Vau tentharing naar dolfijn
maar zo'n klein overstapje
11 11*
u
Ambachter Den Broeder en zijn Dolfirodam
DINSDAG 4 MAART 1975
SCHIEDAMSCHE COURANT
g
teïtót.
Een metershoge sprong door de hoepels.
Marteen ligt dwars bij het basketballen.
Bmten het seizoen is het doodstil in Scharendijke, een
Zeeuws gehucht aan de Grevelingendam. In de stilte
die over het zeer vlakke landschap heerst hoor je.
elk vogeltje en zelfs het geluid dat een hengelaar
maakt bij het inhalen van een visje is van ver te"
horen. De uitgestrekte complexen vakantiehuisjes en
hotels m het naburige Renesse en Haamstede liggen
verlaten en leeg erbij.. Op één plaats echter is er
volop leven in de brouwerij.
In een groot blauw ge- VRflTTTV
bouw, dat bij nader in-
zien blijkt te bestaan uit Wie eenmaal in de recreatiemolen
verzeild raakt heeft de grootste
moeite om daaruit weer los te
komen. Dat is althans de getui
genis van Den Broeder, die der
halve met deze filosofie gewa
pend geen moeite had met de
overgang naar de dolfijnen, een
toch niet zo voor de hand lig
gende stap. De Dolfirodam-di-
recteur hanteert eerst even de
zakdoek, alvorens 2ijn grillige
weg door het recreatiewereldje
nader toe te lichten: „Door je
werk in de campingwereld
krijg je onherroepelijk veel re
laties. Op een gegeven moment
werd ik dan ook benaderd van
uit Rotterdam, waar het Dolfi
rodam toen nog lag, of ik direc
teur wilde worden". Hij hakte
de knoop onvervaard door. na
even de nabije toekomst onder
de loep genomen te hebben: „Ik
zag dat eigenlijk niet zo zitten,
dat idee om tot mijn 65ste cam
pingbaasje te spelen. Dat is ei
genlijk helemaal niet zo'n leuk
baantje hoor. Dat met de dolfij
nen sprak me veel meer aan.
En ik heb er geen spijt van. Het
twee totaal omgebouwde
schepen. De voorzijde
toont de naam „Dolfiro
dam". Binnen klotst het
water harder dan buiten,
waar de ingedamde Gre-
velinge er wat dromerig
bijligt Maar binnen zijn
de waterbewoners dan
ook wat groter en wilder
dan de beestjes die de
talrijke vissers naar bo
ven halen; in de buik
van het Dolfirodam ge
ven vier dolfijnen zeer
luidruchtig kennis van
hun aanwezigheid, ter
wijl in een ander bassin
twee lobbesen van zeel
eeuwen ogenschijnlijk
goedmoedig hun rondjes
in het water draaien.
Dit is het rijk van de Rotterdam
se Ambachter N. P. den Broe
der. Van Fasen tot de Herfst
vakantie lokt hij dagelijks dui
zenden mensen binnen de blau
we wanden van het dolfijnen-
paradijs, waar de zes dieren
keer op keer hun kunsten laten
zien.
door
Trix Broekmans
Pas sinds twee en een half jaar
regeert Den Broeder, 35 jaar,
en in het bezit van een paar
slimme snelle oogjes, die de
volbloed-zakenman nu eenmaal
eigen schijnt te zijn, over dit
import-Zeeuwse beestenspul. In
die korte periode heeft hij al
vastgesteld dat het goed toeven
is tussen deze vrolijke zoogdie
ren en de mensen die ernaar
ook De «"J*6 dje toKhet Dïfl-
publiek dat hier komt is een
dagje uit, heeft vakantie. Die
zijn dus al vrolijk en opgewekt.
Die willen een geweldige dag
hebben en die hebben het ook
meestal naar hun zin. De sfeer
is heel anders dan op een cam
ping, waar je als campinghou
der al heel gauw te maken
krijgt met het verschijnsel van
de vaste kampeerder, die zijn
terreintje als het zijne is gaan
beschouwen. Heel vervelende
dingen krijg je daarmee".
als hobby.
rod am vastberaden hun eigen
territorium verdedigen zijn de
twee zeeleeuwen Dico en Mar
co. Vandaar dat zij ook geschei
den vertoeven van Dolf, Door-
tje. Marleen en Baby, het dolfij
nenvierspan. „Samenvoegen
kan nog niet, dat zou een puin
hoop worden", aldus Den Broe
der, die als een welbespraakte
gids de verblijven van de die
ren toont
„Zo ben ik er indertijd ook inge
sprongen", vertelt hij, met een
ietwat verstopte stem, aan een
hardnekkige verkoudheid te
wijten, „Oorspronkelijk ver
diende ik mijn brood als verte
genwoordiger in de platenbusi-
ness. Mijn hobby was recreatie.
Ik was een verwoed kampeer
der. Door mijn werk leerde ik
de Belgische zanger Bobbejaan
Schoepen kennen. Die had een Hij is nog maar net deze bassins
stuk grond gekocht, waarop la- die in een behaaglijk verwarm- TRAINING
------ dg ruimte zijn ondergebracht
binnengestapt, of het water aan rn het.hoogseizoen draait het Dol-
zijn voeten komt in beweging. ffrodam op volle toeren. Zes
Oorzaak zijn enkele donkere
schimmen, die vliegensvlug
door het water schieten en af
en toe even de kop opsteken.
89KV jv
Marleen en Dolf eten uit de hand van trainster Jos.
grijze koppen boven uit het wa
ter tevoorschijn zijn gekomen.
ter Bobbeiaanland, een uitge
breid recreatiepark is neerge
zet Daar ben ik een camping
begonnen". Toen Bobbejaan
voor uitbreiding van zijn pret
park meer ruimte nodig had
werd de camping met goedvin
den van beide mannen opge
doekt. Den Broeder vertrok
naar een volgend avontuur,
eveneens in Belgische omgevin-
g: hij zette elders op Vlaamse
grond een camping op poten, in
opdracht van een adellijk per
soon met geld, maar volgens
Den Broeder „zonder een grein
tje verstand van campings en
wat daar allemaal bij komt kij
ken".
Ze lijken op het eerste gezicht
sprekend op elkaar, maar Den
Broeder weet feilloos: „Daar
gaat Baby", wanneer een dolfij-
nenhoofd van dichtbij even te
voorschijn komt om de bezoe
kers te bekijken. „Dalfijnen
zijn ontzettend nieuwsgierig", is Voor een dergelijk uitgebreid
een andere kanttekening van de programma dat per keer tegen
Ambachter, wanneer weer twee de vijftig minuten aanleunt, is
voorstellingen staan dan elke
dag op het programma. Wan
neer er dan nog een meute
buiten staat te wachten wordt
meestal een extra show inge
last Het programma bestaat uit
verschillende onderdelen: een
show met de zeeleeuwen, daar
na met twee dolfijnen en tot
slot de apotheose waarin Door-
tje. Dolf, Marleen en Baby alle
maal tegelijk schitteren.
een Intensieve training nodig.
Daarvoor werken dag ln dag
uit twee trainers en een hulp
trainer. Een van hen, de
tweeentwintlgjarlge trains ter
Jos Mooij, doet het deze keer
alleen. Ze heeft er allebei haar
handen vol aan. 's Morgens be
gint ze meteen met het berei
den van een vismaaltijd voor
de dieren, wat ook tot de werk
zaamheden van de trainers be
hoort. Stukje bij beetje wordt
dan In de loop van de dag het
trainingsprogramma doorgeno
men, stukje bij beetje ver
dwijnt ook de vis haring,
sprot nukretï in de sretie PIROUETTE
opengesperde bekken van de
waterdieren. Dat systeem is Heel wat van die gekke buitelln-
met opzet zo gekozen. Want: gen zijn ln de show opgeno-
hapje, dat is de leuze waarmee
dolfijnen en zeeleeuwen opge
voed worden. De beesten heb
ben geen enkele moeite met
deze levenswijze. Vooral de
dotfijnen zijn van nature al zo
speels, dat ze de kunsten met
het grootste plezier uitvoeren.
Zo'n visje na afloop is dan
mooi meegenomen. Vaak
wordt zomaar, uit pure speel-
pret, een extra salto gedraaid
of een rare buiteling boven het
water.
een uniek show-onderdeel; van
tijd tot tijd lanceert ieder van
de dolfijnen zich op het van
glad plastic voorziene plat
form. Daar worden dan enkele
pirouetjes gedraaid, waarna
het beest zich weer in het wa
ter laat plonzen. Volgens direc
teur Den Broeder een act, die
nergens anders ln Europa, zelfs
niet in Amerika, te zien is:
„Het is namelijk Iets dat hele
maal tegen de dolfijnen-natuur
ingaat Een dolfijn gaat nooit
uit zichzelf op het droge, want
dan gaat ie dood. Maar toch is
een van de dieren er op een
gegeven moment mee begon
nen en toen gingen de anderen
hem nappen."
Het Dolfirodam in 1970 ter
gelegenheid van de Rotterdam
se manifestatie Communicatie
'70 gebouwd beschikt boven
dien over een der slimste dolfij
nen van alle dolfinaria in Euro
pa. „Dat is Doortje", aldus
tramster Jos, en half vertederd
en trots voegt ze eraan toe.
„Doortje is ons genie". Hoewel
het grote grijze glim beest aan
een oog blind is, is ze de andere
dolfijn-artiesten in slimheid ver
de baas. Daarover zijn Jos en
haar chef-trainer, de 40-jarige
Dolf de Wit, in de jaren dat ze
de beesten kunsten leren, het
wel eens geworden. En de lieve
ling vooral van de kinderen is
Baby, de jongste dolfijn, die
eigenlijk Jules werd gedoopt.
Met zijn 3 1/2 jaar houdt de2e
kleine maar dat klein ss na
tuurlijk betrekkelijk kunste
maker de oudere collega's heel
best bij.
Foto's
Hans Gebuis
Een vraag aan Jos, die rustig
doorgaat met het bereiden van
de vismaaltijd: hoe wordt ie
mand trainster van dolfijnen en
zeeleeuwen? Daarover is ze
heel resoluut: „Toen ik van
school af kwam wilde ik dol
graag iets met dolfijnen doen.
Via boeken kwam ik er steeds
meer over te weten en uiteinde
lijk heb ik een briefje geschre-
1 ven naar het Dolfinarium in
Harderwijk. Daar had ik na een
aantal maanden aan de slag
kunnen gaan, maar toen kreeg
mijn moeder een ongeluk en
kon ik niet weg. Het jaar daar
op heb ik weer geschreven en
toen kon ik zo komen". Via de
koffieshop en andere baantjes
in dat Dolfinarium kwam Jos.
terecht op de post van tramster
„Ik had gewoon het geluk
dat er steeds mensen weggin
gen" en daar stopte 2e me
teen maar al haar ziel en zalig
heid ia Dat is duidelijk te mer
ken als ze met de dieren bezig
is, of het nu de dolfijnen of de
zeeleeuwen zijn. Via comman
do's, die ze niet lawaaierig be
velend maar bescheiden laat
horen, krijgt ze alles van de
dieren gedaan. Samen met Dolf
de Wit heeft 2e hen alles ge-
leerd wat ze nu kennen. „Inclu
sief het eten van dode vis",
lacht ze, „want ook dat hebben
ze in de vrije natuur nooit ge
kend. Daar waren ze gewend
achter levende vis aan te ja
gen".
De dolfijnen spelen een partij-
tje basketbal, ze komen meters
hoog uit het water om door een
hoepel te springen en zingen
ook nog met zijn vieren een
„lied", waarbij de trainster de
maat slaat. Even later blijkt
dat ook dolfijnen een dwarse
bui kunnen hebben. Ditmaal is
het Marleen, die het vertikt om
een bal enkele malen op te
gooien en in plaats daarvan
met de bal diep naar beneden
duikt. Geen vis voor haar dit
maal. in tegenstelling tot Dolf,
die zijn ballentruuk voorbeel
dig en zonder morren vol
brengt. Wanneer hij zijn visje
krijgt, hoor je Marleen duide
lijk tegensputteren- De tiwar-
sigheid van de laatste wordt
later door Jos uitgelegd: „Mar
leen zit ln de paringstijd, dus
die is helemaal opgewonden".
Wanneer de dieren weer in vlie
gende vaart onder de sluis raar
hun verblijven zijn gezwom
men, maakt de heer Den Broe
der melding van het feit, dat
zo'n dolfijntje per dag twaalf
tot veertien pond vis ver
schalkt. Geen wonder derhalve
dat de gewichten van de bees
ten vanéren van 150 tot 200
kilo. ,pe vis die ze krijgen laten
we uit Ierland komen. De vis
uit de Noordzee bevat teveel
kwik en dat Is.voor de dieren
niet goed". En hij waakt samen
met het andere personeel zorg
vuldig over het welzijn van. dol
fijn en zeeleeuw, die niet alleen
zeer kostbaar maar ook zeer
bevattelijk voor ziektes zijn.
Het water waarin ze vertoeven
is helemaal bacterievrij, dus als
er bacteriën in het water te
recht komen hebben ze geen
weerstand. Zuinig zijn op het
beestenspul is dus het devies
van Den Broeder, die boven
dien nog aantekent dat dolfij
nen niet meer gevangen mogen
worden „Het is erg moeilijk om
aan nieuwe dolfijnen te komen,
hoewel ik dat best zou willen.
We hebben hier een capaciteit
voor negen dieren".
Terwijl in de andere hoek Jos
alweer een partijtje vis staat te
spoelen laat Den Broeder nog
even de machinekamer zien.
bijna glimmend van trots. Van
hieruit worden de bassins ver
warmd en ook de waterfiiters.
imposante bakken, die achter
de verwarm ings- en waterbui
zen verscholen liggen, hebben
hier een plaats. Via een grieze
lig steil trapje gaat het weer
naar boven, langs de stoeiende
dolfijnen en de zeeleeuwen, die
het eten uit de handen van Jos
zitten te kijken. Langs de sta
pels zakken zout, die straks aan
het water worden toegevoegd,
gaat het naar de uitgang. Weer
van het geklots, dolfijnengesna-
ter en zeeleeuwengebrul terug
naar de stilte van het Zeeuwse
landschap.
STIL
Over die stilte heeft' de
Dolfirodam-directeur
toch nog een laatste
woord, voor hij de tocht
naar Hendrik Ido Am
bacht weer aanvangt;
„Vanaf Pasen is het hier
gedaan met de stilte. Elk
jaar ontdekken steeds
meer mensen uit-4 de
Randstad Zeeland als re-
creatieland. Ze hebben
geen ongelijk. Het is hier
zalig". En hij laat zijn
snelle oogjes nog eens
over de vlakte scheren.
Waarom blijft hij dan
toch nog in de woelige
Randstedelijke omge
ving wonen? Hij knijpt
de oogjes toe en er flitst
een lachje over zijn ge
zicht: ,JMij te stil hier".
En even later stuift zijn
rappe automobiel rich
ting Ambacht, het la
waai en de drukte tege
moet.
niets voor niets. Het voederen
is een onderdeel van het trai
nen. Eerst een kunstje, dan een
men, nadat een van de dieren
ze spontaan had opgevoerd. Zo
kent het Dolfirodam nu ook
DWARS
Met een volle emmer eten ver
trekt ze naar het showbassin,
vla een sluis gaan de dieren
mee. Directeur Den Broeder
kijkt vanaf een hoge droge
plaats met al dat gespetter
wel nodig goedkeurend toe.
Dolfirodam-directeur Den Broeder voor het showbassin.