Koetsier van tie paardetram
wordt weldra 80 jaar
PIET VAN DIJK EXPERT
DIEVENVANGER
iayés
Spel en muziek
rondom de
oude Officierstuin
VROUW DEGELING EEN LEGENDARISCHE FIGl'üR
[SIM
V ui) r bij gangers
1)1 u.-sen brand
xs-'
SCHIEDAMSCHE COURANT DONDERDAG 8 JANUARI 1970
jjchicdanï Pcti"us Wilhelmus van Dijk, geboren in maart
I 1890, is een Schiedammer van de oude stempel. Je merkt het
als hij het heelt over het zwarte „schoermanteltje" van zijn
moeder, waaronder je halt' schuil ging als ze je naar de Broe-
t derschool op dc Warande bracht, je hoort het als hij het
l heeft over de ..spitse *ol" van de Vlaardingerdijk, vanwaar
jc zo lekker slccünd omlaag kon suizen in de Officierstuin
1 en jc hoort het als hij hel heeft over zijn latere specialiteit,
J het dievcnvangen als lid van de gemeentelijke politie. „Altijd
dat hik vooran, dat is maar opschepperij, maar 't is toch wel
aardig: ik ving de inbrekers aan de lopende band.
'pi] zijn zeuren kinderen rijn met nieuwjaar op bezoek geweest. Het
eenvoudige huisje nun de Rijnstraat was tc klein; de wanden bogen
uit. Maar het was ben gezellig. Ze geven nog eens wat om hun va.
der. In maart a.s.. als hij tachtig wordt, komen ze terug. Jammer.,
dat de vrouw er niet meer bij is, een dochter van familie De
Graaft 52 jaar met naar getrouwd geweest. Vorig jaar gestor-
5«.' ven. Xiks waard, zo alleen. Piet is niet zo vast meer op de been
en hoopt op een plaatsje in het rusthuis Frankenland. Maar d'r
staan er zoveel op de lijst; het is moeilijk d'r in te komen.
Heer Van Dijk. je bent geloof ik de laatste koetsier van de oude Schio-
damse paardetram. Vertel eens wat.
80. wou ]c daar wat van weten. Hahahade jeugd noemde dat ding
spottend „Lijn riondeid-en-cén de koetsier voorop, de conduc-
f teur achterin en van binnen nul: niemand, geen mens. Ik ben afwis-
j selond koetsier en conducteur geweest. Kaartjes knippen: enkele
ril van het Hoofd naar het Station 7' - cent. Ik kwam er omstreeks
1010 op de bok. Voordien was ik palfrenier bij stalhouder v. Vclzen
aan de Veile vest. Ik bleef du* zo'n beetje in'het vak. Maar koetsier
l b« de stalhouderij dalwaj een mager beroep. Als je getrouwd
was kreeg je drieënhalve gulden in de week. -De rest moest je bij
mekaar scharrelen uit de fooien. Ik ging dus over naar Dulfer van
de paardetram. Dat was werken van 's. morgens hadif zeven tot
's nachts de laatste tram om half een. Als je het trof, dat je daar
mee naar de stallen aan het Hoofd terugkeerde, dan kreeg je bij je
tien gulden weekloon een toeslag van drie stuiver'".
'Eigenlijk een raar boeltje, die tram. Van het Hoofd naar de trein
Van de trein naar het Hoofd. Onderweg drie „wissels". Stond de
Oranjebrug open, dan moest je soms 20 minuten wachten, D'r zm
geen schot in. De mensen werden er „korrelig" van je kon
eigenlijk net zo goed gaan lopen. Het was eigenlijk geen vervoer.
Maar de tram moest blijven rijden. Ze zeien, dat Furtheim de
schatrijke eigenaar, een afspraak had met de Spoorwegen. Zolang
dat trammetje er was, kon de Rotterdamse tram niet overgaan Lot
een verbinding met Vlanrdingen. Anders was die er allang gewees'.
Ik heb het gehoord van Dulfer: onze paardetram het Hoofd
station en Station-het Hoofd sneed de stad in tweeën. Daar
mocht gen enkele andere lijn overheen.
gAchter de remise aan de Hoo,d-
r straat hadden we de stallen. We
hadden nog twaalf tot veertien
'f paarden met vier conducteurs,
vijf koetsiers, een stal ba as en
g een stalknecht. We hadden na-
tuurlijk wel klantjes, anders
had de paardetram het niet zo
lang volgehouden. Lui, die van
de Gorzen naar de stad moes
ten, mensen van de havendienst
en van de politie. Maar daar
werden we niet vet van, want
die gingen mee voor niks. En
dan de heren van de Kistenfa
briek van Van Deventer aan het
Hoofd allemaal vaste klan
tjes voor de paardetram. Eerst
betalen on dan zette je de paar
den aan".
De oude stalhouderij, waar Tiet van Dijk palfmier werd.
JENEVER dampen
|E: hangt, zoals om zoveel oud-
Schiedams, om de paardetram
slapen konden voor /.e ook des
avonds er nog eentje hadden ge
nomen.
SNEEUWRUIMERS
DOOK
G. LUTKE MEIJER
een wolk van j ene verdampen.
De stad gonsde van de sterke
staaltjes. De voerlui van de
tnans verdwenen molen aan de
Schoolstraat reden achttien
keer per dag met een vracht
meel van molen naar brande
rij. Ze plachten een borreltje tc
pikken vóór ze de molen verlie
ten en dronken er weer een ais
20 hun vracht hadden afgele
verd. De mensen rekenden vol
ontzag uit, dat waren per dag
18 maal twee borrels en dan wa
ren er sommigen, die niet eer
„Aan het hoofd stond in die tij.l
de branderij van Dirkzwager.
We kregen zo van tijd tot tijd
ln de paardetram mensen van
Dirkzwager, die daar waren
wezen „pompen". Dat beteken
de dat ze heel wat moutwijn
achterover hadden geslagen. Ze
stapten op de tram. De koet si pi-
zei: „Vort". Tien meter verder
merkte je dat ze volledig onbe
kwaam waren. De koetsier zei
„hu", de paarden stopten en je
zette de lui op straat wegens
dronkenschap. Zo ging dat. Zelf
wsren we ook niet zo best.
's Winters moest je tussenbeide
sneeuw ruimen. Dc paardetram
stond stil. We reden dan de hele
dag niet. Koetsier en conduc
teur achter de sneeuwschuif.
Dan zag een of andere brave
burger je zwoegen in de kou en
zei: .Jongens, ik trakteer. Een*
kregen we twee kwartjes. Ge-
nogo voor tien borrels. De man
zei: ik kom meteen ook: hou
een slokje over voor mij.. Maar
als hy kwam was alles op en
had hij zelfs geen plak meer
voor het kerkezakjeEen
collega koetsier zette zijn
sneeuwschuiver achter de café
deur. Hij was 's avonds zat hi
werd ontslagen. Maar de vol
gende dag werd hij weer aan
gesteld, want geen mens had zin
in het baantje wegens het scha
mele loon.
,Een van mijn beste klanten was
Jo de Kuiper van de firma aan
de Buitenhaven. Een paardeiief-
hebber. Hij woonde in Den
Haag. „Jonge", zei hij, „dat is
met best onder die luifel. Ik be
grijp niet hoe je het uithoudt".
,,Ik mot toch leven", zei ik,
„zeuven kinderen en waar vind
Jc wat ander*". „Kom by :ru;.
/ei die. „Zo is dal gegaan. Ik
heb drie of vier jaar bij dc kui
per gewerkt en toen kwam ik 'm
de politie. En "t is „eysenruim"
maar ik mot het zeggen: ik heb
daar een knap stuk werk ge
daan".
Schiedam Gistermiddag om
tien voor ïuiif twee ontdekten
ren paar voorinigangers in het
kun Loon je van Wdsscrij Nyman
rum de Stadhouders laan een be
gin van brand. Men kwam het
p ind b'nnen en doofde het vuur,
zodat de gewaarschuwde brand
weer :y*en dien-? hoefde te doen.
Hen bui eau en een oliekuchel
an de inventaris gingen ver
loren De brand is vermoedelijk
um-iuan door het *pnngen tan
ren eia/on ohcre-ri voir van de
kachel. Dc totale schade be
draagt ongeveer j 5011
Schiedam Zijn jonge jaren
heeft Piet Van Dijk doo.-gc-
brachi de La ar. O- Ge
noegen. met z'in koma,;'"!
-.pelend .n de Offieior-iu.r
Dat wat; een kleurige buurt,
waar nog eer* vwï tc* du er
was In de /iuu, du» r'aats
bood aan duizend oc/.oe<er=
werden to n ee 1 v n o r-1 o i1 n c e r
en concerten gegeven V ,n
Dijk herinnert z.ch riv n -
men var. de opgeveerde
stukken: „De twee wezen
Ora e: Labo ra. Op Hoop i
Zegen hi dergelijke. Er
v.vrd --uurwerk nfgt-.fkei
op nan cam K tea at- cm ge
denkdagen en ck- SvnattT.t
vierde er fec-at. met ai* trou
we ga*i in haar midden Ma
joor Visser, bij gena„mn M --
mor Buidcrdeboem G /:ku
van de apotheek m de Hoog
straat had ook een hose
rang en dan va» er -er
grnnl-majonr Van der Mo-t,
hoofd van een kuiperij aan
de Oude Sluis, die «u he*
ware mei dc schuticr.j ge
trouwd was Je kreeg een
borrel van hem. .i!*- je
Jonge, jonge, v,\u doen d c*
-ehutters het toch d.ippe:
Maar hij word w.Id. el* je
/ei: War eer. prut-kerel» zijn
het toch.
Vader Van Dijk had oen lotje
ge koen t m dc ioteiy en
kwam er urt met een aardig
bedrag. H.i va- metselaar
bij Wouterlo en verdiende
oen snars: niriui' dit prij*je
gebruik e hij om er een huid
je van te zetten aan de Laait
Ons Genoegen. Toen hy om
en bij de pcnsioengereentig-
de leeftijd doodging, kwam
moeder in het Proveniers
huis. Ach. wat was ze toch
op me gesteld: Onder hu ar
schoermanteltje heelt ze me
nog vaak wat lekkers ge
bracht op mijn werk...
In dc Officierstuin had vader
ook een taak. Kaltner, de
concierge, haalde hem uls er
vuurwerk werd afgestoken.
Hij moest dan zand strooien
op de vonken die op het dak
van de muziektent beland
den. Van de school in de Wa
rande herinner ik me broe
der Wilhelmus, een wat ou
der man. Als je een bood
schap voor hem deed. kreeg
je een stuk kalmoeswortel
Dan was je dag goed. Zelf
liep hij er de hele dag op te
kauwen. Hij is tragisch aan
zijn eind gekomen. Hij wan
delde vaak in de Dieven-
hoek. Eén keer stormde het;
een boom woei om en hij
werd er onder verpletterd.
HOEPEL WEDSTRIJD
Een van de grootste gebeur
tenissen m mijn onge jat en,
aldus Piet van Dijk, was dc
hoepel wedstrijd, die van tijd
tot tijd werd gehouden. Dc
jongens lapten allemaal een
paer cent voor het potje en
dan ging het al hoepelend
vn de V'. aad.r.gerdyk,
iu-.de J mtiac.n. o-: weg
n.-u-r Kethei oo e.t dan van
Kc t ne l oi r. n en ctuon - r
V.a.-.rd.ngen er. vu de Vtaar-
a.rgerdijk n.-iir Schiedam
e rug Je hop j*- eigen kapot,
mjar als jo 'iet eer*te aan
kwam had je oen dubbeltje
of v. jf li en centen verdiend.
Wc hadden rog heel wat
moer ,i..rcï gr -asileljes. Bij
vooroeeiii zundnappen. Met
ec-n a.. rdaDpei-scnilmesje,
doi j" mot de punt -n een
hoop zand w.pte De kur.st
\vu* r>m het er d-i met js
mond u.t U iiulfri, Maar ais
je het proueerdc je
at'! douw tegen je achtc.-
n.»'jfd rn kroeg je de m^nd
vol zand.
PETJEB.CIj EN CRICKET
Vaag her.nner; P.o' zich een
-pelleije met de naam ,,pet-
]Fj,)ai" De netten werden
daarbij op ren rij gelegd,
iret c!e klep uir vuren. Rol
de jc ck* ii.il i iemand*- pet.
c' vi was hij af c*n de laatste
ovrrgebïe veie dc pot
verdiend Maar dut spel
maakte later plast» \oor
werpen mi: centen, Dat was
-pelen om i,e!d en dat werd
door de pol. tie veroadt.i.
Km kite ren in een kuiltje en
ei.in potjeschuiven w.;c sar.
de I.tUin On» Genoegen bij
zonder :-r. tel, evenals een
soort cricket met zelfge
maakt-1 bat*. Pinker, met
een nan beide kanten toege-
f-pti&t slaghoutje, dat je m
een bemande cirkel moest
proberen t^ *iaan, kende
men er ook. zij het onder
een andere naam. Het sollen
en treiteren van de bekende
dnrnstypen behoorde in de
buurt tot de vaste vermake
lijkheden. Een marskramer
met een houten kistje op rijn
rug. heeLte „Spek op de
doodkist", D c kwajongens
bonkten op zijn houten kist
je, maar dan vloekte dc vent
hel en duivel bij eikaar; dat
mochten we op het laatst
niet meer van moeder.
Een Leest voor de jonge buurt
bewoners was de komst van
Trien met de oliebollen, af
komstig van de Achterweg.
Ze riep: Hete, warme olie
bollen. Dan haalde jo gauw
een paar cent bij moeder om
er een paar te kopen. Hele*
maal feest was het als de
Duitse muzikanten m het
straatje verschenen. Een
korps van een man of
twaalf: een grote trom, tam
boer, jnen, koperen blaasin
strumenten. De mensen lie
pen er voor naar buiten. Ze
speelden Mieric: mopjes on
ook mnoie mu/iek. Dat was
noweei-en* w, 11 a r.dei
dun de hu rm on; ca*pei er-
mot hun cemenbakje .V-
het wat meezai, dankten wc
op *traat zeil-, de zeven
sprong..."
^hiedani —„Rechercheur Brou
wer wapperde met mijn sollici
tatiebrief en zei: Je wou bij de
politie, zien ik. Nou goed, we
kennen wel een mannetje ge
bruiken". En zo ben ik dan
agent van de gemeentepolitie
geworden. Missohien had ik wel
een goeie neus: de eerste dag
de beste stuurt hij me in burger
de straat op om een inbraakje
op te lossen. Ik zie bij de Nieu
we Haven een paar lui dc Ma-
riastraat ingaan, allebei met
een zak op dc rug. Da's ver
dacht, zeg ik tegen mijn colle
ga, een oude agent, gauw d'r
achter an. In de Mariastraat
n&s te zien. Je ziet spoken, zei
roijn collega. Niks geen spoken,
zeg ik, en we draaien de
Vriendschapsstraat in. Die was
to en aan de achterkant nog af
gesloten met een schutting;
daaracliter lag het open land
v<an de Hogeboezem. En daar
schter de schutting zaten ze, in
elkaar gedoken. Ik, jonge
agent, spring over de schutting,
grijp dt zakken en slinger ze
terug in de Vriendschapsstraat
en vat die lui in de kraag.
Op weg naar het bureau komen
we bij de Beursbrug en daar
zegt een van die lui: je zal d'r
niks aan hebben. En hij smijt
een bos sleutels in de haven. Op
liet bureau: Wat zie ik in die
zakken? Xotabene mijn ei
gen wasgoed, mijn eigen boor
den en manchetten, daags te
voren naar Wasserij Phoenix
gebracht. De andere dag met
de baggerboer van de gemeen
te gezocht naar de sleutels.
Tweemaal heeft hij het net uil-
geworpen en. toen had-ie ze,
Met die bos sleutels ineens acht
of negen inbraakjes opgelost,
allemaal bij bekende Schic-
damse bedrijven.
TE DIK
Andere keer hield ik n vent aan,
alleen omdat ik hem te dik
vond. Op het bureau eerste ge
zicht een fijne vent, maar toen
we hem uitpakten op het bu
reau had hij onder zijn jasje
een rol serveerhnnen ter waar
de van 88 gulden, even te voren
ontvreemd bij Van Vliet, een
ouderwets winkeltje op het
Broersveld. Later nog eens bij
Van Vliet: de halve winkel
leeggehaald. Na een halve dag
van navraag hij Jan en alle
man had ik hem. Maar dat wat»
een kwaje. Ik krijg je nog wel.
zei hij en toen hy na tweeënhalf
jaar weer vrijkwam liep ik te
gen hem aan op de Koemarkt,
hij halfdronken en zwaaiend
met een revolver. Hij met zijn
zatte lijf tegen me opdringen en
ik zeg tegen me/.elfNiet jc
dienstrevolver gebruiken Piet.
Daar ben ik achteraf nog blij
om. Veertig jaar ben Ik bij cle
gemeente gexveest, Een>t als
agent, later bij andere takken
van dienst. Ik heb er nu een be
scheiden pensioentje van".
met het loterijgeld bouwde hy een huisje aan de Laan Ons Genoegen. Thans allang weer wrdwenen.
Schiedam Welke rasechte
Schiedammer van omMrook*
zeventig jaren zou nooit iets
hebben gehoord van vrouw De-
gelmg? Piet van Dijk hermneit
zich haar be*t. Een kolossaal
mens; „nc*t een poii'i*" mot ge
weldige handen, op klompen en
armoedig gekleed. Ze woonde
ergens m een steegje uan het
Broersveld. „Al* ik nachtdienst
had, kwam ik haar tegen,
zo 's morgens om een uur of
drie. Wat doe je op straat1
vrueg ik. En dan k\\im hei er
uit; meje-a een vrouw afleg
gen, atv gestorven va». WhiU
zo een wa* hef altijd klaar
staan voor een ander. Alt yd
erop uil om iedereen by je
spimgen, at had ze het zelf ook
rog zo mm. Ze was voor de ar
men iii Mchii dam een -oorl le-
gemldrï-,cr"ie figuur".
Tijden* de honger optochten m de
eerste wereldoorlog liep ze
Meevusi vooraan. Toen er eens
geen. brandstof was demon-
■*ii ee uit- men om kol cry zij
voorop mei op liaar nek haar
lege pol kacheltje. Een pain
maal nam ze het by de burge
meester op voor de noodlijden
de burgerij, dan kwam ze vin
gen of er niet* voor de mensen
kon worden gedaan. Jammer,
ze werd er niet als .-.erieuze ge
zante van tic* lijdende bevolking
ontvangen. Men zag in haar het
volkswijf en begroette haar
komst ten studhuue met hüau-
tult.
,Ik moe.-t eens," altlus oud-agent
Van Dijk naai net /.aaltje van
KiommiM.wk in de Boter-
-tra.it. Du ai wj» oen bruiloft
en net gmg er nog al heftig toe.
De eigenaar vioeg om assisten
tie Wie waren het? Vrouw De-
gelmg on haar broer de spoe-
linghaler en een heel stel gas
ten. Ze hadden het zaaltje afge
broken en de lampen hingen m
verwarde slingers. Als het tol
slaan was gekomen, hadden die
iorse broer en zuster me fijnge
maakt. Maar z.e luisterden ge
lukkig naar rede".