vijf 8 mm- speelfilms gemaakt en in de korte films „Vox humana" en „Elsje in wonderland" getoond enig filmtalent te bezitten. Zijn speelfilm „Een vreem de vogel" bewijst in sommige mo menten dit talent opnieuw. Maar een volwaardige speelfilm is het nog lang niet. „Een vreemde vogel" is nog niet veel meer dan een aardige school- film. Wim Verstappen noemde verle den jaar „Joszef K-atus" een uitgaan van het nulpunt. Lennaert Nijgh heeft dit nulpunt nog niet bereikt. Dat kan komen, misschien. De meest verrassende korte Neder landse film zaterdag was ,,Your por trait" van Erik van Zuylen. Hij gaat over de dood van „Mr. O" en Van Zuylen zegt zelf dat het een gevecht is tussen hem en de kunstenaar Kudo en tussen Kudo en Mr. O. Het is een heel moeilijke, intellectuelefilm, schitterend gecomponeerd en heel compact. Veel speelser is „Norwegian Wood oftewel een verkleedpartijtje" van Barbara Meter. Na Nouchka van Bra- kel („Sabotage") en Corinne van Moorselaar (van wie een nogal zwaar- poëtische korte film over de dichter Pierre Kemp hier eerder in de week werd vertoond) is Barbara Meter nu al de derde Nederlandse filmvrouw. Zij heeft meegewerkt aan onder meer „Schermerhoorn", „Het gangstermeis je", „Joszef Katus" en „Een vreem de vogel". „Norwegian wood", haar eerste film als zelfstandige regisseu se, is een ode aan de Beatles. Een heel leuk experiment, gemaakt uit puur plezier. De nieuwste „Sad-movief van Wil lem de Ridder en Wim van der Lin den bewees opnieuw, dat deze grap jes het bij jonge mensen erg goed doen maar dat ouderen er de grap niet van inzien. De laatste korte Nederlandse film, het vakkundig' en in ieder geval eer lijk en zonder veel poespas gemaakte „Ireland" van George Sluizer, is in deze krant al besproken. De twee hoofdfilms van zaterdag wa ren „Trans-Europe-Expresse" van Alain Robbe-Grillet en „Daar komen de Russen, daar komen ze aan" van Norman Jewison. „Trans-Europe-Expresse" was een bittere teleurstelling van de man die het schitterende draaiboek van „Ver leden jaar in Marienbad" samenstel de. Robbe-Grillet zit met zijn produ cent en een secretaresse in de T.E.E. te bedenken dat er in deze trein stof zit voor een film. Hij verzint een ver haal, dat we zien uitgebeeld, over een smokkelaar die wordt getest voor het grote werk en ten gronde gaat aan zijn neiging tot sexueel sadisme. Een zwakke film, die alleen maar dui delijk maakt, dat de keuring tegen woordig erg veel bloot toelaat. Dat viel in Arnhem al eerder op. De uitsmijter van de filmweek was „Daar komen de Russen, daar komen ze aan", een zeer geslaagde komedie zonder pretenties, voor zover men er tenminste niet teveel achter zoekt. Een Russische onderzeeër loopt op een zandbank bij het eiland Glouces ter in New England. De bemanning gaat op zoek naar een motorboot om het schip vlot te kunnen trekken. De kolderieke situaties waartoe dit aan leiding geeft zijn door regisseur Nor man Jewison konsekwent uitgewerkt. Hij smeert de grapjes zorgvuldig uit, zodat er voortdurend valt te lachen. Een verfrissend besluit van een ver moeiende week. Door het vaak samenlopen van de nevengebeurtenissen was het niet mo gelijk deze filmweek tot in alle onder delen bij te wonen. Zo heb ik geen tijd gehad de zes Nederlandse films uit de jaren dertig te gaan zien. Deze terugblik was geen succes. Bij „De big van het regiment" en „Oranje Hein" was de zaal behoorlijk gevuld, maar in de overige voorstellingen tel de men zo'n vijftien, een keer zelfs zes bezoekers. Geen reden tot treuren. De hoofdschotels werden goed tot uitstekend bezocht. De belangstelling van de jongeren was zeer verheugend. Vele leerlingen van de Film Acade mie en andere studenten hadden een of meerdere dagen uitgetrokken om naar Arnhem te komen, dat daarom in alle opzichten het centrum was van de Nederlandse filmerij. Een samen treffen van jong en oud. Er waren opvallend weinig generatie-conflicten. De ouderen gaven blijk van een op rechte poging het jonge filmen te be grijpen. De jongeren hielden zich kalm, als zij het soms niet eens waren met de voorkeuren van de ouderen. De verwachte moeilijkheden bij de uitrei king van de Staatsprijs aan „Corsow" bleven uit .De rechercheurs in de zaal en de politiewagens rond het theater kwamen voor niets. PETER VAN BUEREN dat het meer suggereert dan het tracht op te dringen, doet het een krachtig appèl op de werkzame fantasie van de toeschouwers en luisteraars, die er zich omheen weten geschaard en in een ze kere zin zich er ook in opgenomen voelen, niet in een pseudo-werkelijkheid evenwel maar in een spel waarvan men geen ogenblik de notie verliest. Dit houdt geen gering compliment in aan het artistieke inzicht van de regisseur en zijn medewerkers, en niet minder aan het verbazingwekkende vakmanschap waarmee zij dozijnen details van groe pen en personen en ook requisieten heb ben uitgewerkt en geïntegreerd in de dramatische functie van het geheel, dat een samenvatting is van een veel zijdig schouwtoneel en een muziek, die in haar diepe en hoge menselijkheid het theater inspireert en doordringt. Deze opvoering moet iets gevangen hebben van de geest waarmee het ba- rok-theater de mensen ooit verrukt heeft. LEO HANEKROOT Na GROTOWSKI'S voorstelling van „Akropolis" kan men zich af vragen, of Peter Weiss er door ge ïnspireerd is bij zijn opzet van „Ma- rat-de Sade". Weiss liet krankzinni gen een stuk spelen, maar in de fi guren die zij voorstelden bleef hun geestelijke afwezigheid een vervreemd element vormen, dat de beelden die de scènes voortbrachten een ontmas kerend perspectief gaf. Grotowski gaat wel veel verder. Hij laat ge vangenen van Auschwitz in hun werkelijkheid optreden als onwille keurige spelers van eigen hallucina ties, waarbij hij uitgaat van de tekst van een bestaand Pools stuk, losge maakt van de scenische opbouw en van de bedoelingen ervan. Het stuk, waar Grotowski van uit ging, is „Akropolis" van Stanislaw Wyspianski, die bij het Poolse symbo lisme thuis is en het in 1904 schreef. Bij hem speelt het zich af in de kathe draal van Wawel aan de Weichsel, een Pools pantheon. In de Paasnacht ko men daar figu- holland festival ren uit wandta pijten en beel dengroepen tot leven en spelen scenes uit de Bij bel, uit Homeros, uit de Griekse mythologie. Het eindigt met de gespeelde verrij zenis van Chris- tus-Apollo, klassiek-christelijk sym bool van de geestelijke krachten, waar uit Polen en Europa putten. Wyspians ki onderzocht de bronnen van de Euro pese beschaving op hun levende kracht, mediterend bij de grote gedenktekens uit het verleden, samengebracht in Po- lens grootste museum, de dodenstad der volkeren. OP DEZE IDEE werkte Grotowski verder: de concentratiekampen uit het jongste verleden zijn de dodensteden geworden van de moderne beschaving, de gedenktekens voor de slachtoffers Deze gevangenen in hun gescheurde ruwe kleding, dat zij als een eenma- kende uniform dragen, waaronder elke individualiteit verdwijnt, spelen dezelf de scènes, die de levend geworden beelden in het oorspronkelijke spel op- Dinsdag, 20 juni: AMSTERDAM Stadsschouwburg, 8.15 uur: The emperor Jones, Haizlip-Stoiber Company. Concertgebouw, 8.15 uur: Poetry for now, presentatie James Holmes. Carré, 8.15 uur: Orfeo, Nederlandse Operastichting en Nationaal Ballet. SCHEVENINGEN Oude Kerk, 8.15 uur: Nederlands Kamerkoor en Nederlands Kamer orkest o.l.v. Felix de Nobel. UTRECHT Michaelskapel Domtoren, 8.15 uur: Akropolis, Pools Theaterlaborato rium. NIJMEGEN Stadsschouwburg, 8 uur: Thyestes, Toneel Vandaag. ,,ZE SCHUIVEN mij altijd in mijn schoenen dat ik alleen moderne mu ziek kan en wil zingen, dat is natuur lijk onzin. Ik zing van alles", dat zegt Sophia van Santé, die in Orfeo van Monteverdi zowel de Proserpina als een „nymf" zal zingen. Zij vindt het verrukkelijk. Zoals zij het verrukkelijk vond om mee te doen in Labyrinth van Peter Schat dat „beter had kun nen zijn als er meer samenwerking was geweest". Orfeo, in een breed opgezette ensce nering, staat onder leiding van Bruno Maderna. Sophia van Santé heeft veel onder hem gewerkt. Zij vindt hem „geniaal, beminnelijk en eenvoudig". Ook is hij de meest veelzijdige figuur die zij kent, heeft zich behalve in de muziek ook verdiept in de Griekse mythologie, de psychologie en de theo logie, om maar wat te noemen. Sophia van Santé „schrijf mijn naam in godsnaam niet verkeerd" is een zeer levendig en amusant praatster. Zij springt met gretigheid van de hak op de tak. Om nog even op dat moderne terug te komen: „De moderne muziek raakt meer die van de 15e en 16e eeuw dan die van de ro- ma'ntiek. Voor beide uitersten heb ik een voorkeur. Maar ach ja, Hermann Prey heb ik Die schone Müllerin horen zingen, zó, dat ik er de tranen van in mijn ogen kreeg". In de opera voelt Sophia van Santé zich in haar element. „Mensen dwin gen tot kijken en luisteren, dat is iets wat mij fascineert. Maar het is waan zinnig moeilijk." Zij zingt natuurlijk ook oratorium of lied met even grote overtuiging. Wij ontmoetten haar in Carré, met iets van zelfbewuste triomf, dwalend door het duidelijk waarneembare decor van Orfeo. Die zelfde avond moest zij in Den Haag zingen in Oedipus Rex van Strawinsky. Sophia van Sante is geboren in Zaan dam, dat een algemeen erkende ba kermat voor zangeressen schijnt te zijn. Aafje Heynis, Greet Koeman en Nel Duval komen er ook vandaan. Zij studeerde aan het Muzieklyceum in Amsterdam, haalde het staatsdiploma solozang, maakte deel uit van de opera-klas aan het Amsterdamse con servatorium »n werd voor studiedoel- i'THii einden naar de Bayreuther Festspiele uitgezonden. Ook kreeg zij in Rome een jaar muzieklessen van onder an dere Napoleone Annovazzi en Marietta Anstad. Er, nog studeert zij bij Ruth Horna, bij wie zij „onder controle staat". Genoeg over het verleden. Zij treedt overal in het buitenland op. Kortgele den maakte zij een toernee door Ame rika en Canada maar kreeg toen een „vreselijke nostalgie" naar het oude werelddeel. Zij zegt: „Toen ik al die rottige houten huizen weer zag, was ik zo blij weer in Europa terug te zijn". Zij houdt meer van het romaan- se dan van de gothiek. „Eigenlijk zou je op een knopje moeten kunnen druk ken om al was het maar even, in de tijd van je dromen te kunnen leven." Even maar. Want Sophia van Sante heeft alle vrede met deze tijd. Zij houdt van een goede jazz-combo, zij vindt de Beatles „grandioos" en één van die jongens, de naam wil haar nu niet zo gauw te binnen schieten, „een reuze-muzikant". Voor de rest is alles betrekkelijk. Behalve dan het met volle overgave, verrukkelijk zingen. Sophia van Sante zegt: „Je leeft nü". Het lijdt geen twijfel of zij zal de Pro serpina van Monteverdi nü tot nieuw leven brengen. voerden. Er is dus ook hier symboliek in dubbele zin. Het kampleven ze; wordt niet realistisch weergegeve. maar symbolisch aangeduid. In he midden van de speelruimte staat ee. grote kist, waarop in het begin eei aantal lange kachelpijpen liggen in vei schillende vormen, ijzeren kruiwagens een badkuip. Aan twee kanten zijn e; kleine podia. Over het spel verdeelt zijn er een aantal korte scènes, waarir kachelpijpen staande op de vloer wor den vastgetimmerd of boven het tonee opgehangen: het kamp wordt opgc bouwd. Daartussen door spelen de gre tere scènes, die uit bijbel en oudhei; geput zijn, maar ook daarbij doen dr attributen dienst, die bij het kamp ho ren: kruiwagens worden zowel tronen als wagens, de badkuip graf en bed een gebogen kachelpijp, met plastic omhangen, is Jacobs bruid Rachel. Dc spelers houden steeds dezelfde kleding al wijzigingen zij daar wel iets aan, hui- gelaatsuitdrukking verandert nooit, hui- gezichten zien er, ongeschminkt, uit als maskers. HET IS NATUURLIJK een groot ge mis, dat men geen Pools verstaat, want de ontmaskerende vervreemding die de tekst ondergaat moet een var de sterkste effecten zijn. Er is veel af te leiden uit de tekenende bewegingen, uit de aard der stemmen en de wisse lingen daarin, maar wat men toch mist ontdekt men in de nu meest spre kende scènes. De laatste bijvoorbeeld, die van de verrijzenis van Christus- Apollo. De spelers dragen in een toe nemende vervoering een vormeloz' pop rond, een lijk, door de voorste hoog boven de hoofden getild, de ande ren elkaar vasthoudend lopen de hele speelruimte door, podium op en a krachtig zingend, steeds luider, tot zi het lijk in de kist midden op het tonee plaatsen, de een na de ander daarir verdwijnen, het deksel sluiten, no even zacht doorzingen tot het doodst' wordt: in vervoering zijn zij de gas- ovens ingegaan. „De hoopvolle visie ondergaat een blasfemische persiflage", zegt Ludwi! Flaszen, Grotowski's dramaturg e: rechterhand. Maar hij wil de voorste1 ling ook zien als een appèl aan „he' onderbewuste geweten van de toeschoi wer". Deze twee uitlatingen zijn inde: daad met elkaar in overeenstemming Wat is er in Auschwitz gedaan met hr geloof waaruit wij dachten te leven Het spel beeldt niet de gruwelen va: Auschwitz uit het ziet de gaskamer als de ondergang van de christelijk beschaving en dat beeldt het uit zonder estetisme, maar in een schok kende doeltreffenheid. Een proeve van Grotowski's meesterschap. ANDRE RUTTEN De volgende voorstellingen zijn: IP juni Amsterdam, 20 Utrecht, 21 en 22 Den Haag, 23 en 24 Rotterdam. (Van onze verslaggever) AMSTERDAM, 19 juni. Aan Hugo Claus' „Thyestes" hoopt men vanmor gen af in de serie Festivalvoorstellin gen „Darts" van Lodewijk de Boer toe te voegen. Men krijgt dan in één pro gramma twee Nederlandse stukken, beide "door hun auteur geregisseerd. „Darts" wordt door Utrechtse studen ten gespeeld. Het is in het afgelopen seizoen enkele malen in openbare ver toningen te zien geweest en het heef deelgenomen aan het studentenfestival in Polen. Er zullen nog enkele techni sche problemen moeten worden opge lost, maar de kansen staan gunstig. De volgende voorstellingen van „Thyestes" zijn: 20 juni in Nijmegen 22 juni Eindhoven. 23 Arnhem, 24 Gro ningen, 27 Rotterdam, 28 Deventer en 29 Tilburg. ADVERTENTIE M..S* INDIAN TONIC SODA GINGER ALE (Sweet and Dry) Schweppes (Genvel) Ltd. Nederland Riouwstraat 131 Den Haag Tel. 070-180558

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1967 | | pagina 5