99 m ;V Si Blijven ageren tegen verdere 99 Willems: „Bovengrondse leidingen een generatieprobleem" Ruilverkaveling: vrees voor aantasting landschap ft r 1 Recreatiedruk Argusogen door TON CORBEAU Luchtvervuil ing Hoogspan ningsleiding Ruilverkave- ling Ganzen Secundaire weg 31 Oostvoorne De stichting: Het Zuid-Hollands Landschap moet uitzien naar een nieuwe beheersmedewerker voor haar district Zuid, waar de belangrijkste natuurgebieden liggen die de stichting door aankoop heeft weten „veilig" te stellen tegen het Hollandse Indus trialisatiegebeu- ren. De vorige beheersmedewerker Robert J. Willems is namelijk met ingang van afgelopen maandag benoemd tot directeur van de stichting Het Zeeuwse Landschap, die zich evenals haar Zuid-Hollandse zuster inzet voor het behoud van natuurgebieden en waardevolle landschapselementen, maar dan in Zeeland. Ook daar zal Willems zich uitgebreid bezig moeten houden met zaken als natuurbeheer, planologie, ruilverkaveling en dergelijke, maar daar ziet hij zelf niet tegenop want zoals hij zelf zegt „Ht heb hier in het Rijnmondgebied met alle problemen van dien een uitstekende opleiding op dat gebied gekregen.*1 Dat hij hier in het Rijnmondgebied een goeie leerschool gehad heeft staat als een paal boven water, want juist hier moeten de schaarse maar zeer waardevolle natuurgebieden en landschapselementen steeds weer met volle Inzet beschermd worden tegen de vernielende ontwikkelingen en de aanslagen die met niet aflatende ijver op de laatste stukjes Mooi-Nederland worden gepleegd. Voorbeelden te over: Maasvlakte, Europoort, industrie, urbanisatie en ruilverkaveling. Een gesprek met Willems over de huidige situatie brengt een natuurliefhebber nou niet bepaald in een jubelstemming. Integendeel zelfs. Maar eerst iets over de nieuwe directeur van het Zeeuwse Landschap zelf. Hij kreeg zijn opleiding aan de Bosbouw- en Cultuurtechnische School in Arnhem. Daarna werkte hij een tijdje bij het toenmalige Rijksinstituut voor Natuurbeheer (RIN) waar hij zich onder meer bezighield met een studie van de relatie rode bosmier-boshygiëne-groene specht In januari 1971 kwam hij naar Voome om er de taak van beheersmedewerker van de stichting Het Zuid-Hollands Landschap op zich te nemen. En dit in het district Zuid, waartoe onder meer de natuurgebieden van de stichting op Voome behoren. Het gebied in Zeeland waar hij zich, zij het in een andere functie, voor moet inzetten is een stuk groter uitbreidinq Maasvlakte dan het gebied waarmee hij bij Het Zuid-Hollands Landschap te maken had, maar „dat gebied hoeft veel minder intensief beheerd te worden dan hier in Voome. Het gaat om een twintigtal objecten die voor een belangrijk deel buitendijks liggen. Een van die objecten is het Verdronken Land van Saeftingen in Zeeuws-Vlaanderen. Dit is een van de belangrijkste natuurgebieden in het Deltagebied", aldus Willems. Het gebied daar hoeft dus niet zo intensief beheerd te worden als de gebieden van Het Zuid-Hollands Landschap. Willems: „Neem nu bijvoorbeeld hier het Staelduinse Bos. Dat is een zeer druk bezocht object De recreatiedruk per hectare is hier het grootst Het is een binnenduinbos en het enige bos van enige betekenis in het Westland, Toen de stichting het in eigendom kreeg was het er een vrij gevochten bende. Er was 25 jaar niets aan gedaan. Om daar dan weer een gezond stevig bos van te maken, dan vergt dat een intensief beheer," Om een beetje dichter bij huis te blijven: Voornes Duin. Willems: „De duinen van Voome ja... Het belangrijkste voor mijn gevoel is dat ondanks de roerige periode die we achter de rug hebben de waarde van de natuur hier niet is gedaald. Daar ben ik erg blij om. Je moet namelijk niet vergeten dat Voome het belangrijkste duinreservaat langs de hele Noordzeekust is." Hij vervolgt: „Het beheer van zo'n gebied op zich is nogal een conservatieve aangelegenheid. Snelle veranderingen zijn vaak strijdig met het doel Zo'n natuurgebied maakt namelijk een langzame maar geleidelijke ontwikkeling door. Worden nieuwe ideeën nogal drastisch doorgevoerd dan bestaat de kans dat de ontwikkeling van zo'n gebied geen gelijke tred meer houdt met die doorgevoerde ideeën. En dat kan ertoe leiden dat het betreffende gebied in waarde achteruit gaat," Zodra het woord „beheer" valt dan noemt 'ie het team van veldwerkers waar hij iedere dag de afgelopen jaren mee te maken had. Duinopzichters en bosarbeiders. „Stuk voor stuk vakkundige mensen, die in teamverband weten te werken en zich inzetten voor de natuur", zegt de oud-beheersmedewerker. Hij tipt enkele beheersproblemen aan die nou niet een, twee, drie voor de buitenwereld opvallen. De konijnen bijvoorbeeld. Willems: „De konijnenstand vormt een steeds groter wordend probleem. Vroeger hield de myxoraatose konijnenziekte. TC) de stand voor een deel binnen de perken, maar ik heb nu de indruk dat de dieren er meer en meer resistent tegen worden. De stand wordt steeds groter. Buitenstaanders onderschatten vaak de schade die door hen aan de flora wordt toegebracht" „Onze eigen kwekerij met jonge aanplant hebben we moeten voorzien van twee meter hoog gaas. Het regulerend optreden tegen de konijnen met het geweer is een zeer arbeidsintensief werk." De reeën komen ook even ter sprake. Op het ogenblik zitten er in de duinen van Voome zo'n stuk of veertig. Met deze niet te hoge stand tuinderijtjes. Dit zou een aantrekkelijk alternatief zijn. Je handhaaft met die vorm van tuinbouw het landschapsbeeld, terwijl er geen milieuvervuiUng van enige omvang plaatsvindt. Dan de problemen rond de duinen. In de eerste plaats de Maasvlakte. Willems: „De ontwikkeling van de Maasvlakte hebben we altijd met argusogen bekeken. Je zit met de invloed die de industrie heeft op het natuurgebied en dan de oppervlakte van de Maasvlakte. Er zijn plannen om hem nog verder uit te breiden. Om daar tegen te en Putten: Aanleg van nieuwe wegen, uitbreiding woongebieden en niet te vergeten de aanleg van leidingen zowel bovengronds als ondergronds. Nee, vaststaat dat Het Zuid-Hollands Landschap tot het uiterste blijft vechten tegen verdere uitbreiding van die klaas vlakte omdat dan ook de Slufter gevaar loopt Willems: „De bestemming van het huidige zanddepót op de Maasvlakte is erg belangrijk. Volgens het streekplan Rijnmond zou de bestemming recreatie moeten zijn, Mijn persoonlijke mening is op die plaats de aanleg van „Een dorpje Oostvoorne aan Zee". Ruimtelijke Ordening) in 1966. Die zei dat er een landschappelijk aanvaardbare overgangszone moest zijn tussen de Maasvlakte en de kust van Voorne. Bovendien mochten er aan de rand van de Maasvlakte geen al te storende objecten komen. Nou als er nou iets storenders is dan die hoogspanningsleiding dan weet ik het niet meer." Hij vervolgt: „Persoonlijk vind ik dat de visuele hinder voor de mens erg groot is. In het verleden heeft men het over de vogelsterfte gehad, maar dat visuele aspect heeft men onderschat," „Wat de vogelsterfte betreft is er een goed evenwicht in de terreinen. Het Zuid-Hollands Landschap zit ook met een zogenaamd opstallenprobleem. Willems: jlet Zuid-Hollands Landschap heeft in haar terreinen zö'n dertig opstallen staan, boerderijtjes liever gezegd. Het streven is er op gericht om de meest waardevolle, cultuurhistorische duinboerderijtjes te handhaven en te restaureren. Ze maken namelijk deel uit van het duinlandschap. Het punt is echter dat de bedrijfjes steeds meer uit de pacht komen. Ze zijn niet rendabel meer en de tuinderijen komen weer in eigen beheer terug. In het verleden werden die stukjes land bebost, er werden speelweiden van gemaakt of we lieten er schraal hooiland voor in dé plaats komen, waardoor bloemrijke duinweiden ontstonden." Jdet beeld van die tuinderijtjes met de produktie vormt echter een wezenlijk onderdeel van het binnenduinlandschap. Om ze nu toch te kunnen behouden wordt gedacht aan zogenaamde biologische ageren werken we op het ogenblik een request uit dat naar de Tweede Kamer en dé Ministerraad gaat. In de toekomst zien wij namelijk bij uitbreiding een nivellering van de waarde ■van het natuurgebied optreden." Ter verduidelijking zegt hij: „Bij uitbreiding van de Maasvlakte komt een groot gedeelte van de duinen nog verder van de zee af te liggen. Het dynamische spel van de zee, de golven en de wind verdwijnt. Het gevolg is dat de buitenduinen verruigen terwijl er geen verjonging van het duingebied optreedt door het wegvallen van dat dynamische spel. Kijk, zo'n gebied maakt een hele ontwikkeling door van jong naar oud. Komen er geen jonge duinen meer dan ook geen jonge valleien meer, terwijl de huidige valleien Steeds ouder worden." „Dan zit je met het probleem van de luchtvervuiling. Dat is een groot gevaar. Op het ogenblik staat al vast dat waardevolle korstmossen zowel in aantal als in soort achteruit gaan naarmate je dichter bij de industrie komt", aldus Willems. Uitbreiding van de Maasvlakte betekent volgens hem ook een ingreep in de infra-structuur van Voorne „Dit met een goed ontsloten badstrand, met daar achter struwelen en opgaande bebossing." Willems vindt dat de Slufter niet in gevaar mag komen. Hij legt er de nadruk op dat ,de slikken voor de kust van grote betekenis zijn. De slikken van Voome worden qua oppervlakte-eenheid door het grootste aantal steltlopers bezocht vergeleken niet andere gebieden in ons land. de slikken vormen een zeer belangrijke schakel bij de vogeltrek (rust en fourageren). Willems: „Het gebied vormt de enige schakel van betekenis tussen de Wadden en Kaap Crinez. Als dit rustpunt verdwijnt dan wordt de trekroute te lang. Het enige alternatief voor de slikken is de monding van de Theems. Maar die afstand is ook erg lang." De oud-beheersmedewerker is blij dat de bestaande slikken door een overeenkomst met Rijkswaterstaat en Domeinen zijn veilig gesteld. Dan de 380KV-leidingen. Willems: „We hebben er hard voor gevochten om die leidingen onder de grond te krijgen. In eerste instantie dachten we dat we sterk stonden door een uitspraak van minister Boogaarts (van Volkshuisvesting en Toen het niet lukte om die hele leiding onder de grond te krijgen, hebben wij er voor gepleit om dat Vlieggat open te houden. Ook dat gebeurde niet. Het is duidelijk dat we tot nu toe hebben verloren." Hij wijst erop dat jaarlijks een miljoen vogels zich te pletter vliegt tegen hoogspanningsleidingen in ons land. De Maasvlakte neemt een aanzienlijk percentage voor zijn rekening. Willems: „De electriciteitsmaatschappijen erkennen de aantallen vogels die zich doodvliegen, maar zeggen dat dit niet van invloed is op de vogelstand in zijn totaliteit. Ze vergeten dan echter de kritische vogelsoorten als bijvoorbeeld de roerdomp en de kwak. Deze vogels worden bedreigd." Zelf vindt hij dat de hoogspanningsleidingen boven de grond een generatieprobleem zijn. Hij denkt dat komende generaties hun leidingen onder de grond zullen leggen ook al kost dat meer. „De technische mogelijkheden zijn er. De nieuwe leiding die nu gepland is wordt over grote afstand onder de Nieuwe Waterweg door gelegd." Willems: „Toen het voorontwerp voor de ruilverkaveling van Voorne en Putten ter inzage lag, heeft Het Zuid-Hollands Landschap zich daar intensief in verdiept omdat de consequenties zo ingrijpend zijn. Wij hebben bezwaarschriften tegen de ruilverkavekngsplannen ingediend omdat wij een sterke aantasting van het landschap vrezen. Het is bedroevend dat uiteindelijk met geen van onze bezwaren rekening is gehouden. Daarentegen kregen we wei blijvende inspraak als particuliere natuurbeschermers in de plaatselijke commissie voor de ruilverkaveling. Daarnaast is er nog een begeleidingscommissie met een adviserende stem. Deze commissie heeft geen bevoegdheden en dat blijkt een enorm gemis in de praktijk te zijn. De hele behartiging van het natuur en landschap verloopt zeer moeizaam in ruilverkavelingskringen. We hebben om een evaluatierapport gevraagd om te kijken wat er nu allemaal van terecht gekomen is." Willems trekt het nut van de begeleidingscommissie in twijfel door het ontbreken van bevoegdheden. Hij, verder over de ruilverkaveling: „We zijn pas aan het begin maar toch zijn de belangrijkste beslissingen al genomen. Een lichtpuntje is wel dat er de laatste twee jaar begrip is gegroeid tussen de agrarische sector en de- natuurbescherming." Het meest hinderlijke vindt Willems dat het ruilverkavelingsplan al in uitvoering genomen is terwijl het streekplan Rijnmond waarin ook het een en ander betreffende natuurbescherming is geregeld, nog geen bindende kracht heeft Het wettelijk kader is er nog niet op ingespeeld. Een van de bezwaren tegen de ruilverkavelingsplannen is dat de natuurgebieden wel een eigen waterhuishouding krijgen, maar een die veelal niet gericht is op het optimale behoud van deze natuurgebieden. Willems: „Neem nu de Holle Mare. In de praktijk geen eigen waterhuishouding. Het gevolg is dat de stroming hier 180 graden draait door de ruilverkaveling- Dit heeft grote invloed op het zoutgehalte. De oeverbegroeiïng heeft oorspronkelijk een brakwaterkarakter." „Een ander punt zijn de fouragegebieden van de ganzen. Deze zijn op nog geen enkele wijze veilig gesteld. Ze gaan er dan ook aan. En een van de grasgorzen langs het Spui. Het staat aangegeven ais iets dat waardevol is en gehandhaafd moet blijven. Een particulier heeft het intussen omgeploegd", zegt de oud-beheersmedewerker van het Zuid-Hollands Landschap. „In de plannen van ruilverkaveling staat een aantal gebieden aangegeven als natuurgebied. Op zich een keurig streven, maar als je met regelt wat er in de toekomst moet gebeuren dan zijn die gebieden na de ruilverkaveling vogelvrij. Verder staan een aantal natuurwetenschappelijke waardevolle dijken aangegeven om beplant te worden met opgaand hout Daardoor bereik je wel dat de huidige waardevolle flora verloren, gaat" Willems vindt dat de belangen van de agrariërs en natuurbeschermers heel goed parallel kunnen lopen. Als voorbeeld noemt hij Spijkenisse. Tussen Spijkenisse en de polder Bieri staan uitgebreide woonwijken gepland. Het landbouwgebied ter plaatse is zeer waardevol voor de agrariërs meer ook voor de natuurbeschermers. Voor de agrariërs is het in zo'n geval meegenomen, dat de gronden ook biologisch waardevol zijn. Die gebieden zijn namelijk beter tegen de opdringende urbanisatie te beschermen en dat betekent een extra zekerheid. Willems over de problematiek rond secundaire weg 31 op Voome: „Deze weg is door de Provincie van het wegenplan afgevoerd. Gevolg: de weg werd ook van de ruilverkave! ings pi annen geschrapt Hierdoor moet men het wegenstramien wijzigen. Nu wordt gestreefd naar een alternatief voor deze weg, die geschrapt is omdat de negatieve invloed op de natuur en het landschap te groot bleek te zijn. Er is echter nooit aangetoond dat die verbinding of een alternatief nodig is en Rijnmond beaamt dit De huidige verbindingen hebben genoeg overcapaciteit. Het alternatief zou er moeten komen omdat de fietsers teveel gevaar lopen en om het verkeer uit de bebouwde ommen van Rockanje en Oostvoorne te weren. Ik blijf een tegenstander van die weg." Willems nog even over ruilverkaveling: „Het is van groot belang dat de plaatselijke commissie in het openbaar gaat vergaderen" en over de Bemisse: „In het Beraissegebïed worden een aantal natuurgebieden gerealiseerd waar recreatie mogelijk is. Het natuurlijke element blijft evenwel de boventoon voeren. Er komt ook een soort indstructieve tuin die op de polder gericht is." Aan het Bernisseproject kan Willems met plezier terugdenken- Hb heeft er fijn aan meegewerkt met instanties als Rijnmond. Willems heeft een periode van zes jaar werken op Voome-Putten achter de rug. Hij heeft zich namens rijn stichting ingezet voor het natuurbehoud. Dat betekent met name op Voorne: Veel vechten en veel verliezen...

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1976 | | pagina 6