tsmiinen/
3 het diepst bese
nublikatie
DR. W. GODDIJN: „HET IS HEEL ERG"
Ingrijpen nu lijkt op struisvogelpolitiek
Bezorgdheid Paus
weerspiegeld in
nieuwe encycliek
Geld en Glorie
in Amsterdam
CELIBAAT VAN GROTE WAARDE
Matroos bij zwemmen
omgekomen
ZATERDAG 24 JUNI 1967
land g^t'g
DSM. Een
omzet van
Een cherni
hardwerke
gekvjaU- qTA/!sJSM^
■x buiten- 1
OUDE KUNST- EN
ANTIEKBEURS
IN HET MUSEUM
HET PRINSENHOF
- DELFT -
22 JUNI t/m 12 JULI
- 1967 -
Bisschop niet verrast
ADVERTENTIE
Nederland reageert heftig
op encycliek over celibaat
ADVERTENTIE
(Van onze correspondent)
ROME, 24 juni De met spanning
verwachte en door de pers al zo vaak
aangekondigde encycliek over het celi
baat verandert niets in de bestaande
opvattingen en regelingen van de Kerk,
integendeel, het geheel is een bewogen
lof op de grote spirituele en pastorale
waarde van het celibaat, waarmee het
priesterschap moet blijven verbonden.
In de tekst moet een sterke poging
worden gezien het celibaat niet
alleen te beschermen tegen nieuwe
stromingen, die hierin verandering wil
len brengen, maar het ook een nieuwe
en sterke kracht in het denken van
vandaag te geven. De Paus is er zich
van bewust, dat er veelvuldige over
wegingen en argumentaties in de Kerk
zijn ontstaan, die van dit standpunt
afwijken. Maar juist omdat hij er re
kening mee houdt, wordt de waarde
van het celibaat van zovele kanten
belicht en met zulke kracht benadrukt.
De Paus had aan kardinaal Tisse-
rand in een brief van 10 oktober 1965
dus tijdens de laatste zitting van het
Concilie, toegezegd dat hij „aan het
priesterlijke celibaat een nieuwe glans
en kracht" zou geven. Nu lost hij zijn
belofte in.
De Kerkvaders hadden, zoals de en
cycliek zegt, over het celibaat opvat
tingen, die nogal van de onze verschil
len, vooral door hun overdreven pes
simisme tegenover de menselijke exis
tentie in het vlees.
De Paus wijst op de „eeuwenoude
en plechtige stem van de herders van
de Kerk, van de geestelijke leiders",
die getuigenis aflegden van deze
„grootse en verrassende realiteit", die
het celibaat van de priester vormt. Hij
gaat uitvoerig in op de redenen
waarop het celibaat van de priester
stoelt: op de eerste plaats de nauwe
theologische band, die er bestaat met
Christus als zodanig, die het priester
schap heeft ingesteld, het hoogste
ideaal van de priester, die in de maag
delijkheid van Christus een van de
fundamentele kenmerken van zijn ambt
moet zien. „Maar ook in de gemeen
schap van de gelovigen, in de zielzorg,
wordt de priester door de ongehuwde
staat veel meer gewaardeerd en kan
rijker werk verrichten voor de zielen.
Er kunnen wel, zoals reeds geldt, in
bijzondere gevallen uitzonderingen
op de celibaatsverplichting gemaakt
worden, bijvoorbeeld bij de bekering
van getrouwde geestelijken uit andere
christelijke Kerkgenootschappen, maar
dit is niets nieuws. De Paus nodigt
de theologen uit verdere studies overl
het priesterschap en het celibaat te
ondernemen.
Het is nodig dat er meer aandacht
wordt besteed aan de vorming van
de priester en de priesterstudenten,
dat zij vóór hun keuze door een arts
of een psycholoog op hun lichamelij
ke en psychische kwalificaties onder
zocht worden, dat zij ook een soort
„stage" in de wereld maken, opdat
hun ervaring rijker en hun besluit echt
en vrij wordt.
De Paus spreekt over de noodzake
lijke geestelijke oriëntering van de
priester over de ascese en stelt voor,
dat de priesters ieder jaar op de dag
van hun priesterwijding of gemeen
schappelijk op Goede Vrijdag, waar
op het priesterambt werd ingesteld,
hun toewijding aan Christus plechtig
herhalen.
Tenslotte spreekt de Paus in woor
den, die zijn grote innerlijke deelne
ming verraden over de „pijnlijke ont
vluchtingen" (deserties), die hem ter
kennis zijn gebracht. Met smart roept
hij uit: „O als deze priesters wisten
welke pijn, welke schande (disonore),
welke verwarring zij de Heilige Kerk
van Christus bezorgen!"
Het is op het ogenblik te vroeg iets
ov,eJ de mogelijke reacties in de we
reld te zeggen. In westelijke landen en
ook in Afrika en Latijns Amerika zal
men gehoopt hebben, dat de Kerk een
keuzemogelijkheid toelaat zoals in de
Oosterse ritus. De Paus heeft hierover
echter niet gesproken. Ook zal zeker
opgemerkt worden, dat na het Concilie,
dat een breed kerkelijk overleg van
bisschoppen uit de gehele wereld tot
stand heeft gebracht, en na het stich
ten van de bisschoppensynode, de
Paus, voorgelicht door drie commissies
eigenlijk een beslissing nam in de een
zaamheid van zijn grote en diepe be
zorgdheid.
KEULEN, 24 juni De eenentwin
tigjarige matroos P. van den Berg uit
Amsterdam is vrijdag bij het zwem
men m de Rijn te Keulen om het
leven gekomen. Met het oog op de
sterke stroom had hij zich met een
twintig meter lange lijn aan zijn schip
gebonden. Hij riep plotseling om hulp
en verdween onder water. De kapitein
trok hem met het touw direct aan
boord, maar de jongeman bleek al
dood. Een dokter constateerde een
hartverlamming.
tieke belangen van de kerk en haar
priesters zelf zal richten. Er staat te
veel menselijk geluk op het spel.
Waarom wel inspraak over, liturgie,
katechese en oecumene en niet over
het celibaat? Nog wel vlak voor een
bisschoppensynode? Ik ben bang dat
het gevoel van onmacht voor menig
priester te veel zal worden. Ook ben
ik bang voor de reacties op onze
grootseminaries. Wanneer komt er
eens een moedig postconciliair beleid
juist ten opzichte van de meest kwets
bare groep personen die zich met heel
hun existentie aan de kerk gebonden
weten? Het is heel erg. Ik hoop dat er
veel felle reacties komen."
De directeur van de katholieke psy-
chiatrische inrichting St. Willibrord te
Heiloo, de psychiater dr. J. P. DE
SMET, heeft het celïbaatsprobleem
van priesters en religieuzen uit vele
jaren praktijk leren kennen. Hij zei
ons: „ik trek het mij erg aan dat
het hoofd van de katholieke kerk met
zulke frasen komt aandragen. De hele
terminologie is zo hol als wat. Bij de
gelukkige mensen die ik ken, zijn tal
van uit het ambt getreden en gehuw
de priesters. En die durft de paus on
gelukkige priesters te noemen. Dit
treft zeer veel mensen persoonlijk erg
diep. In een wijder perspectief vind
ik het misschien nóg beschamender.
Dit werkt mee aan de gezagsonder
mijning."
De directeur van het Centraal Ad
viesbureau voor priesters en religieu
zen, pastoor N. J. M. VENDRIK, aan
wie ook de zielzorg voor intellectuelen
is toevertrouwd, wilde zijn oordeel op
schorten tot hij de volledige tekst heeft
gelezen. Hij had echter begrepen dat
het celibaat weer eens wordt bena
drukt en dat de tekst om de daar
mee samenhangende kwesties heen
gaat. Daarin zag hij pogingen bepaal
de ontwikkelingen af te sluiten. In zo
verre was het stuk voor hem een te
leurstelling. „Ik kan mij goed voor
stellen", aldus pastoor Vendrik, „dat
men in deze tijd het belichten van het
celibaat een belangrijke zaak vindt,
maar ik heb wel het gevoel dat men
het van meer kanten kan benaderen".
Prof. R. J. BUNNIK van het aarts
bisschoppelijk kleinseminarie in Apel
doorn, een der ondertekenaars van de
vorig jaar oktober aan het pastoraal
concilie en het episcopaat door negen
priesters gezonden brief, waarin werd
aangedrongen op ontkoppeling van het
celibaat en het priesterschap hij re
digeert ook het tijdschrift Wan vindt
de encycliek geen best stuk. Zonder
de volledige encycliek te kennen,
meent hij dat er veel tegenin te bren
gen is. Hij noemde de publikatie juist
voor de in september te houden bis
schoppenconferentie niet elegant. Het
is redelijk niet meer mogelijk, zo
meent prof. Bunnik, dat over de pro
blemen van het celibaat daar nog iets
ter tafel kan worden gebracht. De
sfeer is zo dat het laatste woord er
over gezegd is. Psychologisch ligt de
zaak heel moeilijk. Het is praktisch
zó dat men niet tegen de uitspraak
van de paus in kan gaan.
Weekdagen van 10-17.30 uur
Zondagen van 13-17.30 uur
Dinsdag- en donderdagavond
van 19-22 uur
Prof. dr. J. GROOT, voorzitter van
de Willibrordus-vereniging, wilde zijn
oordeel ook nog voor zich houden.
„Maar zover ik er wat van gehoord
heb, belicht het ongenuanceerd alleen
de theologische kant, en houdt het
geen rekening met psychologische, so
ciologische en pastorele overwegingen.
Of het rampzalig is? Ik ben er vrij
lakoniek in. Je kunt het leven toch
niet tegenhouden."
De staf van de hogeschool voor the
ologie en pastoraat te Heerlen vond
het persbericht te vaag om commen
taar te geven. Met name blijkt niet
uit het bericht welke motieven de
paus aanvoert voor het behoud van
het celibaat. Wel spraken de stafdo
centen de verwachting uit dat de pau
selijke encycliek in Nederland met te
leurstelling zal worden ontvangen.
Pater dr. W. SNELS, vice-rector
van de hogeschool, die ons bij afwe
zigheid van de rector te woord stond,
is van mening dat velen in ons land
zeer teleurgesteld zullen zijn. Het celi
baat is namelijk in Nederland een zo
als hij dat noemde, uitgedachte zaak.
Bij velen leeft de opinie dat de ver
plichte koppeling tussen priesterschap
en celibaat losgelaten dient te wor
den. Vrije keuze wordt in Nederland
als winst beschouwd.
Prof. dr. TEELEN, president van
het groot-seminarie in Roermond, ont
hield zich van commentaar omdat de
volledige tekst van de encycliek nog
niet tot zijn beschikking staat. De bis
schop en de hulpbisschop van Roei>
mond, waren gisteravond niet bereik
baar,
De bisschop van Den Bosch mgr.
J. BLUYSSEN toonde zich over de
tendens van de encycliek niet verrast.
„Ik had het wel verwacht. Het was
uit persberichten allang bekend, dat
het deze richting zou uitgaan". De
vraag of hij het stuk teleurstellend
vond, kon de bisschop moeilijk beant
woorden, omdat hij van de tekst nog
geen kennis had genomen en hij de
■waarde van het stuk vooral ziet in de
manier waarop het wordt gemotiveerd.
„Als er nieuwe, goede motieven voor
het celibaat worden gegeven, zal ik
daar altijd heel blij mee zijn; afge
zien van de vraag wat het celibaat
voor de tegenwoordige priester kan
betekenen. Maar ik voel me niet com
petent om de encycliek te beoordelen
voor ik haar gelezen heb."
Vicaris drs. J. VAN LAARHOVEN,
voorzitter van de onderzoekscommis
sie voor het celibaat van het Pasto
raal Instituut voor de Nederlandse
Kerkprovincie (PINK), liet zich in
soortgelijke bewoordingen uit. Ook hij
had de tekst nog niet gezien. „Dat
er van Romeinse kant scherpe wijzi
gingen zouden komen, was niet te ver
wachten. Het gaat erom hoe men het
formuleert en motiveert. Dat is bij de
meeste stukken die uit Home komen,
het gevaL™
AMSTERDAM, 24 juni In het mu
seum Willet-Holthuysen wordt van 25
juni tot 4 september een tentoonstel
ling van munten en penningen gehou
den, ter gelegenheid van het 75-jarig
bestaan van het Koninklijk genootschap
voor munt- en penningkunde. Dit ge
nootschap heeft in de loop van zijn be
staan honderden leden-verzamelaars
geteld, uit wier collecties een twintig
tal verzamelingen is gekozen, die een
beeld geven van de gehele numisma
tiek. Ook moderne munten en pen
ningen zijn in de tentoonstelling opge
nomen, vooral om de bezoeker te tonen
dat hij onafhankelijk van de grootte
van zijn beurs ook vandaag nog een
boeiende verzameling kan aanleggen.
„Geld en Glorie" zoals de expositie
is genoemd, laat ook zien dat er een
groot verschil is tussen de munt die
wat Europa betreft in het klassieke
Griekenland in de 7de eeuw v. Chr.
als metalen betaalmiddel is ontstaan,
en de penning, die pas in de 15de
eeuw tot een zelfstandige kunstvorm
werd verheven.
Na 4 septerpber wordt de collectie
tentoongesteld in het koninklijke pen
ningkabinet in Den Haag.