Directie en gemeente blijven optimistisch Vakbeweging conservatief F risdrankindustrie vreest catastrofe Kritiek op onevenwichtig bouwbeleid van regering Aberfan KLANTEN VOOR MOBIL OIL LATEN OP ZICH VACHTEN Dertien landen in „Onze Wereld s REMY MARTIN Geen vrijstelling dienstplicht voor bouwvakarbeiders Witte streep op weg per 1 juli dwingend VAN TIJD TOT TIJD tijd Ié reen twijfel PRIMAIR Verwarrend V.S.O.R de enige kwaliteit in cognac waaraan REMY MARTIN zijn naam verbindt Import Jacobus Boelen VOORSTEL MOMMERSTEEG KATHOLIEKE BOUWVAKARBEIDERS ZATERDAG 24 JUNI 1967 AMSTERDAM, 24 juni Met Mobil Oil-raffinaderij, die in ^et westelijk havengebied van Amsterdam langs het pas ver brede Noordzeekanaal verrijst en de hoofdstedelijke economie ^euw leven moet inblazen, gaat bet niet zo voorspoedig als de i FaPporten en toekomstvisies van l ^im een jaar geleden hebben v°orspeld. Het krakeel over Whtverontreiniging is inmid dels verstomd, maar moeilijk heden van geheel andere aard v°rmen nu voor de directie van deze eerste olie-raffinaderij onder rook van Amsterdam een v°ortdurend onderwerp van ge brek. <&het VLIEGREIZEN IERLAND W^-AIR holland holydays, Het bouwschema van de Mobil Oil-raffinaderij klopt nog steeds. Als er geen strenge winter komt, kan de raffinaderij volgend jaar zomer beginnen te draaien. Dat betekent dan werkgelegenheid voor 250 man. De werkgelegenheid voor vele duizenden, waarover indertijd in de nota's werd gesproken, zal echter nog wel een aantal jaren op zich laten wachten. Er bestaat bij vele (petrochemische) bedrijven onder invloed van de conjunctuur een duidelijke investeringsvrees. In het westelijk havengebied van Amsterdam verloopt de bouw van de Mobil Oil-raffinaderij, de eerste in de hoofdstad, volledig naar wens. Grote opslagtanks verrijzen haast zienderogen. Alleen op het grote terrein naast de raffinaderij, waar de petrochemische indus trieën moeten komen, blijft het stil. Er heeft zich nog geen enkele gegadigde definitief gemeld. 99 Sneuvelen HARRIET LAUREY geen petrochemische industrie voor Amsterdam (Van onze speciale verslaggever) ■®r heeft zich nog geen enkele defi- 'tieve gegadigde gemeld voor het ter- Ï0*h van honderden hectares rond de °lie-raffinaderij, waarop in de plannen Petrochemische industrieën zijn gepro feteerd. Inmiddels is de bouw van de affinaderij zelf halverwege. Volgend far zomer al zal men kunnen gaan faaien en volgens schema beginnen f et de produktie van ruim vier mil- ?°en ton ruwe olie per jaar. In ver- and met deze tot nu toe geringe be- fdustrieën is de bouwshrdlu shrdlu angstelling van de petrochemische j Uatrieën is de bouw van een kraak installatie door Mobil Oil naast de affinaderij voorlopig uitgesteld. Deze taakinstallatie zou producten moeten veren voor petrochemische industrie- A- Iht heeft in de hoofdstad een room. van geruchten op gang ge el ac.ht, die alle uitmonden in de con- e dat de bouw van Mobil Oil 0{cn beter in de buurt van Rotterdam k, lager had kunnen vestigen. Dit zelf ste wordt door de Mobil Oil-directie 2f) sterk tegengesproken. Men heeft, sj- Ju'dt het officiële commentaar, be st geen spijt van de keus Amsterdam is ook wat betreft de komst van een Petrochemische industrie voor de ver te toekomst optimistisch. Men geeft toe flat de komst van deze bedrijven naar fle hoofdstad trager verloopt dan men had voorgesteld, maar schuift Ait voornamelijk op conjuncturele ver schijnselen. Ook in de gemeentelijke Pingen, waar men zich zoals bekend 'izonder heeft beijverd om Mobil Oil de verre toekomst intimistisch. Ook daar d t de ontwikkeling van het gehele in- rt Atriële gebied rond Mobil Oil min- V?P voorspoedig verloopt dan men zich de bouw van de raffinaderij had vOo t«ii tift. Amsterdam te halen, is men alleen maar erkent men °fgesteld. „Het is echter prematuur" /«ent drs. H. de Roo van de gemeen- 'ijke dienst Havens- en Handelsinrich- ^Pgen, „om nu al van een fiasco of h mislukking te spreken,,. Men moet vergeten dat de eigenlijke raffi- erij maar zo'n 180 hectare beslaat gehele 1500 hectare metende /°led, dat voor de raffinaderij met jAhgrenzende petrochemische industrie- A is uitgetrokken. Er zullen dus nog Pptm 1300 hectare grond moeten worden /'gegeven. Dat vergt voor de gezamen- Jhe bedrijven, die zich daar gaan ves- 8en een totale investering van 600 .'boen tot 1 miljard gulden. Nergens k r Wereld zal men zien, dat een gebied j h een dergelijke grootte of dat een ^gelijke investering in een jaar rond bit. Dat proces moet tijd hebben". n Amsterdam heeft zich het laat- iaar echter geen enkel bedrijf voor ts°ndaankoop naast Mobil Oil gemeld. niet verontrustend? Havenkenner ee ^°o: „Er is inderdaad sprake van 'c?- Vertra9in9> waar Mobil Oil mis- n- en niet op heeft gerekend, dat is ^Velend, maar die vertraging houdt verband met de huidige ongunsti- t Europese conjunctuur. Overigens nf7"' Mobil Oil besprekingen met ge- e9 kandidaten. Er is wel belangstel- V^eb is echter op economisch gebied voorzichtiger geworden. De inves- It/bgsdrang van met name Ameri- bse bedrijven is de laatste drie, vier 'b -t-S^erIc teruggelopen. Wat zich nog pa vestigt, trekt vooral naar h^-^srpen, omdat men daar, ik zou VftJ* Willen zeggen, een agressief ha- flan voert- En dat agressieve komt A"eer op gronduitgifte tegen wat wij subsidie-condities. ADVERTENTIE k W augustus hebben wij nog mogelijk- Voor Huifkar, Bungalow en Hotel In bw,reizen met beschikking over auto, j hBtVoor 1. 2 als 3 weken. «Pen -> naseizoen duren In Ierland de 2 uur langer. O*]0®17 34 Bussum. Tel. 02959—32300 dit jaar weer 100% enthousiaema V van al onze reiziger#; Heeft Amsterdam dan ook geen agressief beleid gevoerd om Mobil Oil in de stad te krijgen? Drs. De Roo: „Beslist niet. Tussen de haven van Amstredam en Roterdam is er geen verschil in condities. Overigens is die conjunctuur en de daarmee samen hangende onvesteringsgedrang zeer wisselend. Wij twijfelen aan het uit eindelijke succes van Mobil Oil echt niet". Mobil Oil is inderdaad in be spreking met verschillende bedrijven Insiders weten echter te vertellen dat het nog niet afsluiten van definitieve contracte of het maken van definitieve afspraken sterk verband houdt met het feit, dat Mobil Oil tot nu toe geen enkele grote klant heeft kunnen aan trekken. Met ondere woorden, bij de petrochemische bedrijven wacht de een op de ander wie ja zal zeggen. Bij Mobil Oil heeft men begrip voor de geruchten, die er in de hoofdstad de ronde doen. Men wijst er in dit verband op, dat de gemeente Amster dam indertijd met het nieuws over de op komst zijnde raffinaderij steeds ook de petrochemische bedrijven in één adem heeft genoemd alsof het te voren al vaststond dat die tegelijk met de raffinaderij op de aangrenzende 1300 hectare zouden verrijzen, hoewel hierover nog niets vaststond. Dit heeft verwarrend gewerkt. Te meer omdat in alle nota's inderdaad van peroche- mische bedrijven werd gesproken als of deze onverbrekelijk bij Mobil Oil hoordena Vooral van de komst van petrochemische bedrijven verwacht Amsterdam in de toekomst een grote werkgelegenheid voor het hele Noord- zeekanaalgebied. Als er zich echter voor volgend jaar zomer nog geen petrochmeisch bedrijf voor het Am sterdamse havengebied heeft gemeld, zal die werkgelegenheid alleen bestaan voor ongeveer 250 man, zijnde het raffinaderij-personeel. Dit personeel zal voor honderd procent uit Hollanders bestaan. De komende dagen begint Mobil Oil met do werving hirevan. Men maakt zich op het terrein van de raffinaderij overigens nog geen gro te zorgen om de ontwikkeling. Drie kwart van de olieproduktie gaat straks naar Scandinavische landen. Een kwart is bestemd voor afnemers naast de raffinaderij, de petrochemische indus trieën. XJTRECHT, 24 juni Dat onze op vattingen zo moeizaam veld winnen, komt grotendeels doordat het juist bin nen de kring van de vakbeweging zo moeilijk is oude gedachte patronen en ingeburgerde opvattingen om te buigen. Dit zei de voorzitter van de katho lieke bond van werknemers in indus triële bedrijven „Sint Willibrordus", de heer H. M. de Groodt, op de bonds raadvergadering van zijn organisatie. De woorden van de heer De Groodt hadden met name betrekking op de gedachten over het spaarloon. Door te spreken over spaarloon maakt men volgens hem de zaken onnodig inge wikkeld. Er wordt mee gesuggereerd dat de werknemers een aandeel krij gen in de vermogenssfeer. De echte bezitsvorming, aandeel van de werkne mers in de zelffinanciering van de be drijven, investeringsloon of vermogens- aanwasdeling, wordt daardoor op de achtergrond geschoven. In de bestaan de vermogensverhoudingen wordt geen wijziging gebracht terwijl wel die in druk wordt gewekt, aldus de heer De Groodt. Met nadruk verklaarde hij dat zijn bond fel gekant is tegen esn geblok keerd spaarloon. (Van onze verslaggever) HILVERSUM, 24 juni -- „Our World" gaat zondag zonder de Oost- europese landien de lucht in. Bij de programmatische opzet zijn nu nog dertien landen betrokken, vijf minder dan oorspronkelijk het geval was. Mo gelijk komt bij deze dertien landen nog Denemarken voor het programmaon derdeel dat op pasgeboren babies be trekking heeft. De organisatoren streven er naar het programma toch zijn oorspronkelij ke lengte van twee uur te laten be houden. Men hoopt dat te bereiken door enkele plaatsen niet één- maar twee maal in te schakelen en door de tijds duur van enkele andere programma onderdelen te verlengen. Verder is het noodzakelijk geworden de thema's „The Hungry World" en „The Crowded World" samen te voe gen tot één thema, dat „The Teeming World" (de overvolle wereld) tot mot to kreeg. Tenslotte moest ook het idee van „Round the World" worden losge laten. Dit is gewijzigd in „Across the World". ADVERTENTIE (Van onze verslaggever) DEN HAAG, 24 juni De suggestie van het KVP Tweede Kamerlid mr. J. A. Mommersteeg accijns op fris dranken in te voeren en het daaruit vloeiende geld voor de ontwikkelings landen te bestemmen, is als een bom ingeslagen in de burcht der frisdran kenindustrie. ,,Wij vrezen van een ver hoging van vijftien tot twintig cent per liter een catastrofale werking op de af name", zegt bezorgd de secretaris van het bedrijfschap frisdranken, mr. C. J. Kievit. Namens de tweehondervijftig fabri kanten die in het bedrijfschap zijn ver enigd, somt de heer Kievit puntsgewijs zijn bezwaren op: O In de eerste plaats zijn de frisdran ken nu al indirect met accijns be last, namelijk door de accijns op suiker. Wij gebruiken per jaar onge veer 51.000 ton. De accijns is ne gentien gulden per honderd kilo, dus wij leveren jaarlijks al een bijdrage aan accijns van tien miljoen gulden. O Frisdranken zijn belast met het se- mi-luxe omzetbelastingtarief van tien procent. We hebben altijd al gesteld dat deze dranken geen se- mi-luxe karakter hebben, maar een typische volksdrank zijn. Kijk naar de picknicks, naar de televisie kijkers met de grote fles naast zich. Het normale tarief voor niet-luxe artikelen is vijf procent. Dat geldt bijvoorbeeld voor consumptie-ijs. O Per 1 juli komen twintig opcenten op de omzetbelasting. Dat geldt ook voor stoffen die in onze indu strie worden gebruikt, zoals kurk, blik, glas, verf. Het is nog niet te overzien in hoeverre die opcenten vóór de industrie aanleiding zijn tot belangrijke externe kostenverhogin gen. O De industrie krijgt te lijden van de aanpassing van de landbouwwetge- ving aan de EEG, waardoor de sui ker weer duurder wordt. Een lawine van argumenten, die tot een samenvattende sombere voorspel ling leiden. „Als het doorgaat krijgen we hetzelfde effect als bij de verkoop van gedistilleerd na de belastingmaat regelen van vorig jaar, een ernstige te ruggang in omzet en opbrengst". De heer Kievit meent dat de kans er inzit, dat er kleine fabrikanten onder het geweld zullen sneuvelen, dat ook grondstoffenleveranciers getroffen zul len worden, en dat accijns op frisdran ken consequenties zal hebben vo-or de personeelsbezetting in de frisdranken industrie. Secretaris A. W. Merk van het be drijfschap Horeca ziet de toekomst zwart in voor zijn ondernemers. „Voor ons zou het weer een externe kosten verhoging betekenen, zo'n prijsverho ging van een cent of drie per flesje. Wij ronden meestal af op stuivers, maar dat zou niet mogen van economische zaken. Dus we zouden er drie cent op moeten doen of helemaal niks. En ik ben vrese lijk bang dat als dit doorgezet wordt, de grote klap voor de caféhouder is, omdat hij de prijs niet durft te verho gen. Vorig jaar na de verhoging van accijns en omzetbelasting op alcohol houdende dranken mochten de onderne mers ook hun prijzen verhogen, maar velen, vooral in Zuid-Limburg, hebben dat niet gedaan. Dat komt omdat de concurrentie tegen het huisgebruik zo scherp is'. Tot nu toe zat er een aardige winst marge voor de caféhouder in de fris dranken, en dat maakte vaak veel goed van slechte resultaten in andere secto ren. Die marge wordt bedreigd en dat vindt de heer Merk niet aardig. „Die accijnsverhoging vorig jaar", zegt hij ge prikkeld, „was ook voor een deel ten gunste van ontwikkelingshulp. Nu zijn wij het weer, die geld moeten leveren. De meeste limonadefabrikanten ver wezen voor commentaar naar mr. Kie vit van hun organisatie. Voor zover ze wel iets wilden zeggen was het in over- bloemd afwijzende zin. Bij Wilson (Den Haag) zei men: „Dit zou bepaald geen wijs besluit zijn, al was het alleen maar uit het oogpunt van verkeersveiligheid. Limonade zou nauwelijks goedkoper meer zijn dan bier met alle mogelijke gevolgen vandien". Exota (Dongen) „Volgens onze berekeningen zou de li monade vijftig procent duurder worden. Dit zou een geweldige terugslag in de omzet geven met de nodige gevaren voor de werkgelegenheid. De limonade- omzet neemt in ontvangsten toch al niet toe door de teruglopende conjunctuur. Bij prijsverhoging valt frisdrank het eerste af. Het is ook discriminerend om zo maar willekeurig een bedrijfstak uit te kiezen". Tims (Rotterdam): „We zijn er fel tegen. Prijsverhoging leidt onvermijdelijk tot teruggang in omzet en de winstmarges worden toch al steeds kleiner door oplopende kosten die niet doorberekend mogen worden". In de wandelgangen van de Tweede Kamer vlogen de slagzinnen als recla mespots van radio Veronica al door de lucht toen het voorstel van de heer Mommersteeg nog maar nauwelijks was verklonken: „Drink cola voor Angola", „Ik nipte voor Egypte", „Drink Rivet la voor Ben Bella". (Van onze correspondent) DEN HAAG, 24 juni De voor de lichting 1968 of volgende lichtingen in geschreven bouwvakkers zullen niet meer kunnen rekenen op vrijstelling van militaire dienst. De minister van defensie heeft dit besluit genomen in overleg met de minister van volks huisvesting. De regeling, die voor de bouwvak arbeiders van de lichtingen 1964 tot en met 1967 is getroffen, blijft onver anderd gehandhaafd. Dit betekent dat zo lang zij aan de voorwaarden van de destijds getroffen regeling blijven voldoen, zij steeds voor een termijn van twee jaar vrijstelling van mili taire dier.st krijgen. Nadat de vrijstel ling zes jaar een tijdelijk karakter heeft gehad, wordt zij voorgoed ver leend. (Van onze verkeersredacteur) DEN HAAG, 24 juni Met ingang van 1 juli zullen de wegmarkeringen op onze wegen dwingend zijn. Dat wil zeggen, dat het verboden zal zijn een doorgetrokken streep op de rij baan te overschrijden. Deze bepaling, opgenomen in het nieuwe reglement verkeersregels en verkeerstekens dat op 1 januari werd ingevoerd, wordt eerst nu van kracht, omdat begin van dit jaar alle lijnen nog niet op onze wegen waren getrokken. Dat is overigens nu ook nog niet het geval. De voorzitter van de ANWB, ir. F. H. van der Linde van Sprankhuizen pleitte daarom op de vandaag gehouden jaarvergadering van de bond voor soepelheid bij de politie. Dat er gegronde twijfel mag bestaan aan het tijdig gereedkomen van de wegmarkeringen vindt zijn oorzaak in het feit, dat de richtlijnen van de minister eerst dezer dagen in de Staatscourant zijn gepubliceerd. (Van onze correspondent) UTRECHT, 24 juni Het overheids beleid ten opzichte van de bouwnijver heid heeft onmiskenbaar een twee slachtig karakter. Enerzijds streeft de overheid uitdrukkelijk naar een zo hoog mogelijke opvoering van de bouwproduktie, anderzijds gaat zij korte tijd later over tot het afremmen van de bouwproduktie met het oog op het economisch evenwicht. Enerzijds de juiste waardering van de bouwnijver heid als bedrijfstak met een essenti- ele opdracht voor economische groei en ruimtelijk ordenen; anderzijds een degradatie tot instrument voor con- Weken geleden knipte ik een klein berichtje uit een krant. Als iemand me toen gevraagd had, waarom, had ik er geen antwoord op geweten. Het knipseltje kwam terecht tussen de stapel brieven en ander schrijfwerk, waarvan ik de onbedoelde achterstand nooit schijn te kunnen inhalen. Het knip seltje kwam telkens weer boven, ik staarde erop en wist er geen raad mee. Daar tussendoor ging in de wereld allerlei gebeuren verder, de kranten stonden er boordevol van, de gesprekken liepen ervan over. Maar dat waren gebeurtenissen, die behalve een min of meer aan wijsbare oorzaak, ook de mogelijk heid tot een soort oplossing had den, een voorlopige oplossing des noods of tenminste een schijnoplos sing. T">ie vreemde oorlog in Israël, die je hals over kop meesleepte in een wonderlijke opwinding. Dat land, dat alle denkbare gelijk op zijn hand leek te hebben, het poli tieke, het menselijke en bovendien nog, tegen een oud-testamentisch perspectief van profetieën en be loften, een religieus gelijk waarbij alle actuele verhoudingen van on dergeschikt belang leken. Alles wat je erover las, hoorde en zag, had een nauwelijks onderdrukte stem ming van feestelijkheid, van pure triomf. Zo nu en dan werd je we] met de broodnodige schok der her kenning teruggebracht tot het bit tere feit, dat er intussen ook ge woon een oorlog aan de gang was, met alles wat dat inhoudt. Een plei dooi voor begrip van en voor de Arabische volken, zoals Marius van Beek dat hield in deze krant. Een foto van Egyptische krijgsgevange nen, liggend op hun buik, de ge zichten in het zand onder prikkel draad en bewaakt door Israëlische soldaten. In Le Monde las ik een citaat: dat oorlog een verouderd middel is om geschillen te beslech ten. Maar intussen werd je echt en terecht ontroerd om de soldaten wenend en biddend aan de klaag- totaal aan de bevolking. De schok, die dat bericht destijds in de we reld teweeg bracht, was ook groot. Maar het behoorde toch tot de ge beurtenissen waarover je praten, schrijven kon. Het had, behalve een oorzaak, ook een aspect dat meningen mogelijk maakte, protes- muur na de verovering van Jeruza lem. De feitelijke oorlog is voorbij. Er is een soort oplossing gekomen, een voorlopige of een schijnoplossing, maat in elk geval is dit stuk ge schiedenis op een bepaalde manier hanteerbaar geworden, er kar, over gedacht en gesproken worden, je kunt er meningen over hebben, conclusies uit trekken. Niet dat er iets van het leed ongedaan gemaakt kan worden. Neenee, dat natuurlijk niet. Of dat je alle toekomstige leed dat ermee samenhangt, zou kunnen bezweren. Nee, dat ook wel niet. Maar als je je erin verdiept, kun je tenminste ergens heen met je gedachten, met je hoop, mis schien alweer een beetje met je vertrouwen. Met dat bericht uit dat knipseltje kan dat niet. Het ging over Aberfar, het plaats je in een Engelse mijnstreek waar nu een jaar geleden een sintelberg aan het schuiven ging en terecht kwam op een lagere school vol kin deren. In Aberfan ontbreekt nu een bepaalde kinderleeftijdsgroep bijna ten, verwijten en conclusies. Het had niet hoeven gebeuren, en het hoeft dus ook nooit meer te gebeu ren. Het bericht dat nu, een jaar later, uit Aberfan komt, laat geen van die uitwegen open. Het vertelt, dat er in het plaatsje een soort stille oorlog is, een verdeeldheid in twee kampen: de ouders, die hun kinderen bij de ramp verloren, en de ouders die hun kinderen behiel den. Er stond ook bij, dat een moe der van een nu 10-jarige jongen, die destijds aan de ramp ontkwam om dat hij die dag ziek was en thuis bleef, herhaaldelijk dreigbrieven ontvangt. Meer weet ik er niet van. Maar vooral weet ik niet, hoe, in welke richting, met welke hoop of welk vertrouwen je hierover denken kunt. De oorzaak van de ramp kor. nog enigszins gerichte emoties op roepen, reacties wekken die han teerbaar waren, hoe negatief en „te laat"* dan ook. Er werd op al lerlei manieren hulp geboden, ver gelijkbare dreigende of zelfs maar mogelijke gevaren werden aange pakt en bezworen. Maar de gevol gen van de ramp verstommen je alleen maar. Ik weet niet eens, met welk woord, welk begrip je het gevoel of het ongevoel zou moeten weergeven, dat aan die verdeeld heid tussen twee oudergroepen ten grondslag ligt. Is dat nog haat? Of is 't het totale onvermogen mense lijk te blijven bestaan in een om geving, waar ieder ding, ieder dier, ieder mens je uitsluitend nog wijst op je ongeluk? Ieder moment van iedere dag. Er is geen enkele ont moeting en geen enkele beleving mogelijk, waarin je verlies niet centraal staat. Iedereen en alles weet ervan, heeft er mee te maken, legt er de nadruk op. Maar wat het ook is, haat, leeg te, wanhoop, welke onmacht ook, het bestaat en het kan alleen maar groeien omdat het zich voedt met zichzelf. In een stadje, waar alleen maar ouders wonen die verloren en ouders die behielden. Waar geen neutraal leefgebied is, dat buiten de gevolgen van de ramp ligt. Er is niets of niemand dat je helpt de leegte te vullen, al was het maar door haar te negeren. Ieder een is ingewijde, en blijft van dag tot dag een soort van medeplich tige. Is er een menselijke uitweg voor? Kun je zelfs maar ergens heen met je toch altijd onvolledige be sef van wat dat betekenen moet, leven in Aberfan? Het heeft niet eens zin er over te praten, er over te schrijven. Ik ben er niets ver der mee gekomen, het is hoogstens een zwakke ontsnappingspoging. Ik doe alleen maar een knipseltje weg. junctuurbeleid en sluitpost van het fi- nancieel-economische gebeuren in ons land. Dit zei de heer L. Brouwer, voor zitter van de katholieke bond van werknemers in de bouwnijverheid „St. Joseph", op het vandaag gehouden congres bij gelegenheid van het vijf tigjarig bestaan. De voorstanders van het hanteren van de bouwproduktie als conjunctuur instrument zo merkte hij op had den toen minister Bogaers zijn bouw beleid voor 1967 in negatieve zin moest aanpassen, weer eens een overwinning behaald op degenen, die de bouwpro duktie primair zien als een wezenlijk element in de groei van onze welvaart. Hij noemde het onredelijk in 1963 van de bouwnijverheid te verlangen haar produktie-capaciteit uit te breiden om daarna in het jaar 1967 als juist te aanvaarden, dat deze niet meer ten volle benut wordt. Gevolgen: onbenut te door de bouwondernemingen geda ne investeringen, onregelmatige dus duurdere produktie en een zeer ingrij pende werkloosheid. Van de totale geregistreerde ar beidsreserve, welke per eind mei bij na 64.000 bedroeg, bestond zevenen twintig procent, te weten ruim zeven tienduizend, uit bouwvakarbeiders. De vooruitzichten voor het komende na jaar vervullen de heer Brouwer met de grootste zorg. „Het is schokkend te moeten vast stellen, dat de bouwnijverheid die tien duizenden conjunctuur-werklozen heeft of zal krijgen en produkten fa briceert die het volk hard nodig heeft, onvoldoende wordt geholpen. Is het wel democratisch, dat de honderddui zenden die in de bouwnijverheid hun brood moeten verdienen zonder veel verweer aan een onevenwichtig over heidsbeleid zijn overgeleverd? De laatste partij-politieke excessen in ons land geven deze vraag een nog dringender karakter". De heer Brouwer pleitte naast een politieke Kamer, samengesteld zoals nu de Tweede Kamer dus door rechtstreekse verkiezingen voor een Kamer van een gemengde samenstel ling, die op enigerlei wijze langs de weg van organisch kiesrecht zou wor den samengesteld. In deze laatste Kamer zouden dan de verschillende maatschappelijke groeperingen ver tegenwoordigd kunnen worden. Wel vroeg hij zich af of de bouw nijverheid voldoende in staat is te kunnen verlangen elders een in spraak van betekenis te hebben. Werk gevers- en werknemersorganisaties hebben in principe overeenstemming bereikt terzake het in het leven roe pen van een Bouwraad als bestuursor gaan. Alles bij elkaar kan men vol gens de heer Brouwer echter niet aan de indruk ontkomen, dat men in de bouwnijverheid niet allerwegen oog heeft voor de gemeenschappelijke be langen van de groepen. Het is met name van belang scherper wordende verhoudingen tussen de werkgevers- en werknemersorganisaties snel op •h» oorzaken te onderzoeken.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1967 | | pagina 3