Beiaai <i i ers fait en Gerard: scheutje alpinlsèem- hloed en eeit plens muzikaliteit 1 1 maassiuise carillon nu officieel bemand mÈÊÊÊËÊÊÊlÊii?. BBS® aieëhi - - DINSDAG 22 JULI 1975 1 Maassluis De stiel van beiaar dier is niet een van de allerge makkelijkste. Be schikken over een uitstekend muzi kaal gevoel is pas het begin, aardig wat techniek in huis hebben is meegenomen, maar daarmee zijn we er nog niet. De ideale beiaardier is de man of vrouw, bij wie elk symptoom van hoogtevrees ont breekt. Dat is no dig om onbekom merd de adembe- nemendste beklim mingen te kunnen doen, langs peillo ze diepten te wan delen en de meest halsbrekende toe ren uit te halen. Deze prestaties moet de carillon bespeler nu een maal leveren om daar te komen waar het klokken spel wacht. Dat is meestal hoog en droog in de toren. Gelukkig blijkt dat beiaardiers ook mensen zijn. Gerard de Waardt, kersvers benoemd stads- beiaardier van Maassluis, geeft onomwonden toe, dat al dat geklauter voor hem ook met zo nodig hoeft Maar ja, dat hoort erbij om tot grote hoog ten te kunnen stijgen. Letterlijk en figuurlijk. Sinds vorig jaar isMaas sluis een carillon rijk. Na een jaar experimenteren met gastspelers heeft het college van b en w de knoop doorgehakt een vaste beiaardier zou geen overbodige luxe zijn. Het zijn er meteen maar twee geworden. Gerard de Waardt (32) uit Spij- kenisse, in het dagelijks leven employé van Esso, en de vier jaar jongere Gouwenaar Jan van der Zwart, onderwijzer van professie. Vanaf 1 sep tember zullen zij elkaar op zaterdagen aflossen met het versturen van muzikale boodschappen vanuit de kruin van de stad. Beiden hebben er veel zin in. De beiaard van Maassluis is hen door en door vertrouwd, ze heb ben er allebei al heel wat door Foto's Trix Broekmans Hans Gebuis uurtjes op versleten. „Het is een hele goeie", weet Jan van der Zwart, inmiddels op weg een aardige autoriteit op het gebied van beiaards te worden, omdat hij her en der in het land al heel wat verschillende beiaards onder handen heeft gehad. „Het is een. van de laatste die ge maakt is, dus dat zit wel goed. Dat is een klokken spel dat je met je pink kan bespelen. Op sommi ge oude gevallen moet je bij wijze van spreken nog flink met de vuisten er tegenaan, maar dan is het ook geen goeie beiaard natuurlijk. Deze speelt zo licht als een veertje". Eelfplekken Dat lijkt een ietsje te luchthartige uitspraak, gezien de forse eeltplek- ken die collega-beiaar dier Gerard aan diens pinken heeft zitten, en die zijn er niet gekomen omdat hij in zijn vrije tijd plankjes met de blo te handen doormidden slaat of zoiets- Het is ge woon een feit, dat je toch wel wat lichaams kracht in de strijd moet werpen om een uurtje beiaardspelen tot een gloedvol einde te bren gen. Zijn geheim: zeer listige pinkbeschermers, speciaal voor hem op maat gemaakt. Hoe wordt iemand beiaardier? „Meestal be ginnen mensen daarmee, die al orgel spelen", al dus Jan, de spraakzaam ste van de twee, „en doordat je op die manier vaak in een kerk komt, kom je al gauw in de buurt van het klokken spel. Speel je bijvoor beeld fluit, ja dan is een kerk niet precies de om geving waar je dan me teen in terecht komt". Of het moeilijk is? „Tja", de twee beiaardiers kijken elkaar eens aan. Ze be sluiten eenstemmig: „Elk instrument is moeilijku Een mondharmonica goed bespelen kan erg moeilijk zijn. Nou, hou het er maar op dat een beiaard bespelen onge veer net zo moeilijk is als vioolspelen". En net als de ene viool weer m Het nog nieuwe carillon, volgens Jan „een hele goeie De Maassiuise toren De beklimming van de toren: voor de leek een helse klus, voor de beiaardiers een wissewas. even anders klinkt dan de andere, zo produceert elke beiaard weer een ander geluid". Van der Zwart betoogt, dat dat nu juist het boeiende is van het beiaardier zijn: „Het ene klokkenspel ldinkt wat lichter, terwijl een ander klokkenspel met net zoveel klokken veel voller kan klinken." Hijzelf vindt het hoogste genot in het bespelen van de beiaard in de Grote Kerktoren van Dordrecht: „Als je daar speelt, je weet gewoon met wat je hoort. Iets overweldigends is dat." Niet elke speelklus is echter even leuk. Gerard en Jan zijn het er roe rend over eens, dat het geluid dat vóór de res tauratie van de Utrechtse Dom over de hoofden van de mensen werd uit gestort, ronduit erbarme lijk was. Ook Zwolle komt er niet zo best af. Van der Zwart trekt een gezicht, alsof hij een le pel levertraan heeft inge slikt: „Dat was huilen met de pet op, daar in Zwolle." Autoriteit Iedereen die denkt, dat je beiaardier wordt door doodeenvoudig over te stappen van orgel naar Een stuntje: de klok kenspelers hebben zo juist hun eerste quatre- mains voltooid. klokkenspel, zit een eind in de verkeerde richting. Jarenlange studie is no dig vóór iemand in staat is een carillon naar be horen te bespelen. Voor Jan en Gerard hoeft Maassluis niet bang te zijn. Zij komen uit het goede nest: allebei heb ben als leermeester Leen 't Hart, directeur van de Stichting Nederlandse Beiaardschool in Amers foort. Een autoriteit op beiaardgebied waar niet aan te tomen valt. Maar al te graag geven diens twee leerlingen wat staal tjes van diens roem en kunnen. „Als er een nieuw klokkenspel in een stadhuis m Amerika wordt geïnstalleerd, komt Leen 't Hart over om het in te spelen weet Ge rard. „Hij heeft een con cert gegeven op het nieu we klokkenspel in Sao Paulo in Zuid-Amerika, toen stond het zwart van de mensen", doet Jan ook een duit in het zak je. Dat is het grote voor beeld van elke recht geaarde beiaardier. Niet zozeer een grootheid als 't Hart te zijn, als wel de mensen m groten getale weten te lokken met je spel. Het is een knelpunt, die communicatie met de meute aan je voeten. „Die communicatie, die heb je niet hè", verzucht Gerard de Waardt, wat zijn collega hartgrondig beaamt „Ze staan mis schien wel te luisteren. maar memand wacht op je tot je klaar bent om je te bedanken." Een waar heid als een koe. Geen mens voelt zich geroepen om na een uur klokken spel de speler luidkeels toe te juicen of op zijn minst een bescheiden ap plausje te laten horen. Zelfs een bloemetje kan er niet af. Integendeel. Ondank is des werelds loon. Hier en daar zijn er mensen, die het klokkenspel helemaal niet op prijs stellen, met name de directe omwo nenden. Er 2ijn er ook, die liever de pick-up een graadje harder draaien wanneer het carillon be gint. En dat terwijl de klokkenspeler boven in zijn hok al de grootste moeite heeft om zijn ei gen spel nog te kunnen onderscheiden te midden van de uit de stad opstij gende geluiden. Er is eens een beiaardier ge weest, die weigerde om verder te spelen zolang de draaiorgelman bene den op het plein met een straatje verder wilde gaan. Dat was in Delft, herinnert Jan van der Zwart zich. - Hij is er trouwens heilig van overtuigd, dat de meeste mensen best voor het klokkenspel te win nen zouden zijn, als ze maar gelokt worden. „Je moet ze pakken met niet te moeilijke muziek, ge woon wat leuke liedjes om te beginnen. Verder moet je zo af ten toe eens flink stunten. Zet eens een trompettist op de trans, of een muziek korps beneden met een rijdend carillon. Dan ko men de mensen echt wel". Hij is vast van plan om zoiets volgend jaar in Maassluis op po ten te zetten. Stuntje „Kijk dit is nou zo'n stuntje", glundert hij even later voldaan. Dat is wanneer de helse klim via enge laddertjes en griezelig steile trappen achter de rug is. Bij deze klimpartij geeft Van der Zwart er blijk van flink wat alpinisten bloed in het lijf te hebben, zo ont spannen trippelt hij als maar hoger. Het eerder genoemde stuntje ont staat spontaan, wanneer de beiaardiers getweeën het het „Komt vrienden in den ronde" uitvoeren. Een geïmproviseerde quatre-mains. „Als jij nou gewoon het lied speelt, improviseer ik hier er wat bij", zegt Jan tot Gerard. Het resultaat is best om aan te horen. „En dit is toch echt de eerste keer dat we dit doen", volgens Van der Zwart. Wanneer hij nog even een solo ten beste wil ge ven, wordt hij wreed on derbroken: het carillon begint zowaar uit zich zelf te klingelen. Geens zins uit het veld geslagen legt Van der Zwart uit hoe dat nou zomaar kan: „Elk kwartier en half uur draait er een band en speelt het carillon dus automatisch." Erkenning Dat roept bij hem weer een verdrietig misver stand op: „Er zijn ontzet tend veel mensen, die denken dat alles automa tisch gaat hierboven. O, zeggen ze dan, ik dacht dat er een bandje in zat" Het xs oneerlijk. Bo venin het nauwe door dikke balken omzoomde kamertje zit een beiaar- dier te zweten van in spanning, en dat doet ie toch niet voor niks. Geen van deze misvattin gen kunnen Van der Zwart en De Waardt er echter van weerhouden om toch door te gaan. Hun hart zit nu eenmaal in het klokkenspel en dat knjg je er een twee drie met weer uit. Het enige waar ze op hopen is dat kleine beetje erkenning voor hun toch wel zware werk. En ook al zegt Ge rard: „Ik ben helemaal voldaan als ik na een uur weer naar beneden kom", toch zal hij de laatste zijn om te ontken nen dat wat waardering van beneden een beiaar dier goed doet. Voor de goede orde: vanaf 1 sep tember spelen Gerard en Jan om beurten elke za terdag tussen drie en vier uur. De Maassluizers zijn dus gewaarschuwd.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1975 | | pagina 3