Ton Moots vertre Eigenzinnige domineeszoon ging er „even" voor zitten PvdA Haarscherp L_ Knödel en zelfmoord Juliana's dag-boeken VD/SC/V/vV 5 U L .7 „Ik hoop het eigenlijk nog wel iets langer uit te zingen". Het woord „afscheidsportret" be valt Kloots maar matig, het klinkt hem te definitief. Maar als hij de foto's, die tijdens het interview gemaakt zijn ziet, is zijn eerste reaktie toch: „Tsjee, wat een dikke kop! „Nee, dan die foto elders op deze pagina afgedrukt van de Sportclub Batavia. „Ongelooflijk, wat een bink was ik toen! Moet je toch eens kijken!" Hij zegt het met een mengeling van spijt en trots. Hij werd in 1913 in Langerak geboren. Voluit: Antonie Gerar- dus Kloots. Zoon van een Neder lands Hervormd predikant. Eind diploma HBS. Kweekschool voor d_e Zeevaart („Samen met Jan de Hartog elke dag de gang ge dweild. Was ook een dominees zoon"). Was 26 jaar officier bij de Koninklijke Marine Reserve. Stu deerde enkele jaren rechten. Is stellig van plan die studie, nu hij meer vrije tijd krijgt, af te maken. Van 1938 tot 1970 is hij nauw bij het politiewerk betrokken ge weest. Zegt daarover: „Een prach tig vak. Een sociaal voelend mens kan er zich zeker in thuisvoelen". Het was ook als politiefunctiona ris. dat hij, naar eigen zeggen als vanzelfsprekend het verzet binnen rolde. Verspreidde onder meer het illegale „Vrij Neder land". Was districtsvertegenwoor diger var. dat blad. Later lid van de staf van de LKP, tevens van Delta C en de hieruit voortgeko men staf van de Binnenlandse Strijdkrachten. Werd na de oorlog gedetacheerd bij het Bureau Na tionale Veiligheid in het Grand Hotel te Scheveningen. Schreef in die hoedanigheid de „Handleiding bij de opsporing van dc Duitsche spionage-, con traspionage- en sabotage-organi- saties". Werkte mee aan de opspo ring van ondermeer V.d. Waals, de man die onder anderen Wiardi Beckmann verraadde, en de op lossing van het Engeland-Spiel. Daarna naar Indonesië. Deed daar opsporingswerk inzake oor logsmisdrijven. Hielp mee aan het voorbereiden van de soevereini teitsoverdracht. Hierna opgeklommen naar de top van de gemeentepolitie op het Mi nisterie van Binnenlandse Zaken. Is een liefhebber van detectives. Bewondering voor W. F. Hermans („Die^ man is rccht-voor-z'n- raap"). Vindt de menselijke stem het mooiste instrument, heeft daarom veel oporaplaten. Vee! ge reisd. Wil beslist een keer terug naar Indonesië. Verder China, Amerika en Oost-Europa. Is verder lid van sociëteit „De Witte" (Gewoon borreltje en klet sen met vrienden"). Adviseur NDU. Nu nog wet houder, over een paar da gen niet meer: Tón Kloots. Van domi neeszoon over rood de poli tiek in. Straks actief als lid van de Rijn- mondraad. - r - V. Af door de branduitgang J „Mijn jeugd? Dat zijn herinneringen aan de dorp jes en stadjes aan grote rivieren. De Lek, De Grevelingen, De Nieuwe Waterweg. Ik heb een donders plezierige jeugd gehad. Varen, zwemmen, wadtochten, boten, boerderijen, paarden. En meel ijden in de Tilbury, als mijn vader ging spreken in één van de omliggende dorpen, 's Winters werd je er steenkoud in, ook ai zat je met een stoofje vol gloeiende kooltjes onder je voeten en een dekzeiltje over je knieën. Herinneringen aan het ou de T-Fordje van Hans Schoddebol. De vader van mijn vriendje. Die man heette zo, omdat hij zijn hoofd niet stil kon houden. Het T-Fordje ja, het enige in het dorp. Tsjonge, dat was wat. Het ding had nog handgas! Ik ben in Langerak geboren. Een dorpje aan de Lek. Het was de streek, waar die kom- hoe-heet-ie-nou zoveel over ge schreven heeft. Juist, Herman de Man. Die was textielkoop man en ging met zijn handel langs de boerderijen. Zulke handelaren heb ik zelf in de dorpen ook nog wel meege maakt, misschien is dc man ook wel eens bij ons aan de deur geweest. Zwanenburg heette hij eigenlijk. De Lek streek, waar hij over schrijft, dóór ben ik opgegroeid." Hij heeft duidelijk zitten wachten totdat het interview deze wending neemt. Daar vóór waren het korte, zelfver zekerde zinnen waarin hij sprak. Over politieke onder werpen. Scherp weliswaar en opvallenderwijze ontdaan van 'die 't-k an-vriezen-en-'t-k an dooien formuleringen, maar maakte desondanks niet de in druk méér te zeggen dan hij kwijt wilde. Nu is dat anders. Hier wil hij over praten. Doet zijn best de juiste woorden bij de juiste beelden te vinden. Het valt op, dat hij zijn autobiografie ver telt aan de hand van sfeerte keningen, geen enkele maal een uitwijding over zijn per soonlijke ambities. Die lijken nauwelijks een rol te hebben gespeeld, krijg jc de indruk. Maar wie hem kent weet be ter. „Ik heb herinneringen aan een raderboot vol koeien en var kens. Daar ging je dan soms met je moeder mee naar Rot terdam. Een enkele keer. Zo*n ding... ja, ik denk dat die daar toen ook moet hebben geva ren...,. die Kapitein Kok. Dat ding, waar ze nu tochtjes mee organiseren. Toen we op Flakkee woonden gingen we per stoomtram naar Rotterdam. Drieëneenhalf uur zat je daarin. Jazeker. Stukje in de ene tram, dan overvaren en daarna in de andere tram. Daar zat je dan als kleine jongen. Drieëneenhalf uur is lang hoor, Dat kon je nooit zolang ophouden, Dus bij hoge nood ging je met je moeder naar het balkon en dan mocht je vanaf de buitenste tree plank een plas doen van je moeder." Glimlachend bege leidt hij de anekdote met de mime van een plassend jonge tje. Gaat dan weer zitten. „Ik kom uit een domineesge zin. Pa was hervormd, CHU. Gelukkig geen scherpslijper. Hij heeft op het gymnasium en als student in Ajax gevoet bald. En later toen we in Maassluis woonden keken we veel naar het voetbal, achter ons huis, daar lag het VDL- terrein. Dus d.at viel wel mee, Nee, ik ga haast nooit meer naar de kerk. Wel belijdenis, ja, maar verder, nee. Toch heb ik veel overgehouden van thuis." En hij vertelt dat hij nog steeds koningsgezind is, óók als PvdA-er. Dat dat mis schien door de oorlog komt. Dat wat hij van thuis meege nomen heeft, voornamelijk sa mengevat kan worden onder de term „verdraagzaamheid en medegevoel". Domineeszoontje. Het bete kende natuurlijk, dat je de hele dag bekeken werd. Je stond onder een hoge sociale controle. Vooral In zo'n dorp. Je werd hier uitgenodigd, je werd daar uitgenodigd. De mensen vonden dat gewichtig, de zoen van de dominee op bezoek. Nee, al kun je als dominees zoontje niet makkelijk scheef gaan vanwege die sociale con trole, je ligt goed. Ja, dat voor al, zeker, de meisjes." Vanuit een CHU-nest naar de door Jan H. Bakker PvdA. Tijdens het gesprek blijkt dal Ton Kloots dat niet als een breuk heeft ervaren. In 1962 werd hij lid van de partij. Naar zijn zeggen vloeide de stap bijna logisch voort uit het sociaal „warme" milieu waar in hij opgroeide. „Thuis was de sfeer rasdemoeratisch." En: „Ik ben altijd al linksvoclend geweest. Maar voor de oorlog al tegen ultra links en ultra rechts. Ik heb ondervonden hoe vader, terwijl hij ziek was, in de oorlog gearresteerd werd en door Maassluis gejaagd. Hoe hij doodziek uit het kamp terugkeerde. En al had je dan als zovel en in het verzet, tij dens de oorlog geen hoge pet op van de politiek, toen ik in 1952 weer uit Indonesië terug kwam in Nederland ben ik er dan toch in terecht gekomen." De zestiger jaren. De tijd van provo, van het non-conformis tisch verzet tegen een al te gevestigde orde. De tijd van Nieuw Links ook, dc plotselin ge opkomende linkervleugel in de PvdA. Zoals ik Kloots op pervlakkig kende (dus alleen het uiterlijk en af en toe een paar uitspraken in de gemeen teraad) leek hij me bepaald geen loot van de Nieuw Links- stam. Geen baard, geen denim safaripak, geen „stukje" en- gangement. „Is niet wa~r. Ik kwam in de partij voordat de schifting be gon, dat wèl; maar toen Nieuw Links de kop op stak heb ik van meet af aan veel affiniteit voor die jongens gevoeld. Het ludieke, het non-conformisti sche, dat trok me aan. Het feit, dat zij zagen hoe de PvdA teveel in allerlei tradities was vastgegroeid en zeiden: „Sode flikkers, dat kan toch niet de bedoeling zijn geweest!" Ik zie het nog voor me. Hoe die An- dré van der Louw daar op dat podium stond te dansen, Hele maal uitzinnig. Alsof hij de Twee verzetsstrijders en twee in Holland gedropte agenten van de Engelse geheime diensten: van links naar rechts: Ton Kloots, Piet de Beer, Age Hartman en Nol van Duyn. voetbal poule had gewonnen. Ja, zó in z'n gewone plunje en met zijn zwarte snor, tussen al die netto bedaagde heren. Nieuw Links was in het partij bestuur gekozen." Kloots gelooft in een grote, sterke, sociaal-democratische partij. Zij moet een verzame ling zijn van linksvoelende, progressief denkende, non- conformistische mensen. Als grote partij heeft de PvdA een bolwerkfunetie tegen de ver rechts ing van de maatschap pij. Dat die tendens er is, be wijzen do ontwikkelingen in het buitenland. Maar hij geeft toe, groot kan ook log beteke nen. Vechtlust is bij velen niet aanwezig. Er is een strijdvaar diger socialisme nodig, vindt hij. Of hij het gevaar reëel acht, dat het doctorandussenlegioon de PvdA eens over 2al nemen en de arbeiders zal verdrin gen? „Dat zie ik niet gebeuren. A! komen er steeds meer docto randussen in de partij, je moet niet vergeten: het zijn door gaans wèl dc zonen en doch ters van arbeiders. Nee, die ook niet. Versluys (voorzitter PvdA, red.) heeft voordat hij die titel haalde keihard moe ten werken, met zijn handen. In de horeca. Dat heb ik zelf ook moeten doen. Heb me op de zeevaart te barsten ge werkt. Verven, bikken, wacht- lopen en al die rotkarweitjes, die je als matroos en leerling gewoon te doen hebt. Nee, de PvdA is nog steeds een arbei derspartij. En dat weten de mensen! Waar ik wel huiverig voor ben: dat 2ijn teveel wel zijnswerkers in je partijbestu ren. Dan beslaat het gevaar, dat je een elitair clubje wordt. Terwijl je de partij juist breed moet houden. „Dikwijls komen die beelden nog haarscherp terug. En nu je me vraagt, hoe zat dit en hoe zat dat?, lijkt het opeens weer gisteren." Kloots praat over de oorlog. Zijn werk als verzetsstrijder daarin. Zegt, dat hij vanuit zijn achtergrond en vrijheids zin als vanzelfsprekend bij het verzet betrokken raakte. „Van de oud-verzetsmensen, naar wie hier in Vlaardingen stra ten zijn vernoemd, heb ik er velen persoonlijk ontmoet en Eerste zeereis, maart 1932. Foto genomen op de Ganges bij Calcutta. Staande: de toen 13-jarige Ton Kloot. De man op het klapstoeltje is bootsman Bal. „Gelachen dat we met die vent hebben I" gekend." Zoals bijvoorbeeld Mekel, Van Hail, Post, Jan Thijssen, Vaistar, Esmeijer, Van Bijnen. Kloot zelf was zo vriendelijk ten behoeve van dit interview zijn oorlogservaringen in zeer gecondenseerde vorm op pa pier te zetten. De in deze tekst summier aangestipte voorval len als nachtelijke wapendrop pings, de hachelijke momen ten tijdens een vervoer per fiets van een veertig kilo we gende springstoflading, de transporten van Joden, Engel se agenten als „arrestanten", het in een roeibootje overste ken van bewaakte rivieren, bieden op zich al stof genoeg voor een lijvige paperback. De nömen Piet I, Oom Piet, Witte Piet, Zwarte Willem, zijn „ge- fundenes Fressen" voor een avonturenromaneier. Op deze pagina is helaas slechts plaats voor een paar van die merk waardige gebeurtenissen. „We woonden toen al in een dorpje bij Alpheiu Ik zat daar op de HBS. Had op de lagere school al als vriendjes de broertjes De Kijk; die zaten bij mij in de klas. Cobi van Amslel zat een klas lager. Het was een vriendinnetje van mijn zusje, ze kwam vaak bij ons thuis. Zelf kwam Ik na schooltijd veel bij Johan en Koos de Rijk. Hun vader had een houthandel, je kon er fan tastisch spelen. Hun moeder Sportclub Batavia. Geheel links: Ton Kloots. maakte van die aardappelge- vallen knödel, ja, ze was een Duitse." Wat volgt is een luguber ver haal. Kloots hoort jaren later, dat Koos de Rijk voor de oor log al naar Duitsland is afgo- reisd om daar het SS-uniform aan te trekken. Raakt be vriend met Rauter. in de oor log de commandant van dc Duitse politie in Nederland. Deze blijkt een Nederland;-:; SS-cr goed te kunnen gebrui ken. Hij haait De Rijk tijdens het begin van de oor! :g naar Nederland terug en benoemt hem tot commandant van do Duitse spionageschooi in Scheveningen. „Cobi doet in die tijd verzets werk. Wordt gepakt en voor het blok gezet: je gaat voor ons werken of...." Kopje klei ner, gesticuleert Kloots. „Ze kiest voor het eerste. Kon moeilijk anders, niet? Nie mand die het haar kwalijk zal nemen. Goed, in elk geval, ze wordt naar Scheveningen ge bracht. Naar de spionage schooi'. En wat er toen ge beurde. op dat moment, dat ze oog in oog stond met die ver rader, wat er in De Rijk moet zijn omgegaan, toen hij een oude schoolgenote voor zich had! Ik vraag me het nog di kwijls af." Cobi krijgt een opleiding en wordt achter de linies in Italië neergelaten. Ze geeft zich ech ter onmiddellijk aan bij de geallieerden en krijgt een screening van de later be roemd geworden spionage-au- teur Oreste Pinto. „Hoe de vork in de steel stak kwam ik pas te weten op dat moment, waarop ik haar plot seling voor me had. Cobi. In dc zomer van 1945 werd ze overgebracht naar net Bureau "Nationale Veiligheid. En daar zat Ik dus. Als hoofd van de afdeling contra-spionnage." Zijn glimlach is nauwelijks merkbaar, de expressie ligt in de manier waarop hij het „ik" uitspreekt Nog steeds vol ver bazing. Gods wegen zijn vreemde kronkelpaden. En soms komen die op dc meest onverwachte momenten bij el kaar. Zoals toen in 1945 toen de levensgeschiedenissen van drie oude klas- en speelgenoo tjes zich plotseling verstren gelden. Het spreekt vanzelf, dat Cobi in werkelijkheid geen Cobi van Am stel heette, de jongens Do Rijk geen De Rijk. „Met Koos liep het trouwens in do oorlog al slecht af: zelf moord. Werd door kameraad Rauter in de cel gezet, omdat hij van hot handje (homofiel, red.) was. Kreeg in de cel visi te van zijn SS*vriend. Die !;.net iets gezegd hebben van: je .begrijpt het zeker wel, hè? Afijn, Rauter vertrekt met achterlating van zijn pistool. Latvr is er nng getwijfeld aan ■iv gedwongen zelfmoord van Koos. Een hoop geheimzinnig heid en zo, maar het verhaal bleek toch juist te zijn." 16 mei 1915, het is koud tien dagen vrede. Prins Bernhard was in Nederland terugge keerd. Eén van de eerste din gen, die hij doet: het proberen le achterhalen van de per soonlijke bezittingen van hem en zijn vrouw, hare Koninklij ke Hoogheid Prinses Juliana (dagboeken, priVecorrespon- dentie, foto-albums, films, enz., enz.}. Komt tot zijn grote schrik tot dc ontdekking, dat die bezittingen niet meer daar zijn, waar hij ze achtergelaten liad: ergens begraven in de duinen hij het huiten Ruijgen- hoek. 16 mei 1915 is ook geda teerd de brief, die Kloots ont vangt met daarin de opdracht de zoekgeraakte spullen op te sporen, ondertekend majoor J. Gerritsen. Kloots ontvangt de opdracht samen met Age Hartman, één van zijn beste verzetskameraden. Kloots en Hartman krijgen beiden een zogeheten „move- ment-order" op zak. „This is to certify, that Kloots, Antonie G.... and Hartman, Age, mem bers of Dutch Police, have to fulfil an urgent and secret mission... on behalf of H.H.H. Prince Bernhard of the Ne therlands. Please render them any assistance and help." „Fantastisch, met die papieren konden we overal terecht Vooral de Duitsers, die nog over waren, bogen als een knipmes." De herinnering trekt zijn mondhoeken breed uiteen. „Het was „jawohl" voor en „jawohl" na. Nu wa ren ze opeens de beleefdheid zelve." De inhoud van de grote kist, waarin Bernhard en Juliana's eigendommen opgeslagen wa ren. is voor zover bekend, nooit helemaal terecht geko men. „Wat bleek? Toen de oorlog uitbrak hebben Bernhard en Juliana de boel hals-over-kop in de duinen begraven. Eén zo'n hofvent, die blijkbaar vond, dat het daar niet goed lag, heeft later de zaak toen verhuisd. Na alles in een grote kist van wel bijna een kubieke meter te hebben gedaan, on- wikkeld met asfaltpapier. De ze kist, die niet diep onder de grond lag. kwam ap een plek terecht, waar later dc Atlanti- kwal aangelegd werd. Toen ze met die aanleg begonnen wa ren, was er toevallig iemand die de kist vond. Hé, moet je eens kijken, wat ik nou heb gevonden! Een paar anderen erbij. Kist open en.„, ja hoor, de dagboeken van Juliana! Waarschijnlijk hebben die ke rels toen geredeneerd van, wij kunnen ze beter meenemen dan dat de moffen dat doen. In elk geval de inhoud is over het hele land verspreid toen. Het is een heidens karwei ge weest om althans het grootste gedeelte weer bij elkaar te krijgen." Bijna drieëneenhalf uur heeft Kloots zitten te vertellen. Als we weggaan heb ik het gevoel dat hij nu pas op gang begint te komen. Dat zijn herinnerin gen met de woordjes „oorlog" en „jeugd" onstuitbaar zijn losgemaakt. Maar om de deur van de wethouderskamer ver schijnt het hoofd van de bode. Hij gaat nu echt naar huis en wenst ons een prettig week einde. Omdat de overige deu ren al vergrendeld zijn moeten we via de branduitgang naar buiten. Daar bevangt ons het onwezenlijke gevoel alsof we zojuist de bioscoop hebben verlaten. Jammer, dat de film „Kloots" zo snel was afgelo pen!

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1978 | | pagina 5