BOEK
BAROK MUZIEKTHEATER IN AMSTERDAMS CARRE
Bruno Maderna bewerkte Monteverdi
Capecchi als komediant
ZEVEN NEDERLANDSE FILMS OP SLOTDAG
Peest besluit geslaagde Filmweek
mm
Grotowski een meester
SCHOKKENDE
AKROPOLIS
Gasten op het feest
NA THYESTES
OOK DARTS
ichweppes
I
'Ook Monteverdi
is verrukkelijk'
tT ii
SSHshr
Lijkrede op de partijen
t
T.E.E. en Russen
FESTIVAL-ACENDA
In
een programma
iUD
MAANDAG 19 JUN11967
Tijd voor een
wHL-BE INLEIDING op zijn zojuist
par.c"enen boek zegt Henry Faas,
IjfgT^entair redacteur van De Volks-
\r dat v°lSens talrijke aanwijzin-
-Nederland in de politieke vernieu-
Tea" kan fungeren als proefstation.
Het decor voor Monteverdi's „Orfeo": een omstandig rotslandschap in grote barokke stijl.
IN CARRÉ in Amsterdam ver
heft zich een omstandig rots
landschap in grote barokke stijl,
die een mengeling van cultuur en
natuur is. De hemel van de go
den, waarin rose wolken drijven
boven, de hel beneden; paleismu
ren, brede trappen die afdalen,
spelonken, primitief menselijk
onderkomen en de aarde met bo
men, bloemen en grasjes, de aö.r-1
de die een speelwei is voor 'dé
mens. Aldus is het decor vopr
Monteverdi's „Orfeo" gezet door
Jean-Marie Simon en Rostislav
Doboujinsky, die eveneens ver
antwoordelijk zijn voor de mag
nifieke stijlvolle kostuums.
-*ïet
IV
SOPHIA VAN SANTE
I \H
Sportief....
elegant •i
gedistingeerd
de sfeer waarin
Schweppes
thuishoort
Henry Faas: „God, Nederland en
franje" A. W. Bruna en Zn.,
Utrecht.
^tellingen, die elders nog leven,
dty:. "ier verdwenen of aan het ver-
Discussies, die in andere lan-
gan taboe zijn, kwamen hier allang op
2o 8- Juist omdat oude partijen zich
karAanS hebben overleefd, bestaat er
M,jn °P een verdergaande vernieu-
yS dan elders.
San w'e ^em no® n'et "Wandel-
van 6r" kent: Faas is voorstander
st",Zo'n vergaande vernieuwing. Hij
len in zijn boek niet onder stoe-
lUid °f banken. De ondertitel ervan
het V~ boopvol „De necrologie van
j, Nederlandse partijwezen".
Vrip6' *s niet een in a'le opzichten
tyei nbelijke lijkrede geworden, maar
va ^h die de goede en slechte kanten
ea bet Nederlandse politieke stelsel
scu partijen weergeeft, zoals de
lad er c"e z'e*- Bat iaatste is een
ob^hkkelijke toevoeging. Faas is niet
jj Jectief en wil dat ook niet zijn. Mr.
R|el, fractie-voorzitter van de
irn-T in de Eerste Kamer, zei bij de
deli ^hetie van het boek: Faas wil me-
^«üng geven aan het politieke be-
jj?. Waarover hij schrijft.
mikt daarbij op een partij die hij
k'Sctajft als: 90 pet. van de huidige
hein' 70 pct- van de KVP van nV de
Wc Van de ARP en PSP, 85 pct. van
oVp en een brokje van de CHU. Als
rgang wil hij een federatie tussen
8jv.?°eialistische en christelijke progres-
Jteit en die van D'66 aanvaarden.
h'e a delen zouden het eigene kunnen
h(>u'jlren> zolang zij daaraan behoefte
jOben, en alles samen doen wat sa-
öf.'1 gedaan moet worden. Samen een
gram maken, samen een rege-
j,. ssptoeg opstellen en voor de ver-
<vzingen aan de burgers aanbieden."
de °at eigene in de partij, vooral bij
F;,,n s°cialisten en de KVP, heeft hij
St)a scherpe kijk. Zijn eigen voorkeur
91s dan uit wat hij daarvan nog
f een realiteit en als overleefde er-
„Is uit het verleden beschouwt.
be °0r het boek tot de beschouwing en
j^ordeling van de partijen komt heeft
n een aantal hoofdstukken achter
Jbig, waarin een gevarieerd en vaak
h-fdotisch beeld wordt gegeven van
he; Politieke wereldje, zoals het achter
decor reilt en zeilt. Daaraan voor-
gaan weer enige hoofdstukken over
die Pobtieke rol van het koningshuis,
i8 zegt Faes niet te verwaarlozen
f0 etl onder andere bij de kabinets-
81üfbatie politieke problemen ver-
Ook al zijn er aanwijzingen
blo
Seeft
koningin Juliana zich zo weinig
gelijk met de politiek bemoeit, wie
bin,
floi
ons zekerheid dat volgende ko-
ginnen en koningen dat ook zullen
tie, Prinses Beatrix lijkt niet een
^uurtje, dat zich prettig voelt als zij
len hoekje gedrukt zit."
Vo'r Nederland en de Franje"
(jgjPd' door deze opeenvolgende onder-
eg-1? Weinig eenheid. Het geeft eerder
deri^ doscopisch beeld van de Ne-
bipn e politiek. Het is gemakkelijk,
h" ciaar welbchj, jets te populair
reven.
drs. F. G. Lörtzer.
Orfeo een, actueel herdersspel
hjJbT ZIJN ROL als declamator in
Lyheverdi's werk bij de opening van
kj, Holland-Festival heeft men reeds
ganhen opmaken over welk een rijk
s^bima van spreektonen de Italiaan-
°Perazanger Renato Capecchi be-
schikt. Bij zijn
recital, zondag
morgen in de
half gevulde gro
te Scheveningse
Kurzaal, bleek
andermaal dat hij
met zijn hoge
titelatuur van ba-
ritonale opera
zanger van de
Milanese Scala
holland festival
kfi rbeeld nog maar half gekarak-
flw is. Capecchi, die een donker
de ellS baritontimbre heeft, is niet op
erste plaast een groot zanger, maar
Mi»een groot komediant, wiens zeg-
i»CZe nu p
bi,
,£i
Volle borst zich ontplooiend zo-
•Sjcjj tekst als melodie een verhoogde
!yjAeasie verleent. Het dramatisch of
kifS.ch gebeuren in de vele belcanto
W0^®h van Cavallieri tot Monteverdi
dan als levend gebeuren er-
nu eens half gesproken, dan
Hij vermengde nu de zang van aria's
en recitatieven met gesproken com
mentaren. Het verwonderde ons niet
hem in zijn inleiding te horen zeggen:
„Ik ben een operazanger. Om een
opera te maken zijn tekst en muziek
noodzakelijk. Om deze uit te voeren
is het nodig, behalve de tekst en mu
ziek, ook de uitbeelding op het toneel
aan te geven. Deze „uitbeelding" be
staat uit de enscenering en de vertol
van de acteurs is het verhalen van de
tekst.
Even vanzelfsprekend als zijn be
woordingen was ook Capecchi's muzi
kale voordracht. Men beleefde dus alles
als een reëel gebeuren. En als men
dan weet dat deze Italiaan over een
weergaloze stemtechniek beschikt, kan
men zich voorstellen dat de zeventien
parels uit de bel-canto tijd een schat
kamer van melodische inventie open
den. Zij voor wie het begrip melos in
deze tijd van verschraling mocht zijn
vervaagd, kunnen hier aan de bon put
ten! De zanger werd aan het klave
cimbel door Maria Isabella de Carli
even discreet als subtiel ter zijde ge
staan.
M. M.
De Orfeo dus als barok herdersspel,
schouwspel ook naar de aard van de
tijd waarin het werk ontstaan is (1607)
en derhalve weer actueel theater ge
worden. Raymond Rouleau tekent voor
de enscènering, Ani Radosevic heeft de
uutyqejige choreografische scènes ont
worpen, het is1 è'en vertoning met grote
massa's dansers gp mimen. Zij is opge
zet ate bewegingstheater, in tegenstel
ling tot statische opera, een in bewe
gingsscènes vertelde fabel, waarbij het
koor als stilstaand
element buiten de
scène is gehouden
het zit in de
loges van de cir-
cusring, boven het
orkest dat tegen
de zijwand is op
gesteld.
Bruno Maderna
heeft in opdracht
van de Neder
landse Operastichting een nieuwe be
werking gemaakt uit Monteverdi's stern-
materiaal, vrijmoedig genoeg uit een
oogpunt van historiciteit om heden
daagse opera-praktijk mogelijk te ma
ken, met voldoende begrip voor de
essentialia van de authentieke klank
om aanvaardbaar te zijn en zelfs een
idee te geven van Monteverdi's colo-
riet en stembehandeling. Het orkest is
donker van kleur, het koper komt het
dichtst bij dat van Monteverdi, er is
groot bezet hout, waarin de klarinet
ten niet geschuwd worden, maar het
wordt veelal in lage liggingen toege
past, versterkt nog door een belang
rijke altengroep; er zijn ook verschil
lende tokkelinstrumenten en een klein
orgel, kortom het klinkt goed met veel
holland festival
afwisseling van tegenover elkaar ge
plaatste timbre-groepen. Maderna mu
siceert Monteverdi breed en met een
bewonderenswaardig gevoel voor de
machtige en indringende expressiviteit
van zijn melodie de uitdrukkings
kracht die het waarachtigste fenomeen
van zijn muzikale genie is. Men zou
de klank wat week kunnen noemen
zowel terzake van zijn orkestrale co-
loriet als van zijn musiceren, maar
dat zal wel samenhangen met zijn
geestelij k-f ysieke persoonlij kheid.
Ook de zangers, waarvan de mees
ten Verschillende rollen vervullen, zijn
opmooie buigzame timbre's uitgeko
•zen: de heldere en reine klank van
Halina Lukomska, de mannelijke tenor
van Barry MacDaniel, in de twee
hoofd- en enkele bijrollen, de bijzon
der grootse zangkunst van Oralia Do-
minguez, die het bode-verhaal van
Eurydice's dood doet, Sophia van Sante's
Proserpina, Bert Bijnen's Pluto en de
diepe bas van Pieter v. d. Berg voor
Charon alsmede een nimf van Wilma
Driessen, Het ensemble, in de openings
scène wat ongelijk, vond na korte tijd
met het USO en het uitmuntend klin
kende Nederlands Operakoor zijn vorm
en beheersing op een hoog gemiddeld
peil, al miste men in Orfeo-'s grote la
mento kort voor de slotapotheose de
tot het uiterste geconcentreerde macht
van uitdrukking die dit ongelooflijk
veeleisende stuk vergt.
Het is een aangename en schone
voorstelling, waarmee intendant Huis
man opnieuw bewijst wat er allemaal
mogelijk is in een rondtheater, mits
de enscènering de ruimte werkelijk
weet te bespelen en haar dus ook in
haar dramatische functie schept. Men zit
erbij en men ondergaat het rondom
zich heen. Men hoort het van boven, van
opzij en voor zich, zo ziet men het ook
in een mengeling van illusie en distan
tiëring.
Het realisme is zowel zeer werkelijk
als onwaarschijnlijk en gestyleerd. Door-
ARNHEM, 19 juni
een feest tot diep in de nacht
n 0 jveöb LUi uiejj lil u-e ilugill
zes^e Internationale
<Ue }?eek geëindigd. Een Filmweek
%ie La<tgde door een soepele organi-
en ffn een zeer plezierige sfeer.
!jrarflLrnweek met een overladen pro-
>»e. Nederlandse inbreng
mei een overlaaen pro-
hlriivr'la zonder veel uitschieters. Een
hjjjg ®efc_ tenslotte met een belang
was er weer een volle
twee prijsuitreikingen, een
la Neri derlanclse speelfilm, zes kor-
'hc|s a®rlandse films en twee buiten-
L^et hoofdfilms.
..Nederlandse bioscoopbedrijf
V6deelrt n Zilveren Roos dit jaar toe-
d aan de cameraman Gerard
cen Berg, die volgens de jury
ö6 ihv)r°te' vruchtbare en stimuleren-
Oatwnd heeft gehad met name op
ll^Se t- elin8 van de jongste Neder-
i. ®ft j him". Gerard van den Berg
binnen- en buitenland een gro-
ïvi IIet afgelopen jaar filmde hij
Chaeh" >>Een ochtend van zes
>>He+Van Nikolai van der Heyde
^'az. gangstermeisje" van Frans
der Rijn-prijs 1967, een ,aan-
voor ionge Nederlandse fil-
A rd gedeeld door Johan van
Bni n voor ..Herman Slobbe" en
(j3be.. n voor „Incident". „Herman
hi tei-, -Zal iedereen wel kennen van
•lp le_,yisie. „Incident" is een heel
filmpje, met zeer eenvou-
pphnische middelen gemaakt,
fütera kleine gemeenschap in de
e'in,?arase binnenstad.
ert Nijgh heeft al vijf 8 mm-
speelfilms gemaakt en in de korte
films „Vox humana" en „Elsje in
wonderland" getoond enig filmtalent
te bezitten. Zijn speelfilm „Een vreem
de vogel" bewijst in sommige mo
menten dit talent opnieuw. Maar een
volwaardige speelfilm is het nog lang
niet. „Een vreemde vogel" is nog niet
veel meer dan een aardige school-
film. Wim Verstappen noemde verle
den jaar „Joszef K-atus" een uitgaan
van het nulpunt. Lennaert Nijgh heeft
dit nulpunt nog niet bereikt. Dat kan
komen, misschien.
De meest verrassende korte Neder
landse film zaterdag was ,,Your por
trait" van Erik van Zuylen. Hij gaat
over de dood van „Mr. O" en Van
Zuylen zegt zelf dat het een gevecht
is tussen hem en de kunstenaar Kudo
en tussen Kudo en Mr. O. Het is een
heel moeilijke, intellectuelefilm,
schitterend gecomponeerd en heel
compact.
Veel speelser is „Norwegian Wood
oftewel een verkleedpartijtje" van
Barbara Meter. Na Nouchka van Bra-
kel („Sabotage") en Corinne van
Moorselaar (van wie een nogal zwaar-
poëtische korte film over de dichter
Pierre Kemp hier eerder in de week
werd vertoond) is Barbara Meter nu
al de derde Nederlandse filmvrouw.
Zij heeft meegewerkt aan onder meer
„Schermerhoorn", „Het gangstermeis
je", „Joszef Katus" en „Een vreem
de vogel". „Norwegian wood", haar
eerste film als zelfstandige regisseu
se, is een ode aan de Beatles. Een
heel leuk experiment, gemaakt uit
puur plezier.
De nieuwste „Sad-movief van Wil
lem de Ridder en Wim van der Lin
den bewees opnieuw, dat deze grap
jes het bij jonge mensen erg goed
doen maar dat ouderen er de grap
niet van inzien.
De laatste korte Nederlandse film,
het vakkundig' en in ieder geval eer
lijk en zonder veel poespas gemaakte
„Ireland" van George Sluizer, is in
deze krant al besproken.
De twee hoofdfilms van zaterdag wa
ren „Trans-Europe-Expresse" van
Alain Robbe-Grillet en „Daar komen
de Russen, daar komen ze aan" van
Norman Jewison.
„Trans-Europe-Expresse" was een
bittere teleurstelling van de man die
het schitterende draaiboek van „Ver
leden jaar in Marienbad" samenstel
de. Robbe-Grillet zit met zijn produ
cent en een secretaresse in de T.E.E.
te bedenken dat er in deze trein stof
zit voor een film. Hij verzint een ver
haal, dat we zien uitgebeeld, over een
smokkelaar die wordt getest voor het
grote werk en ten gronde gaat aan
zijn neiging tot sexueel sadisme.
Een zwakke film, die alleen maar dui
delijk maakt, dat de keuring tegen
woordig erg veel bloot toelaat. Dat
viel in Arnhem al eerder op.
De uitsmijter van de filmweek was
„Daar komen de Russen, daar komen
ze aan", een zeer geslaagde komedie
zonder pretenties, voor zover men er
tenminste niet teveel achter zoekt.
Een Russische onderzeeër loopt op
een zandbank bij het eiland Glouces
ter in New England. De bemanning
gaat op zoek naar een motorboot om
het schip vlot te kunnen trekken. De
kolderieke situaties waartoe dit aan
leiding geeft zijn door regisseur Nor
man Jewison konsekwent uitgewerkt.
Hij smeert de grapjes zorgvuldig uit,
zodat er voortdurend valt te lachen.
Een verfrissend besluit van een ver
moeiende week.
Door het vaak samenlopen van de
nevengebeurtenissen was het niet mo
gelijk deze filmweek tot in alle onder
delen bij te wonen. Zo heb ik geen
tijd gehad de zes Nederlandse films
uit de jaren dertig te gaan zien. Deze
terugblik was geen succes. Bij „De
big van het regiment" en „Oranje
Hein" was de zaal behoorlijk gevuld,
maar in de overige voorstellingen tel
de men zo'n vijftien, een keer zelfs
zes bezoekers. Geen reden tot treuren.
De hoofdschotels werden goed tot
uitstekend bezocht. De belangstelling
van de jongeren was zeer verheugend.
Vele leerlingen van de Film Acade
mie en andere studenten hadden een
of meerdere dagen uitgetrokken om
naar Arnhem te komen, dat daarom
in alle opzichten het centrum was van
de Nederlandse filmerij. Een samen
treffen van jong en oud. Er waren
opvallend weinig generatie-conflicten.
De ouderen gaven blijk van een op
rechte poging het jonge filmen te be
grijpen. De jongeren hielden zich
kalm, als zij het soms niet eens waren
met de voorkeuren van de ouderen. De
verwachte moeilijkheden bij de uitrei
king van de Staatsprijs aan „Corsow"
bleven uit .De rechercheurs in de zaal
en de politiewagens rond het theater
kwamen voor niets.
PETER VAN BUEREN
dat het meer suggereert dan het tracht
op te dringen, doet het een krachtig
appèl op de werkzame fantasie van de
toeschouwers en luisteraars, die er zich
omheen weten geschaard en in een ze
kere zin zich er ook in opgenomen
voelen, niet in een pseudo-werkelijkheid
evenwel maar in een spel waarvan men
geen ogenblik de notie verliest. Dit
houdt geen gering compliment in aan
het artistieke inzicht van de regisseur
en zijn medewerkers, en niet minder aan
het verbazingwekkende vakmanschap
waarmee zij dozijnen details van groe
pen en personen en ook requisieten heb
ben uitgewerkt en geïntegreerd in de
dramatische functie van het geheel,
dat een samenvatting is van een veel
zijdig schouwtoneel en een muziek, die
in haar diepe en hoge menselijkheid
het theater inspireert en doordringt.
Deze opvoering moet iets gevangen
hebben van de geest waarmee het ba-
rok-theater de mensen ooit verrukt
heeft.
LEO HANEKROOT
Na GROTOWSKI'S voorstelling
van „Akropolis" kan men zich af
vragen, of Peter Weiss er door ge
ïnspireerd is bij zijn opzet van „Ma-
rat-de Sade". Weiss liet krankzinni
gen een stuk spelen, maar in de fi
guren die zij voorstelden bleef hun
geestelijke afwezigheid een vervreemd
element vormen, dat de beelden die
de scènes voortbrachten een ontmas
kerend perspectief gaf. Grotowski
gaat wel veel verder. Hij laat ge
vangenen van Auschwitz in hun
werkelijkheid optreden als onwille
keurige spelers van eigen hallucina
ties, waarbij hij uitgaat van de tekst
van een bestaand Pools stuk, losge
maakt van de scenische opbouw en
van de bedoelingen ervan.
Het stuk, waar Grotowski van uit
ging, is „Akropolis" van Stanislaw
Wyspianski, die bij het Poolse symbo
lisme thuis is en het in 1904 schreef.
Bij hem speelt het zich af in de kathe
draal van Wawel aan de Weichsel, een
Pools pantheon. In de Paasnacht ko
men daar figu-
holland festival
ren uit wandta
pijten en beel
dengroepen tot
leven en spelen
scenes uit de Bij
bel, uit Homeros,
uit de Griekse
mythologie. Het
eindigt met de
gespeelde verrij
zenis van Chris-
tus-Apollo, klassiek-christelijk sym
bool van de geestelijke krachten, waar
uit Polen en Europa putten. Wyspians
ki onderzocht de bronnen van de Euro
pese beschaving op hun levende kracht,
mediterend bij de grote gedenktekens
uit het verleden, samengebracht in Po-
lens grootste museum, de dodenstad
der volkeren.
OP DEZE IDEE werkte Grotowski
verder: de concentratiekampen uit het
jongste verleden zijn de dodensteden
geworden van de moderne beschaving,
de gedenktekens voor de slachtoffers
Deze gevangenen in hun gescheurde
ruwe kleding, dat zij als een eenma-
kende uniform dragen, waaronder elke
individualiteit verdwijnt, spelen dezelf
de scènes, die de levend geworden
beelden in het oorspronkelijke spel op-
Dinsdag, 20 juni:
AMSTERDAM
Stadsschouwburg, 8.15 uur: The
emperor Jones, Haizlip-Stoiber
Company.
Concertgebouw, 8.15 uur: Poetry
for now, presentatie James Holmes.
Carré, 8.15 uur: Orfeo, Nederlandse
Operastichting en Nationaal Ballet.
SCHEVENINGEN
Oude Kerk, 8.15 uur: Nederlands
Kamerkoor en Nederlands Kamer
orkest o.l.v. Felix de Nobel.
UTRECHT
Michaelskapel Domtoren, 8.15 uur:
Akropolis, Pools Theaterlaborato
rium.
NIJMEGEN
Stadsschouwburg, 8 uur: Thyestes,
Toneel Vandaag.
,,ZE SCHUIVEN mij altijd in mijn
schoenen dat ik alleen moderne mu
ziek kan en wil zingen, dat is natuur
lijk onzin. Ik zing van alles", dat zegt
Sophia van Santé, die in Orfeo van
Monteverdi zowel de Proserpina als
een „nymf" zal zingen. Zij vindt het
verrukkelijk. Zoals zij het verrukkelijk
vond om mee te doen in Labyrinth
van Peter Schat dat „beter had kun
nen zijn als er meer samenwerking
was geweest".
Orfeo, in een breed opgezette ensce
nering, staat onder leiding van Bruno
Maderna. Sophia van Santé heeft veel
onder hem gewerkt. Zij vindt hem
„geniaal, beminnelijk en eenvoudig".
Ook is hij de meest veelzijdige figuur
die zij kent, heeft zich behalve in de
muziek ook verdiept in de Griekse
mythologie, de psychologie en de theo
logie, om maar wat te noemen.
Sophia van Santé „schrijf mijn
naam in godsnaam niet verkeerd"
is een zeer levendig en amusant
praatster. Zij springt met gretigheid
van de hak op de tak. Om nog even
op dat moderne terug te komen: „De
moderne muziek raakt meer die van
de 15e en 16e eeuw dan die van de ro-
ma'ntiek. Voor beide uitersten heb ik
een voorkeur. Maar ach ja, Hermann
Prey heb ik Die schone Müllerin horen
zingen, zó, dat ik er de tranen van in
mijn ogen kreeg".
In de opera voelt Sophia van Santé
zich in haar element. „Mensen dwin
gen tot kijken en luisteren, dat is iets
wat mij fascineert. Maar het is waan
zinnig moeilijk." Zij zingt natuurlijk
ook oratorium of lied met even grote
overtuiging. Wij ontmoetten haar in
Carré, met iets van zelfbewuste
triomf, dwalend door het duidelijk
waarneembare decor van Orfeo. Die
zelfde avond moest zij in Den Haag
zingen in Oedipus Rex van Strawinsky.
Sophia van Sante is geboren in Zaan
dam, dat een algemeen erkende ba
kermat voor zangeressen schijnt te
zijn. Aafje Heynis, Greet Koeman en
Nel Duval komen er ook vandaan. Zij
studeerde aan het Muzieklyceum in
Amsterdam, haalde het staatsdiploma
solozang, maakte deel uit van de
opera-klas aan het Amsterdamse con
servatorium »n werd voor studiedoel-
i'THii
einden naar de Bayreuther Festspiele
uitgezonden. Ook kreeg zij in Rome
een jaar muzieklessen van onder an
dere Napoleone Annovazzi en Marietta
Anstad. Er, nog studeert zij bij Ruth
Horna, bij wie zij „onder controle
staat".
Genoeg over het verleden. Zij treedt
overal in het buitenland op. Kortgele
den maakte zij een toernee door Ame
rika en Canada maar kreeg toen een
„vreselijke nostalgie" naar het oude
werelddeel. Zij zegt: „Toen ik al die
rottige houten huizen weer zag, was
ik zo blij weer in Europa terug te
zijn". Zij houdt meer van het romaan-
se dan van de gothiek. „Eigenlijk zou
je op een knopje moeten kunnen druk
ken om al was het maar even, in de
tijd van je dromen te kunnen leven."
Even maar. Want Sophia van Sante
heeft alle vrede met deze tijd. Zij
houdt van een goede jazz-combo, zij
vindt de Beatles „grandioos" en één
van die jongens, de naam wil haar nu
niet zo gauw te binnen schieten, „een
reuze-muzikant". Voor de rest is alles
betrekkelijk. Behalve dan het met
volle overgave, verrukkelijk zingen.
Sophia van Sante zegt: „Je leeft nü".
Het lijdt geen twijfel of zij zal de Pro
serpina van Monteverdi nü tot nieuw
leven brengen.
voerden. Er is dus ook hier symboliek
in dubbele zin. Het kampleven ze;
wordt niet realistisch weergegeve.
maar symbolisch aangeduid. In he
midden van de speelruimte staat ee.
grote kist, waarop in het begin eei
aantal lange kachelpijpen liggen in vei
schillende vormen, ijzeren kruiwagens
een badkuip. Aan twee kanten zijn e;
kleine podia. Over het spel verdeelt
zijn er een aantal korte scènes, waarir
kachelpijpen staande op de vloer wor
den vastgetimmerd of boven het tonee
opgehangen: het kamp wordt opgc
bouwd. Daartussen door spelen de gre
tere scènes, die uit bijbel en oudhei;
geput zijn, maar ook daarbij doen dr
attributen dienst, die bij het kamp ho
ren: kruiwagens worden zowel tronen
als wagens, de badkuip graf en bed
een gebogen kachelpijp, met plastic
omhangen, is Jacobs bruid Rachel. Dc
spelers houden steeds dezelfde kleding
al wijzigingen zij daar wel iets aan, hui-
gelaatsuitdrukking verandert nooit, hui-
gezichten zien er, ongeschminkt, uit
als maskers.
HET IS NATUURLIJK een groot ge
mis, dat men geen Pools verstaat,
want de ontmaskerende vervreemding
die de tekst ondergaat moet een var
de sterkste effecten zijn. Er is veel af
te leiden uit de tekenende bewegingen,
uit de aard der stemmen en de wisse
lingen daarin, maar wat men toch
mist ontdekt men in de nu meest spre
kende scènes. De laatste bijvoorbeeld,
die van de verrijzenis van Christus-
Apollo. De spelers dragen in een toe
nemende vervoering een vormeloz'
pop rond, een lijk, door de voorste
hoog boven de hoofden getild, de ande
ren elkaar vasthoudend lopen de hele
speelruimte door, podium op en a
krachtig zingend, steeds luider, tot zi
het lijk in de kist midden op het tonee
plaatsen, de een na de ander daarir
verdwijnen, het deksel sluiten, no
even zacht doorzingen tot het doodst'
wordt: in vervoering zijn zij de gas-
ovens ingegaan.
„De hoopvolle visie ondergaat een
blasfemische persiflage", zegt Ludwi!
Flaszen, Grotowski's dramaturg e:
rechterhand. Maar hij wil de voorste1
ling ook zien als een appèl aan „he'
onderbewuste geweten van de toeschoi
wer". Deze twee uitlatingen zijn inde:
daad met elkaar in overeenstemming
Wat is er in Auschwitz gedaan met hr
geloof waaruit wij dachten te leven
Het spel beeldt niet de gruwelen va:
Auschwitz uit het ziet de gaskamer
als de ondergang van de christelijk
beschaving en dat beeldt het uit
zonder estetisme, maar in een schok
kende doeltreffenheid. Een proeve van
Grotowski's meesterschap.
ANDRE RUTTEN
De volgende voorstellingen zijn: IP
juni Amsterdam, 20 Utrecht, 21 en 22
Den Haag, 23 en 24 Rotterdam.
(Van onze verslaggever)
AMSTERDAM, 19 juni. Aan Hugo
Claus' „Thyestes" hoopt men vanmor
gen af in de serie Festivalvoorstellin
gen „Darts" van Lodewijk de Boer toe
te voegen. Men krijgt dan in één pro
gramma twee Nederlandse stukken,
beide "door hun auteur geregisseerd.
„Darts" wordt door Utrechtse studen
ten gespeeld. Het is in het afgelopen
seizoen enkele malen in openbare ver
toningen te zien geweest en het heef
deelgenomen aan het studentenfestival
in Polen. Er zullen nog enkele techni
sche problemen moeten worden opge
lost, maar de kansen staan gunstig.
De volgende voorstellingen van
„Thyestes" zijn: 20 juni in Nijmegen
22 juni Eindhoven. 23 Arnhem, 24 Gro
ningen, 27 Rotterdam, 28 Deventer en
29 Tilburg.
ADVERTENTIE
M..S*
INDIAN TONIC SODA
GINGER ALE (Sweet and Dry)
Schweppes (Genvel) Ltd. Nederland
Riouwstraat 131 Den Haag Tel. 070-180558