m. »mm ft Rijksweg 19: catastrofaal Hpatst Wogeikenner Norman van Swel it f SK 1 ÜS Jacht Duinen I „Het beste beheer in een bos I is geen beheer want de natuur regelt zichzelf". WOENSDAG 26 MAART 1975 i V X x 4 t; V iW^-. Een paar ooievaars jaar (aan)taUen. In Nederland vlogen in 1973 23 jonge ooievaars naar het zuiden. Tien hadden hun nest in Zuid-Hol land. In 1939 waren er 823 ooievaars in Nederland waarvan 64 in Zuid- Holland. In 1974 waren er 8 bewoonde nes ten (16 ooievaars) in Nederland. Drie nesten (6 ooievaars) waren in Zuidholland, te weten in Leerdam, Sliedrecht en Schoonrewoerd. Op naar het zuidenzien we ze nog eens terug? Met de schemering worden ze opgewacht door de jagers. toegcnomen vloeit voort uit het feit dat we de laatste jaren geen echte winters meer heb ben gehad. „Toch is de reiger een zeer zwakke vogel. Vis is het hoofdvoedsel voor deze vo gelsoort en het is bekend dat de vis behoorlijk wat vergif in zijn body heeft zitten. Als zo'n reiger nu onder extreme om standigheden, bijvoorbeeld strenge koude, komt te verke ren, moet hij z'n vetreserves aantasten. Wanneer hij die ve treserves aantast komt het gif terecht in de bloedbaan. Dan gaat de reiger dood. Een stren ge winter kan dus funest zijn voor de blauwe reiger". „Rijksweg 19 door Mid- den-Delflandgrote stommiteit. Het hele na tuurgebied daar kun je wel afschrijven. Vogel reservaat De Beer ver nietigd, een nog veel grotere stommiteit. Ja gen is moord van het zuiverste water". Even enkele gepeperde uit spraken van Norman •van Swelm, medewerker van de Haagse werk groep „Vogelpopulatie- onderzoek Ockenrode" studenten in de rechten in Leiden. En van Swelm staat achter zijn uitspraken, weet dat hij een en ander kan zeggen omdat hij het kan bewij zen. Wat leeft er nog in onze buurt, in Zuid-Hol land, in de duinen van Kijkduin tot Monster? En hoe lang zal dit nog voortduren? Norman over Midden- Delfland: „Het is ron duit gezegd doodzonde dat dit gebied kapot wordt gemaakt. Midden- Delfland is uniek door het grote aantal weide vogels dat daar het hele jaar door verblijft. Vooral de grutto's leven daar een gelukkig leven. Maar wat gaat er nu ge beuren? De vogels zul len geleidelijk vertrek ken en na enige tijd zijn ze er allemaal aan", „Maar heel Nederland gaat er op deze manier aan. Als onze heren pla nologen niet gauw inzien dat alle verliezen van onze gebieden catastro faal zullen zijn voor on ze gehele fauna... het - -O- - Ooievaarsjagers schieten erop zal dan verdomd snel af gelopen zijn met alles". Nog steeds is iedere vo gelliefhebber verbitterd over het besluit dat het vogelreservaat De Beer op de Zuid-Hollandse ei- .landen moest verdwij nen. „Plaats maken voor smerige industrie die steeds maar weer meer vogellevens eist", zegt Norman verontwaar digd. „Als er iets is dat een grote invloed op de Nederlandse vogelstand heeft dan is het wel dat smerige Rijnmondge bied. Met het verdwij nen van De Beer heeft de hele Europese vogel stand enorm geleden. Dit reservaat werd ieder jaar weer druk bezocht door honderdduizend buitenlandse vogels. Vooral de Grote Stem was een veelgeziene gast in dat gebied. Met tien duizenden streken ze daar neer. Nu komt deze prachtige vogel nog in zeer beperkte aantallen op het eiland Griend in de Waddenzee voor. In dertijd vluchtte de Grote Stem naar de Britse door Gérard Voituron kust maar ook daar kon de vogel zich niet hand haven door de toene mende vervuiling van het water. Trouwens, door dat Rijnmondge bied wordt ook de Wad denzee steeds smeriger, In 1966 hadden we een behoorlijk omvangrijke vogelramp. Er stroomde toen gif uit Rijnmond via de Nieuwe Waterweg de zee op. De golfslag zorgde er voor dat het gif onder meer ook in de Waddenzee terecht kwam. Vissen werden daardoor vergiftigd en aangezien de Stem een viseter isnou maak zelf het verhaal maar af". In de duinenstreek komen ge lukkig nog grote aantallen ver schillende vogelsoorten voor. „Wat er precies nog aan vogels is te vinden is moeilijk te beantwoorden. Onze werk groep houdt *aak tellingen. Belangrijk is ook dat wij de vogels ringen zodat we hun „trek" kunnen nagaan. Van oudsher is Zuid-Holland een van de vogelrijkste provincies van ons land. Er zijn in de duinen bijvoorbeeld nog be hoorlijk wat uilen te vinden. Het klinkt heel gek, maar de uilenstand is in handen van de mens. Een uil gebruikt altijd het nest van de kraai om daar in te broeden. Wordt er veel op kraaien geschoten dan krijg je minder nesten en een uil zal nooit en te nimmer z'n eigen nest maken. Bij onvol doende kraaiennesten vlucht deze vogel dus naar een streek waar hij wel gebruik kan ma ken van andermans nest". Ook de bosuil en de steunuil zijn afhankelijk van hun omge ving. Zij broeden altijd in hol- !e bomen. „Onder invloed van. ons overdreven bosbeheer ko- men er bijna geen holle bomen meer vóór. Zodra Bosbeheer ziet dat zich een gat in een boom gaat vormen wordt de boom ziek verklaart en zon dermeer omgehakt. En al zou die boom ziek zijn... de uil zou die zieke boom zonder meer bruikbaar maken". Een belangrijke bezigheid van de werkgroep is het bouwen van kunstnesten. „Die luie uilen weten er aardig gebruik van te maken", zegt Norman ver genoegd. „Maar je moet wel bedenken dat deze oplossing maar een lapmiddel is. Het beste beheer is een bos is gèèn beheer. De natuur regelt zich zelf wel", is het devies van deze vogelenthausiast. Nor man (28) kreeg de smaak te pakken toen hij op de lagere school opdracht kreeg een op stel te schrijven over een be paalde vogel. Sinds zijn acht ste jaar probeert hij zoveel mogelijk aan de weet te ko men over zijn gevleugelde vrienden. Met „vagebonden in zijn hobby" zoals hij die noemt, ging hij op expeditie naar verschillende wereldde len. Roofvogels Betreurenswaardig vindt Nor- man van Swelm het feit dat de roofvogelstand met spron gen achteruit gaat. „Een zeer kwalijke zaak maar er valt weinig aan te doen". Hij heeft het over de bedreigde soorten. „De torenvalk, boomvalk en de Bruine Kiekendief. Prachti ge vogels, maar je ziet ze steeds minder". Over de boomvalk vertelt hij: „Dit is de enige valksoort die zwalu wen vangt en dan opeet, iets wat weinig mensen zullen we ten. Met een snelheid van ISO kilometer per uur duikt hij achter zijn prooi aan. Maar door de invloed van het slech te jaar 1974 verwachten de vogelkenners dit jaar een slecht zwaluwenjaar. Dit houdt automatisch in dat de boomvalk dus naar een alter natief moet gaan zoeken". De slechte zomer van het vori ge jaar 2al ongetwijfeld zijn stempel drukken op de gehele zwaluwenstand. Een voedsel reserve in de vorm van een vetlaag is onontbeerlijk voor deze vogels. Door het slechte weer in de zomer van 1974 konden de vogels niet genoeg aan hun trekken komen. Maar een zwaluw weet niet beter dus als het tijd is vertrekt hij naar zuidelijker streken. Mil joenen, vooral jonge zwalu wen, zijn op hun tocht naar het zuiden gestorven. In Zwit- seriand werden de nog leven de exemplaren totaal ver kleumd van de berghellingen opgeraapt en per vliegtuig ver voerd naar de warme streken. Op zich natuurlijk een cata strofe, weliswaar veroorzaakt door de natuur, maar ik heb net al gezegd, „de natuur re- geit zichzelf". Veel erger is het met trekvogels dienaar Afrika vliegen en nooit meer terugko men omdat ze daar op een gegeven moment kreperen van de landbouwvergiften die er ongelimiteerd worden ge bruikt". Verboden In Nederland zijn de meeste giftige bestrijdingsmiddelen bij de wet verboden maar in Afrika, waarheen in het na jaar tal van vogels trekken, is het gebruik hiervan nog volko men vrij. Norman kan zich er verschrikkelijk over opwin den. „Het is gewoon een beangstigend gezicht als je trekvogels riet die op weg zijn naar Afrika. Het rijn vooral de insectenetenden die diep in het Zuiden overwinteren. Je kan van te voren al zeggen dat die vogels nooit meer terugkomen want gegarandeerd dat ze er kapot gaan aan die landbouw- vergiften".Dan de huismus, „DU. is typisch een beestje dat zich snel aanpast aan de om standigheden. Waar een men selijke nederzetting komt ver schijnt de mus. Je kan de mus zien als een echte profiteur. Vogelsoorten die zich niet kun nen aanpassen zullen hun ge luk moeten zoeken in natuur gebieden", De reiger heeft ook een eigen geschiedenis. Na de winter van '62-'63 werd deze vogel door de wet in bescher ming genomen. Sindsdien is deze prachtige vogel veelvul dig te zien in de polders van Delfland en Rijnstreek. Dat de reigers zo enorm in aantal rijn „Norman signaleert dat som mige jagers op ooievaars schieten. „Jagen is een manier van voedselvergaren, die in vrijwel iedere leefgemeen schap voorkomt. Maar dat is in onze huidige samenleving, helemaal niet meer nodig". Dan komt even rijn juridische kennis om de hoek kijken: „Het met voorbedachte rade doden van een soortgenoot heet moord en wordt gezien als een bedreiging voor de sa menleving. Dit kan gestraft worden met levenslange ge vangenisstraf of tijdelijke straf van maximaal twintig jaar. Het met opzet doden van een niet soortgenoot heet jacht Iedereen is hiertoe ge rechtigd mits hij betaalt". Een belachelijke situatie vindt hij. „En als je dan nog ziet hoe er gejaagd wordt. Alleen al in de Wassenaorse duinen worden per jaar 15.000 fazanten losge laten om afgeschoten te wor den. De oorspronkelijk uit Aziatische gebieden afkomsti ge vogel zou hier dood gaan maar de voedselplaatsen rijn de (voorlopige) redding. De vo gels keren telkens terug naar deze plaatsen. Makkelijk voor de sportieve jager". Hij vertelt ook over de eendenjacht. Een den uit Delft Den Haag en omgeving overnachten in het duingebied tussen Kijkduin en Monster, Overdag krijgen de eenden genoeg voer van voor bijgangers maar tegen de avond vliegen rij naar de dui nen om waterdieren te kunnen eten. Met schemerlicht staan er dan jagers en als zo'n eend dan afglijdt naar rijn „land ingsplaats" wordt er gescho ten. En dat vindt ik zonder meer een onhoudbare situa tie". Norman tot slot over de jagers die op vogels schieten voor hun plezier. „Vaak kostbare vogels waar niets mee te doen is als ze dood rijn. Laat de natuur toch alles regelen dat is toch altijd goed ge gaan?"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1975 | | pagina 3