EITJES VOOR DE OMELET
ROBBIE DE
BEER en de
sneeuwstorm
Julie Andrews hie ld vol
Een filmster heeft geen gemakkelijk leventje
Raketten naar Venus
De nieuwe pieren
TIJD-OPNAMEN nommer 14
BEROEMD
...IN WERKELIJKHEID
OP DE FILM EN
JE TIJD
ZATERDAG 24 JUNI 1967
b
JULIE ANDREWS
was nog maar een klein
meisje toen ze al mee
mocht doen op het to
neel. Samen met haar
stief-vader zong ze lied
jes en iedereen vond het
schitterend. Wanneer
een zaal vol mensen in
de handen klapt, omdat
jij zo mooi gezongen
hebt, voel je je heerlijk.
„Het is twaalf over vier, maar misschien
ben ik een paar minuten voor."
„Onbelangrijk, een circulaire."
Zo zag Julie Andrews eruit als Mary Poppins
in de film van Walt Disney.
Als je zoals Julie Andrews een beroem
de filmster bent, kun je nooit meer gewoon
de straat op gaan om boodschappen te doen.
Want dan vliegen meteen fotografen op je
af. Je ziet er hier een heleboel met hun
camera's allemaal op Julie gericht. Ze heeft
pikzwarte handen, want die heeft ze in een
soort vette zwarte modder gedrukt die hard
wordt. Dat mogen alle beroemde filmsterren
in Hollywood, want dan blijven hun hand
afdrukken bewaard. Ik denk dat Julie wel
eens bij zichzelf zal zeggen: ik wou dat ik
eventjes alleen was en niet eeuwig hoefde
te glimlachen.
Zijn gezicht klaart op, als hij naar Robbie kijk^
„Kun jij niet met me meegaan?" oppert hij. »U
zal goed op Robbie passen, mevrouw Beer", beloof
hij, als hij ziet dat Robbies moeder haar wenkbra
wen fronst „Oh ja, alstublieft mamma, mag ik
Jasper mee?" smeekt de kleine beer. Mevrouw Bec
aarzelt. Robbies vader staat op en neemt de
jongens mee naar zijn studeerkamer. „Hier is
wereldbol", wijst hij. „Nou Jasper, vertel eens KV ,e
het land der Vulkanen ligt?" Jasper tuurt naarjnC[t
landen die op de globe zijn aangegeven en
al spoedig dat, waar zijn neef Dickie Dooi w jnSt
„Het is wel een flink eind uit de buurt", PevrgIÏ
meneer Beer. Maar uiteindelijk krijgt Robbie
zijn ouders toch toestemming om met Jasper
te gaan.
O, jé, wat is er nu toch weer?
Er zijn vandaag geen eitjes meer!
Ach, juist nu Koningin Agethe
een zoete omelet wil eten.
Verdrietig staat de dikke kok
te schreien bij het kippenhok.
Hij ziet verslagen naar de kippen,
die driftig pikkend verder trippen.
Ze trekken er zich niets van aan:
Ze hebben ruzie met de haan!
Geen kipje wil er tok meer zeggen.
„Toe", smeekt de kok minuten lang,
„toe haan, het is een staatsbelang.
De kippen zullen niet meer staken,
als jij maar eerst excuus wilt maken".
„Best" roept de haan. „Pardon,
pardon.
Ik was de eerste die begon".
Nu tokken alle kippen even:
„Dan zullen we het maar vergeven".
Ze kakelen verheugd en blij
en leggen gauw een glanzend ei.
„Dank" roept de kok. „O, lieve
kippen
hier kan geen kunstenaar aan tippen!"
Hij Juicht en fluit en zingt van pret,
en bakt een reuzenomelet.
VERA WITTE
Behoedzaam dragen ze Jasper de kamer in en me
neer Beer legt hem in een fauteuil. Jasper is al
snel zover opgeknapt, dat hij zijn verhaal kan ver
tellen. „IJsbrand is me ontsnapt door onder de vloer
van de hut door een gang te graven", legt hij uit.
„Ik heb urenlang gezocht, maar ik kon hem niet vin
den. Toen is hij begonnen met die sneeuwstorm en
daardoor moest ik het opgeven". Somber kijkt Jasper
voor zich uit. „Dit is het afschuwelijkste weer dat
Notendorp ooit gehad heeft", voegt hij eraan toe.
Robbie gaat naar het raam en kijkt naar de zwie
pende sneeuwvlokken. „Hoe moeten we hier een eind
aan maken?" mompelt hij.
„Zullen we ieder nog eentje?
Maar dan jij zonder tik, hè?"
„Jasper! Wat is er gebeurd?" roept Robbie uit, ter
wijl hij zijn uitgeputte vriendje ondersteunt. De ar
me Jasper kan bijna geen woord uitbrengen. „Het
is... IJsbrand... Sneeuwstorm", kreunt hij. „Hij is...
ontsnapt!" Robbie slaagt er met veel moeite in de
deur dicht te krijgen en brengt Jasper naar binnen.
„Mamma! Pappa!" roept hij. „Kom eens vlug!"
Meneer en mevrouw Beer komen de kamer uitren
nen. „Lieve hemel", roept meneer Beer uit. „wat
is er aan de hand?"
„Dit zou nooit gebeurd zijn", zegt Jasper mis
troostig, „als ik erin geslaagd was mijn neef beter
in de gaten te houden". Opeens blaast er door de
schoorsteen een zo sterke windstroom, dat de ko
len uit de kachel worden geblazen. „Vlug Robbie,
geef me een veger en blik", roept meneer Beer,
terwijl zijn vrouw verschrikt naar de haard kijkt.
Robbie wil naar de keuken gaan, maar dan ineens
ziet hij voor het raam een grijnzend gezicht. „Oh
oh kijk eens", schreeuwt hij. „Daar is IJsbrand
Sneeuwstorm!"
Voordat de anderen bij het raam zijn, is het boze
elfje verdwenen. Er is niets te zien dan razend
voortvliegende sneeuwvlokken. „Ik ben bang, dat f
IJsbrand hiermee doorgaat, totdat mijn andere neef,
Dickie Dooi, hierheen komt", zegt Jasper somber.
„Wel, waarom laten wij Dickie dam niet weten wat
hier gebeurt?" zegt Robbie, als het viertal weer rond
de kachel zit. Jasper kijkt bedenkelijk en antwoordt:
„Dat is een heel lange reis. Dickie woont in het
land der Vulkanen en ik zou de tocht in elk ge
val niet in mijn eentje kunnen maken. Er zou be
slist iemand met me mee moeten gaan".
yOi-Vr,
EEN MEISJE dat „Jul
lie eigen Tijd" leest, vroeg
om een verhaaltje en een
foto van de filmster Julie
Andrews. Hier staat het
dan, op verzoek van Ma-
riëlle Droës uit Amster
dam. Maar ik zeg er van
tevoren bij, dat Julie An
drews de enige van 's
filmsterren en zangeres
sen is, die in jullie krant
komt. Omdat zij de hoofd
rol heeft gespeeld in de
film ,Mary Poppins" wat
zo'n bijzonder verhaal is.
Maar de volgende och
tend moet je al vroeg weer
naar het toneel. Dan is de
zaal een grote koude holte
vol lege stoelen, het is er
half donker, de man achter
de piano is uit zijn humeur
en zit te gapen, en je krijgt
zelf op je kop omdat je kraag
niet goed zit. Van negen tot
half een moet je achter el
kaar repeteren - tien keer
achter elkaar hetzelfde lied
je zingen met tien keer je
liefste en vrolijkste gezicht
tegen de lege stoelen. En
het kan niemand wat sche
len dat je er geen zin meer
in hebt en dat je doodmoe
bent. Je mag niet eens even
gaan zitten.
En wanneer de ochtend
eindelijk voorbij is, moet je
gauw een paar boterham
metjes eten, want 's mid
dags heb je les. Do-re-mi-
fa-sol- zingen, en ene-twée-
je-drieje en een lepel honing
toe als je schor wordt. Op
deze manier heeft Julie An
drews jaren moeten leven.
Als je dat volhoudt en je
zegt na drie jaar: ik wi)
toch naar het toneel, m'n
leven lang, dan lukt het mis
schien.
JULIE ANDREWS heeft
het volgehouden. Toen ze
zestien jaar oud was, mocht
ze Assepoes spelen, en dat
deed ze zo mooi dat ze daar
na een rol kreeg in een ech
te musical. In New York.
Nu werd het menens. Ze
moest weg van huis, om in
New York te gaan wonen,
en dat viel niks mee. Ze
had af en toe echt heim
wee. Maar als ja in een mu
sical optreedt, kun je er
niet zomaar mee ophouden
als je geen zin meer hebt.
Want je hebt een contract
getekend en dat geldt een
jaar lang. Toen Julie einde
lijk naar huis mocht, kwam
er iemand die zei: „Je hebt
het zo mooi gedaan, wil je
nu niet in een andere mu
sical zingen?" Dat was ,,My
fair lady" die ook in Ne
derland is opgevoerd. Julie
dacht: dit is mijn grote
kans, want ze kreeg de
hoofdrol. Ze zei ja, en ze
ging niet naar huis.
TWEE JAAR lang heeft
ze elke avond op het toneel
gestaan. Twee jaar lang
werd ze elke avond toege
juicht. Ze was beroemd ge
worden, zo beroemd dat de
grote Walt Disney haar
vroeg voor zijn film Mary
Poppins. Die is gemaakt
naar een boek waarin het
verhaal staat van een kin
dermeisje dat een beetje
kan toveren. Ze komt in een
familie met vier kinderen en
die beleven de gekste avon
turen met haar. Je moet het
boek maar eens lezen, ook
als je de film gezien hebt.
Het is in het Nederlands te
krijgen en heet Maria Pop
pins.
Je begrijpt wel dat het
voor Julie Andrews een heel
leuke rol was om te spelen.
En dat niet alleen, want nü
ze eenmaal in de filmstad
Hollywood was gekomen,
kreeg ze ook in andere
film. rollen te spelen. Ze
is nu een ster. Maar je
moet niet denken dat dat
een gemakkelijk leventje is!
JULLIE EIGEN TIJD
DE VORIGE WEEK zijn
er twee raketten naar de
planeet Venus afgeschoten.
Een uit Rusland en twee
dagen later een uit Ameri
ka. Als je wilt zien waar
die raketten naartoe vlie
gen, moet je "s avonds als
de zon ondergaat maar eens
in de lucht kijken. Een stuk
boven de plaats waar de
zon Is verdwenen staat een
dikke ster te flonkeren, de
allereerste die je kunt zien
in de schemer. Die ster is
Venus.
Eigenlijk moet je niet
„ster" zeggen, maar „pla
neet". Een planeet is net
zoiets als de aarde, terwijl
een ster gloeiend heet is,
als de zon. Dat een planeet
er als een ster uitziet, komt
omdat de zon erop schijnt
waardoor het lijkt of hij
zelf licht uitstraalt. Zo is
het ook met de maan. Die
zie je als hij vol is, omdat
de zon er dan op schijnt,
en je ziet hem niet als hij
nieuw is want dan schijnt
de zon er niet op.
Als je een hele grote kij
ker had, zou je ermee kun
nen zien dat Venus de
vorm van een halve maan
heeft. Wij zien hem nooit
„vol" als de maan en nooit
midden in de nacht, maar
altijd *s avonds of 's och
tends.
Als je wilt weten hoe dat
komt, moet je maar eens
in een boek over sterren
kijken, want het is moeilijk
in een krant uit te leggen.
Die raketten zijn vier
maanden onderweg naar Ve
nus. En ze gaan veel har
der dan een straaljager.
Half oktober komen ze aan.
Dan beginnen hun radio's
te werken en die zenden al
les wat de instrumenten te
weten komen naar de aar
de. Hoe warm het er is, of
hoe koud, of er water is,
en wat voor lucht. Of er
iets leeft (geen mensen,
maar misschien iets plant-
achtigs), of er radio-actie
ve stoffen zijn en van aller
lei.
OP TERSCHELLING we
melt het van de rupsen. Ha
rige kruipers zijn het, die uit
de duinen komen en door
alle kieren de zomerhuisjes
binnendringen. Het zijn rup
sen van satijnvlinders en als
je ze aanraakt krijg je vre
selijke kriebel.
Een paar badgasten heb
ben bah! geroepen, hun kle
ren in hun koffers gepakt en
de boot terug naar huis ge
nomen. Misschien gaan de
schoolkinderen van Terschel
ling nu helpen om do rupsen
te vangen.
DE VORIGE WEEK zijn
de nieuwe pieren van
IJmuiden door de koningin
„geopend". De langste van
de twee, de zuidelijke
steekt nu 3V« kilometer in
zee. Om de zwaarste stor
men bij zuidwestelijke wind
met zijn beukende golven
te kunnen weerstaan, moet
zo'n pier verschrikkelijk
sterk zijn. Daarvoor heb
ben de ingenieurs breukste
nen gebruikt. Dat zijn
blokken van een paar dui
zend kilo per stuk, die uit
België komen. Ze zijn per
trein aangevoerd. Er waren
1700 treinen nodig om ze
allemaal naar IJmuiden te
brengen en het heeft bij el
kaar vijf jaar geduurd.
Van de trein werden de
breukstenen op speciale
schepen geladen die ze op
de juiste plaats in zee lie
ten plonzen. Het is niet zo
gemakkelijk om te weten
waar dat moet, want je
kunt niet onder water kij
ken om te zien waar de
vorige liggen. Daarom wa
ren er aan de kust op drie
verschillende plaatsen radio
zenders opgesteld, die be
paalde bliep-geluiden lieten
horen. Met behulp van een
speciaal ontvangsttoestel
aan boord van het schip
kon de goede plaats telkens
tot op een paar decimeter
nauwkeurig worden gevon
den. Tijdens het werk zijn
er bij zware storm wel eens
een paar van die steenblok
ken door golven weggesla
gen water is verschrik
kelijk sterkl en ook zo
maar een paar auto's. Maar
nu liggen de pieren er, oer
sterk, ieder met een zeven
meter brede weg boven op
zijn rug. Vanuit de lucht
gezien lijken het twee dun
ne kronkelslangen.