„Heel wat te beleven
rondom de
Koemarkt anno 190(F
/ader Schoei
en de
drie boeven
Plai age omstreeks
1900 een
elegante huwelijks
NEL BULOO-SCHOEL (78)
STlaj
•uit svootmoedev%i tljct
door
Gerard
Lutke Meiier
SCHIEDAMSCHE COURANT ZATERDAG 30 JANUARI 1971
Schiedam «Mijn vader", zo schrijft ons de 78-jarige mevrouw N.
Bijloo-Schoel uit Leeuwarden, „was indertijd bij de Schiedamse
politie, evenals later mijn thans 86-jarigc broer J. Schoei, nestor
van de Schiedamse politiemannen, die tbans in het Smt Jacobs
Gasthuis woont. In mijn jonge jaren moet het bij de Schiedamse
politie een gezellige boel zijn geweest. Mijn vader heeft het er ten
minste erg naar zijn zin gehad.
Er waren drie agenten, die een baard hadden, t.w. de eerste agent
De Uil, verder Meijers en tenslotte „blonde Meijer", die deze bij
naam had gekregen, omdat men anders in de war kwam met de
namen.
iferder waren er de ouderen
onder ons herinneren zich dat
nog wel twee agenten, die in
de zomer een witte broek droe
gen, Dat waren dan agenx
Brusse en mijn vader. Je had
bovendien agent Brouwer, ook
mei een baard, maar die baard
was niet praktisch. Hij werd
naderhand „een stille agent",
zoals dat heette, dat wil zeggen
wat men tegenwoordig recher
cheur noemt. In het kleine stad
je Schiedam was een baard
voor een stille veel te opval
lend. Je zag hem al van verre
komen...."
„Vuile zooineks"
,We hadden het wat gezellig
thuis. Ais vader 's avonds geen
dienst had, las hij voor uit de
krant. Moeder stopte de kousen
en wij breiden zo wat. De we
reld was in die dagen vol van
de Boerenoorlog, de strijd in
Zuid-Afrika. Nóg hoor ik mijn
vader zeggen: „Nu moet je
toch eens horen, moeder: een
handjevol Boeren heeft die vui
le rooineks verslagen." Zo wer
den wij dan met het nieuws van
die dagen vertrouwd gemaakt
en dat met volledig commen
taar. We zongen er de toepasse
lijke liedjes bij, zo van. „Cham
berlain moet zakjes plakken, hi
ha ho" en het liedje van do
man met dat draaiorgel op zijn
buik: „Arme vrouw en kinde
ren, Stuur ze naar het moorde
naarskamp, O, wat een schand
lage wraak van Engeland
Ik ken de wijs nog; ik zou het
zo voor u kunnen zingen."
„We woonden aan de Broersvest,
daar waar nu de bakkerswinkel
van "Vlug is. Ik ben opgegroeid
op de Vest, daar was het in
mijn jeugd heerlijk spelen.
\l'aar nu de He ma staat, was In
die tijd een plantsoen. Niet zo
erg mooi: donker door al die
hoge bomen. Er was een in
gang aan de kant van de
Broersvest; de andere kant
kwam utt op het pad van Muis.
In de winter kon je daar heer
lijk van de dijk omlaag glijden:
als er sneeuw lag had de jeugd
daar een prachtige baan."
„Als je ging staan waar nu de
oversteekplaats bij de Hema is,
dan had je vroeger uitzicht op
drie korenmolens op een rij. De
eerste stond bij het huis, waar
indertijd de weduwe Stokhof
woonde, die wagens verhuurde.
Het was de eerste molen, die
zou worden weggebroken, toen
het badhuis zou worden ge
bouwd. Dat badhuis was een
goed ding; ik heb er zelf ook
vele malen gebruik van ge
maakt. Van de Broersvest wat
naar achteren, liep tot aan de
Rotterdamseüijk en de Korte
Singelstraat een straatje met
zowat in het midden een hofje,
dat men het Bubbermansge-
sticht noemde. Daar woonde
o.a. de familie Kok."
Naakt bovenlijf
„Zondagsmorgens kon men de
beer Kok in zijn onderbroek in
de poort zien staan om zijn
PÜPje te roken. Maar zodra de
klokken van de Grote Kerk be
gonnen te luiden, dat wil zeg
gen om half tien, draaide hij
zich om en stapte naar binnen.
Een zoon Bert was een branie
van jc welste. De heer Schwa-
germnnn heeft er al over ver
teld, dat Bert Kok een gewezen
matroos was, die altijd voorop
liep als de schutterij uitrukte,
hoewel hij er niets mee te ma
ken had. Een lef-kerel, die par-
does in de haven sprong als do
politie hem achterna zat. Bert
Kok zorgde ook voor bewogen
tonelen op de Koemarkt. Als er
wat te knokken was, bemoeide
hij zich er mee, altijd het bo
venlijf naakt. Waarom naakt?
Omdat de politic dan geen hou
vast aan hem had en hij zich
gemakkelijk aan hun greep kon
onttrekken, Vooral als het ker
mis was, was er op de Koe
markt heel wat te beleven."
Beer in de aanval
„De tweede molen bij het grote
plein was een keer verhuurd
aan een kermisganger. Voor
twee centen kon je komen kij
ken naar een grote beer, waar
mee hij speelde. Maar owee
een keer klonk er een vreselijk
gebrul, de mensen liepen bij de
molen te hoop en al gauw hoor
de je het: De beer had de man
aangevallen en lelijk toegeta
keld. De kermisklant werd
naar het ziekenhuis gebracht
en voor zover ik weet, werd de
beer ter plaatse neergeschoten.
Een week lang was er kermis
mei draaimolens en alie verde
re spullen; nog weken daarna
dreunden de liedjes die werden
gespeeld in je oren. zodat jc
blij was als alles weer veidwe-
nen was.
„De derde molen stond voor het
huis van oud-burgemeester
Honnerlage Grete en hel was cr
wederom een van de familie
Kok, die zich op de balie waag
de en zittend op één van de wie
ken mee in het rond draaide,
totdat de molenaar de wieken
stilzette om hem gelegenheid te
geven zijn gevaarlijke zitplaats
te veriaten. Het was een gewel
dig hoogte en ik herinner mij
tussen de mensen te hebben ge
staan, die het hoofd in de
nek beneden angstig hebben
staan schreeuwen."
„Als je het ïlercnpatl opging
kwam je hij het vrouwtje Blok;
ze had een snoeptafeltje in haar
kamer en in datzelfde vertrekje
sliep ze. Onder het bed stond de
po heerlijk te geuren. De stak
ker heeft het beslist niet best
gehad. De mensen hebben haar
een keer dood op bed gevon
den; misschien is ze wel aan
ondervoeding bezweken. De
mensen waren n.l. vroeger niet
voor niets zo bang om oud te
worden. Je had dan immers
geen eigen inkomen meer en
als je dan ook nog bescheiden
was, had je helemaal niets."
Vrouwelijke ingenieurs
„Hoek HerenpadBroersvest,
waar nu een drogisterij is, had
je vroeger de slachtplaats van
slager Wirzel. Ik heb er eens
een jongen gezien, die een
klomp uittrok en daaruit volop
bloed te drinken kreeg. Ook sla
ger Van der Most had in het
Herenpad een slachterij. Toen
de slagerswinkel werd ver
bouwd is naar ik meen ook de
slachtplaats verdwenen. In de
winkel van Van der Most, in
dertijd één van onze beste sla
gers, hielp Ik in. mijn jonge ja
ren een juffrouw, die de men
sen Antj'e Verboom noemden.
Ze was wel eens wat knorrig,
maar ze had een goed hart: ze
keek haar klantjes aan en stop
te de lui, die het niet te ruim
hadden, wel eens een paar vet
te beentjes of een stukje worst
toe of gaf ze extra rui m ge
wicht.
„Even verderop, bij de heer Van
Meurs, hoek Baansteeg, kreeg
je toentertijd zes goede sigaren
voor elf cent. En bij groente
boer Span kocht je in de zomer
voor twee cent een pond boe-
renpruimen. Ik weet dat nog
goed, omdat in een bepaald
jaar de mensen er 2iek van
werden, zodat de dokters er
aan te pas moesten komen. Een
lekkernij bij bakker Papenhui
zen, Broersveldhoek Hoog
straat was de heerlijke kant-
koek, die je voor 10 centen per
pond kon kopen. Voor vele ge
zinnen een uitkomst als goed
koop broodbeleg. Papenhuizen
had aan de Buitenhaven ook
een pandje, met aan de voorge
vel een grote arend, helaas al
les door brand in de as ge
legd."
,Wat verder op de Hoogstraat
had je daar waar nu die fiet-
senzaak is een speelgoedwinkel
en er tegenover woonde meneer
Bal en zijn echtgenote mevr.
Bal-Gabl. Ik vertel u dat, om
dat hun dochtertje de eerste
vrouwelijke ingenieur van Ne
derland is geworden. Vlak
daarbij een gezellige winkel,
waar nu bloemenwinkel Kosa
ïs. Daar konden de dames bij
de heer Jacobs allerlei kantjes
en kraagjes en mooie knopen
kopen; ik heb mijn hele leven
een van die knopen bewaard.
Mevrouw Krabbendam-Hofste
de uit de bloemenwinkel heeft
nog eens op een praalwagen ge
zeten als de Maagd van Hol-
Schiedam Mevrouw Bijloo, de 78-jarige Schiedamse, die thans in
Leeuwarden woont, ïs in haar gedachten weer een ogenblik bij de
jonge Neeltje, dochter van de Schiedamse agent B. Schoei van om
streeks 1900. Met een grenzeloze verering luisterde zij naar dc
sterke verhalen van haar vader, tegen wie ze opzag als tegen een
held, oen dappere strijden voor orde en recht. In de rustige huiska
mer onder het licht van de petroleumlamp die haar schijnsel sa
menbalde op de ronde tafel In het midden van het vertrek, zat hij
smakelijk van zfjn grote avontuur te vertellen en ze luisterde vol
spanning met een blosje op haar wangen.
9 Mevrouw Neeltje BijlooSchoei, woont thans in Leeuwarden.
„Er waren", zo vertelde vader
Sehoe. „uit de gevangenis In
Scheveningen drie mannen ont
snapt, waaronder een De Ko
ning uit Schiedam, je weet vrel,
die vent die hier die inbraakjes
heeft gepleegd. W|j kregen daar
van onmiddellijk bericht op het
politiebureau en commissaris
Wolfenspergen besloot dat cr
op verschillende punten moest
worden gepost".
„IK SPRING ER OP
„En ik", aldus vervolgde vader
Schoei zijn spannende verhaal,
„kreeg de opdracht de Ovcr-
schieseweg in de gaten te hou
den; ik xverd neergezet bij dat
gele huisje, waar wel eens
ambtenaren zitten (vermoede
lijk een wachtpost van de kom
miezen - red.) En ja hoor, daar
zag ik drie verdachte figuren
naderen. Ik herkende onmiddel
lijk die De Koning, die gevaar
lijke kerel uit Schiedam. Jon
gens. zeg ik tegen mezelf, dat
wordt menens; drie man legen
één is wajt al te bar. maar laten
gaan kan ik ze ook niet. Hoe le
ver ik dat? Ik bedenk een aan
valsplan, stop de sleutel van
het huisje in de zak, neem de
boeien bij de hand en wacht tot
ze dicht genoeg genaderd zijn.
Mét dat ze d'r zijn spring ik er
boven op",
„Zo gezegd, zo gedaan. Ik spring
te voorschijn en grpij er één
vast. De tweede vlucht en de
derde gaat in de aanval. Maar
wat ik vast heb laat ik niet tos.
Ik doe hem dc boeit-n om en
douw hem in het huisje en doe
meteen de duer op slot. ïn het
huisje bij de spoorwegovergang
hadden ze de vechtpartij gezien
cn er kwam ai hulp opdagen
van die kant. Al worstelend met
nummer drie schuif ik naar hen
op. Er kwam gelukkig nog wai
politie aangesneld en gezamen
lijk weten we de woesteling te
overmeesteren en ook de vluch
teling "te achterhalen. We heb
ben het drietal opgesloten on
der het stadhuis. En de stad
udemde op, want men had flink
in spanning gezeten. De lui wa
ren werkelijk gevaarlijk: ze
hadden immers bij hun ont
snapping één van hun gevange
nisbewaarders gedood. In de
zakken van die De Koning von
den we een briefje voor zijn
vrouw mei de woorden: „Brer.g
mij gereedschap en een flink
mes." Hij was dus tot alles :n
staat.
Schiedam „Zelf heb ik geen grote avonturen beleefd", aldus Neel
tje Bijloo-Schoel, „maar ik kan u wel wat aardige bijzonderheden
vertellen over Schiedammers uit de tijd, toen ik een meisje van
een jaar of tien was. Op de Tuinlaan b.v. woonde de familie Van
der Burg, naar ik meen eigenaar van de korenmolen Wilhelmina.
Als die familie naar het buitenland ging voor de vakantie, dan
werd de mooie eikenhouten voordeur er uit gehaald en netjes opge
borgen. Daar kwam dan een stevige, maar goedkopere deur uit
kraaldcelljcs voor in de plaats. (Kraaldelen zijn een soort planken
van vurenhout, die op bijzondere wijze in elkaar passen red.)
land."
Naast de2e familie woonde de
heer Van Deventer, eigenaar
van de glasfabriek, die ook jets
bijzonders had op het gebied
van deuren, nl. tuindeuren, die
draaiden in vaste stenen pila
ren, met bovenop een paar
prachtige cactussen of velplan-
ten. Daarna kwam het grote
huis van meneer Maas, die een
tuin had, zich uitstrekkend tot
aan het klooster; aan. de bin
nenkant van de tuinmuur moe
ten druiven hebben gestaan.
„Deze meneer Maas was ernstig
ziek cn moest sterven, maar
dat wilde hij nog niet en. toen
gaven zij hem zuurstof uit zo'n
fles van Oxygenlum aan de
Buitenhaven-weg. Ik vond dat
griezelig, omdat kort voordien
zo'n fles uit elkaar was ge
sprongen, waarbij een man
werd gedood. Die gedachte kon
ik niet verwerken: een zuur-
stoffles, die een arbeider een
afschuwelijke dood had ge
bracht, en eenzelfde zuurstof-
fles die langer leven moest ge
ven aan een stervende...
De zusters uit het klooster ston
den altijd klaar om *e helpen,
wat je ook had: gebroken ar
men of benen, of alleen maar
da fijt m je duim.
De Plantage was in die jaren een
lusthof, afgesloten door een
hek, links een stel prachtige
zware bomen, rechts een fraai
perk met hortensia's, dat werd
verzorgd door de dames Van
der Schalk, die aan de Lange
N i euws tra at woonden
Flaneren met parasol
.Zondags was er concert ïn de
muziektent. Daar hanteerde
meneer Smit, die later op de
Dam woonde, de dirigeerstok.
Er werd mooi gespeeld, maar
nog mooier waren de dames:
de parasol opgestoken, de lange
rok gracieus opgehouden tussen
vinger en duim, de pink zo wijd
mogelijk uitgestrekt. Dan was
de Plantage Schiedams huwe
lijksmarkt, waar jong en oud
flaneerde, meest echter het jon
ge volkje uit de middenstand."
,Aan dc andere kaïtf op de
Broersvest woonde meneer De
Draak, die prachtig kon zingen.
Er was een verenigingsgebouw,
waar het kerstfeest werd ge
vierd met een boom, die tot het
plafond reikte, en een smederij
van Nederpelt, waar de paar
den werden beslagen. Daarbo
ven woonde de heer Waalwijk
van Doorn; hij droeg een grote
flambard en in zijn hand een
rode zakdoek. We keken altijd
vol bewondering naar hem. als
hij de trap afdaalde, niet om
die flambard of die zakdoek,
maar omdat hij 103 jaren oud
was en dot is iets onbegrijpe
lijks als je zelf nog maar tien
bent."
,Even verderop had je drie za
ken, waar je een stenen trapje
Op moest om in tic winkel tr ko
men, één daarvan de grutterij
var. Overeinde. De grutten cn
het meel voor de kamemelkse-
pup kreeg je daar met per pak
je of per gewicht, maar uit een
maatje; er was een rolletje om
da: maatje glad te strijken. Bij
Maltha, de drogist, kocht je
voor één cent heerlijke fris
zure tamarinde. Aan de zolde
ring hingen gedroogde papaver-
bollen; die gebruikten de men
sen voor de kinderen als die
niet konden slapen. Verder was
cr de sigarenwinkel van Chris
de Lange, waar je ook postze
gels kon kopen; daar zaten de
horen K ruil a ars of KI lm heg dik
wijls te praten of ïe schaken:
was dat laatste het geval dan
werd je als kind de winkel uil-
gesnauwd. Onder de grote kas
tanjebomen bij de Koemarkt-
brug zaten in do zomer de
veearts dr. Var» Velzen en zijn
gasten tnee te drinken: een
sterk contrast met de heftige
vechtpartijen, die zich toen af
en toe op de Koemarkt hebben
afgespeeld...."
HULDIGING
Dait hol voor Schiedam een op
luchting was toonde onze bur
gerij metterdaad. In de eerste
plaats de horen van de Beurs.
De hoer Van der Pant stelde
zich aan het hoofd van enkele
andere heren voor een rond
gang langs de gegoede bur
gers; een aardig bedrag werd
opgehaald en als extraatje on
der net pol it tepei.-sonccl ver
deeld. Agent Schoei werd ge
huldigd tijdens oen gezellige
middag in het gebouw van het
Leger des Heils, waar ook do
andere agenten aanwezig wa
ren, die wegens hun ddppcie
gedrag moesten delen.
School kreeg ook nog een eervolle
vermelding van de Koningin
en Schiedam legde na de huldi
ging het hoofd weer rustig
neer, omdat het onraad veilig
achter slot en grondel zat.
Deze historie is gebeurd om-
stceks 1900, toen de heer Wol-
lenspergen hier commissaris
van politic was en aan de Lan
ge Nieuwst raat woonde. „Hij
had rtwee kinderen", aldus ver
haalt Nel Bijloo-Schoel, „een
zoon en een dochter. Wanneer
de dochter jarig was, stak de
zoon dc vlag uit onder het mot
to: ik heb maar één zuster en
die is maar cén keer jarig in
het jaar. Als commissaris Wol-
fenspergen thuis kwam om de
verjaardag van zijn dochter te
vieren, werd de vlag schielijk
Ingehaald, want het werd niet
corrctit geacht de nationale
kleuren uit tc steken bij een
particuliere verjaardag en een
commissaris kan slecht het
verkeerde voorbeeld geven."