Gun U
Vandaag
Love in"
Engelse Hetty
Man neergestoken
2
MOCHT IEMAND er ooit aan twijfelen of Ameiika een vrij
land is, dan moet hij maar eens een wandeling gaan maken door
een bepaald deel van de Haightstreet in San Francisco. De to
neeltjes, waarvan men daar getuige kan zijn, zouden in menig
vrijheidlievend land tot de onmogelijkheden behoren. Dit stukje
Haightstreet is het domein van de „hippies", het merkwaardig
ste verschijnsel dat Amerika ooit op het gebied van excentrieke
cultussen heeft voortgebracht. In zekere zin zijn de „hippies"
de opvolgers van de „beats", maar toch vormen ze weer een
klasse op zich. Ze kleden zich als de wilden op Borneo, hun
godsdienstige gewoontes zijn met die van de Hindoes vergelijk
baar, op sexueel gebied gedragen ze zich als konijnen, ze hebben
de hallucinerende middelen van de Chinezen overgenomen, de
economische inzichten van de Australische inboorlingen en de
vriendelijkheid van de eerste christenen. Hun leeftijd ligt tussen
de 14 en de 25 jaar. Ze zijn thans ongeveer 5000 man sterk,
maar aan het eind van het jaar kan hun aantal vertien
voudigd zijn.
123e JAARGANG Na 39641
ZATERDAG 24 JUNI 1967
De of het hippy Hetty McGee, een Engelse aanhangster van de excentrieke cultus.
MINISTER Dr. G. H. VERINGA, de „harde" opvol
ger van de „bloemrijke" prof. Diepenhorst, is niet
bang impopulair te worden. Al zit hij er niet op te
wachten gescandeerd (Verin-ga) op straat te komen.
HET IS ONJUIST te denken dat alleen Nederland
zijn theologische „trouble-makers" kent. Nog onjuis
ter is te zeggen dat we in de Kerk vijftig jaar geleden
de eenheid hadden. In de rubriek „Kerk in Beweging"
schrijft dr. K. J. Hahn over de strijd voor interne
vrede van de Kerk.
LITERATUUR
NATUUR
VERKEER
VOORTS
MUZIEK
JEUGD
SAN FRANCISCO, juni.
IN HET VOORBIJE half jaar
hebben de „hippies" een gebied
van San Francisco, dat ongeveer
vier huizenblokken beslaat, let
terlijk bezet. En ze vormen zo'n
eigenaardige bezienswaardigheid,
dat de bussen met toeristen nu
ook hun wijk aandoen. De hip
pies negeren de toeristen ofwel
straal of lachen hen vriendelijk
toe. Want ze verkeren ofwel on
der de invloed van hallucineren
de middelen of beelden zich in,
dat de rest van de wereld niet
bestaat.
De wei-doorvoede bandleider Pigpen.
De hippies prediken liefde en schenken bloemen.
BIZARRE CULTUS IN V.S
DE TIJD
DE
kleren. Verder de vrouw van George,
helemaal in het zwart met een band
om haar hoofd, waarin een grote veer
steekt, die ruggelings naar beneden
wijst. En tenslotte Hetty McGee, een
Engels hippy. Hetty draagt een vieze
corduroy pet met kralen er omheen ge
wonden en een purper satijnen blouse,
geborduurd met bloemen. Ze eten als uit
gehongerde dieren en praten alleen
maar over LSD. Ik vraag hun of ze
niet bang zijn voor de gevolgen ervan.
„Die gruwelverhalen over LSD", zegt
George, „worden verspreid door de au
toriteiten. Van slechts zes mensen weet
men, dat ze aan de LSD zijn gestor
ven. Vergelijk dat eens met het aantal
slachtoffers van de drank."
Ik heb geen cijfers tot mijn beschik
king. Het enige, dat ik weet, heb ik ge
hoord van een psychiater. Die vertel
de me, dat de psychiatrische klinie
ken van de ziekenhuizen boordevol lig
gen met mensen, die lichamelijk ver
woest zijn door de „acid", zoals de
LSD in de volksmond heet. Hetty, die
26 jaar is en een zoontje heeft van ne
gen, Jason genaamd, beschouwt de
LSD als een middeltje voor alle kwa
len. „De LSD heeft me helemaal ver
anderd", zegt ze. „Sinds mijn vroeg
ste jeugd heb ik narigheid aan mijn
oog gehad. Die is nu helemaal verdwe
nen. En dan mijn duizelingen. Ik durf
de eerst niet eens bij een raam op de
tweede verdieping te gaan staan. Nu
maal ik daar niet meer om."
Hetty praat dan over haar zoon. „Ik
heb Jason onlangs zijn eerste LSD ge
geven. Geen grote dosis. Maar hij had
de mooiste „trip", die je je maar be
denken kunt. Hij zag alles en hij is
nu al veranderd. Toen hij van zijn
trip terugkwam, zei hij tegen me:
Mammie, dank U wel, dank U wel.
Nu zal ik nooit meer een slecht mens
zijn. Was dat niet geweldig?"
Ik durf haar niet te zeggen, dat ik
dit, met één uitzondering, misschien de
afschuwelijkste woorden vind, die ik
ooit van een kind gehoord heb. Die ene
uitzondering betrof een meisje van zes,
dat een vriend van me in Haight-Ash-
bury tegenkwam. Zij was aan een
„trip" bezig. Hij vroeg haar of ze ooit
iets anders had geprobeerd. „Tot dus
verre heb ik alleen maar „acid" en
„grass" gehad", luidde het antwoord.
„Grass" is marihuana. Mijn metge
zellen waren meer geïnteresseerd in de
onthullingen, die de LSD naar hun zeg
gen bij hen had bewerkstelligd. „Je
weet alles", zegt George's vrouw. „De
geheime.i van het heelal zijn allemaal
eenvoudig te begrijpen. Alles is een
voudig geworden".
Ik vraag, of ze die geheimen aan me
wil onthullen. „Doorgaans zijn ze niet
over te brengen. Maar soms tijdens
een trip zie je iets zo duidelijk voor
je, dat je kunt spreken en je vrienden
verbaasd doet staan". „Wat wekt er
verbazing bij je vrienden?", vraag ik.
„Ik kan me herinneren", zegt de
vrouw van George, „dat ik keek naar
een kleine steen en ik zag dat hij een
bepaalde richting uitviel als een lawine
op een berg. Het steentje was hetzelfde
als een berg. En ik wist, dat een klei
ne molecule ook hetzelfde zou zijn." Ik
merk, dat de vrienden van George's
vrouw niet alleen snel verbaasd staan,
maar zich bovendien over de bewijs
kracht hiervan niet al te druk maken.
Die dag is er ook een „love-in". Zo
noemen de kranten het tenminste, hoe
wel ik vind, dat die gebeurtenis de be
lofte van haar exotische naam niet
inlost.
Om twee uur zaterdag 's middags,
zetten de hippies een podium op in een
van de parken van San Francisco, een
kleine strook van ongeveer 200 meter
breed, genaamd de Panhandle. Acht
uur lang schalt er door de luidsprekers
de hardste muziek, die ik ooit in mijn
leven gehoord heb, afkomstig uit de in-
instrumenten van acht opeen
volgende beat-bandjes.
Langharige en met kralen omgorde
hippies dansen op de wilde tonen. Als
ik me tussen de menigte begeef, is het
eerste dat me opvalt, de doordringende
lucht van marihuanarook. Toch is er
volop vreugde. Dit zijn de hippies in
hun vreugdeuitingen en niet in hun
mystieke gedaante. Moeders dansen
met de babies op hun ruggen gebonden.
Kinderen huppelen in het rond. Gelief
den kussen elkaar, liggend in het gras.
De ene na de andere beatgroep
speelt de wilde muziek van de hip
pies. Muziek speelt een belangrijke rol
in hun leven.
De bekendere groepen hebben exoti
sche namen, zoals „Big Brother" en
de „Holding Company", Jefferson Air
plane" en de beroemdste van alle
maal „The Grateful Dead", de
dankbare dode. Deze laatste groep, die
geleid wordt door een enorm wilde fi
guur produceert muziek, die Paul
McCartney als een bedreiging van
de Britse groepen beschouwt. Het
zijn niet de beste bandjes, maar hun
beat en electronische Indiaanse gejam
mer windt de menigte op.
Twee meisjes ontdoen zich van al
hun kleren, iets waartoe de hippy-
meisjes toch nogal gauw geneigd zijn.
Niemand van de jongelui kijkt geschokt
maar de politie vindt het niet oirbaar.
Sirenes loeien en het gesnerp van po-
litiefluitjes klinkt. Het verkeer aan bei
de kanten van het park wordt stilge
zet. De meisjes worden meegenomen.
Maar het komt in geen enkele politie
man op om de rest van de meute uit
elkaar te jagen.
Ik verlaat het tumult en kom pas te
gen het vallen van de avond terug.
Weer iets nieuws. Tussen de hippies
zie ik mensen, die uit bierbusjes drin
ken. De hippies staan in „trance", an
deren zijn dronken.
Wanneer de laatste band de afmars
blaast en zijn instrumenten inpakt, doet
Michael Bowen, de organisator van de
„love-in" een beroep op de massa om
het park op te ruimen alvorens dit te
verlaten. Gehoorzaam beginnen de hip
pies onmiddellijk het papier, de flessen
en het afval van de dag op te ruimen.
Dan smijt een dronkeman een fles
in de richting van het podium. Michael
Bowen komt naar beneden en begint
met me te praten.
„U ziet het, dat heb je nu van al
cohol", zegt hij. „Dat is het probleem
op de wereld. Wat doen wij voor
kwaad? Maar die dronkelappen, die
moorden". Als we het park verlaten,
zien we een meisje over de grond kron
kelen. Uit haar mond drupt geel speek
sel. Zij is bezig aan wat ik herken als
een slechte trip tengevolge van LSD.
De volgende ochtend is de laatste,
die ik in Haight-Ashbury doorbreng:
Een tijdje ben ik aangetrokken door
de vriendelijkheid, de mildheid en de
openheid van de hippies. Nu ben ik
verslagen door hun lethargie, hun to
taal vruchteloze levenswijze. Ik wi] al
leen nog de winkel van de „Diggers"
zien. De „Diggers" vormen tenminste
een groep, die er een streven op na
houdt. Ze willen iets voor de mensen
doen. De winkel heet „Trip without a
Ticket" (trip zonder kaartje). Ik loop
er naar binnen. Het ziet er uit als een
tweedehands klerenzaak. Het is er in
derdaad een. Het verschil met andere
zaken is echter, dat alles er gratis
is. Een paar trapjes op is een atelier.
De klant wordt er op attent gemaakt,
dat hij alles mag meenemen wat er
ligt om er van te maken wat hij no
dig heeft. De goederen mogen echter
niet meegenomen worden, als men er
toch niets van wil maken. De „Digg
ers" zijn de puriteinen van de nieuwe
beweging. Ze keuren het gebruik van
hallucinerende middelen helemaal niet
goed. Ze willen alles doen wat anderen
van hen vragen, als zij die opdracht
goedkeuren. Ze zorgen, dat de hippies
eten krijgen, zoeken kamers voor hen,
kleden hen. Allemaal gratis.
Men heeft me verteld, dat Robin
Spry met de winkel begonnen is. Hij
vertelt, dat dit zomaar gebeurd is.
Ik vraag hem hoe hij het heeft geor
ganiseerd. Dat heeft hij niet, zegt hij.
Een jongen, Peter genaamd, komt
naar me toe en geeft me een leuke
pijp. gemaakt uit een «tuk Mah Jong.
„Om hasjisj te roken", zegt hij.
„Vindt U hem mooi?"
Ik antwoord bevestigend.
„Dan mag U hem houden", zegt hij
laconiek.
Hij blijkt mededeelzamer dan Robin.
„Gelooft U in vrijheid? Goed. Dan is
iedereen vrij.
„We hebben machines gekregen. Ma
chines kunnen machines maken. Doen
het werk. Niemand hoeft te werken.
We hebben alles. Ga dan uit de maat
schappij weg. Akkoord?"
Gemurmel.
„Waarom zouden de mensen nog
wensen hebben? Op de Expo '67 hebben
ze een machine, die voor iedereen op
aarde in 187 minuten t.v.-toestellen zou
kunnen maken."
Ik geef toe, dat Amerika met een
automatiseringsvraagstuk kampt en dat
het een goed werk zou zijn de
Amerikanen te leren zich niet schul
dig te voelen over het feit, dat ze
niet werken. Maar Peter blijkt niet
van grapjes te houden.
„Kletskoek, man, kletskoek. Je zult
in nog geen tien jaren met kinderen
kunnen praten. Ze willen wat je zegt
toch riet begrijpen." Ik ben er ook
niet zeker van, dat er met hen al te
praten valt.
„Als de politieons drie maanden
geeft, vegen wij het land aan.""
Ik denk een tijdje na. In drie maan
den tijd bijna een kwart miljoen kin
deren uit het hele land. Vriendelijke
hippy-kinderen.
Ze zouden naar San Francisco komen,
waar mogelijk neer gaan liggen en ten
onder gaan in de mengelmoes van
pseudo-mystisch verval. Kinderen, ont
goocheld door de oorlog, door de weg
die de Amerikaanse droom is ingesla
gen. Verloren, eenzaam en bang.
Californië zou hun een hemel toe
schijnen. LSD een lokkende illusie. De
muziek zou hen in trance brengen.
Jongens als Peter met inwendig vuur
zouden er maar weinig zijn. En zij
zouden de liefde vergeten. Vergeten,
dat zij geen leiders wensen. En zij zou
den de nieuwe leiders volgen. Leiders,
die bijna even verderfelijk voor hun
geest zouden zijn als de LSD.
„Het gemillimeterde
hoofd", van Gerrit Krol, is
geen gemakkelijk boek. Ze
ker niet voor een niet-wis-
kundige", schrijft Kees
Fens.
„La Palmeraie", roman
van Fran$ois-Régis Bastide
over de Fransen in de Ara
bische wereld.
De poëzie van Yeats
Boekenwereld
Verliefdheid wordt insec
ten fataal, dank zij listige,
geurige middeltjes die be
strijders inschakelen. 3
Zijn ook militairen on
derworpen aan prof. Belin-
fante's nieuwe verkeersre- A
glement?
Dammen en schaken,
postzegels en puzzels.
De Lieverdjes. 5
Ramses Shaffy, Liesbeth
List, Carmiggelt, Nina Si-
mone en Becaud in de ru
briek „Toerentaal".
Een filmster heeft geen
gemakkelijk leventje. Lees
„Jullie eigen tijd", pagina
voor de jeugd. O
HIPPIES
(Van een correspondent)
Het eerste, dat men opmerkt, als
men door hun straten loopt, is dat
minstens de helft van de inwoners licht
schommelend loopt. Ze kijken glazig
®n beginnen plotseling te lachen. Soms
schreeuwen ze. Ze verkeren onder de
mvloed van verdovende middelen, of
z'jn beïnvloed door doping.
Men moet er geen sigaret weggooi-
en. De meeste hippies lopen barre
voets. En als ze op een brandend peuk-
sigaret gaan staan, voelen ze dit
niet. eens.
De hippies geven bepaalde dingen
weg. Bloemen, veren, stukken bont.
Ze glimlachen en dringen U hun ge
schenken op.
Op de eerste avond, die wij in Haight-
Asbury, zoals het district heet, door
brachten, bezochten we een klein res
taurant, dat „Connie's" heet. Het was
er armoedig en leeg en men diende
er onsmakelijk Westindisch eten op.
Dat het er zo leeg was, komt omdat
de hippies zich nauwelijks een restau
rant kunnen veroorloven.
Ik ging er heen met Alan Cohen, een
van de redacteuren van de krant van
de hippies, het „Orakel", een mooi
blad, dat uitkomt zodra het maar ge
reed is. Alan is een hippy.
„We geloven in de liefde" vertelt hij.
„We willen, dat iedereen van ieder an
der houdt."
Alan is 24 jaar, draagt net als de
meeste andere hippies een snoer kralen
om zijn hals en is afkomstig uit een
middenstandsmilieu. „We dragen alle
maal kralen" zegt hij. „Kralen verte
genwoordigen gedachten. Al onze ge
dachten zijn aaneengeregen. En de kra
len worden bij elkaar gehouden door
een koord. Dat is ons geweten, onzicht
baar, maar zuiver en blank."
Alan vertelt ons over LSD. „Ik ben
hierheen gekomen, omdat ik dichter
ben. LSD vergroot je waarneming en
leert je jezelf begrijpen". LSD en
marihuana zijn gemakkelijk verkrijg
baar in de wijk Haight-Ashbury en de
hippies scheppen er een genoegen in
om voortdurend „high" te zijn. Voor
hen is het hallucinerende middel en zijn
gevolgen zoiets als een religie gewor
den. „Tijdens mijn eerste „trips" deed
Ik van alles. Ik sprak met God, zag
het absolute en op mijn weg naar be-
neden vermoordde ik mijn vader la
Oedipus. Het was verschrikkelijk, maar
nu weet ik, dat we allemaal God zijn."
Jongelui uit alle delen van Amerika
trekken naar San Francisco om aan de
ze fcüaarre cultus fnee té dp.en. Van
de zomer worden 100.000 tot 200.000
jongeren verwacht, die zich aan
de maatschappij zullen onttrekken, op
de LSD zullen overstappen en zullen
gaan delen in de poëtische visioenen.
Connie komt vertellen, dat zij haar res
taurant gaat sluiten. Er doen geruch
ten de ronde over relletjes in andere
delen van San Francisco. Ze is bang,
dat haar ramen zullen worden inge
gooid. Er is nergens een gelegenheid
om te gaan zitten praten. Een koffie
bar en een „drugstore" is alles, wat
men in de wijk kan vinden. We steken
over naar de psychedelische winkel.
Er blijkt maar weinig te koop te zijn.
Wat sieraden, veel kralen, een paar
boeken en veel aanplakbiljetten. Ach
ter de winkel is een tent ingericht.
Alan licht het zeil op. In de tent liggen
een paar inerte figuren op tapijten uit
gestrekt. Een lantaarn die flets licht
verspreidt, hangt boven hen.
„Dit is een meditatieplaats" zegt
Alan.
Het meisje, dat het winkeltje drijft,
zegt, dat ze wil sluiten, vanwege de
geruchten over de rellen. Wij mogen
wél blijven, de mediterenden worden er
uit gegooid.
Onder een reclamebord, waarop
staat „Goede spiritualiën", treffen we
een kleurling aan, die zacht ligt te
kreunen.
Hij is aan een „trip" bezig. De
vriendelijke Alan tilt hem op. Hij heeft
een grote, bleke plek boven zijn oog.
Slingerend en zuchtend staat hij
op. Het meisje in de winkel glimlacht
tegen hem. Plotseling lacht hij al zijn
tanden bloot en wankelt de straat op.
Het meisje vertelt, dat er twee deu
ren verder een man is neergestoken
en vraagt of we ook willen weggaan.
Niemand schenkt veel aandacht aan
de affaire van de neergestoken man.
Dan wordt er een etalageruit ingesla
gen. De politie arriveert bijna onmid
dellijk. Zeven auto's, een overvalwa
gen, tien agenten op motorfietsen. Op
roerpolitie met helmen en gummi
knuppels.
Drie gekleurde jongens worden ge
boeid in de overvalwagen geduwd.
Dan blijft iedereen staan. De politie
schijnt een rel te willen. Een van de
politiemannen bast een reeks overbo
dige orders in de megafoon naast ons.
Zelfs hij verliest de moed.
Na een poos lijkt het de politie te
gaan vervelen. Ze vertrekt. Het is
voor de hippies, die nergens naar toe
kunnen, tijd geworden om een bed op
te zoeken. Ze drommen de
„drugstore" binnen. Twee meisjes vra
gen aan enkele jongens of ze bij hen
kunnen slapen. „Als je wilt", zeggen
de jongens.
De oudere hippies, van wie er en
kelen getrouwd zijn, hebben kleine ap
partementen. De anderen mogen met
z'n tienen of twintigen een grote flat
delen. Er is doorgaans nog wel plaats
voor iemand anders, zelfs als dit bete
kent, dat hij het bed met een vreem
de moet delen. Liefde bedrijven, als
men het zo wil opvatten. En in het
algemeen vatten ze het zo op. Zo niet,
dan slapen ze in de parken.
De eenzaamheid is de voornaamste
reden, waarom ze hier zijn. Ze weten,
dat ze de wereld, zoals die is, haten.
De oplossingen, die zij hebben voor
de wereldvraagstukken zijn uiterst
naïef.
Terug naar de natuur. Staak de oor
log en stort het geld op China uit. Leer
een ambacht en sticht kleine gemeen
schappen. Verlaat de steden. Er zijn
honderden oplossingen. Maar ze heb
ben maar één probleem. Ze kunnen
geen plaats vinden in de wereld, zoals
die is.
Wij hebben die nacht heel lang met
Lynn gesproken. Een leuk meisje, dat
er als achttien uitzag, maar in wer
kelijkheid 23 was. Ze had een flat,
die ze met haar broer, een kunstenaar
deelde. Ze werkte twee weken als ty
piste en daar kunnen ze wel een
maandje van leven. Ze gebruikte geen
LSD, maar rookte wel marihuana. Ze
hield niet van „sex in het wilde weg".
Wat deed ze in die wijk? „Ik veronder
stel, dat ik eenzaam ben. Iedereen
daar is eenzaam. De mensen schieten
me op straat aan en zeggen me hoe
eenzaam ze zijn en vragen me of ik
bij hen wil blijven." Wij zouden andei-e
redenen kunnen bedenken waarom
sommigen bij Lynn zouden willen blij
ven. Zij echter weet het aan de een
zaamheid.
„Wat ik probeer te vinden, is teder
heid", zegt ze. Ze stelt geen hoge ei
sen aan een echtgenoot om voor te ko
ken en te wassen. Maar ze wil hem
vinden onder de hippies, die naar ze
meent eerlijker zijn dan de rest
van de mensheid.
De volgende dag neem ik drie hip
pies mee uit eten in de Chinese wijk.
We vormen een opmerkelijk gezelschap.
Tot ons groepje behoort George Ison-
ga«, met wilde haren en veel te grote