„Strip wordt het medium van de toekomst MEER EN GEWELD m NIET HARD VAN STAPEL LOPEN HARR WIEGMAJS MAAKT GEEN STUIVER ROMAN m fpfissp tèkéÊÉm KWttïT! vi-, DONDERDAG 15 AUGUSTUS 1974 SCHIEPAMSCHE COURANT Harrs nieuwe strip in voorbe reiding.... Een „losse" tekening: voor Harr net sym bool van onno zelheid— ":^§S 'V7lV Harr Wiegman: striptekenaar/cartoonist/illustrator, in die volgorde: èn jtrïp-o-fiel, getuige zijn grote („Mag ik me er 500 vergissen? Ik schat dat ik er 25QO heb") verzameling stripalbums door Kor Kegel Schiedam - Wie over ongeveer een jaartje een gerenom meerd stripblad ter hand neemt en doorbladert heeft een goede kans daarin een „beeldroman" van Schie dams enige striptekenaar Harr Wiegman aan te treffen. Deze beeldroman zal dan (ondanks de vele andere goede strips) opvallen, omdat de kwaliteit ervan - als de drukkerij het tenminste niet heeft laten afweten - niets te wensen zal overlaten. Harr (met twee „erren" de y is er in de loop der jaren afgevallen) besteedt namelijk uitermate veel zorg aan zijn tekeningen en aan het Jnkleuren, Een streven naar perfectie dat lang niet elke striptekenaar heeft. Maar Harr Wiegman kan zich dan ook 'meten met tekenaars van internationaal niveau. „Er is natuurlijk het gevaar dat ik te kritisch word, zodat ik mijn tekeningen blijf vervolma ken", weet Harr. „Maar ik voel de me er tot op heden niet klaar voor om al een strip te publiceren". De reden daarvoor: „Ik wil niet met een verhaal voor de dag komen voor het naar mijn zin is. Als je met een slecht verhaal op de ..-arkt komt. dan heb je kans dat je bij wijze van spre ken na een jaar al op je gat ligt". STAPEL Het is een kwestie van niet te hard van stapel Lopen. Zoals veel striptekenaars doen. aldus Harr: „Ik ken vele uitstekende tekenaars, maar het verhaal dat ze maken is niet te lezen. Jammer van de prima tekenin gen, maar de strip heeft verder geen inhoud". Tekst is belangrijk, vindt Harr, en daarom probeert hij de bal lonnetjes in de tekeningen „pakkend" op te vullen. „Je moet iets te vertellen hebben,, hè?" meent hij. „Je moet er iets in kwijt Als je een-, strip gaat maken, heb je ook een kapstok ik niet zomaar figuurtjes 'wj{ tekenen. Je moet een strip op bouwen uit karakters. Anders wordt het net een slecht ge schreven stuiverroman met al-, lemaal stereotiepe figuren". ll!lllll!IIIIIIIIIIHIIIIIIIIII!lll!lllll!l!IIIIIIIIIIIIIIHIIIIIII!lllillllllllllll!ll!llllinillll!lllllllllllllll!lllll!lllll! J{|||||[|||||||||l!ilill!l!!Jlt!llll|]lilM om alles aan op te hangen. Wel- UITGEKIEND moet die kapstok vnj neutraal zijn. omdat je ideeën op een „Neem nou kapitein Haddock, uit gegeven moment heel anders de bekende en erg goede strip kunnen gaan liggen. Kuifje. Dat is een prachtig uit- Die kapstok heb ik nodig omdat gekiend figuur met een eigen S»<*JW%o Armi-nt! persoonlijkheid. De held in het verhaal mag, omringd door der gelijke karakters, een stereotiep rijn op wie niets is aan te mer ken". - - Ook Obélix, uit de Franse strip Astérix, is een duidelijk karak ter, vindt Harr. „Obélix is trou wen* afgeleid van de figuur Oliver Hardy, die op rich ook een karakter is". Een grote factor, die in strips meespeelt en die ook een groot onderscheid maakt lussen bei de genoemde strips, is de „tijd". Harr legt uit: .Als je strips te kent, die aan tijd gebonden rijn. ben je op een bepaald ogenblik uitgepraat. Astérix kampt daar ook mee. Vroeger en ic kunt er niet van afwijken. - dus; in de tijd waarin de strip' is hedendaags" jour- speelt - had je nou eenmaal nalist en kan alle kanten uit. Er alleen maar rotsen, scheepjes, iS nu zo'n veelzijdigheid van bosjes, Romein ties en Vikink- werelden en beroepen, dat de jes. Je rit aan die gegevens vast tekenaar daaruit kan. blijven putten' SEX EN GEWELD Toch ziet Harr een mogelijkheid voor nieuwe dimensies in een „oude" strip. Een mogelijkheid die steeds meer wordt benut. En dat is. zo verklaart hij. het gevolg van de tv en de grote invloed van het journaal „Sex en geweld komen in de strips steeds veclvuldiger naar voren. Daar heeft de instelling van de tekenaar niets mee te maken, maar er rijn - dankzij de zwijgende censuur - taboes doorbroken. Voor een tekenaar is dat alleen maar fijn, het geeft hem meer vrijheid. Je merkt het ook in films. De manier van doodgaan is veel harder geworden. Vroeger zag je de acteurs alleen maar val len, nu zie je zelfs de kogelga ten in de schedels. De makers komen er niet meer onder uit. Bij een indianensluchting hóórt gewoon de sex en het geweld, ook in de strip. Vroeger kon dat doodeenvoudig niet". SLOPPEN Ondanks dat minder ..harde" ka rakter van dc vooroorlogse en vooral van de iets oudere strips, was de strip ook vroeger.al een ondergewaardeerde tak van. kunst, volgens Harr. ,De strip heeft toch altijd in de sloppen gelegen. Dat blijkt uit de maatregel, die op 25 oktober 1948 door de toenmalige minis ter van Onderwijs, Cultuur en Een fragment uit één van Harr Wiegmans (nog) niet af gemaakte strips. Opvallend is de aandacht die aan het de cor is besteed. Wetenschappen, dr. J. J. Gie- len, werd getroffen: de „beel droman" werd op de scholen in den lande verboden, omdat door 20*n serie tekeningen van tekst voorzien de teeslulheid In de hand zou worden gewerkt". Pas de laatste jaren krijgt de strip meer aandacht en, stelt Harr, de strip wordt dan ook hèt medium van de toekomst. De toenemende belangstelling voor beeldromans is, meent hij, beslist geen modeverschijnsel. Zijn verklaring: „Vroeger was de strip op school verboden, nu bedient het onderwijzend per soneel rich ervan. Bij het audio visuele systeem krijgen kinde ren les door middel van strips. Met behulp van Astérix kunnen kinderen Frans leren. Het is uit mei de scheurgrage handen van de leraren". HUIS AAN HUIS Ook de gemeente Schiedam be diende zich eens van de strip om de bevolking voor te lich ten. Harr maakte een strip over het watercontract met Rotter dam, die huis aan huis werd verspreid. Ook in Vlaardingen liep men warm voor dit initia tief en een commissie zou rich erover gaan beraden of Harr ook iets dergelijks voor die stad kon gaan doen. Voorlopig concentreert Harr zich echter op de strip, waaraan hij nu werkt: een vrij komische strip met een goede opbouw. Meer wil Harr er eigenlijk nog niet over bekendmaken. Wel wil hij kwijt, dat de strip waarschijnlijk in Nederland in het stripweekblad Pep gepubli ceerd gaat worden. Een blad dat jaren geleden werd opgezet om Nederlandse tekenaars een kans te geven. „Dat lukte met", zegt Harr, „want er waren te weinig Nederlandse striptekenaars, zodat het blad verder werd volgesluwd met buitenlandse producten. Zo doende staan ze nu niet meer te trappelen en te springen om nieuwe tekenaars. De tekenaars die boven het peil uitkomen zijn trouwens op één hand te tellen."' PROGRESSIEF Harr moet dan wel meegeteld worden en dat is de reden, waarom hij zijn strip liever in Pep 2iet staan dan in andere Nederlandse bladen. Een blad als Donald Duck vond hij vroe ger wel progressief, maar ziet hij nu als een kinderblad. Sjors beschouwt hij als een blad, waarin veel Nederlandse twee derangstekenaars. voorkomen. „Al wordt er wel aan dat blad gesleuteld", brengt hij naar vo ren. Het sleutelen aan iets brengt vaak verbeterin gen met zich mee. Het blijven sleutelen kèn soms nadelig zijn. Harr weet dat het gevaar be- staat dat hij te kritisch wordt over zijn tekenin- gen. En, dan blijft het, probleem zich voordoen, dat hij zich niet gereed voelt 'om met een strip voor de dag te komen. Dat zou toch zonde zijn. Want een blad als Pep kan best een beeldroman van hoog niveau gebruk ken

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1974 | | pagina 3