Schwagermann gedoopt
in zijn eigen museum
„Kunstneus is
goud waard"
Telg uit een immigranten
geslacht uit Westfalen
Parade der schutterij
[STAD 3
Bij een gouden
huivelijk
Vader teas
kruidenier
Appels stelen
Avondcursus
Steekpenningen
Ituysdael voor
zes tientjes
Europa
afgestroopt
Wie biedt? Een
echte Melchior
d'Hond<ecoe,ler
voor 125.-
SCHIEDAMSCHE COURANT ZATERDAG 21 FEBRUARI 1970
Wat? Kun. je ze niet vinden? Hoe
kan dat nou?" En Euphemia,
soepel en gracieus met haar
driekwart eeuw, tovert de din
gen te voorschijn: „Wacht, laat
ik de bladen nu voor je vast
houden, dan kun jij de passages
aamvijzen...." En tot ons: „Ach
ja, in ons huis aan de Broers-
vest, het oude koetshuis van
burgemeester Brillenburg was
alles -opgeslagen in de vroegere
bedstee, waarvan we een boe
kenkast hadden gemaakt. Ik
wist er "precies de weg. Maar ik
zette dan ook na gebruik alles
metéén weer op de goede
plaats..."
„Ja, vijftig jaren hebben we alles
samen meegemaakt", zegt hy
er overheen, „en ik moet zeg
gen, ik ben nog altijd best te
vreden". „Och ja", zegt Euphe
mia euphemistisch, „ja zeker
ik ben best tevreden". „Nee"
zegt Cord Hendrik, ikr bedoel
dat ik best tevreden ben met
jou". „O., nou ja, maar ik ben
ook best tevreden over jou", pa
reert ze, waarna het schijnbare
misverstand vervluchtigt in een
zachte glimlach, een blik vol
echte waardering. Een schuch
tere opmerking van ons, dat we
nog maar kort geleden een blik
hebben kunnen slaan in het
trouwboekje van Curt Heinrich
Schwagermann, de stamvader
van alle Schiedam.se Schwager-
lui, in 1862 geboren in WesWa
len en naar Schiedam getrok
ken om er in 1884 in het huwe
lijk te treden met Gerritje van
Katwijk, vervluchtigt al even
snel, niet bestand tegen de door
gewinterde vijftigjarige idylle.
Toch wel een interessant geval
die grootvader. Hij stierf in
1900 en'Gerritje van Katwijk
bleef achter, ik meen met acht
kinderen en het negende op
komst, in de meest ellendige
omstandigheden: Daniel, die
zes maanden later geboren
werd, ging'dood en ook 'n vier
jarige zoon werd spoedig daar
op naar het graf gedragen. In
één jaar verloor Gerritje van
Katwijk zelf nog maar 32
man en twee kinderen en het
noodlot zei: „zie nu maar, hoe
je je er door slaat". Het was bij
de Schwagermannen familie
traditie, dat de oudste zoon de
beide voornamen kreeg van de
Duitse gróotvader, vandaar dat
er in het telefoonboek van
Schiedam twee C, H. Schwager
mannen staan. Overigens is
elke traditie er om verbroken
te worden: de zóón des huizes,
thans directeur van het Frans
Halsmuseum in Haarlem, heet
Daniel. Helemaal duidelijk
wordt ondertussen de familiere
latie met Curt Heinrich van
1862 niet.
„En let nu eens op", zegt de heer
Cord Hendrik, „Ik ben op 30 au
gustus 1885 geboren; mijn ou
ders waren uiteraard, zoals zo
vele Duitse immigranten, lid
van de Evangelisch Lutherse
Gemeente, die toen nog kerkte
in de Gasthuiskerk, het oudse
Sint Jacobs Gasthuis, thans
Museum. Ik heb dus merk
waar digenvijze al heel vroeg
kennis gemaakt met het Sint
Jacobs Gasthuis, waar ik later
conservator zou worden, even
als mijn zoon Daniel na mij. Ik
ben nJ. op 30 augustus 1885 in de
Aula van het St. Jacobs Gast
huis gedoopt. Een bestuurslid
van de Lutherse Kerk heeft me
een fotocopie uit 't doopboek m
handen gespeeld. Ik sta er ver
meld tussen een Eggelmeyer
en een Hoorman, die ik. allebei
heel goed gekend heb. Oók in
1885 in dc Aula gedoopt".
.Mijn eerste levensjaren heb ik
doorgebx*acht in een klein krui
denierswinkeltje aan het
Broers veld, toen nog een straat
met een vieze stinksloot in het
midden. Een open riool, net als
de Lange Kerkstraat, de Kreu-
pelstraat, de Noordmolen
straat, het Raam. Ze flikkerden
er van alles in, dooie katten en
de inhoud van de pot. Niet dat
ik zelf nog iets weet uit die eer
ste jaren: ik heb er gewoond
tot mijn vierde jaar. Het moet
vader niet slecht zijn gegaan.
Ik heb althans toen ik 21
maanden oud was de eerste
steen kunnen leggen voor drie
huisjes in Groenendaal, die
thans nog mijn eigendom zijn:
op 'net steentje kunt u nou nog
lezen: Eerste steen gelegd door
Cord Hendrik, oud 21 maanden.
Vader heeft later de kruide
nierswinkel opgegeven en is
vendubediende geworden, later
zelfs vendumeester. Hij kocht
alles op en had een goed oog
voor de waarde van de dingen.
We woonden toen in de Ooster
straat. ,,Ik moet van huis uit
daar wat van hebben, méége-
kregen".
„Gek, hè, .dat ik als timmermans
jongen ben begonnen. Ik ging
als krullenjongen in de leer bij
timmerman Hendrik Gabel,
een. echte oude Schiedammer
met Schiedams accent, dat her
inner ik me nog goed. Een fijne
kerel, waar ik een hoop aan te
danken heb. Weet je, ik had een
fiets en hij had'een fiets nog
een bijzonderheid in die tijd.
En clan zei hij in het schaftuur:
Cord, zullen we eens kijken wie
het hardst kan. rijen? om een
dubbeltje... De rest stond dan
aan de kant en vermaakte zich
best met de wedstrijd tussen
baas en kruliejongen. Zo'n man
was dat. Hij had zijn werk
plaats op het Hoofd, daar waar
nu de Brouwerstraat loopt.
Daarachter een tuin met
vruchtbomen, appels en pe
ren, omheind en dus erg verlei
delijk.
Met een jonge collega ging *k
op roof uit: de een plukken en
meenemen, dc ander uitkijken.
Ik zie me nog: voorzichtig mijn
kop over de heining steken om
te zien of er onraad was. Tege
lijk aan de andere kant Gabel
zijn hoofd omhoog. Plotseling
neus aan neus. „Wel verdraaid,
mijn eigen jongens jullie hoe
ven morgen niet weer te ko
men
„Een beetje mistroostig wij de
andere dag naar de Buitenha
ven Gusto was er nog niet
en wij varen op de Maas. We
waagden ons te ver en een
sleepbootje moest ons oppikken
9 De heer Schwagermann toont een tekening van het oude Poorthuis.
en terugbrengen. Volgende dag
weer naar de waterkant. En
wie staat daar: Hendrik Gabel.
.Vooruit", zei hij, gauw naai
de winkel". Wij protesteren:
Da's een. vuile streek. Je hebt
ons toch ontslagen?" Maar dut
was hij allang weer vergeten.."
Hendrik Gabel was het, die er me
toe aanspoorde om in de avond
uren met de stoomtram naar
Rotterdam te gaan om de cur
sus van de Academie voor
Beeldende Kunst en Technische
Wetenschappen aan de Cool sin
gel te volger.. Dat was iedere
avond v<m 6 tot 10, ook des za
terdags dus overdag de
praktijk en 's avonds op de aca
demie. Moeilijk, maar ik ben
blij dat ik het gedaan heb. En
kijk eens, dat leerden wij ma
ken..." Ergens onder een bu
reau vandaan haalt de he.er
Schwagermann e en werkstuk,
bijna 70 jaren oud, een minia-
tuurtrap, zo degelijk als ze .-n-
dertdien niet. f**er worden ge
maakt. „Timmeren en tekenen
en dan dc theoretische onder
grond van de academie na 'n
examentje kwam ik meteen
in de tweede klas en Ipn-r
ioen een' van mijn leraren pro
fessor werd in Delft, op zijn ad
vies als toehoorder zijn colle
ges gevolgd. Dat kostte maar
tien gulden per jaar... Weder
om op advies van een hoogle
raar deed ik, na een jaar pri
vaatles en een jaartje vierde
klus HBS dank zij veel hulp
van alle kanten mijn eind
examen om daarna wederom in
Delft mijn Candidaats bouw
kunde te halen. Ik heb villa's
en bedrijf sgebouiven gemaakt,
maar bij het uitbreken van de
eerste we re ld ooi-log kwam er
een. debacle, die ik als architekt
niet heb kunnen overleven. De
mat.eriaalprijz.cn .stegen en ik
ging failliet.."
Samen 2oekr„d na,r dc stukken uit Cortl Hendriks bouwkundig verleden. Op dc achtergrond een
eigen schilderstuk van dc oud-conser\aior.
Schiedam Er aas, aldus dc
g-f-jarige heer C". II. Schica-
germunn, oud-conservator
roti het Schicdamse Mu
seum, ecu keer in het
jaar een parade ran dc
schutterij. Er was dan feest
op het excercitic terrein bij
dc OffieierjïïuiH. Als jongens
hadden wij altijd reel plc-
cier als Majoor Gerrit Visser
zijji paard- zou bestijejen, Dc
man wa$ vreselijk dik cn er
kwam een trapje, een lad
dertje aan te pas om hem in
het zadel ie krijgen. llij
klom eerst on dat leertje,
legde zijn dikke been over
de rug ran hal paard, ie
mand gai he ui een douwt je
en hij zat. Bij ons kwajon
gens ging er dan een hoe
raatje op: Hiep hiep hoera,
leve de Majoor
Grote beu-ondenna heb ik ge
had troor Bert Kok, een ge
wezen matroos bij dc Mari
ne. a'ic als de schutterij uit
rukte, altijd meeliep voorop
met de muziek, liefst naast
de kapelmeester Gunncweg.
Gaandeweg zakte hij af, tot
hij midden tussen de schut
ters liep. Dan kicamen de
ordebewaarders cn zwaai
den met hun staf en als een
pijl uit de boog schoot hij cr
vandoorachterna gezeten
door dc politie. Een lefkerel.
Als hij bij de Lange Haven
in hei uauic gedreven werd
agenten rob r en, achter
sprong hij pardoes in de ha
ren en zu-om naar de over
kant. Diezelfde lejzetter
cn daarom bewonderde ik
hem zo heeft, twee maal
een kind uit het Sptiikanaal
gehaald, dat anders door de
stroom zou rijn meege
sleurd. Maar bij dc parade
van dc schutterij werd het
stee rast een knokpartij of
een achtervolging. Een zoon
trait hem is nog een tijdlang
wethouder van Schiedam ge
weest; helaas veel te vroeg
overleden'
Schiedam IIJI heet Cord Schwagermann, oud 84 jaar en zij Euphe-
raia Schwagermann-Heintjes (afkomstig \*an Sommelsdyk op Ovcr-
flakkee, thans 76), cn ze zijn dezer dagen vijftig jaar getrouwd.
Hun woning aan dc Stadhouderslaan staat vol bloemen en hun
stemming is adequaat aan de prachtige rose orehideeën, en de an
dere bewijzen van vriendschap en waardering, die zc hebben ge
kregen. „Jaap", spreekt hy zijn vrouw non-euphemistisch toe,
„kom eens met de kranteknipscis uit itiyn zangerslijd, of nee laten
wc eerst maar eens de tekeningen laten zien van de villa's, die ik
als bouwkundige heb ontworpen.
Als kunstkoper reisde Cord
Schwagermann heel Europa
door: overal bezocht hij de
kunstveilingen: m Parijs, in
Londen, zelfs In Warschau, zij
het daar met weinig succes,
omdat men cr bij de uitvoer
van kunstwerken eerst hoge
steekpenningen moest betalen.
Allerlei musea hebben hun be
zit kunnen verrijken dank zij de
vondsten en ontdekkingen van
de heer Schwagermann, die een
fijne neus had voor het waarde
volle, En toch ook wel veel
„veine". Een zeventiende-eeuw-
s® H. Ver schuring, gespeciali
seerd in ridder gevechten, is
naar Gorkum gegaan, (waarin
men ook daar gespecialiseerd
i:s), een Lucfolf de Jongh is be
land in het Museum voor Oud
heden te Rotterdam, een Jacob
GiUing in Utrecht en een Gerrit
Horst, een leerling van Rem
brandt. ging naar het Bredius
Museum.
„Voor Utrecht had ik tenslotte
„plein pouvoir". Je koop maar,
zeider. ze, en ik heb hun zeven
schilderijen van zeventien-
deëewse meesters geleverd.
Dordrecht kreeg een stuk van
C. Vermeulen, midden achttien
de eeuw. Waar ik ze vandaan
haalde? Meest uit Engeland. Ik
ging daar twee keer in de
maand naar toe. Nu weet men
er ook wel wat de boel waard
is, maar in die tijd had ik tel
kens een meesterwerk voor
heel weinig geld. Zo heb ik
daar een Abraham Bloenvuert
kunnen machtig worden, een.
beroemde Utrechtse mc-ester,
waarmee men bij Boy mans
reusachLi-g verguld was. Ik heb
zo zelfs eer. Boud in uit 1879 aan
Boy mans kunnen verschaffen.
„Nee, welnee wat je voor een
prikje in.het openbaar kunt ko
pen. dat is helemaal jc eigen
dom. ook nl blijkt het nader
hand tonnen waard te zijn. Ik
heb eens een Jacob Ruysciael
gekocht voor zes tientjes. Het
was gesigneerd, maar dat had
men over het hoofd gezien. La
ter bij het schoonmaken kwam
de signatuur voor de dag. Nog
wtt bij eer. bekende kunsthan
del, r.i. Solheby in de New
Bor.dsr.-eet in Londen. Dat stuk
is naderhand duur verkocht
aan hot buitenland. Er hangt
- ook via mij een aardig
schilderij in het Rijksmuseum.
Van Melchior d'Honüecocter,
Mijn vrouw kocht het op mijn
advies voor 125 gulden cn heeft
er later een aardig huisje aan
overgehouden en dat heeft ze
nu nog. Hoeveel huur brengt
dat ook op. Jaap?"
Mevrouw Schwagermann; „Ik
zal net even nakijken, een
ogenblik „Mijn vader
had veel kunstgevoel en ik heb
het ook. De kunstneus is me
aangeboren. Hoe heb ik die
d'Hondecoeter herkend? Wel,
een herinnering aan een ande-
stuk uit zijn atelier, een detiriJ
dat overeenkwam, 't één nvs-
schic-n een voorstudie van het
ander. Ik heb ongetwijfeld vin:
geluk gehad. Dat stuk bleek la
ter nl. voluit te zijn gesigneerd.
Nu ja. zc kan het niet vinden.
Maar de opbrengst van dat
huisje is ongeveer honderd gul
den in de maand. Het was een
stilleven met dode vogels,
maar in Engeland had men
daar een hekel aan. In do cata
logus van cïe kunsthandel stond
het aangegeven als „Dead
game with the implements of
the chase". Dood wild met
jachtuUributen. Zelf hadden ze
er bij Robinson and Fisher
maar 45 gulden voor betaald".
,,Een ander ding kostte me drie
pond cn ging zo weer van de
hand naar Den Haag en voor
heel wat meer. Ik liep eens in
Bonn te kijken een bezoek
aan liet huis Var. Be ei hoven.
Zie ik hij een antiquair een ze-
v en 1 i end<:*t; vu ws se hi 1 d erijt j e
van dc Walvisvaart. Ik kon het
krijger, voor vijftien gulden.
DaL heb ik grif betaald, Hanno
ver, Parijs, Tours, Orleans
ze leverden alle wat op. Op
een kunstveiling in Rotterdam:
t en prachtige Chinese broderie,
echte kunstzij: Twintig gulden.
Alleen de lijst was hei waard.
Kijk. daar hangt het. Zeg eens
of ik overdrijf, wanneer ik zeg,
dat het wel twintig keer zoveel
waarde HeeftMaar ze zien het
niet gelukkig. Hier bij Kruijne
en Jonker een hele bak porse
lein alles in Jugendstil cn
daar ben ik verzot op. 'k Ileb cr
ton collectie van: zilverwerk,
horloges etc. maar goed:
dat porselein kostte me 35 gul
den ik heb zes van die kop
jes verkocht voor zeshonderd
gulden cn daar staat de rest.
Een litho van Picasso 40 gul
den. Een stuk van Ftedekcr, in
Den Haag verkocht als litho, "t
Was een rekening vijftien
gulden En ga zo maar door.
Ach, ik schilder ook nog zelf. In
a 11 c stijlen. Ik kan nl. niet stil
zitten. Alk-en de laatste tijd
lukt het niet meer, want mijn
handen zijn niet zo vast meer.
thj voorbeeld die vaas met or
chideeën, Ik hou cr mee op.
Dat wordt toch niks
..Nee' zegt mevrouw Euphe
mia, „je gaal er mee door. Als
;je clan ai wat beeft dat hindert
niet. Dan wordt het maar mo
dem".
Schiedam „Kom bij mij in het
vendu-bedrijf", zei dc vader
van de heer Schwagermann. na
diens mislukte start in de
bouwwereld cn zo begon dan dc
tweede periode in diens leven:
hulp bij de verkopingen van
roerende goederen, met als
specialiteit antiquiteiten, cn la
ter speciaal de schilderskunst.
Toen hij 34 was trad hij in het
huwelijk met Euphemia. die hij
tot haar ergernis bij hun eerste
kennismaking anna 1917 in de
bioscoop, samen mei haar
vriendinnen had verwelkomd
met een non-euphemistisch;
Kom d'r bij zitten, jongens*.
Wat haar diep beledigde. Het
koetshuis van burgemeester
Brillenburg tegenover de
Hijks-HBS. met de romantische
moerbeiboom eromheen, dat
later zc samen betrokken, heeft
veel van dit al te joviale begin
weer goed gemaakt.
Omdat het gebouw bij dc vroege
re Overschietc Poort had be
hoord. placht de gemeente aan
kondigingen en reclamebiijet-
tcn op de buitenmuren te plak
ken. De heer Schwagermann
bra ets t bracht de zaak voor het
kantongerecht en wist aan dat
gewoonterecht een eind te ma
ken: De uitspraak luidde, dat.
de gemeente dan maar moest
bewijzen het recht tot het aan
plakken der bekendmakingen
te hebben. En dat lukte niet.
Mevrouw Euphemia Schwager
mann voor de porseleinkast
alles Jugendstil.