'Van Scliijndel heette eens Jan met de uitschuif bare benen |Weerzien van oude knarren ZATERDAG 27 MEI 1972 door Bart in 't Hout Oud-Schiedam tegen oud-S porta: Schiedam Maandag- avond 29 mei am 7 uur 's avonds kunnen we m hen terugzien: de oude knarren, die eens dui- m zendkoppïge menigten jn opperste vervoering brachten. Een combina- tie van oud Hermes-, SVV- en andere Sc hie- damse grootheden tegen de oude roem van Spar- - ta. noemen doe ik liever nog niet", zegt één van de organisato- i. ren van deze -wedstrijd, -r oud-aanvoerder van SVV en het Nederlands elftal Jan van Schijndel. „Want als die ot gene niet kan, is het een te- -leurstelling". De op brengst is, zoals men weet, voor de invalide sporters, dus hoopt Jan van Schijndel op een stevige opkomst. Het Schiedamse elftal dat op het hoofdveld van SVV zal aantreden te gen oud-Spart a wordt samengesteld uit de vol gende spelers: Aad van Diest, Leen Pil, Frans Steenbergen, André Cor- veleijn, Gerard Burger, Wim van der Sloot, Joop - van Meerwijk, Jan van Schijndel (aanvoerder), Flip van Kan, Henk Kö- nemann, Rimis Gosens, Lex Janse, Cock van der Tuyn, Arïe van Lith, Jac Heyster, Piet Ro me ijn en Hans Eyken- broek. Oud-Sparta: Andries van Dijk, Pi m Visser, Jan Vilerius, Joop Hendriks, Piet de Groot, Ad Ver hoeven, Tinus Bosse- laar, Tonny van Ede, Piet van Miert, Bep Zaai en gastspeler Cees Verkerk. Scheidsrechter is A. Stout- handei, grensrechters H. van der Veer en A. Gudde. Mede-organisa tor Henk de Vries zal de wedstrijd met kundig commentaar als micro- fonist omlijsten. B. in 't H. Schiedam Onder de vele voetballers, die ik gekend heb, zal ik me Van Schijndel altijd herinneren als: Jan-met-de_ uitschuifbare-benen. Vaak leek het erop of een tegenstan-' der een kwiek spelertje van de andere kant hem ge passeerd was. Maar zie: dan gleed Jan naar onderen en het statief van een ouderwetse fotograaf zo schoten lange benen ertussen ora het kwieke spelertje nog net baï van de schoen te halen. Dat spelertje heette Proufj een vedette van het Franse elftal, in de jaren Marianne nog een topploeg in het veld bracht, eind Wij zullen die wedstrijd, op een zaterdagmiddag in Feyenoord-stadion, niet licht vergeten. Een 4—1 ning met drie goals van Theo Timmermans. En terwijl Franse elftal doorreisde naar Schotland, keerde één mantig haantje gedesillusioneerd terug: Prouf. Met een nare herinnering aan zijn rood-harige kwelgeest. VAAR BLIJFT DE TIJD? Jan van Schijndel kan er nog wel even om grinneken, maar toch met dat weemoedige trekje van: waar blijft de tijd? Want de roodharige ter rier uit die dagen is een beza digd man geworden een goede veertiger en een rustig Schiedams burger, die een ambtelijke functie beeft bij het woningwezen. „De mensen denken dikwijls", vertelt zijn vrouw, „dat Jan over lege woningen gaat, maar zo is het niet. Hij heeft alleen maar toezicht, op nieuwbouw, maar ook over „onder-de-huurwaarde'*. Me vrouw Van Schijndel vertelt dit terwijl haar man aan de telefoon is geroepen. UIT DE HEUPEN Ik let op hem als hij heen en weer loopt en ineens zie ik het weer terug. Jan van Schijndel heeft nog steeds die typische gang, waardoor hij vroeger uit duizenden was te herken nen en nu zie ik ook duidelijk waar het vandaan kwam; uit de heupen. Daarmee maakte hij die verra derlijke slingerbeweging naar zijn niets vermoedende tegen standers. Dat gebeurde voor het laatst zo'n dertien veer tien jaar terug. Nu tennist hij alleen nog maar bij KSW'71, oftewel de combinatie van Keep Smiling en Vice Versa. Voor het eerst in competitie. «Alsjeblieft..." „Weet je in welfc team?" En Van. Schijndel geeft maar meteen zelf het antwoord: ,,ln het twee en twintigste..." Dat klinkt lager dan het lijkt, door een telsysteem, dat bij de zon- dagspelers begint {Jan speelt op zaterdag), maar zoals de oude naam van de club hat zei je blijft toch lachen. „Een Tom Okker zal ik niet meer worden, maar het is toch een fijne sport, die me fut geeft en me fit houdt. 'Moesten meer voetballers ook doen, uitstekend voor je loop techniek..." Ik ben nieuwsgie rig of Jan van Schijndel zijn tegenstanders op het gravel nu ook nog verrast met zijn uitschuifbare benen. Toen Jan nog Jantje was twaalf jaren oud, droomde hij alleen maar vart het bruine monster en van SVV. Want Jan was een jongen van de Gorzen. „Als ik op een andere plaats in Schiedam geboren was'*, zegt hij nu, „was ik misschien een jongen van Hermes ge weest.....1' Daarmee vragen van chauvinistische aard be hendig uit de weg gaand. Hij vindt trouwens dat Hermes het lang niet slecht doet, -na z'n amateuristische wederge boorte. Was eerst wel even pHnlijk, maar de blauw-witten zijn nu toch van heel wat zor gen verlost. Wat SW niet kan zeggen. „Misschien dat het heter cast nu Goos-ens terug is*'. Maar Van Schijndel vleit zich niet met de hoop, dat de „grote tijd van weleer" nog ooit terugkeert. „Dat is een kwestie van geld, van veel geld en dat heeft SVV niet". „Heb je nog iets met de club te maken?" „Ik zit in de commissie van be roep en die heeft nooit wat te doen". Ook een gunstig teken. WAT EEN TIJD Jaja, die jaren van na de oor log, wat een tijd was dat voor SVV- Drommen mensen naar het oude bohverk, daar aan de Maas, waar wat veldslagen 4 zijn geleverd. De tijd, dat Feyenoord in z'n eigen Kuip met 51 werd verslagen. „Nou ja, toen had Kieboom nog niet Holland Sport opge kocht...." 1949 was het topjaar afde lingskampioen, met als klap op de vuurpijl: die wedstrijd in het Feyenoordstadion tegen Heerenveen: landskampioen. Zo uitverkocht was de Kuip, dat er tribunes moesten wor den bijgezet, Hoe het mogelijk was begreep niemand, maar er waren teveel kaartjes ver kocht.... Het kampioenseiftal van SVV in het seizoen 194S-'49, Staande v. (trainer), middelste rij: v. Kan, v, Schijndel, v. Meerwijk, onderste l.n.r.: v. Dijk (bestuurslid), Ëunernann (scheldsr.), Steenbergen, Opschoor, Corveleyn, Van Dijke rij: Schrumpf, De Bruin, Könemann, Gosens en v. Lith. RILLINGEN De oude Schiedammers lopen de rillingen over de rug als ze aan die tijd terugdenken. Ik herinner me een tocht met supporters naar Brabant. Op de terugweg moesten de auto bussen dikwijls stoppen, eerst voor pleisterplaatsen, toen ge woon langs de weg omdat de nood hoog was. Plotseling een ijselijk gegil: een Schiedamse had zich vergist tussen gras en kroos en was tot haar mid del te water geraakt. Klage lijk jammerend moest „kroos- koppïe" mee terug naar Schiedam. De roemruchte avonturen van een legioen. En de grote man om wie het allemaal draaide in die tijd was Kees van Dij ke, de man, die nu in Moor drecht een „vergeten man" zit te zijn. Een beetje mok kend omdat hij de lucht van het circus nog steeds niet kan vergeten, al was het dan ook niet allemaal goud wat er blonk. jan van Schijndel. „Misschien ben ik wel te vroeg geboren". De hoogste premie waarmee hij (looit naar huis kwamtweehonderd gulden, van een interlandwedstrijd. MAGIËR? Kees van Dijke hield van de „magische krachten in de sport". Maar was het wel waar. dat hij de spelers voor de wedstrijd - met hand-op legging plechtig liet belo ven dat zij hun uiterste best zonden doen? Jan van Schijndel knikt. „Ja, zoiets was het wel". Het komt er nogal nuchter uit. „Zoiets....?" „Nou ja, ik geloof er niet in..." „En toen?" „Toen ook niet..." Jan van Schijndel was dus niet zo vurig als hij er toen uitzag. „Ik geloof niet in massa-sugges- stie. Waarmee ik niet wil zeg gen dat ik niet geïnspireerd het veld inging. Maar dat was een persoonlijke kwestie, die iedereen op z'n eigen manier beleefde. Sommige jongens hadden het voor een wed strijd knap te kwaad. Die wis ten niet waar se het zoeken moesten. Ik had meer last van „stille zenuwen". Gaf niet, als je ze op het veld maar weer de baas was. BIJGELOOF Bijgelovig was Jan van Schijn del ook een beetje, dat moet hij zelf toegeven. „Ik zou, net als Cruyff en Moulijn, ook al tijd het laatst het veld opko men. Tot ik aanvoerder werd, toen kon het niet meer". „Eerst je linker- of rechter schoen aantrekken, je kleren op een vaste manier ophan gen, een laatste blik in het spiegeltje het zijn allemaal symptomen, die nu nog be staan. Dat heeft met amateu risme of professionalisme niets te maken. Wat ik wel zie, is dat de profs met heel wat meer zelfvertrouwen hei vald ingaan. Zij hebben heel wat meer kaas gegeten van de taktiek dan wij. Wij pilden maar wat aan". NED. ELFTAL Jan van Schijndel heeft zeven tien maal het oranjeshirt ge dragen, in een periode van acht jaar, van zijn twec-en- twintigste tot z'n dertigste. Hij was een notoire klant voor de halfHnie, die in z'n club spil speelde. Aanvallend, maar net niet zoals Arie Ver meer, die daarmee strijdend ten onder ging in Hudders- field. „Eigenlijk speelden wij toen al zo'n beetje 4-2-4". Jan van Schijndel heeft de „revo lutie" in oranjeshirt beleefd. Hij was de aanvoerder van de „laatsten der Mohikanen", die in België tot veler te leurstelling - maar met 4—3 klop kregen en hij stond in de ploeg, die met Wilkes, Van der Hart en andere terug gekeerde profs maar kiele- kiele I1 speelde tegen Dene marken. Hij kan er nog wel om grinniken. 200 GULDEN De hoogste premie, waarmee Jan van Schijndel naar huis kwam .was tweehonderd gul den van een interlandwed strijd. Mevrouw Van Schijndel: „We hadden net onze eerste baby en we waren de koning te rijk". Als Jan van Sohijndei ziet wat er nu onder de internationals wordt verdeeldMaar of het een winning team is voor de wereldkampioenschappen moet nog steeds blijken...." In de Belgen 2iet Jan van ScMrn- del nog steeds de gevaarlijk- ste tegenstanders. Toen Jan van Schijndel 31 jaar was, is hij met voetballen ge- stopt. Waaróm zo jong? „Ach, ik had andere dingen aan m'n hoofd. Moest aan m'c ge zin denken". ,Ben je te vroeg geboren?" .Misschien wel, misschien niet. Als ik zie wat een goede voet baller nu kan verdienen......" ,Zou je daarbij zijn geweest?" ,Met die training van nu. Wij trainden twee avonden in de week". Wat Jan v. Schijndel in. het voetbal van nu beslist niet kan waarderen, is het ,Jiaal ze neer". Hij hield van een forse, maar eerlijke tac kle. „Nee, als het daarom gaat zie ik liever een goeie rugby-wedstrijd. Dat 'is pas spannend..." En zo komt Jan van Sahijndel tenslotte nog tot een verrassende uitspraak. o Het trio dat er in belangrijke mate toe bijdroeg dat SVV na het kampioenschap in de af deling meteen de landstitel kon behaten: André Corve leyn, Jan van Schijndel en Joop van Meerwijk. 9 ^et.^amP'oense"ta' vsn SVV in latere jaren. V.l.n.r.: v. d. Veer (scheidsr.), v. Kan. v. d. Horst (vervanger van Corveleyn), v- Schijndef, Opschoor, v. Meerwijk, Steenbergen, (zitt.) Schrumpf, De Bruin, Könemann, Gosens en v. Lith.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1972 | | pagina 4