Bleek
neusjes
uit
Oostenrijk geluu r
Naamgenote En ka
v/d Vlies heel
andere figuur
Engeltle van der V ies die 30 jaren niet at en niet dronk
BASTIAAN KERSSEN:
I
STAD! 3
IJ ER, FOTOGRAAF - HOOGSTRAAT
Lutke Meijer
t
SCHIEDAMSCHE COURANT ZATERDAG 6 MAART 1971
«■r?, <jsr
3W
■vW-*f
-iïrmiï'ï'ï
Hef sub-cam/fé voor het tweede transport Oostenrijkse kinderen.
Schiedam In ons verhaal over de 81-jarige Bastiaan Kerssen
van 1(5 januari jl. bicven enkele punten onbelicht. In de eer
ste plaats zijn actie voor het Oostenrijkse kind in de jaren
1918/1919. „De nood in Oostenrijk was groot in die jaren en
bij de bestuurdersbond hebben wij ons ingezet voor de on
dervoede jeugd. Wij hebben hier drie transporten Oosten
rijkse kinderen naar toe gehaald. We moesten hen onder
brengen in onze stad en dat lukte minder goed bij de upper
ten, dan bij de rest van de plaatselijke bevolking. De foto
graaf van de Hoogstraat, de heer A. Dettmeijer. heeft ons
daarbij prachtig geholpen. Hij maakte een foto van het
Schiedamse subcomité te midden van een groep kinderen en
drukte hiervan duizenden prentbriefkaarten af. Die verkoch
ten. wij voor een dubbeltje per stuk en van de opbrengst heb
ben wij de Oostenrijkse kinderen van kleding voorzien, want
die hadden ze broodnodig".
Schiedam „U had dezer dagen", aldus de heer Bastiaan
Kerssen, „een kort stukje in de krant slaan over Engeltje van
der Vlies. Hel lijkt nic goed erop attent te maken, dat er in
Schiedam ook nog een Enlca van der Vlies is geweest en dat
dit een heel andere figuur was dan die Engeltje. Ik heb haar
goed gekend, want ze was onderwijzeres op de school die ik
bezocht, de school met de Bijbel van Meester Dekker op dc
Broersvest. Overigens: Ik heb het in die school nooit tot de
vierde klas kunnen brengen.
FOTO VOOR EEN
DUBBELTJE
■Enkele gezinnen hebben nog
lang met de bij hen onderge
brachte kinderen contact ge
had. Van de rest hoorde je na
terugheer in hun vaderland
niets meer. Jammer, maar
zoiets raakt gauw in het ver
geetboek. Maar je had er wel
v'eel werk aan. Je kreeg bericht
dat er een transport zou komen
en dan moest je de groep in
Utrecht van de trein halen. Je
bracht ze naar gebouw Con-
stantia in dc Botcrstraat en
zorgde ervoor, dat dc pleegou
ders daar "bij aankomst al ston
den te wachten. Het is altijd
voortreffelijk gegaan. De kin
deren hadden het hier best
naar hun zin. Op de foto van
Dettmeijer staan de mensen
met wie ik in de sub-commissie
samenwerkte; ze zijn nu alle
maal overleden, alleen ik leef
S' Van links naar rechts
staande zijn het mevrouw Van
der Haar, Piet van Ruiven van
de Coöperatie D.E.S., Piet van
der Tooien en mevrouw Ro
vers, zittend van links naar
rechts mevrouw Koeten-Ooms,
ikzelf met een Oostenrpks kind
op schoot, mevrouw Schonk en
Antoon van Duinhoven, de
vroegere correspondent van
„Voorwaarts", het socialisti
sche blad van toen."
„Ik heb indertijd met belangstel
ling uw verhaal over dc oude
Willem Collé gelezen en aange
zien ik als lid van de Bestuur
dersband van het NVV nauw bij
de acties in de crisisjaren was
betrokken, kan ik nog een paar
bijzonderheden vertellen. Het
bestuur van de Schiedamse Be
stuurdersbond NVV had de
werklozen opgeroepen voor die
protestvergadering in het Pas-
sagetheatcr. Gerrit Visser, de
voorzitter van de Bestuurders-
bond die later door de Duit
sers is omgebracht was de
spreker. In een fel betoog he
kelde hij de houding van de re
gering Colijn. Hij eiste verho
ging van de werklozenuïtkering
gen en, betere arbeïilsvoorwaar
den voor de lui in de werkver
schaffing".
„POGING TOT
OPRUIING"
,ZeIf had ik de leiding van deze
vergadering en ik vroeg aan
het einde, zoals dat gebruike
lijk was, wie aan dc rede van
Visser nog Iels had toe te voe
gen. De heer Willem Collé, va
der van de huidige wethouder
van die naam, die in onze stad
welbekend was, maakte van
deze mogelijkheid om nog iets
te zeggen gebruik. Ook hij ging
de regering fel te lijf, „Wij
moeten", zo zei hij, tegen de
regering Colijn strijden en
vechten,..'". Een rechercheur
die in de zaal aanwezig was.
meende dat hier van opruiing
sprake was en maakte proces
verbaal op. De Rotterdamse
rechtbank veroordeelde Collé
tot zes weken gevangenisstraf.
Op de vraag of verdachte nog
iets te zeggen had, antwoordde
Collé, gevat als hij was: „Ja
edelachtbare, ik wou alleen nog
opmerken dat er rechters 2ijn,
die meer verdiensten dan ik."
Collé tekende tegen het vonnis
hoger beroep aan en vroeg mij
of ik getuige wilde zijn. Als zijn
verdediger trad nir. Stokvis op.
De president van het Haagse
gerechtshof vroeg mijn opvat
ting over de gewraakte woor
den en ik antwoordde aldus:
„Mijnheer de presiden t, in de
geschriften van de moderne
vakbeweging komen deze woor
den herhaaldelijk voor. Als ik
de indruk had gehad, dat ver
dachte bedoelde de regering
met de wapenen der barbaren
te lijf te moeten gaan, dan had
ik hem zeker het woord ontno
men". De uitspraak werd ten
slotte vrijspraak".
GRAVEN NAAR
BLINDGANGERS
,0, en dan wil ik u nog een eigen
ervaring verhalen uit de jaren
1940 tot 1945. Het was in de zo
mer van 1943, het derde oorlogs
jaar, dat ik een oproep ontving
van de Arbeidsbeurs, die toen
tertijd was gevestigd in dc
Lange Xieuwstraai. Ik was niet
gewend, dat mij werk werd
aangeboden en toen ik er mij
meldde klopte mijn hart dan
ook vol verwachting: Wat voor
werk zou dat wel zijn? Ik ont
ving een kaart, waarmee ik
mij moest meiden bij de
Scheepswerf „De Nieuwe Wa
terweg". En dat deed ik. De
portier, Frans Oscfius, wist
echter van niets: cr werden
geen arbeiders gevraagd. Op
de terugweg ontmoette ik in het
Sterrebos nog een vijftal men
sen, die op weg waren naar de
Nieuwe Waterweg, Ik zei hun
wat mijn ervaringen waren en
gezamenlijk gingen wij terug
naar de Lange Nieuwstraat. Dc
dienstdoende ambtenaar vertel
de ons. dat de Engelse lucht
macht een stuk of tien bommen
had uitgeworpen op het terrein
van De Nieuwe Waterweg; die
bommen waren niet tot ontplof
fing gekomen het waren zo
genaamde blindgangers. Een
Duitse Feldwebeï zou ons ter
plaatse wel vertellen, hoe wij te
werk moesten gaan om die din
gen op te ruimen. Iïct loon be
droeg anderhalve gulden per
uur, plus een kwartje voor le
der kind beneden de veertien
jaar".
Terug op De Nieuwe Waterweg
was er geen Fcldwcbc! te zien.
Dat was niet zo erg, want het
uurloon ging gewoon door. Een
dag later arriveerde de langver
wachte man iemand van de
Duitse opruimingsdienst, VVy
kregen de indruk, dat hij wei
een schappelijke kerel was, en
dat, bleek later inderdaad het
geval. Met de schoppen (pen
netjes) die de dienst Gemeente
werken ons had verstrekt, gin
gen wij aan de slag. In de
ketelmakerij was een bom In
geslagen en voorzichtig schep
pend hadden wij de knaap spoe
dig blootgelegd. Wij moesten
daarop de loods uit; de Feldwe
beï daalde af in de put en haal
de de ontsteking uit de bom".
,Met een zogenaamde driepoot
hebben wij hem daarna opgeta
keld en naar zijn laatste rust
plaats gebracht. De overige
dienstweigerende bommen wa
ren ingeslagen op het toen nog
openliggende terrein, voor een
deel in gebruik genomen door
dc arbeiders van de werf, die
er in verband met de heersende
voedselschaarste een moestuin
tje hadden aangelegd. Het te
wel te begrijpen, dal er na het
inslaan van die blindgangers
niemand meer op zijn tuintje
werkte. Eerst nadat wij, geluk
kig zonder narigheden, alle
bommen hadden opgegraven
keerden zij met een gerust hart
naar hun tuintje terug om hun
hoekje sla te wieden en sperzie
boontjes en peentjes te oogsten
voor moeder thuis. Zo met dc
zegen van de Engelse oorlog s-
vlicgcrs zullen zij eens zo Jek
ker hebben gesmaakt".
Die Enka van der Vlieeigen
lijk Anke was een driftig
mens, je kreeg wel eens van
haar een draai om de oren-
Alen noemde haar later „een
.strijdbare figuur, een bliksems
wijl". Ze begon ais Christen-
socialist? en ging later over
naar de SOAP. Je had vroeger
nog mei-optochten en dan liep
ze trouw mee in de stoel. Ik
ben nog een keer arm in
arm samen met haar opge
trokken. Stel je voor, arm in
arm met je ouwe schooljuf
frouw! Ze Is later weer Chris
ten -socialïste geworden en toen
getrouwd. Ik heb nooit meer
van haar gehoord en weel niel
hoe het verder met haar ge
gaan is".
Dit tekort kunnen wij
Enka van der Vlies w
geboren als doch ie
aannemer Cornells
Vlies uit SI led recht
invullen,
d in 1373
van de
'an dc-r
die zich m
Schiedam vestigde en daa:
drwlmg word van de Hervorm
de Gemeente Ze heeft haar
jeugd in on/e vma doorge
bracht, werd Satc-r onderwij/e-
les en verhuisde m *901 naar
Rotterdam Ze deed in onze stad
veel aun huisbezoek, leerde tit-
sociale misstanden kennen en
was één van de medeoprichters
van de Bond van Chn&tcn-So-
cialisten. Samen met Daan van
der Zee uad /ij eind 1907 als
spreekster op tijdens een bij
eenkomst m on/e stad, du-
mede dankzij haar invloed /oil
leiden tot de oprichting .in een
afdeling van de Bono von
C'hrMen-Suc.'itih'Sten in 1008.
Nog ettelijke keren heeft zij hier
ai- spreekster voor hóar begin
selen geijverd. Dit kon te haar
in 1010 haar baantje als onder-
wijzere-, aan de Diaconieschool
te Hot tori lam ze werd ontsla
gen „om haar Christelijk-Soeia-
iiAisvhe bcgm-ielon". Twee
jnur later traa zij toe tot de
SDAP, m welke partij zij ook
weer h'ijk gaf van haar felle
3 evolutionaire beginselen. Toch
maakte zij zien in 1017 los van
de SFJAP om lid te worden van
tie Cnrjstelijke Volkt-pai ij, een
voor loopster van de ChrUien
Democratwclie Unie van voor
heen.Ondertussen sehiecg zij
een groot aantal boeken en bro
chure-., waarin zij haar radica
le ideeen in rake bewoordingen
naar vorm brachl Dc Schie
dam-.e drukkerij De Toekomst
aan de Lange Haven gaf het re-
iigieus-sociahstische maand
blad „De Samenwerking" uit,
dat haar negmsclen verkondig
de, alsmede haar hoek „Chris
tendom en Socialisme" uit 1912
en na,.r brochure „Klassen-
strijd"
Duveifdo drukkerij gaf ook werk
mi -.un Daan van der Zee en
Hart de Ligt., die in heel Neder
land bekendneid verwierven.
Haar ^lijdbare aard maakte
hui haar onmogelijk compro
missen aan te gaan, ?ij bleef
ijveren voor zowel het positieve
t'm islendom als het revolutio-
ii.u!e «,oci.disme en is zo mee
"f*n voorloper geweest van de
keikHijkt- stromingen m de la
lt :e Pai Lij van de Aibeid en de
do o r b iMa k g edu c h te. Zij i s
getrouwd met Chna.ua.in Johan
nes Tjaden en stierf al* wedu
we op 5 juli 1930 m een zieken
huis m .Alkmtiar, na cle laatste
jaif*n van haar leven te hebben
doorgebracht in Bergen, dicht
bil dc du men en de zee.
Schiedam „Wonderlijk", zo schrijft men ons, „dat na zoveel
jaren in de notities van mevrouw Nelie de Kok-In *t Veld uit
Vlaardingen, afgedrukt in de Schiedamsche Courant van 20
fehruari jl., weer de naam opduikt van dat wonderlijke
mens, dal circa anderhalve eeuw geleden de wereld zo bij cle
neus heeft genomr -Want het geciteerde bericht eindigt dan
wel met de woorden, dat men voor een biologisch raadsel
stond, dat nimmer is opgelost, maar dat klopt toch niet hele
maal. Bewezen is dat Engeltje van der Vlies, de Schiedamse
dienstbode uit Pijnakker, die 35 jaar van haar leven geen
voedsel zou hebben gebruikt, zonder meer een bedriegster
was. In Pijnakker heeft men het geweten en niet voor niets
zong de jeugd nog jaren een spotlied van de volgende in
houd: „Engeltje van der Vlies at niet, maar o wonder! Toen
ze stierf had zc toch grutjes ïn haar donder". Want dat was
het resultaat van de sectie, die dokter Ravcnek in 1853 na
haar overlijden verrichtte".
OORKONDE
INGEMETSELD
.Ondertussen was er dan de oor
konde, ingemetseld in de mu
ren van de oude kerk van Pij
nakker, waarin het wonder van
Engeltjes voortdurende vasten
was geboekstaafd; het was met
een zekere vrome eerbied on
dertekend door alle leden van
de kerkeraad, De oorkonde
bestaat nog: ze iis m 1891
toen de kerk werd afgebroken
weer in de muren, van de
nieuwe kerk ingemetseld, zij
het dan dat de kerkeraad
er toen de aantekening bij
voegde, dat het hele geval
zuiver op bedrog berustte.
Men vindt in Tijdspiegel 38.94
een verhaat over Engeltje van
der Vlies, waaraan de volgende
bijzonderheden zijn ontleend.
Ze is in 1787 in Schiedam gebo
ren on kwam 6 joh 1805 bij do-,
mxnee J, Hoek m Pijnakker als
gedienstige. Na diens dood in
3814 bleef zij bij Elizabeth
Jfoek, de dochter van de domi
nee. Haar kwaaltjes ze was
wat ziekelijk bestreed ze met
bloedzuigers, Spaanse vliegen
en garouzalf. In 1818 begon ze
met haar voorgewende vasten.
Niel eten en drinken en toch
bh j ven leven maakten, haar
weldra tot de bezienswaardig
heid van Pijnakker; de vreem
delingen dromden langs het ka
mertje, waar ze bleek en wal
pafferig zat te breien, te lezen
of te naaien".
Eerst wilde ze niets van een
zorgvuldige controle weten Ja
kunt het geloven of niet, zei ze.
sk doe het niet voor giften of
gaven, ik heb niks nodig- met
mi'n handen verdien ik genoeg
om mijn slijtage ie vergoeden..
Maar in 1825 haalde burge
meester Van der Braak Engel
tje over tot een nauwkeurig on
derzoek: Ze liet zich vier we
ken long bewaken door vier
vrouwen, afwisselend twee aan
twee voor dag en acht. De viei
bewaaksters rapporteerden
.steevast „het bed naauwkeurig
gevisiteerd, de pauente uitge
kleed en verschoond; niets ge
vonden". Het mysterie groe.de.
het gerucht verspreidde zicht
tot over de grenzen. In 1828
kwamen er duizend vreemde
lingen naar Pijnakker sommi
gen uit verre landen. Ook de
chirurgen Grooteboer en cle
Delftenaren dr. A. van Sti-
prmun Luiscius» en chirurgijn J.
Vorstman, die haar op ongere
gelde tijden bezochten konden,
geen vei klaring vinden. ?e
schreven haar opgewektheid en
betrekkelijke gezondheid toe
aan de krachtige ondersteuning
die de Christelijke godsdienst
«nu haar ware belijders zo
s mmschoots verschaft..."
EEN MEDISCH
WONDER
Va naf 19 clc-a mhn- 182G behoor
de Engeltje „tot die zetdzr.rne
om nvt ipen. the tenen /eer
,i mmeiitehjkcn tijd /omiei »-e-
mg vast of vloeibaar voedsel
kunnen K-staan, tevens met
itilsiand v:m eenige fimrlks,
du.' hiermede In verbond
staan". Kortom» een medisch
wonde:Zc* had een document
getekend, vol «urm hetwelk de
medische wereld na haar dood
over haar lichaam mocht be
schikker»; ?rj had daarvoor een
geldelijke beloning ontvangen.
Toen ze rian eindelijk »n 1853
slieif ii de ouderdom v.m M
jaar, vei richtte cloktei Ravc
nek zijn sectie, waaruit zonne-
r bleek, dat kort voor
haat verscheiden de aardsche
tabernakel noq goed bedacht
ht,d". De ontknoping kwam als
rii anticlimax: Dr. I. '•■'enek
moei tegen de familie Dagers
Ij ij wie /r inwoonde, zijn uitge
varen. „Hoe komensdie grutjes
in die karnemelk m haar
maag'" En bekende:
In de bedstee v.m Engeltje zat
ren doorgeefluikje, dat uit
kwam in de bedstee der familie
Hogers— via dat Luikje kwam
het voedsel en. hei drinken dat
Engeltje m leven had gehou
den..."
emrkgde dan het Wonder van
Pijnakker, waarover L. Schip
per anno 1854 dichtte:
..Zou ooit een Engel heg en?
En toch - een Engel loog...
DiEngel dorst verklaren:
,.fk fieb. in rlcrlip jaren,
Eock nat geproefd, nóch droogl"