Sta isrechten ds nl z: j een familievete Rotterdamse Schie: de economische doodsteek Illegaal kaatsen kostte de hoed en 3 gulden boete „Agnies sel mit een bant vol turven Schiedam bleef maar sukkelen met het zand mmtm lï- ïag het a»elaaaJ PrcciS Aleida van 1 Henegouwen misbruikte regentschap SCHIEDAMMER WILDE NIET „BLOOT" LOPEN ■DINSDAG 25 FEBRUARI 1975 SCHIEDAMSCHE COURANT Schiedam Aleida van Henegouwen, dochter van zitten toen zij m 12d8 het regentschap (als voogdes van de nog minderjarige graaf Floris V) van het graafschap Holland op zich nam. Als zuster vim de rooms-konlng Willem en als echtge note van Jan van Avesnes, de mederegent van Henegouwen zat zij met kop en schouders in het dodelijke conflict dat de familie Avesnes had met hun verre verwanten, de familie Dampienes uit Vlaanderen. De tijdelijke macht die zij over Holland kreeg kon zij prachtig aanpakken om enkele „Hene gouwse" steunpunten aan de noordflank van het Vlaamse ge bied te verworven. De monding van de Schïe was een ideale plaats om een kas teel te bouwen. Dit was immers de toegangspoort tot Holland. Als een echte politica ging zij de zaak afhandelen. Haar eerste daad was de aankoop van het poldertje van Dirk Bokel, het oorspronkelijke gebied van het huidige Schiedam. Deze edelman had vermoedelijk rond 1250 al het gebied dat wordt begrensd door de Hoog straat, Boter straat en Singel, laten inpolderen. Zijn motief was meer zakelijk geweest De monding van het afgedamde ri viertje vormde een natuurlijke ligplaats voor schepen die van wege de dam niet verder kon den. De ladingen van deze sche-' pen moesten worden overgesla gen op schepen die aan de an dere zijde (de landzijde) lagen. Kortom, dit betekende werd en zo ontstond de nederzetting, die Dirk Bokel voor ogen had ge staan. KASTEEL Na de koop liet Aleida een kas teel bouwen in de uiterste noord-oosthoek, tegen de Schie aan. Precies zoals men van haar kon verwachten: op een zeer strategische plaats. De bewoners van de Bokel-poldex vonden het allemaal wel best. Aleida liet zich constant van haar goede kant zien. In 1262 stichtte zij ten behoeve van de bewoners van haar dijkdorp Hel kasteel van Aleida van Henegouwen. In de geschiedenis bekend als „thuus van rivier". Nu kent elke Schiedammer het als de ruïne bij de Huis te Riviereweg. een kerk. En verder schonk zij een gasthuis voor de armen in de plaats. In 1268 verloor zij haar regent schap ten gunste van Floris V, maar een en ander weerhield haar niet om de bewoners van haar dorpje verder te begunsti gen. Er mocht een jaar- en weekmarkt worden gehouden (1270) en men verkreeg tolvrij heid door geheel Holland (1273). Tenslotte in 1275 schonk zij aan „onse poirteren ende inwoenlin- gen in nyewe stede bij thuus van Rivier" het stadsrecht. Binnen 17 jaar was Schiedam uitgegroeid van een klein, bijna onbetekenend dijkdorp tot een echte stad. Voorwaar, een boeiende ontwikkeling, dankzij Aleida met haar sterke politie ke wil en doorzettingsvermo gen. Aleida stierf in 1284 en zij werd in Valencijn, de hoofdstad van Henegouwen begraven- Maar ook haar opvolger als heer van Schiedam, haar zoon Floris, toonde nogal wat extra aan dacht aan de stad. IEENDE Daaraan kwam echter een einde toen Floris in 1297 stierf en hij werd opgevolgd door zijn broer, Jan II, graaf van Hene gouwen. Van bijzondere aandacht was toen geen sprake meer en de Schiedammers moesten voor taan hun eigen boontjes dop pen. Veertig jaar later beleende graaf Willem V het gebied Schiedam aan Dirk van Mathenesse. In 1351 werd het oude kasteel zwaar beschadigd door de in woners van Delft en hoewel de latere Daniel van Mathenesse opdracht gaf het kasteel weer op te bouwen, zou de opstand van de Nederlanden tegen het Habsburgse gezag het bouw werk noodlottig worden. In 1598 was het al een niine, zoals we die nu nog kennen aan de Huis te Rivierweg. Maar met alleen het kasteel van Aleida ging ten onder. De snelle bloei en groei (in politieke zin) verdween ook. En hoewel Schiedam nog wel enigs tijd een belangrijk handelscentrum zou blijven, was het (achteraf gezien) toen al duidelijk dat Schiedam nooit een bestuurlijk centrum zou worden. Voor de graven en andere heersers was deze stad één van de vele, die slechts aandacht kreeg wan neer het in hun kraam te pas kwam. Schiedam Het jaar 1340 is naast 1275 (het verkrijgen van de stadsrechten van Aleida van Henegouwen) in feite het belangrijkste jaar uit de geschiedenis van Schiedam. Op 9 juni namelijk gaf graaf Willem III de bewoners van het dorp Rotterdam de vergunning tot het maken van open vaart vanaf de Schie tot aan de Maas. Zijn argument was dat Schiedam de strijd tegen het slib niet aankon. Hoewel Schiedam Ir, 1339 een haven bezat die vol deed aan de eisen van die tijd. bleek alras dat aanslibbing een sinister stempel op de groei van de nog jonge stad zou drukken. Bovendien zag Willem IH grote toekomstmogelijkheden in het ters van Delft het graven van een vaart, lopend vanaf Over- schie tot in de Maas. Dit werd de latere Delfshavense Schie. In tegenstelling tot Rotterdam was Delft toen commercieel ge zien ook een geduchte concur rent en de Delftenaren zagen dan ook duidelijk wel het nut van die nieuwe vaart verbeteren van de zeeweg van Schiedam zelf bleef ondertussen Holland naar het zuiden (naar Zeeland en Vlaanderen). Het aantal schepen steeg flink en bovendien was het Koggeschip met zijn grotere diepgang in opmars. Het gevaar voor het verliezen van de goede handelsplaats zagen de Schiedammers zelf niet zit- r ten. Niet alleen in Schiedam trouwens, want ook de Rotter- dammers stonden niet te trap- h pelen van ongeduld om die „nieuwe opwellingen" van graaf Willem terstond te reali- seren. Door Rien van der Anker Haast hadden zij ook niet, maar in 1343 werd Rotterdam aange maand om het werk zonder uit stel uit te voeren, „want ons ende onsen Raet dunckt, dat die vaert nuttelyck is den ge- meenen landen". De Rotterdammers moesten toen wel. Maar hoger stroomop waarts gelegen aan bovenbocht van de rivier hadden zij minder last van verzandingen en aan slibbingen en dus zagen 2ij het nog steeds niet zitten. Zij von- den die nieuwe open vaart eer der nutteloos dan „nuttelyck", POSITIE Zes eeuwen later de zaak bekij kend blijkt echter dat Schie dam hierdoor zijn unieke posi tie als enige toegangshaven naar het Hollandse binnenland verloor. Ten gunste van Rotter dam. En betekende de aanleg van die Rotterdamse Schie een zyyare slag voor het pas ontlo ken stadje, aan het einde van de veertiende eeuw kwam er nag een nieuwe bij. m 1389 vergunde hertog Aelb- recht van Beieren aan de poor- sukkelen met het zand en de aanslibbingen. De verbeterin gen die men tussen 1335 en 1339 had aangebracht bleken niet voldoende te zijn. In 1390 kocht" men de Noort, waar zich toen een grote zandplaat had ge vormd, van de eigenaar, heer Fieter van Mathenesse. Een der koopvoorwaarden was wel dat de afwatering van het „nuwe land" (Nieuw-Mathenesserpol- der) niet mocht worden belem merd. De nieuwe vaart bleef dus open, zonder sluizen, zodat het eigen, lijke probleem (aanslibbing) ook hier na enige tijd zich weer zou voordoen. De Delftenaren lachten in hun vuistje. Zij had den immers hun eigen kortere, verbinding met de Maas. STILSTAAN Hun lachen werd nog synischer toen de graaf in 1397 het bui tendijkse land, het Frankeland, in leen uitgaf aan jonkvrouwe Heynrie van Man der ik, die het gebied een jaar later zelfs in vrij eigendom ontving. De graaf leek zijn interesse voor Schiedam te hebben verloren en in feite liet hij de stad aan haar lot over. Van die tijd af bleef Schiedam zoals het was. Er was nauwelijks sprake van enige groei en pas twee eeuwen later, aan het begin van de zeventiende eeuw vonden er weer ingrijpende maatregelen plaats. Maar dit „gat" van bijna 200 jaar is Schiedam in feite nooit te boven gekomen. Politiek gezien telde het toen al niet meer mee (zie het andere artikel op deze pagina) maar ook werd nu de economische belangrijkheid „gekraakt". Delft en later ook Rotterdam bleven groeien, Schiedam bleef stilstaan. En ging dus achteruit Aan Het einde van de 14e eeuw kwam de f tweede slag I voor Schie- dam. Nadat eerst de Rot terdamse gegraven 5g&* werd later de Delfshavense Schia gegra ven- Voor taan hadden de concurre rende Delfte naren hun ei gen „water weg" met de Maas. Hoek Hoogstraat-Lombardsteeg: bankierskantoor of- woning. 6 O c Schiedam De aanleg van de Rotterdamse en de Delfshavense Schie betekende het einde van een unieke positie van Schiedam. Op langere duur betekende het ook het einde van de plaats als havenstad. Nog sterker, het zou worden teruggedrongen tot de positie van een beschei den vissersplaatsje. Toch hield in die eerste jaren, na de aanleg van beide vaar ten de economische bloei nog aan. Belangrijk daarbij was dat in 1339 de graaf ter bestrijding van de kosten die het graven en het onder houden van de havens met zich brachten, enige „grafe lijke inkomsten" verleende, zoals die van „biertolle, die wage, die mete penninghe, die coren maeste ende die slys binnen onsen voimoem- de poirt". Vooral de Waag was belang rijk. De stad was ook markt plaats {vergund door Aleida) en het bestuur waakte over de juistheid van maten en gewichten. Hoezeer men uit was op de strenge naleving van de be palingen en zodoende op een eerlijke handel, moge blij ken uit het volgende voor beeld. Een vrouw, genaamd Agnies, weduwe van Adriaen Eeken- zoen, had op haar wegen meer turf geteld dan er wer kelijk op lagen. Men kon deze fraude niet tolereren en de straf was dan ook zwaar. Volgens het vonms van IS december 1458 kreeg zij dat te horen: „Agnies sel mit een bant vol turven om haeren hals lan gen ende een jonc mit een becken sel voir hair tenstont gaen langhes der stede van strate te strate, ende daeren- tenden en sel sij niet meer gesworen teister wesen bin nen onser stede". Ook bankiers hadden het in die dagen niet gemakkelijk. Zo waren in Schiedam de Lombarden, die een huis of kantoor hadden waar nu de Lombardsteeg is. Deze vaak van Italiaanse afkomst zijn de bankiers werden bezien als zondaars omdat zij niet, net als ieder ander, de kost verdienden met arbeid maar zich bezig hielden met geld, rente en veelal woeker. Toen in de zomer van 1327 een zeer zwaar onweer uitbrak en iedereen naar de paro chiekerk vluchten, deden ook de Lombarden dat. In de kerk werden zij niet vriendelijk ontvangen, want „bij hun komst morden bij na allen, die aanwezig wa ren, omdat zij openbare zon daren waren". Schiedam - De 18de eeuwse Schiedammer voelde zich bijna naakt wanneer hij geen hoofd deksel op had. Inbeslagname van hoed en een boete van drie gulden was dan ook een niet geringe straf die men in 1715 uitvaardigde voor het kaatsen op de openbare straat. Het gemeentebestuur had met schout en schepenen al lange tijd strijd gevoerd tegen deze in die tijd zo populaire sport. Menige ruit was door een kaats bal gesneuveld. Reeds in 1556 werd het verboden om tegen het stadhuis te kaatsen. Enige jaren later, In 1578, werd er een algemeen verbod uitgevaar digd. De kaatsers moesten voortaan buiten de stad gaan spelen, of op de kaatsbanen. Bij de Ketelpoort was bijvoorbeeld zo'n echte baan. Men stoorde zich blijkbaar weinig aan deze bepaling, want de ver dere 17de en 18de eeuw moes ten ze regelmatig worden her haald. Talloze keren zijn er van in dc archieven teruggevonden. Bijvoorbeeld op de 30ste juni van het jaar 1666, de officiële door1 Willem van der Post dankdag voor de overwinning van de beroemde admiraal De Ruyter in de Vierdaagse Zee slag. De hele dag werden de balspelen kaatsen en kloot schieten verboden. Dezelfde dag werd tevens het gehele ho recabedrijf gesloten. Dit omdat men bang was voor te veel dronkenschap en geweld. Het gemeentebestuur kende blijk baar zijn „pappenheimers". KOEKHAKKEN Het tapverbod was ook reeds in 1573 uitgevaardigd voor de uren van de kerkdiensten. Twee' jaar later werd het ver bod ingevoerd om 's avonds nanegen uur te dansen en te zingen. Ook de kermis trachtte het gemeentebestuur in de hand te houden. Zo werd in het jaar 1679 een soort wet op de kansspelen van kracht dat het koekhakken, de loterij en het dobbelen op de kermis ver bood, omdat de verliezers ge bruik zouden gaan maken van de stedelijke armensorg. Bij het koekhakken moest een taai ge bakken stroopkoek met een bijl in drie slagen worden doorge hakt Dit mocht echter niet in een rechte lijn. Het was de kunst om het in een gebroken lijn, met twee stompe hoeken te doen. Tijdens de kermis hield de schut terij parade. Behalve het op die dagen showen van de vaandels Geliefd middeleeuws speelgerei: in Keulen gebakken kloten (links) voor het spel klootschieten en houten kolfballen (rechts). Naast deze twee balspelen was ook het bikkelen met het bikkelboutje een populaire sport. cn trommen waakte de schutte rij over de veiligheid van de stad. Zij was verdeeld in twee compagnieën van elk driehon derd man. Na een herstructure ring in 1748 waren het er vier met elk honderdvijftig. Zij oe fenden en alen in de Sint Joris- doelcn. Dit in 1743 vernieuwde huis werd later ook gebruikt voor onderkomen van de offi ciële gasten. Het had onder meer het voorrecht dat de be noemingen van de gildebestu- ren er altijd plaats vonden. SMACKEN Het oudste gilde was het zakken dragers gilde. Het was de enige vakorganisatie met een eigen huis. Aan het eind van de 17de eeuw kreeg het een monopolie positie om als enige alle graan en koren te mogen lossen en vervoeren. Wanneer er lossers nodig waren luidde de secreta ris in het zakkendragershuisje de klok. Wie zich daarna bin nen zeven minuten had gemeld, mocht meedingen naar werk. Daarvoor moesten in een van de lokalen twee dobbelstenen door een trechter op tafel wor den „gesmackt". Degene die de hoogste ogen gooide mocht hel pen lossen. Op dezelfde plaats van het uit 1669 daterende huis je is in 1725 een nieuw gezet Dit gebouw bestaat nu nog. Behalve de kermis en de populai re balspelen zorgden ook de rederijkers in de 17de eeuw voor de nodige afwisseling. Het Schiedamse gezelschap van amateur-toneelspelers heette de Roo Roosen. Zij deden onder meer mee aan wedstrijden in Haastrecht en Haarlem. In het begin van de 18de eeuw kregen zij concurrentie van de vijgen Boom. Dit gezelschap or ganiseerde met Pinksteren van het jaar 1705 een wedSlrijd. Nog in hetzelfde jaar organi seerde ook de Roo Roosen een zogenaamd landjuweel. De Vij gen-Boom sleepte hier een tin nen kom in de wacht. JV.fl

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1975 | | pagina 3