„Ik krijg de zenu h „SCHIEDAM IK AL WEER V Eddy Koens is Belg geworden I* m VRIJDAG 6 MEI 1977 Zenuwen ■ammt 33 Keihard werken door Handen schudden Tussenper soon Schiedam Spanje Bikkelen VD/SC/WW 4 Brussel Zo 05 het eerste gezicht heeft hij zieh helemaal aangepast. De manier waarop Eddy Koens zich in Brussel en omstreken beweegt toont een flinke dosis zelfvertrouwen. Gemakkelijk pratend, wijzend naar de diverse etablissementen waar vrien den van hem eigenaar zijn en ondertussen in zijn witte Renault 1G doordrukkend in het verwarrende verkeer in de hoofdstad van de zuiderburen. Eddy Koens, de man die als een van de eerste Nederlandse voetballers het „grote geld" op ging zoeken. Als broekie via SVV en PSV overstapte naar St. Truiden om daar te genieten van een bijzonder aantrekkelijk beiastingklimaat. En het in Belgie helemaal maakte. Een duidelijk verschil met het iele mannetje dat een aantal jaren terug bij SVV wat weifelend begon aan een in alle opzichten geslaagde voetbalcarrière. We ontmoeten hem in bet iuxe restaurant van het naast het RWDM-stadion gelegen zwembad. Met in het achterhoofd de gedachte dat Eddy wel veranderd zou zijn. Tenslotte Is hij al weer 31 jaar. Piet de Visser, die een toevallige passant was, hielp ons echter uit de dromen: „Het is gek met Eddy maar hij is nog steeds het jonge knaapje van vroeger. Die jongen is conditioneel zo sterk dat hij niet verandert. Ook niet lichamelijk". Niets dan lof van de oud-NEC-trainer over zijn. huidige pupil. Wat vreemd, als blijkt dat Eddy Koens op de transferlijst is geplaatst. Van De Visser mag hij, ondanks de wederzijdse sympathie, weg. „Niet omdat we moeilijkheden hebben hoor", zegt De Visser terwijl hij in zijn „dikke" Pontiac weg zakt, „maar gewoon omdat ik wil verjongen". Het gesprek vindt op vier verschillende plaatsen plaats: in het al genoemde restaurant, op het veld van RVDM, in z'n stamkroeg en in zijn huis in Wol uwé, even buiten Brussel. Wat binnenkort de „Livingstone" moet worden. Ais de man links wat doorknoogl A.1 in het zwembadres taurant wordt duide lijk dat Eddy Koens het helemaal „ge maakt" heeft. Even praten is onmogelijk. Daar zorgt onder an dere een eigenaar van een taxibedrijf wel voor die het gesprek diverse malen onder breekt om Eddy iets erg geheimzinnigs in het oor te fluisteren. De voetballer blijft er rustig onder. „Dat heb je nou eenmaal hier", zegt hij, „de mensen willen dat je ook san hun aandacht besteed. En waarom ook niet. Tenslotte betalen zij mijn salaris. Het is ge woon belangrijk dat „Ik word doodziek van die bank" men je kent. En ook dat ik de mensen ken. Ik ben er al verschil lende keren beter van geworden. Mensen die me kennen en me dan ook overal mee kun nen helpen als er iets is." Vandaar ook dat Eddy er geen moment over denkt terug te keren naar Ne derland. Ook niet nu zijn naam op de transferlijst prijkt. „Neen hoor, weg gaan doen we niet. Het liefst ga ik naar een club in de buurt van Brussel. Al is pendelen ook geen ai te groot probieem. De eerste vijf maanden had mijn vrouw het wel een beetje moeilijk maar daar is snel verandering in gekomen. En ik ben nu gesetteld hier dus waarom zou ik weer ver trekken. Voor de kinde ren is het ook beter dat we in Brussel blijven. Ze 2ijn hier geboren en zit ten hier op school." moetendus tussen de mid dag business aan hel eind van de middag komen. Een geweldig pand hoor. Ben ik ook weer toevallig via een bekende aan gekomen. Ge luk moet je ook in deze bus- siness hebben." Ondertussen speelt Eddy Koens ook nog wekelijks zijn wedstrijdje. Al is het vooral de laatste tijd vaak in eerste instantie vanaf de reservebank. „Man, ik krijg de zenuwen van die bank", zegt hij, „dat is niks voor mij. Daar voel ik me ook --1 I t ï- kamp bezig is zeker vijftig jonge voetballertjes te amu seren „Koenske", zoals de vaste klanten Eddy Koens noemen, schudt vele han den. „Dat is de gewoonte hier", zegt hij. „Al heb je elkaar de dag ervoor nog gezien, toch handen geven. Als je het niet doet nemen ze je dat kwalijk. Ik mag gewild", zegt Eddy later als we afzakken naar een kroegje, vlak bij zijn toe komstige zaak. „Heerlijk joh om mensen te ontmoe ten en het hun naar de zin te maken. Keihard werken doe ik nog steeds erg graag. De horeca is daar zeker ge schikt voor. Want dat is, als je het goed wilt doen, bikke- Martijn Verwaaijen Foto's: Ed Leyten Jan Boskamp toont zich de strenge „meester". Eddy Koens bekijkt het allemaal lachend. Eddy heeft overigens al min of meer bewezen een Brus selse „blijver" te zijn. Bin nenkort zal hij de eigenaar zijn van een Engelse pub, „Livingstone" genaamd. Ed dy: „Ik heb altijd de instel ling gehad dat ik keihard wil werken maar zeker niet voor iemand die me alles voorkauwt. Zelfstandig, dat wil ik zijn. Ik moet er niet aan denken om na dit voet bal-bestaan bij een baas te moeten werken. Dat zou ik niet meer kunnen." „Mijn zaak", vervolgt hij, „is helemaal ingesteld op amb tenaren. Het ligt namelijk vlak bij het EEG-gebouw en tussen allerlei kantoren. Het wordt ook een dagzaak. 's Avonds en de weekeinden ben ik gesloten. De mensen nog veel te goed voor." (Piet de Visser; „Dat is ook zo. Als Eddy bij een goede club zou komen geloof ik dat hij het ons nog lastig kan ma ken ookt") Realist Koens maakt er echter gean probleem van dat Piet de Visser hem van de lijst zal schrappen. „Ik kan het me zelfs voorstellen. Bij een topclub loop je als 31-jarige nou eenmaal dat risico. Ten slotte kan De Visser be schikken over twee Belgi sche internationals. Zal hij die ten koste van mij passe ren? Onzin natuurlijke Voor al niet omdat hij voorname lijk met twee spitsen speelt" We belanden op het complex van RWDM. Waar Jan Bos- dat wel. Vriendelijkheid hè." Rondom het geweldige com plex heerst een wat gespan nen sfeer. De spelers zitten middenin de contractbespre kingen. Eddy Koens heeft dat al achter de rug. Dolt dan ook waar het mogelijk is. Zoals bij Wellens, die dui delijk gespannen is. „Ik geef je weinig kans11, zegt Eddy. „Jou verkopen ze zeker." "Wellens: „Man, ik heb het niet meer. Het gesprek zal in ieder geval niet lang duren. Ik leg m'n eisen op tafel en als ze „nee" zeggen ben ik weer verdwenen." len geblazen." In de ongezellig ingerichte bar is hij ook geen onbekende. „We komen hier nogal eens met wat spelers. Nico de Eree, Nielsson {die Feye- noord wil hebben), Bjerre. Er is altijd wel iemand van ons te vinden." Het wordt duidelijk gewaardeerd door de eigenaar. Die zelfs al zo ver gaat dat hij afspraken met kennissen maakt wan neer 2e Eddy Koens of wie dan ook kunnen „bezichti gen'1. „Morgen aan het eind van de middag komt er weer iemand. Ik heb hem beloofd dat jij er ook zal 2ijn", zegt hij. Eddy knikt alleen maar. Hij zal wel even komen. Ondertussen hebben we het zo goed en zo kwaad als het kan over het Belgische voet bal. Eddy Koens kan er over meepraten. Tenslotte reisde hij als één van de eerste Nederlanders af naar onze zuiderburen. Eddy: „Voor mij was het indertijd een sprong in het duister. Maar ik merkte toen al dat het Belgische voetbal buiten landers nodig had. Hetgeen ook bewezen is ook. Mede doordat de Nederlanders en de Denen zijn gekomen draalt Anderlecht nu zo goed mee in de Europa Cup II en kwam Brugge ook be hoorlijk ver. Ik heb het overigens wel moeilijk ge had een paar jaar geleden. Want omdat ik hier zoveel mensen kende werd ik con stant door spelers uit Ne derland gebeld of ik niet als tussenpersoon wilde funge ren. Eén keer heb ik het gedaan. Maar de rest heb ik doorgestuurd naar de mana gers." De rit naar Woluwê is beang stigend. Al stuurt Eddy zijn witte Renault 16 („Ik zweer bij die auto's. Nooit meer een andere voor mij") nog zo behendig door het Brusselse spitsuur, vooral fotograaf Ed Leyten zit het allemaal met angst te bekijken. „Een kwestie van wennen", meent Koens laconiek. In ieder ge val zijn we erg opgelucht als we z'n huis binnenstappen. „Ik woon hier toch prach tig?" zegt hij. Inderdaad. Een huis in de bocht van een weg waar verkeer vrijwel nooit te zien is. Schuin te genover Nico de Bree die daar sinds kort een bunga low heeft neergezet Geen wonder dan ook dat Ed dy zegt: „Ik ben vrijwel nooit meer in Sehiedatxi. Al leen zo af en toe eens om onze familie op te zoeken. Maar het liefst ben ik dan. ook zo weer verdwenen. Niet voor de familie maar gewoon omdat ik deze om geving weer ga missen. Er za! dan ook heel wat moe ten gebeuren wil ik ooit een ander huis in trekken. Voor lopig blijft het nog lekker Brussel waar ze Eddy Koens kunnen vinden." De terugreis naar het EWDM- stadion is nog erger. Want juist op dat moment hebben alle Brusselse bedrijven be. sloten het voor die dag voor gezien te houden. Terwijl de meeste Belgen ook al eerder hadden besloten de auto maar te nemen in plaats van het openbaar vervoer. De laatste goede daad van Eddy is ons de terugweg te wijzen. Brussel is en blijft een doolhof. Half achter zijn stuur liggend houdt hij zich duidelijk in als we voorzichtig tussen de zaken mensen doorlaveren. „Een fijne kerel", is onze conclu sie als het hem gelukt is ons uit Brussel te leiden. Koens lijkt ontspannen. Toch is dat niet helemaal waar. Immers, ook zijn voetbal toekomst staat nog hele maal niet vast. „Er zijn wel wat clubs geweest. Ik weet ook dat MVV daar bij zit Maar helemaal zeker is na tuurlijk nog niets. Al zal ik er niet mijn vakantie voor opofferen zoals ik al eens eerder heb gedaan. Ik ga gewoon in juni naar Spanje. Als ze me graag willen heb ben komen ze daar maar naartoe..." We besluiten de toekomstige Livingstone-pub te gaan be wonderen. Een paars hoek pand op een typisch Brus sels pleintje. Binnen is het nog een puinhoop. „Maar ik hoop toch zeer binnenkort open te gaan", zegt Eddy. Waarbij veel af zal hangen van een zwart klein Belgje die op zijn knieën met naald en draad de kussens van de bank zit te knopen. De man is nauwelijks afgeleid, zelfs niet als Eddy met hem po seert voor de foto. „Ik heb altijd iet, dergelijk, Eddy Koens, glimlachend de toekomst tegemoet. „Ik zie wel wat het wordt".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1977 | | pagina 4