in 't najaar opbloei van vele conflicten En de buur, hij ruziet voort te hebbent' ,Fijn om vrienden Bert Kwakernaak op de rand van het toneel; 26 AUUB lML> VRIJDAG 22 NOVEMBER 1974 SCHIEDAMSCHE COURANT lien kamer die barstens vol hangt met foto's, platen en prenten om lijst de figuur van Bert Kwakemaak. Tussen een grote hoeveelheid posters en andere illus traties hangt een kaart met daarop een aantal blij dansende hondjes die elkaar bij de pootjes vast houden. Er staat boven geschreven: ,,'t Is fijn om vrienden te heb ben". Die kaart - afkom stig van Henk Scholten (de man van Teddy) - verwoordt de achter grondgedachte van Berts doen en laten. Het vertrouwen in mensen, de blijheid om een echte vriendschap en verbon denheid. „Het is een gro te waarheid", zegt Bert, wijzend op de bewuste kaart. „Je raakt vaak genoeg teleurgesteld in de mensen, maar dan zijn er altijd nog zoveel Bert Kwakernaak: „Ver- 'ouwen in mensen" „Gevoe- ge liedjes en serieuze ver en" mensen die een vriend schap wèl waard zijn, dat dat veeï belangrij ker is". Van dat standpunt uit is Berts passie voor de amusementswe reld goed te begrijpen. Hij zegt tenminste: „Ik houd van de mensen. Ik wil hun graag een beetje gezelligheid brengen, zo dat ze de zorgen van alle dag kunnen vergeten". Nu al negen jaar doet hij dat op 2ijn eigen manier: via liedjes, voordrach ten, toneel, mime; ernst en hu mor. Hoe dat genoemd moet worden weet hij na die negen jaar planken-ervaring nog steeds niet. Een entertainer wil hij niet zijn, geen cabaretier omdat dat een te groot woord is en ook geen presentator hoe wel hij vaak genoeg in dat vak je past. „Kleinkunstenaar" is de benaming die Bert *t liefst aan zijn avondwerk geeft, hoewel ook dat niet exact alles omvat. Bert Kwakernaak (26), fijntjes be snord, modieus gekleed en 2ich zorgvuldig béftegend, is wat je noemt een „self-made-artiest". En hoewel zijn kamer in Dord recht „behangen" is met foto's van bijvoorbeeld Willem Nij- holt. Paul van Vliet, Corry van Gork en Wim Sonneveld, zal hij zich niet spiegelen aan deze „groten in het vak". ONTROERING Vijf, zes of meer malen In de maand, maar soms ook drie avonden In de week neemt Bert Kwakemaak zijn publiek mee uit. Zingt gevoelige liedjes of meezingers, draagt serieuze verzen voor en houdt al die optredens piekfijn bij in dikke plakboeken. Tossen al die her inneringen een brief van Dordts ex-burgeraeester Van der Lee, die hem bedankt voor zijn declamatie tijdens een be zinningsbijeenkomst. „Mijn vrouw en ik hebben met span ning en ontroering naar u ge luisterd". door Beina ten Bruggenkate In de afgelopen jaren heeft Bert zijn programma afgedraaid voor jong en oud, op scholen en in gevangenissen, in bars, bij missverkiezingen en tijdens Duitse weken. „Niet één avond is het zelfde", zegt hij, „elke keer weer moet je er voor knokken. De ene keer wat har der dan de andere keer. De ene keer krijg je een glimlach, de andere keer een schaterlach. In beide gevallen is het dankbaar werk. Natuurlijk maak je ook wel mee dat ze er als robotten bij zitten of gewoon niet willen luisteren. Ik word daar alleen maar kwaad om, maar zal zoiets nooit laten merken. Maar nog nooit heb ik gedacht: was ik maar thuis gebleven". Fijne herinneringen bewaart hij aan zijn optreden in de gevan genis in Breda, waar hij met Bea als gelegenheidsduo een voorstelling gaf. „We waren na afloop de enigen die foto's met handtekeningen stonden uit te delen". Fijne gedachten ook over de show die hij organiseer de ten bate van Biafra en de avondjes uit met de Dordtse bejaarden, .In zijn shows maakt Bert Kwakemaak vaak gebruik van de successen van Annie M.G. Schmidt, Koos Speenhoff en Godfried Bomans, die hij zeer bewondert. Daarnaast zelf geschreven liedjes, geënt op ei gen ervaringen. Zo ook het lied je „De bricF', eenbewerking van een brief die hij kreeg van een vriend uit Israëli. Een frag ment daaruit: „Een soldaat moet blijven vechten, ook al sterft zijn kameraad". Die ver bondenheid met Israël speelt een grote rol in zijn leven. Di verse keren is hij naar Israël geweest, niet alleen omdat het land op zich zijn sympathie won, maar vooral ook om de mensen, die Bert tot zijn groot ste vrienden rekent De David ster, die hij aan een kettinkje om zijn hals draagt symboli seert dat. Zijn huidige repertoire zou. avondvullend kunnen zijn. Niet temin is Bert niet van plan om een one-man-show op te voeren „omdat ik het veel gezelliger vind om 'met andere artiesten op te treden. Dat contact met de ander vind ik erg belangrijk. Ik ben trouwens niet graag al leen. Tc Heb graag mensen om me heen". Volgend jaar rond deze tijd zit Bert Kwakernaak tien jaar in het amusementsvak. Zegt in die jaren zelden of nooit „nee" tegen een uitnodiging, waar die uitnodiging ook vandaan komt. Wat 'Ie op toneel doet. doet hij graag. Andera had hij nooit zo lang op de rand van het toneel gezeten. Of hij ooit de klas. waar hij overdag als onderwijzer voor staat, zal ver laten om zich helemaal te wij den aan de kleinkunst is nog een vraagteken. „Als het finan cieel zou kunnen, zou dat fijn zijn. Maar-dan moet het wel net zo leuk blijven als het nu is", zegt hij. „Zoals het nu is ben ik best tevreden. Ik heb veel fijne vrienden". En tijdens zijn voorstellingen krijgt hij er steeds meer bij. - Het spreekwoord ten spijt wint de verre vriend het nogal eens van de goede buur. Vooral nn, nu de herfst haar sporen ver spreidt, bloeien de burenruzies in hevigheid en aantal op, staan buren elkaar soms naar hei leven om zulke onbenulligheden, dat buitenstaanders er slechts een glimlach voor kunnen opbrengen. Vaak is het uit een peuleschil gerezen conflict echter zo uitzicht- ',°°s Eew"™™- dat öe'halp vin de politie wordt ingeroepen. In .deze tgfl, Pa' de vakanties en met de winter voor de deur, staat „je beste kameraad", zo vaak tussen twee buur-vuren dat men spreekt, van een piek. Luister bijvoorbeeld, naar inspec- Met de huidige piek en de even- im,r R ÏT Trt/iMni, .Ua( j. - 7. teur R. F. Toon en, chef van de surveillance-dienst van de Delftse politie. „We hebben er inderdaad, de laatste weken weer meer mee te maken. Je kunt er een aantal redenen Voor aanvoeren. Men heeft van zelfsprekend in de vakantietijd minder contact met elkaar, dat kan betekenen dat als men op 'een gegeven ogenblik weer in het gareel loopt de irritatie sneller ernstiger wordt. Boven dien zijn er de pessimisten, die altijd tegen de wintermaanden opzien, die dan wat sneller uit De situatie in Schiedam, die de band springen. Het blijft natuurlijk in de meeste geval len een complex van factoren, waar je niet zo snel één speciale reden kan uitlichten". 'Vatbaarder voor irritatie nu de „r" in de maand zit De korp schef van de politie in Vlaar- dingen, de heer L. van Slooten draagt nog een oorzaak aan: - huisvestingsmoeilijkheden. „Als de zomer voorbij is, komt dat vaker als een groter probleem over. We hebben nogal eens, dat we zoiets doorverwijzen naar de gemeente". De doorsnee-burenruzie is voor de politie geen aanleiding om proces-verbaal op te maken. Dat betekent in'de meeste ge- - vallen namelijk dat de bemoeie nis erger wordt dan de kwaal. Van Slooten: „Je kunst zoiets, matuurlijk makkelijk op de spits drijven, maar daar bereik je helemaal niks mee. Je moet er als politieman gevoel voor hebben, een uitgebreid gesprek werkt vaak al zo verhelderend, dat de bewuste ruziezoekers ai uitroepen: was dat nou eigen lijk wel nodig allemaa!'. Behalve de noodzaak van de ru zie kan in veel gevallen ook het inroepen van politie-hulp m twijfel worden getrokken. In specteur J. Swart, verbonden- aan de Dordtse sterke arm: >,De mensen gaan soms eerst naar de politie, zonder, dat ze ook maar contact met de buren ^.hebben.gehad..Dat is natuurlijk een kwalijke zaak. Je wordt f dan een soort kelner, die wel even een oplossing komt opdïe- - nen. Daarom spelen we het pro- *p bleem vaak terug naar de men- - sen, laten ze zelf eens proberen eruit te komen. Je kunt het allemaal samenvatten met één woord: contactstoornis. De mensen schijnen er moeite mee te hebben iets van elkaar te nemen en gebeurt er wat dan hangen ze maar gelijk aan de telefoon: ja dan moet de politic dat varkentje maar even was- sen"; ,Soms weten de mensen niet hoe 't is begonnen TIENTALLEN Behalve de nu aangetipte familie twisten zijn er tientallen rede- nen kennelijk belangrijk ge- noeg om,aan te grijpen voor het begin van een burenruzie. Van de diverse korpsen kregen we een bloemlezing, die er niet om liegt- Vaak zijn de kinderen bron van alle kwaad. Jantje zegt iets ver- keerds tegen Pietje; dat belandt bij dè ouders en jawel het begin is er.'Terwijl de twee jongens allang 'weer de beste maatjes zijn, groeien hun ouders uit el kaar en gaan met voldoende zöut op zoek naar slakken. Tja en die autoped van Henk, die altijd maar op de stoep ligt. eens opmerkelijke toename in het voorjaar komt de politie overigens niet aan opzienbaren de verschuivingen. .Hoewel exacte cijfers niet voor handen zijn, zeggen de politiefunctiona rissen één voor één dat er geen noemenswaardige stijging of daling in het aantal meldingen valt te constateren. In deze tijd, waarin vrede op steeds meer verlanglijstjes is te vinden, dus beslist geen kentering in de kleine oorlogen op luttele vier kante meters. hoofdinspecteur H. Willems van Beveren uit de doeken doet is illustratief. Op de 80.000 inwo ners noteert men per week ge middeld twee a drie buur-ge- schillen. „We zitten net als in elke stad met een aantal fami lies, bij'ons zo'n tien, dat altijd problemen maakt Ze kunnen net zo vaak verhuizen, steeds zijn er ruzie3 en altijd heeft de ander het gedaan. Dat is een 'kwestie van: hoe zijn 2e gebo ren, vol onbegrip of niet Er zijn erbij, die elkaar niet kun nen luchten of zien, waar we al enkele jaren komen. Kijk als 2e geen van beiden willen verhui zen hou je dat". wordt ook. in een handomdraai! verheven tot fundament voor een fikse woordenwisseling. Eén van de aanleidingen „die het altijd weer doen", zoals inspec teur Swart het omschrijft,",;is de te hard aangezette radio, televisie of platenspeler. De bu ren hebben altijd wel iets als antwoord.klaar. Een boorappa raat, een piano. Allemaal aan leidingen «'oor werkelijk zware conflicten". Ook het feestje dat de kleine uurtjes ontmoet, staat op de lijst van mogelijkheden. De heer Swart: „Gelukkig zijn er nog erg veel mensen, die van tevoren evende omgeving waarschuwen en daardoor veel narigheid weten te voorkomen. Dat zou gewoon veel vaker moeten voorkomen. Kleine din gen, die met bijzonder weinig moeite geregels kunnen wor den". WASGOED Verder mag ook het ramen zemen boven het wasgoed van de be nedenburen niet onvermeld blijven. Vervolgens komen we in de tuin terecht, waar de ene man dit plan heeft opgevat en uitvoert; het bouwen van een muurtje. *s Avonds thuis geko men is de buurman het er mee oneens en kan de strijd begin nen. 't Zelfde geldt voor. de „fout" geparkeerd-staande au to, vrachtwagen of caravan, die juist een meter te ver is doorge reden. Het zijn slechts enkele voorbeel den van wat de politiezoal aangedragen krijgt als aanlei ding. „Soms is het zelfs zor erg, dat men zich suf piekert cn niet eens meer weet waardoor het nou is gekomen, dat is wel teke nend voor het vaak onbenullige begin", weet de heer Willems van Beveren. Er zijn vanzelfsprekend ook an dere beginpunten, waarbij we moeten benadrukken, dat zeker niet alles met behulp van de politie tot een goede oplossing komt, in veel gevallen weet men gelukkig nog wel waar de bu ren wonen. De heer Swart: „Je. kunt hét treffen naast een ver woed illegaal zendamateur te wonen. Dan is het niet zo pret tig als je 's avonds je televisie aanzet en. je hoort de stem van de huurman". Een wellicht nog krachtiger voorbeeld komt uit door Willem van der Kooi] het recente verleden. Een Dord- tenaar koopt kuikens, met het doel kippen te houden. Wat wil het geval, de man blijkt te zijn opgescheept met han:en. die dagelijks de buurt wekken. De betrokkenen scharen zich rond de tafel en komen tot een ver gelijk. De hinderlijke hanen krassen op en als doekje voor het bloeden krijgt de teleurge stelde baas een doos sigaren. Dat geval werd in den minne geschikt. Het kan echter ook uitmonden in ernstig handge meen, wat overigens niet vaak voorkomt De heer Van Sloote- n: „Er zijn vanzelfsprekend mensen, die hun handen, niet thuis kunnen houden, maar erg veel excessen, nee daar is geen sprake van". Swart daarop aan sluitend: „Als er wat gebeurt zijn het meestal de bekende klanken, mensen die nog ruzie zouden krijgen als ze naast een kerkhof zouden wonen. Als je die buiten beschouwing laat loopt een burenruzie meestal goed af'. Die burenruzie ontbrandt overi- gene in flats relatief niet meer of minder dan in eengezinswo ningen zo is de ervaring van de meeste korpsen. Van Slooten: „De aanleidingen verschillen dan wel eens maar we kunnen persé niet zeggen, dat we vaker in flats zitten. Als er een me neer is, wat we pas hadden, die z'n geluidsboxen tegen het pla fond hangt, ja dan is dat voor de bovenburen geen pretje- Zoiets heb je voornamelijk in flats, maar aan de andere kant een verkeerd geplante boom, een te hoge heg noem maar op, die zaken, kom je op de begane grond weer tegen. Nee, het ont loopt elkaar niet veel".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1974 | | pagina 3