Het afscheid van een wethouder Er zijn er zoveel die geen gezicht hebben..." w Van Gend en Loos directeur De Reuver verlaat Schiedam; "Ik houd er niet van ergens vast te roesten 55 msiÊÊÈ 55 -1 „PvdA: partij van bonzen, niet vies van een grote bek" ii- 38 n AUGUSTUS 1974 SCHIEDAMSCHE COURANT S?l? Zijn werkkamer heeft iets wes van een showroom. Alles is zo clean en helder. Het bovenblad van het bureau en de conferentietafel lijken wel op een spiegel. Een kring van een glas of een kopje is niet te vinden. IVIet een zekere schroom vroeg ik of ik mocht roken. Wethouder Bert Kaptein (33) is aan het opruimen. Volgende week zal hij deze kamer die ruim twee ëneenhalf jaar zijn domein is geweest, verlaten. „Ik ben wel een beetje blij dat ik ervan af ben", verzucht hij. „In de afgelopen periode heb ik mijn vrouw en kinderen schandelijk verwaarloosd. Die schade moet ik inhalen". Hij lijkt wat teleurgesteld, maar dan gaat hij verder: „Toch zal ik wel in de buurt van de ge- meenteraad blijven. Kijken, luisteren en wellicht op de ach- wethouder Houtman gaf er tte brui aan en weer moest <de vraag: „Wel of niet meedoen met de PvdA" worden beant woord. tergrond nog eens goed gaan „Toch moet je achteraf gezien zitten lachen". En nadrukkelijk: niet al te licht over die kleine „Maar wel op de achtergrond „gevechtjes" denken. Het wa- hoor". ren in wezen scheuringen. Na De politieke carrière van Bert elk voorval verdwenen er weer Kaptein is net zijn partij D'66. een paar aanhangers". Kort en hevig. Impulsief en eer- Na veel heen-en-weer-gepraat lijk reageerde hij begin 1967 op werd Kaptein toch wethouder. de storming van mannen als Van Mierlo en Gruyters, die toen hun „vernieuwingspartij" begonnen. De vlam van de openheid en de „bom onder de traditionele partijen" sloeg ook in Schiedam aan. In korte tijd ontstond een uiterst actieve plaatselijke afdeling. Het succes bleef niet uit Bij de., .gemeenteraadsverkiezingen van 1970 kwam de partij van de jongeren in één klap met drie zetels in de gemeenteraad: Kap tein. Broeke en Wiegman. De theorieën moesten plotseling 1 in praktijk worden gebracht. De periode van ..roepen hoe het Niet alleen voor de buitenwt reld, maar ook voor hem zelf kwam het als een verrassing. Wat cynisch zegt hij achteraf: „Het is zwemmen of verzuipen. Na zo'n zes maar.den 2ie je pas of je het haalt. De eerste ander half jaar weet je van mets. Je bent dan overgeleverd aan je ambtenaren. In feite is het bela chelijk. Je kent het gemeente lijk bedrijf niet. maar van de ene op de andere dag ben je er directeur van". O door RIEN VAM DEN ANKER allemaal moet" was voorhij. D'66 zou nu moeten bewijzen lioe het ook gedaan moest wor- HlJ stcekt sjgaret aan met wn De harde werkelijkheid viel bitter asbak te b£ tegen. Binnen de partijgelede- vuiien valt ook bij mij weg. Er ren ontstond al direct verschil van mening: moeten we nu we! lijkt weer wat leven in de wet- - houderskamer te komen, uff in allege of nietTerwijl de kringen sigarettenrook T>" naar het plafond stijgen, begint Kaptein wat terug te blikken op Het vertrouwen om met de Pv dA. zeker met de Schiedamse, samen te werken was niet zo erg grooL De anti's wonnen het van de pro's en D'66 verscheen in de raad als een oppositionele groepering. Maar nogmaals, de werkelijkheid viel bitter tegen, want nog geen twee jaar later werd de jonge driemansfractie met hetzelfde probleem opgescheept. WD- zijn wethoudersloopbaan: „Werken met een meerderheid van één of twee zetels in de raad is moeilijk. De grote din gen hier heb je eigenlijk alleen maar tot stand kunnen brengen met het' CDA en de WD. Het is allemaal nogal ongelukkig, die hele constellatie. Kijk, dwars liggen is niet erg, maar het is hier soms meer geweest. Als je die PvdA-fractie neemt zie je zoveel verschillende vo gels zitten. En dat zit allemaal onder de noemer van socialis me. De moeilijkheid is dat je - hier geen plaatselijk politiek beeld hebt Alleen veel persoon lijke tegenstellingen die dan binnen zo'n fractie uitgevoch ten worden. De Partij van de Arbeid is thans een duidelijke partij van bonzen, die niet vies zijn van een grote bek. Zie heten de partij van de gewone man, maar in feite zijn ze alleen maar vervreemd van de gewo ne man". Stilte. En dan als toegift: „Eigenlijk was dat bij D'66 ook het geval en daar gaat een partij aan ka pot". Hij vrees dat het nieuwe college ook met dit soort moeilijkheden te maken zal krijgen. Met enige angst riet hij de drie jonge en kersverse wethouders aan hun werk beginnen. Hij verduide lijkt: ,'Huh situatie is in wezéri" nog erger. Als er nou in hun achterban iemand uit de boot valt. dan gaat het helemaal mis. Goed, er is nu wel een pro gramma, maar je moet je wel afvragen of je het allemaal kunt realiseren. Je zou. eigenlijk per onderdeel een financiële paragraaf moeten opstellen. Er is nauwelijks geld te vinden. Dus in feite kan je niet veel doen. Leuk werken, hoor". Het lijkt even of hij bang is te veel uit de school te klappen. Ineens over een ander onderwerp: ..Ik heb wet mijn lesje gehad van een programcollege. Het werkt gewoon niet in dê praktijk. Je kunt geen stadspariementje spelen". „Er zijn weinig kwesties waarin de politieke standpunten heel erg ver uit elkaar liggen. Nou, en zou er dan wel zo'n punt zijn, dan maak je daar een vrije kwestie van. Maar met die bere denering kun je net zo goed en misschien wel beter een afspiegelingscollege vormen". Toch heeft hij het idee dat er in „zijn" periode wel wat is be reikt. Dat tenminste niet alles voor niets is geweest. „Er is veel verbeterd in de sfeer van. de openheid. Hoewel dat lang door velen is tegengehöu-' den. De sfeer binnen het colle ge? Duidelijk veranderd en ver beterd. Ook de verhouding met de ambtenaren is, godzijdank, anders geworden. Veel opener. Het contact met de raadsleden. Vroeger leek het wel of een Wethouder Bert Kaptein .beetje blij. wethouder een soort god je op aarde was. Dat is voorbij. Als ze iets willen weten, dan bellen ze gewoon. Niet meer van die moeilijke schriftelijke vragen aan het college". Ik val hem in de rede. Wel eens ruzie gehad binnen het college? „Natuurlijk, we hebben elkaar regelmatig hard de waarheid gezegd. Maar alleen zakelijk. Na afloop waren we dan weer vrienden. Dat is juist het nare met een aantal raadsleden. Er zijn er nog maar een paar die niet echt persoonlijk worden. Ik ken er nog maar enkelen met wie je gewoon lekker onder ons eens zou kunnen gaan bomen. Gewoon èens lekker doorzakken..." OPHEFFEN? Wethouder Kaptein exit En D'66? Opheffen of. doorgaan? Olijk klinkt het: „Je weet toch wat voor partij we zijn. Er zijn nu al tien standpunten of we ai dan niet moeten opheffen. Het komt er eigelijk alleen maar op neer dat opheffen een formali teit is. Maar het gaat alleen over de vraag op wat voor ma nier. Er moet natuurlijk iets blijven, we hebben nog steeds een Kamerfractie en enkele le den in het kabinet. Er zijn wat suggesties. Zo van, laat in ieder geval het wetenschappelijk bu reau maar bestaan. Of des noods een partijbureau met één kamertje en één bureau. Ik ge loof namelijk heilig dat er, als wij weg zijn, een soort gat in het politiek scala ontstaat Volgens mij is er nog altijd een groep Nederlanders die iets voelen voor een progressief li berale beweging. Neem nou. de --- VVD. 'Vol rotzooi. De PvdA heeft ook veel zieke plekken. Al die mensen die niets voelen voor WD, PvdA of PPR wor den nou allemaal zwevende stemmen. Toch geloof ik ook dat die oude D'66-ers elkaar niet direkt los zullen laten. Ook IRRITEREND hier in Schiedam niet. We zul len nog wel vaak bij elkaai komen". Voor Kaptein zit er; verder voorlopig geen politieke car rière meer in. Die ambitie heef: hij ook niet. Eerst gaat hij nv 2ijn (afgebroken) studie kiini- sche pedagogie afmaken. Er daama een baan zoeken. In eer inrichting of misschien wel bi. het onderwijs. Of een baan bi: een ministerie. Het gesprek eindigt zoals het be gonnen was. Een beetje van dt hak op de tak. Het prive-praat je breekt hij bruusk af en dar zegt hij: „Wethouder? Voor mi: hoeft het niet Je hebt natuur lijk wel een stem in het college maar er zitten ook kwalijke kanten aan. Je moet zo nu er dan vuile handen maken. Er wat ik werkelijk erg heb gevon den, waren sommige tegenstan ders. Niet die mensen die recht door zee een mening spuien. Ot dat nu een mening is die de mijne is of niet. Het doet er niet toe. Je weet-in ieder geval hoe hij of zij ergens over denkt Daar kun je dan tenminste te genin gaan. Nee, er zijn. er hier zoveel die geen gezicht hebben. Je weet nooit wat je aan ze hebt. Het lijken wel politieke oppor tunisten met de mentaliteit van „Zo de wind waait Vechten tegen dat soort lui is mateloos irriterend". 'i-S Schiedam De paarden van het transportbedrijf Van Gend en Loos die zelf hun weg: konden vinden door de Schiedamse en Vlaardingse straten zijn al weer een tijdje verdwenen. Tegenwoordig zijn daar veer tien zware vrachtwagens voor. Toch wil de heer J. M. de Keuver. direkteur van het distriktskantoor voor Schiedam, Vlaardingen, Maassluis en Hoek van Holland, best nog even over die tijd vertellen, voordat hij op 1 oktober naar Heerlen vertrekt, Breng maar een stofjas mee' wagens die door paarden wer* den getrokken. Je had bijvoor- vertelde men hem bij zijn solli citatie In 1939. Het kantoor van de Factorie Nederlandse Spoor wegenzoals dat destijds zo mooi op de gevel stond was toen nog niet aan de Schiedam se CelciLisstraat, maar aan de Hoogstraat. De Reuver kwam niet als direkteur: wel als jong ste bediende. Voor vijfentwintig gulden in de maand moest hij allerlei klusjes in het pakhuis opknappen. Do stal was aan de Noordvesl. Nu. vijfendertig jaar later, be- De koetsiers werkten vaak van pinnen de ogen van de vriende lijk kijkende vijftiger nog te glunderen bij de gedachte aan die paarden. Hij herinnert zich: „In die tijd waren er verschillende soorten beeld de H. P.. een wagen met een half gesloten zeil: de C. P., geheel gesloten en dc spanwa gens waar twee knollen voor liepen. De koetsier van deze laatste kar kreeg voor het dub bele aantal paarden twee gul den toeslag. Zo'n koetsier zat op de bok met een zogenaamde "jomper". een soort poncho. Op de petten en knopen van het uniform stond toen nog Neder landse Spoorwegen. J. M. De Reuver: Schiedam is te vol morgens zes tot 's avonds zeven uur. Zij mochten dc paarden absoluut niet nat binnenbren gen, dat betekende dus dat 2C die dieren niet mochten laten Dan is het even stil in zijn kan- draven." toortje- Al gauw verschijnt er echter weer de glimlach op zijn gezicht. De Reuver vervolgt: "De stalbazen waren erg streng en letten op dat gebod nauw keurig. Drinken en roken mocht in diensttijd ook niet, maar dat was moeilijker na te gaan. Toch ging oen enkele keer de direkteur dat welecns controleren. Zo is er eens oen koetsier geweest die bij een on derzoek zat te roken. Hij zag nog net op tijd de direkteur aankomen en wierp daarom zijn sigaar in de overdekte wa gen. De direkteur had ook niets gezien, maar een tijdje later kwam er een enorme rookwolk uit dc vvagen. Iedereen in de stad kende die koetsiers. Het waren eigenlijk typische mensen, die ondanks hun ruwe optreden toch veel van de paarden hielden. Zo heb ik in de jaren vijftig meege maakt dat een koetsier het ver tikte om twee van de laatste paarden in een veewagen te laden en ze naar het slachthuis te brengen. Ze konden dc man ontslaan, maar hij deed het niet." Uit de "goeie ouwe tijd' MARIA "twee paarden, twee gulden toeslag voor de koetsier. Die lijd is voorbij etyde koetsiers zijn omgeschoold tot chauf feurs van zware vrachtwagens, die per dag ruim zestig ton goederen heen en u-eer bren gen. In Schiedam en Vlaardin gen is dat meest jenever, verf en bevroren haring. Het tran sport-— en expeditiebedrijf, in 1796 opgericht door Jan van Gend en Maria Loos, is pas een jaar geen verantwoording meer schuldig aan de Nederlandse Spoorwegen. Toch is het cv nog we/ mee vr' 'nrien, Dc winst of het w is echter niet meer voor de spoorwegen. In dit gebied verzorgen dertig' man personeel het vervoers- work; vaak doorvoer naar Rot terdam. Vier jaar Lang heeft de heer De Reuver daarover toe door Willem van der Post zicht gehad. Daarvoor was hij ondermeer werkzaam in Tiol, Utrecht, Amersfoort, Arnhem' Deventer en Den Haag, In vij fendertig jaar van jongste be diende tot direkteur. Het ge heim van deze carrière? "Ik heb nooit nee gezegd, wan neer men mij vroeg om naar die en die plaats te gaan", ant woordt hij, "je hebt van die mensen die op een plaats vast geroest blijven zitten omdat ze het er naar hun zin hebben." Ook de laatste keer heeft de heer De Reuver geen nee gezegd en hij vertrekt daarom op 1 okto ber naar Heerlen om daar het bedrijf te gaan leiden. VUIL "Hoéwei Schiedam mijn geboor teplaats is, vind ik het helemaal niet erg dat ik het na vier jaar moet verlaten. Ik heb tie laatste jaren ook niet in die stad ge woond. maar in Bodegraven.. Het is me hier veel te vol, en de lucht is te vuil. In Umburg is dat allemaal beter. Boven dien is het werk weer riet iets anders door de grenskantoren en het geldverkeer", vertelt hij eerlijk. Eén ding wij hij tenslotte nog kwijt: "Ik heb het niet zo Iwjk gevonden dat ér een paar maanden geleden door bewó-. ners van de ^Celciusstéaat klachten zijn geuit over het te snelle rijden van de wagens in deze straat, zonder dat wij daar in gemengd rijn geweest. Het is immers onmogelijk dat de wa gens in dat smalle en korte straatje hard rijden. Voordat je gas gegeven hebt ben je de straat al uit."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1974 | | pagina 3