vAfscheid zonder tranen SCHEIDSRECHTER PIET WOLFFENBUTTEL: Glanzende carrière van 25 jaar PROMOTIE RESERVE COMMISSIE VRIENDEN NATUURLIJK PLAKBOEKEN Piet Wolffenbuttel: „Het was een prachttijd' i'-'S'ZiC - r LI Oi\ jJJMUJ.au 212 juu iy,D Capelle a.d. IJssel Piet Wolffenbuttel heeft voorgoed de rode kaart gekregen: hij gaat met „pensioen". Evenals Leo van der Kroft, zijn „grote" collega uit het betaald voetbal, heeft ook hij de leeftijdsgrens van 47 jaar bereikt. Volgens de strakke reglementen van de KNVB is het hem niet langer toegestaan in het zwarte pak op de Nederlandse voetbalvel den rond te dartelen. Na vijfentwintig jaar met veel verve de fluit te hebben ge hanteerd in hei zaterdag voetbal is ook voor hem het voor een scheidsrechter meest afschuwelijke ogen blik aangebroken. Het mo ment dat hem dwingt te stoppen met een hobby die veel meer weg had van een professie. Het moment ook dat hem dwingt afscheid te nemen van het zwarte pak en het voetbalgebeuren voortaan vanaf een veel minder emotionele plaats op de tribune te volgen. In Piet Wolffenbuttel, in wiens Van Dale het woord mar- .chanderen nooit voorkwam, verliest de KNVB bovendien één van de meest markante figuren binnen haar om vangrijke en somtijds niet te overziene organisatie. Maar het is „een afscheid zonder tranen'. Dat wil'hij met alle nadruk voorop stellen. Praten over voetballen met Wolffenbuttel en over arbi- treren. in. het bijzonder is een aparte ervaring. De wijze waarop hij over het „vak" praat is kenmerkend voor zijn optreden. De van hem overbekende en zeer besliste wijze van scheidsrechteren zet zich voort in 2'n conver satie. Lui achterover han gend fci een gemakkelijke tuinstoel laat hij de vijfen twintig, ongetwijfeld woeli ge, jaren die achter hem lig gen nog eens de revue passe ren. Het geheel gelardeerd met voorbeelden die spre kend zijn voor iemand die weieens het „fenomeen" van het zaterdagvoetbal is ge noemd. Geboren in Kralingen en ver huisd naar HeUevoetsluis kwam hij na de oorlog in Rotterdam-zuid terecht Daar begon hij zijn carrière als voetballer in een junior- elftal van CW. Later, als senior, werd dat Bloemhof, „In het vierde, omdat Bloemhoef geen vijfde had. Zo goed waren mijn capaci teiten". En op zijn gezicht verschijnt een spottende glimlach. zich onder het gips een bloe duitstorting had gevormd. Hij herinnert het 2ieh nog als de dag van gisteren. Het was 1951 en de militaire dienst lag nauwelijks achter hem. „Ik ben met fluiten begonnen toen m'n vader ook nog scheidsrechter was. Samen met m'n broer Henk. De eer ste jaren zelfs op zaterdag en zondag. Tot ik het meisje leerde kennen dat nu m'n echtgenote is. Toen heb het fluiten op zondag laten schieten. Die periode van vier jaar mag in z'n totaliteit beslist geen naam hebben". Zeven jaar diende hij de afde ling Rotterdam CR VB), alvo rens de „grote bond" in zijn promotie toestemde. Een ta melijk lange periode, ware het niet dat het in die tijd voor een zaterdagscheids- rechter moeilijk was heette", 'stap naar de KNVB te ma ken. „En zeker als je Piet Wolffenbuttel heeette". Ter wijl de glimlach voor de tweede maal zijn gelaat doorklieft, staaft hij die uit spraak met een voorbeeld. „Ik floot eens een Wedstrijd in de afdeling. Op een gegeven moment wil ik een speler een officiële waarschuwing geven en dus roep ik die speler bij me. Zoals je wel licht weet hoeft een speler dat niet te doen. Maar goed, hij kwam toch en ik schreef hem op. Er had zeker ie mand van de bond staan kijken, want prompt moest ik bij Ton van der Kuil, de voorzitter van de scheids- rechterscommissie, op het matje komen. De enige spe ler die een speler bij zich mocht roepen was Karei van der Meer, zei hij. Ik ant woordde hem dat er vanaf dat moment dan twee wa ren: Karei van der Meer en Piet Wolffenbuttel". „Op een zondag moest ik ech ter reserve staan bij het tweede, 's Ochtends om half tien. Zoals gewoonlijk bleef er een speler weg en moest ik dus meedoen. Het was uit tegen CKC 2. De wedstrijd was nauwelijks een minuut oud toen onze keeper een bal naar mij uitgooide. De bal stuiterde naar mij toe en een speler van CKC wilde dat ding onderscheppen. Hij kwam ongelukkig met z'n voet op de bal terecht en brak z'n been. Toen hoefde dat voetballen voor mij niet meer". Deze beslissing kreeg nog meer gestalte toen hij later vernam dat het been van die speler was afgezet, omdat Het waren slechts futiliteiten die evenwel zijn promotie naar de KNVB lange tijd zouden tegenhouden. Tot in 1959 de bond niet meer om hem heen kon. Piet Wolffen buttel werd eindelijk opge nomen in het selecte arbi trale wereldje van dragers van. het oranje embleem met de blauwe leeuw. Vanaf die tijd ging het sneL Binnen twee jaar bereikte hij de top van het zaterdag- voetbal, al werd hij daar op een bijzondere wijze toe ge prikkeld. In de zalerdagaf- deling was in die dagen een schromelijk tekort aan goe de scheidsrechters. Daarom ook werden regelmatig scheidsrechters uk het zon- dagvöefbal „ingehuurd". Dat waren onder andere Leo de Block, Jaap Bax en,.. Henk Wolffenbuttel. Het kwam 2'n eer te na dat de hulp van broer Henk werd ingeroepen. „Er was een Piet Wolffen buttel zoals ie dereen hem kende: in het zwarte pak, ter wijl hij aan dachtig het spel volgt. Een ver geelde herinne ring aan een grandioos ver leden. grote behoefte aan goede za- terdagscbeidsrechters en daar wilde ik bijhoren". Het lukte hem, In nog geen twee jaar kwam de naam Piet Wolffenbuttel voor in bet kleine lijstje van topscheids- rechters in het zaterdagvoet bal. door Donald Bax Met de instelling van de eerste klasse in de zaterdagafde ling, nu een jaar of acht geleden, kwam tevens zijn einde aan de top. Uit zijn woorden klinkt nog steeds een zekere teleurstelling, maar het is beslist geen om zien in wrok, „Westelijk Nederland had ïn die tijd de beste scheidsrech ters. Nummer lien van ons district was zonder meer minstens gelijk aan de num mers één en twee van het district Noord of Oost. In de nieuwe constellatie moest ie der district twee mensen le veren en viel ik af'. Maar nu, acht jaar later dus, kan hij het allemaal van zich afzetten. Vol overtuiging stelt hij vast dat die stap terug toch nooit zo'n pro bleem is geweest. „Ik heb er nodit wat voor gelaten en dan is een stapje terug niet zo erg. Bovendien kwam ik al m'n oude kennissen weer tegen. Clubs die vroeger in de afdeling speelden waren inmiddels gepromoveerd en dan zag je al die bekende gezichten weer terug. Dat was toch wel leuk". Naarmate hij ouder werd het één is het logisch gevolg van het ander zakte hij meer en meer. „Twee jaar geleden belandde ik in groep drie. Dat betekende fluiten in de vierde en de reserve eerste klasse. Toen ben ik naar de commissie gegaan en heb ik gezegd: Sorry, ik fluit nu 23 jaar en altijd eerste elftallen. Jullie kunnen het mij niet maken dat ik Zwart Wit '28 en SHO 2 moet fluiten. Je kan me wel laten vlaggen, dat vind ik niet erg, maar fluiten in de reserve klasse doe ik niet". De scheidsrechterseommissie bleek ontvankelijk voor zijn argumenten en Piet Wolffen buttel floot lekker zijn wedi stnjdjes in de standaardaf deling. Tot hij in z'n laatste jaar een aanschrijving kreeg voor een wedstrijd in de re serve klasse. Voor het eerst in zijn, tóen 24-jarige, loopbaan bedankte hij voor een wedstrijd. In een brief aan de scheids rechterscommissie zette hij nogmaals zijn argumenten uiteen en weer kreeg hij ge- lijk. „Het enige gevolg was dat ik meer vrije zaterdagen kreeg. Dat vond ik helemaal niet zo erg. Ik kon er vast aan wennen. Het was im mers m'n laatste jaar". Wat Piet Wolffenbuttel nu gaat doen, ligt nog in de schoot der goden verborgen. Van een man met zo'n staat van dienst zou je kunnen ver wachten dat hij een functie als scheidsrechtersrappor- teur ambieert. Verre van dat, want zegt hij zeer na drukkelijk: „Je beoordeelt een scheidsrechter naar de wijze waarop je het zelf al tijd hebt gedaan. En wie zegt dat dat de juiste wijze is geweest?" „Ik zal een voorbeeld noemen. Jaap van Es en ik bereikten praktisch tegelijkertijd de top. Maar wel op een totaal verschillende wijze. Jaap had het uitstekend naar z'n zin als hij zijn fluit in z'n zak kon houden. En ik had het liefst wedstrijden als SS- SSHO. Echte streekder- by's waar je lekker aan de bak kon. Waar je juist veel moest fluiten". Vast staat in ieder geval dat hij het nu rustiger aan gaat doen. De wijze waarop hij lekker ontspannen in een tuinstoel hangt is er al de voorbode van. Hij kan zich nu volledig aan z'n andere hobby geven: het verzorgen van het cijferwerk bij Voet bal International. Inder daad, Piet Wolffenbuttel is de man achter het door iede reen „gevreten" sterrenelf tal. „In de burgermaatschap pij ben ik boekhouder-ac countant, vandaar het gedoe met de cijfertjes". Boven dien schrijft hij voor dit soms té kritische voetbal weekblad het amateurover zicht. Daar blijft het niet bij. „Ik heb overal zoveel vrienden gemaakt, die me hebben ge vraagd of ik nu eens bij hun club kom kijken. Dries van Leeuwen had destijds het grootste gelijk van de we reld toen hij zei dat het zaterdagvoetbal één grote en unieke familie is". Mocht er zijns insziens op ar bitraal gebied weinig zijn veranderd („De spelregels en de scheidsrechtershand- leiding zijn toch hetzelfde gebleven"), wel is hij onder de indruk van de talloze nieuwe accommodaties die tegenwoordig als paddestoe len uit de grond schieten. De één nog mooier dan de an der. Moeiteloos diept hij weer een herinnering uit het grijze verleden op. ,Jk moest eens naar Ameide toe, tegen Ba ren drecht. Ik kwam daar aan en ik vroeg uiteraard waar ik me kon verkleden. Nou ik-verzeker je, als ze hadden gezegd dat je in dat hok moest „pissen" had je het geloofd. En na afloop dan. Ik wilde me gaan dou chen, maar wist ik veel waar. Komt er een bestuur slid van Ameide naar me toe, en die wijst op de rivier de Lek. Kijk, zei die, daar staat Ameide en daar staat Barendrecht. Ga er maar lekker tussen staan. Dat zie je nu niet meer. De meeste verenigingen hebben accom modaties waar de clubs uit de eerste divisie jaloers op zouden zijn". Piet Wolffenbuttel is het be slist niet eens met de stelling dat het voor een scheids rechter steeds moeilijker wordt een wedstrijd tot een goed einde te brengen. „Als scheidsrechter moet je ook een - beetje een pedagoog zijn. En met af en toe een grote bek erbij kan je veel onheil indammen". „De excessen die de televisie uitvoerig iaat zien werken een hoop moeilijkheden in de hand. Ik heb het eens in Hoogvliet meegemaakt Ik geef een vrije trap en ik zet de muur op negen meter. Zegt een speler tegen -mij: Dat hoeft op de tv toch ook niet. Waarop ik hem vroeg waar hier dan wel de tv was. Die was er niet, dus ging de muur gewoon op negen me ter". Hij durft zelfs verder te gaan. „Een foutieve beslissing van de scheidsrechter wordt door een speler aanvaard als de man er boven op staal Daar ben je dus zelf bij. Een speler die protesteert krijgt altijd het publiek achter zi ch. Hel is dan ook niet zo zeer de beslissing die je neemt als wel de wijze waar op. Zelf heb ik altijd maar een motto gebruikt: Erbij zijn en de baas blijven, dan gebeurt er niets". die controverse nu voorbij. Ik heb de laatste jaren ge noeg vriendschappelijke wedstrijden gefloten tussen die clubs. En het verschil is steeds kleiner geworden". Plotseling verschijnt die glim lach weer op zijn gezicht Terugdenkend aan de tijd van vroeger schiet hem weer een anecdote te binnen. „Het was vlak voor JJsselmeervo- gels—Excelsior '31. Die wed strijd ging om het kam pioenschap van Nederland en werd in Almelo gespeeld. We zaten met z'n drieën in de kleedkamer. Vlak naast die van Excelsior. Begint Leo Halle, de trainer van Excelsior, in dat Rukkers- dialect aan zijn mental spee ch. Ik heb verkering gehad met een meisje uit Almelo en ik had daar kennissen, dus ik kon precies verstaan wat hij zei". „We gaan beginnen en samen met de twee ploegen loop ik naar het veld. Ineens zeg ik in dat dialect tegen de spe lers van Excelsior dat ik vandaag de baas zou zijn. Je had ze moeten zien kijken. „Waar komt die scheidsrech ter weg?" vroegen ze aan elkaar. Ze wisten het mooi niet en ik heb geen cent last van ze gehad". Al heeft een scheidsrechter dat natuurlijk niet altijd zelf in de hand. De ene week Hossanah en de ande re week Kruisigt Hem. Dat beseft Piet Wolffenbuttel ook. Jk moest eens twee maal achter elkaar naar SNS toe. De eerste keer floot ik een herepartij. Het bestuur complimenteerde mij na afloop en zei: Wat fijn dat je volgende week weer komt Toen heb ik het omgedraaid. Wat hadden jullie gezegd als ik slecht had gefloten. Waren jullie dan ook zo blij geweest? Dan was ik al .veroordeeld voor ik het vei'd Op kwam". Piet Wolffenbuttel, de man die zich best thuisvoelt in het amateuristische wereldje van het zaterdagvoetbaL Ook hierover heeft hij een uitgesproken mening, die te genwoordig niet alleen meerbij hem opgeld doet. De zelfbewustwoording van veel - zaterdagbestuurders wijst in dezelfde richting. „Het zaterdagvoetbal is altijd achtergesteld geweest bij het zondagvoetbal. Maar dat heeft het dan wel voor een groot deel aan zichzelf te wijten. Natuurlijk, vroeger en nu nog was het zaterdag voetbal kwantitatief een stuk minder". „Maar de top clubs van de zaterdag- en zondagafdeling waren zon der meer aan elkaar ge waagd. Op lager niveau was er echter wel degelijk ver schil. Een zondag vierde klasser speelde gewoon met een zaterdag vierde klasser. De zondagclubs waren veel beter. Vroeger was het ook ondenkbaar dat een zater- dagclub tegen 'een zondag club oefende. Gelukkig is Nog éénmaal blikt hij terug op vijfentwintig jaar flui ten. Een boterham met pa ling („overgehouden aan de kampioensreeeptie van IJs- selmeervogèls") losjes in de hand; de plakboeken vol vergeelde herinneringen op Ret tafeltje. Vol trots toont hij de voorpagi na van een nummer van Voetbal International, waar hij staat afgebeeld als een gemolesteerde scheidsrech- ter. Ook één van de binnen- pagina's wordt met een der gelijke plaat gesierd. „Weet je dat ze die foto als echt hebben geplaatst in een Bel gische krant?" Terwijl hij het bedoelde exemplaar laat zien, sterft zijn bulderende lach weg in de met zon over goten achtertuin van zijn woning aan de Dakota weg. „Dat zwarte pak dat ik op die foto aan heb, hangt nu in de kast. Ik wil van mijn af scheid beslist geen Heintje Davids geschiedenis maken. Maar als ze me een keer vragen, zal ik heus wel ko men fluiten". Fiet Wolffenbuttel. Hij kan slechts met weemoed af scheid nemen van een on vergetelijke periode. „Het was een prachttijd, met vele hoogte- en dieptepunten. Waarbij de hoogtepunten het_met groot verschil win nen, De vrienden die ik aan het arbitreren heb overge houden zijn bijna niet te tel len. Vorige week nog was ik op de kampioensreceptie van IJsselmeervogels. Daar waren zoveel bekenden dat ik haast niet weg kon ko men. Iedereen kent me als Piet". „Of ik het opnieuw zou doen als ik voor de keuze werd gesteld? Natuurlijk, dat staat buiten kijf. Misschien wat ambitieuzer. Als ik van te voren had geweten wat ik kon bereiken, had ik het an ders gedaan. Maar het blijft eën afscheid zonder tranen"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1976 | | pagina 5