Rijn, gif, blubber
De PPR en de geleidelijk©
vergiftiging van de mens
GESCHIEDENIS
Kréég je maar zweetvoeten in de Broekpolder!
Bloot
staan
aan
zware
metalen
VRIJDAG 29 JULI 1977
De alternatieven 'N STUKJE
VD/SC/WW 5
De Rijn Is ,ln' ctaer dagen,
en dat werd eens tijd want
zwemmen kan je er allang
niet meer. D'66 had tijdens
de verkiezingen a] een
leus in de trant van „hou
de Rijn rein en fijn". En
sinds verleden week
woensdag trapt ook een
internationaal fietsgezel-
schap tegen de aanhou
dende verontreiniging.
Toevallig verscheen vorig
weekend een uitgave van
PPR-actiecentram Schie
dam, de gemakshalve zo
genoemde bfubbemota, die
direct heeft te maken met
a lie rommel die In de rfvfer
wordt gekieperd.
Het Rijnwater namelijk
stroomt na een lange, lange
weg door Rotterdam en
doet daar onvermijdelijk de
havens aan. Onafgebroken
hoopt 2ich daar slib op, en
met dit havenslib ofwef
blubber worden landerijen
opgespoten en voor wo
ningbouw geschikt ge
maakt. Want huizen zijn het
doel achter de opspuitin
gen. Héél bekend is de
Vlaardingse Broekpolder.
Maar in de Lickebaert tus
sen Maassluis en Vlaardin-
gen en in de Noordschie-
damse wijken Woudhoek en
Spaland ligt precies zulk
spul. En straks ligt wie
weet? de Hoekse Waard
ook vol bagger.
De schrikreactie laat zich
verklaren: de Rijn bevat
giffen. Bedoelde blubber
ook. En daarop wonen
straks mensen.
Dat heeft dra Herman
Noordegraaf en ir. Rob in
't Veld danig verontrust,
vandaar hun notitie onder
de titel „Aanmodderen met
de blubber". Naar aanlei
ding daarvan stelde hun ra
dicale partijgenoot en ge
meenteraadslid Hans van
der Wilk schriftelijke vragen
aan het Schiedamse college
van burgemeester en wet
houders. Niet omdat het
aankaarten var» zoiets
„PPRogressief" is maar om
dat opspuiten met sterk ver
vuilde blubber wel eens na
re gevolgen kan hebben.
„Ach, ongetwijfeld zijn er
weer mensen die zeggen,
dat het allemaal best zal
meevallen. Die zeggen dat
helemaal niet is bewezen,
dat door allerlei zware me
talen tn peentjes en kroo-
tjes straks een heleboel
spastische mensjes rondlo
pen. Maar het tegendeel is
ook niet bewezen, dat dat
gif geen kwaad kan. Het
beroerdste van die milieu
vraagstukken is altijd, dat je
moet kunnen aantonen dat
iets gevaarlijk is. Alsof dat
onmiddellijk kan! Ik vind
dat het bewijsvraagstuk
moet worden omgedraaid,
dat eerst maar eens moet
worden bewezen dat iets
volkomen onschadelijk is
voordat het wordt uitge
voerd. Anders blijf je achter
de ontwikkelingen aanlo
pen. Het kan zijn dat pas
na tientallen jaren blijkt, dat
de gevolgen erger zijn dan
men had verwacht. Ik denk
dat het gevaar van de ha-
venbiubber heel erg wordt
onderschat, maar men lijkt
wel bang om daaraan te
denken, men staat liever
met erbij stil, of misschien
spelen wel bepaalde zakelij
ke belangen mee die mat
het welzijn van de mensen
niets hebben te maken",
zegt Rob in 't Veld, chemi
cus van beroep.
De blubbemota verklapt
geen prettige dingen Ver
slaggever Kor Kegel fietste
naar huize Van der Wilk,
waar het milieuvriendelijke
drietal nog eens dieper op
de problemen inging. Ook
over het verwachte effect
ervan, zoals eventuele reac
ties van Rotterdam of Rijn
mond. Hoe hygiënisch zijn
de politici?
Van links
naar rechts:
Rob in 't-
Veld, Her
man Noorde
graaf en
Hans van der
Wilk. Foto:
Ben Biumers
„Was het allemaal maar zo
spectaculair! Dan kon je di
rect iets eraan doen. Wis het
maar zo dat, als je in de
Broekpolder zou lopen, je tast
zou krijgen van zweetvoeten.
Want dan zou je daar niet
meer komen en zou er een
aanwijzing zijn voor de over
heid om iets aan die situatie
in de Broekpolder te doen.
Dat zou dan te verhelpen zijn.
Wis het maar zo, dat je bij
het fietsen langs Woudhoek of
Spaland onmiddellijk last
krijgt van een longontsteking
of een huiduitslag of noem
maar op, want dan zou de
overheid tenminste zien dat
er noodzakelijkerwijs iets aan
moet worden gedaan.
Maar nu wil niemand het we
ten, want er is nog mks te zien.
Maar het is werkelijk met on
denkbaar dat over een aantal
jaren een hele groep mensen
meens die zweetvoeten, lon
gontsteking of huiduitslag
krijgt, en dan is daaraan niks
meer te doen, dan is dat het
gevolg van jarenlang inwerken
van verontreinigende stoffen
op het gestel van de mens"
Hans van der Wilk stelt de
zaken af en toe extreem, met
opzet, om daarmee harder dui
delijk te maken, hoe zijn. ge
voelens zijn.
Chemicus Rob in 't Veld
beaamt de woorden van het
Schiedamse PPR-raariskd:
„Die zware metalen in dat ha
venslib en trouwens met alleen
in het begin van de jaren
zeventig verschijnen in de in
ternationale literatuur alar
merende berichten, dat haven-
slib mogelijkerwijs verontrei
nigd is. Toch blijven burge
meester en wethouders van
Rotterdam deze bagger voor
opspuitingen aanbieden. In
1973 sluit Schiedam een over
eenkomst voor afname van
tweeëneenhalf miljoen kubie
ke meter. In de gemeenteraad
doet niemand over welke
vuiltje dan ook zijn mond
open. Tegen het voorstel om
met Rotterdam een contract
te sluiten is alleen CDA-raad-
slid Cees Lansbergen erg fel.
Hij wijst op aantasting van
landschap, grondwaterstand
en stank.
Daarop antwoordt Cor Bol-
mers, dan nog wethouder voor
stadsontwikkeling, dat de aan
tasting van landelijk karakter
maar tijdelijk is en dat stank
alleen optreedt bij een toeval
lig verkeerde partij: de Broek
polder. Wat stank betreft zegt
hij ook dat „Rotterdam verder
opspuiten wordt verboden als
verkeerde specie wordt aange
boden". Een pikant detail,
In het contract komt te staan,
dat Rotterdam alle nodige ge
gevens moet verstrekken aan
Schiedam over samenstelling
van de blubber. Dat is dus
mooi met gebeurd, vindt de
PPR, en daarom moet het con
tract ter discussie worden ge
steld. Een deskundig advies
lijkt nodig over gevaar voor
milieu en volksgezondheid.
Op 17 apnl 1974 stelt PPR-
raadslid Daaf Rensman vra
gen aan het college over ver
ontreiniging van de blubber,
over de omvang, de gevolgen
en de maatregelen. Het college
geeft vervuiling toe. Gegevens
volgen aarzelend. Dat schokt.
Toch houdt het college vol, dat
niks ergs aan de hand is. Er
waren toch gunstige ervarin
gen met de Broekpolder? Bo
vendien zou Rotterdam een
daann, dat chronisch opne
men van die stoffen m het
menselijke lichaam omdat je
daaraan voortdurend bloot
staat, dat heeft geen directe
gevolgen. Bse ziet niemand en
die zijn ook met te zien. Nog
niet en misschien nooit. Maar
dat weet je niet zeker. Het
gevaar is levensgroot. Het zijn
symptomen, die misschien pas
na generaties merkbaar wor
den. Doordat al die stoffen bij
erfelijkheid een rol kunnen
gaan spelen."
Havenslib. Giftig, maar in wel
ke mate en met welke gevaren
laat ach raden- „Zal een bos,
dat op die blubber groeit, wat
betreft flora en fauna geen
rariteitenkabinet worden?"
peinst Herman Noordegraaf.
Een radicaal tno bijeen, pra
tend over mogelijkheden
„waarmee zelfs de mensen, die
je politiek verwant zou kun
nen noemen, zich liever met
bezighouden". Denkbeeldig?
Misschien. Maar géén science
fiction. Want de PPR houdt
zich met de problemen op dit
moment bezig. Blijft de blub
bemota onaangetast?
Waarschuwing
„Tja, wij zullen geen spectacu
laire dingen bereiken met deze
notitie," relativeert Van der
Wilk. „Ik begrijp heel goed,
dat het slib in Noord met zo
maar wordt afgegraven. Maar
je kunt nog eens proberen om
beleidsmensen, zoals wethou-
onderzoek starten. Dus ging
het opspuiten door.
De twee jaar daarna komt de
Broekpolder landelijk onder
de aandacht. Alarm. In gewas
sen vindt men hoge concentra
ties zware metalen, gevaarlijk
zelfs. Uien zijn misvormd, en
het Vlaardingse college roept
de bevolking op geen aardap
peltjes uit deze polder te nutti
gen. Landbouw in de Broek
polder wordt verboden. Het
pachtcontract met landbouwer
Van Woerkom wordt met ver
lengd. Dat is nog actueel. Van
Woerkom wil best vertrekken
en elders opnieuw beginnen,
maar op kosten van Vlaardin
gen. Deze gemeente vertikt
dat.
Intussen vindt men bij dieron-
derzoeken veel cadmium Do
de vergiftigde dieren worden
gevonden. Het college vaardigt
een jachtverbod uit. Veeteelt
wordt verboden. Ten slotte
wordt de Broekpolder volledig
afgesloten, In Schiedam blijft
het rond de blubber doodstil.
Begin januari dit jaar stuurt
Rotterdam zijn buurstad een
brief. Het beeld is anders dan
in '74. Bezorgdheid alom, op
merkingen als „wees maar
voorzichtig", en dat op grond
van onderzoek waarvan voor
lopige conclusies al op tafel
lagen toen Rensman vragen
stelde.
Aanbevelingen voor gebruik
ders en raadsleden ervan te
doordringen, dat zelfs de
meest optimistische mensen
nu dode dieren kunnen vinden
m de Broekpolder, En heel
belangrijk is natuurlijk, dat de
gemeenten in de Hoekse
Waard het slib tegenhouden.
Misschien kan deze notitie ook
een waarschuwing zijn, en
misschien is dat aileen het ef
fect. Politiek is ook geen
kwestie van m één klap iets
bereiken, maar van uithou
dingsvermogen, blijven door
zetten." Noordegraaf: „Maar
je weet natuurlijk nooit hoe
een koe een haas vangt, zelfs
met in de blubber".
Van der Wilk: „Duidelijk is in
elk geval, dat iets moet veran
deren. Schiedam onderzoekt
de blubber niet eens, er wordt
gezegd: wij zitten vast aan
dat contract met Rotterdam.
Maar dat is nou net die club,
die al die rotzooi kwijt moet!
Rotterdam blijft nota bene
maar slib aanbieden aan ge
meenten. Maar een prioriteit,
boven dat slib aanbieden, is
toch wel het zoeken naar tech
nische mogelijkheden om het
gif onschadelijk te maken."
In 'tVeld. „En het onschade
lijk maken is technisch inder
daad mogelijk, het k&n. maar
het gebeurt met".
Van der Wilk: „In het begm
zijn wij een beetje te simplis
tisch geweest, kennelijk. Onze
opvatting was, dat twee ge
meenten - zijnde twee over-
van het sbb zijn: woningbouw,
recreatie en industne, bos en
weide (uitgezonderd schapen
vanwege hun gevoeligheid
voor koper); beslist geen tuin
bouw en volkstuintjes. Het col
lege heeft op de Rotterdamse
brief geen commentaar.
Op 13 aprJ stelt Van der Wilk
daarover mondeling vragen m
de raadscommissie voor ruim
telijke ordening. Hij eist stop
zetting van opspuitingen ui af
wachting van verder onder
zoek (want verontreiniging
door ondermeer gechloreerde
koolwaterstoffen was nog niet
bekeken). Ook wil Van der
Wilk, dat een discussie met
Rotterdam wordt geopend.
Van Bolmers' opvolger ir.
Chns Zijdeveld mag de direc
teur van gemeentewerken, ir.
Harm de Block, vertellen dat
Schiedam aan het contract
vastzit en dat met Rotterdam
steeds overleg is over her
komst en kwaliteit van de
blubber. CDA-raadsbd Siem
Rosman stelt voor op de blub
ber een derde toplaag van
schoon materiaal te gebruiken,
zoals dat in Oud-Beijerland
wordt toegepast. Het college
laat de zaak op zijn beloop.
Half juli hebben radicalen
Noordegraaf en In 't Veld hun
blubbemota klaar. Van der
Wilk stuurt exemplaren naar
betrokken instanties (groepen
heidsorganen elkaar toch
met zullen belazeren als uitge
kookte zakenlui. Maar Rotter
dam verzweeg één en ander en
wilde van zijn slib af. Daarbij
kwam nog, dat Rijnmond wil
bouwen op elke opgespoten
plek die bouwrijp wordt. En
ondertussen vertikt die milieu-
fanaat van 1974 het om in te
grijpen" de laatste opmer
king is een kat aan Schiedams
wethouder voor stadsontwik
keling en milieuzaken Zijde
veld.
Van der Wilk voegt eraan toe,
dat het met aan de Schiedam
se PPR is om te zeggen hoe
het nou verder moet met de
blubber, die op het ogenblik in
de Rotterdamse havens ligt
Logisch lijkt het onschadelijk
maken van gif, maar dat moe
ten de andere overheden uit
zoeken. „Wij leggen de vinger
op de pols, omdat wij het fout
zien gaan," aldus het raadslid.
In 't Veld: „Het is toch te dol,
als er straks mensen in Schie-
dam-Noord wonen, dat je hen
moet verbieden om in hun
tuintjes sla en aardappeltjes te
kweken? Dat zelf verbouwen
van groenten en kruiden is
juist zo'n leuke tendens, dat is
weer een beetje m opkomst
Maar dat zal m Noord niet
kunnen, uit oogpunt van mi
lieuhygiëne en volksgezond
heid. Want in die gewassen
zullen grote hoeveelheden
zware metalen uit de blubber
zijn terug te vinden."
voor Midden-Delfland, de ge
meenteraden van Schiedam,
Vlaardingen en Rotterdam, en
Rijnmondraad en gedeputeer
de staten van Zuid-Holland, en
voorts diverse PPR-fracUes
zoals in de Eerste en Tweede
Kamer) en bovendien stelt hij
b en w. vragen. Of een schone
toplaag mogelijk is en elke
vorm van gevaar uitsluit, of de
opgespoten gebieden kunnen
worden gesloten en of wel
eventjes onderzoekingen wor
den afgewacht vóór aan
Woudhoek en Spaland een de
finitieve bestemming wordt
gegeven. Recreatie lijkt beter
dan woningbouw, en in het
laatste geval moet worden ver
meden dat gewassen worden
geteeld die voor consumptie
zijn bestemd, vindt Van der
WOk.
„Wanneer blijkt dat, ondanks
diverse maatregelen, een be
paalde mate van gevaar niet
valt te vermijden, dient het
gebied te worden afgegraven.
Alle kosten worden verhaald
op Rotterdam, die voor her
stel van alle schade mrgt"
dat laatste is een opzienbaren
de wens van de PPR, die wijst
op het niet nagekomen puntje
in het contract over Rotter
dams mededelingen over sa
menstelling van de blubber.
Dat desnoods afgraven is bet
meest verstrekkende alterna
tief.
Verontreiniging van het
milieu met zware metalen
wordt in de blubbemota
het misschien wel grootste
milieu probleem van deze
tijd genoemd. Zij wordt
allereerst veroorzaakt
door industriële lozingen,
verder door verkeer, afval
verbranding en afvalstor-
ting, en op kleinere schaal
door bestrijdingsmiddelen,
in de papierindustrie
(kwik) en in bijvoorbeeld
fotografie (zilver). Via die
bronnen worden zware
metalen zeer diffuus in het
milieu verspreid en de
concentraties ervan nemen
toe; immers, zware meta
len zijn niet biologisch af
breekbaar.
Door de spreiding komen
de stoffen ook terecht in
planten, dieren en mensen.
Opname blijkt opvallend
groot bij mensen met be
paalde beroepen (benzine
pompbedienden, politie,
tandartsen, mijnwerkers)
en voorts blijken de zware
metalen zich vooral op te
hopen in het zenuwstelsel,
organen, skelet en bloed
en dientengevolge treden
vaak ziekteverschijnselen
op. Een aantal voorbeel
den:
lood: epilepsie, verlam
mingen, verminderd ge
zichtsvermogen, hersenlet
sel, nierbeschadiging, ane
mie, IQ-schade, achterblij
vende mentale ontwikke
ling, spierverlammingen
storingen in motorisch ge
drag, hart- en vaatziekten,
chromosoomafwijkingen,
erfelijke afwijkingen, le
verbeschadiging en kan
ker.
9 kwik: beperking ge
zichtsveld, gehoorverlies,
bevingen, stijfheid, ge
stoorde spraak, degenera
tie van hersencellen en
psychische stoornissen.
ft cadmium: verzwakking
van boenderstelsel, ernsti
ge rugpijnen, beschadiging
van gewrichten en van nie
ren, hart- en vaatziekten,
rheuma, kanker1 en dood
(in het laatste geval kent
Japan honderden slachtof
fers van kwik- en cad-
mi umvergiftiging).
Waar echter veel minder
van bekend is, zo gaat de
nota verder, is het effect
too chronische vergifti-
ftag, bet langdurig bloot-
stoUes aan steeds maar
a De Broekpolder bevat een hoge concentratie van zware metalen
weer kleine doses. Daar
aan staat ieder mens dage
lijks bloot.
Dat blijkt uit metingen bij
overledenen. Concentraties
van zware metalen namen
vooral de laatste twintig
jaar enorm toe, met name
in hersenen, organen en
botten, en naderen vooral
in stedelijke gebieden on
aanvaardbare waarden
waarbij acute vergiftiging
niet ondenkbaar is, aldus
Noordegraaf en In 't Veld
in hun notitie.
Geen normen
Door het gebrek aan ken-
'nis van gevolgen van chro
nische vergiftiging zijn niet
of nauwelijks normen ge
steld voor concentraties
van zware metalen in wa
ter, lucht en voedsel, stelt
het duo. „En als die nor
men voor sommige meta
len al bestaan, blijken zij
niet erg krachtig en af
doende te zijn. De ervaring
leert immers dat, zodra op
een bepaald gebied serieus
onderzoek van de grond
komt, normen binnen en
kele jaren sterk dalen,
soms wel met een factor
honderd. Dat is dan tevens
de reden, dat op grond van
onderzoeksresultaten zeer
uiteenlopende conclusies
kunnen worden getrokken
over de ernst van een be
paalde situatie."
Een goed milieubeleid
moet de huidige verontrei
niging verminderen en te
gengaan. In dat licht is het
gebruiken van havenslib
voor opspuitingen absoluut
ongewenst. Het zal name
lijk de concentraties van
zware metalen doen toene
men, in de lucht (door ver
damping), in het water (via
het uitregenen naar grond
water) en in voedsel (via
planten en dieren).
In hun notitie stellen
Noordegraaf en In't Veld
ook andere vormen van
verontreiniging van haven
slib aan de kaak.