ALJA, uniek op 't gebied van restauratie werken \Nieuwe technieken in eigen laboratorium ontwikkeld Monumenten worden onzichtbaar hersteld DONDERDAG 22 FEBRUARI 1979 VD/SC/WW4' IBrJelle Aan de Kloosterweg In Brlelle Is Alja gevestigd. I Voluit Is het Alja onderzoek en restauratietechnieken b.v., I en Afje I» een afkorting van Atelier Jahn, waarmes direct I de hoofd-medewerker van dfi bedrijfje, de heer H.H.O. Jahn, lis aangekondigd. Hij staat aan het hoofd van een uniek [bedrijfje, dat zich op revolutionaire wijze beweegt op het [gebied van onderzoek en restauratie aan monumentale gebouwen. Vijf man personeel heeft de uit Berlijn afkomstige heer Jahn in dienst Laborant J. Kuiper, metselaar W. Stolk, hout-restaurateur J. de Boer, beeldhouwer K. Wester en I uitvoerder W.Zan en. I De basis voor Alja werd zo'n zes jaar geleden door de heer Jahn gelegd. Tot die tijd be- 1 woog hij zich al in het wereldje I van restauratie-werkzaamhe- I den, niet als zelfstandige maar I in dienst var» een ingenieurs- I bureau. De eerste twee jaren I van Alja werden voornamelijk I gewijd aan onderzoek en I proefnemingen met allerlei I materialen om er, volgens de I heer Jahn: „zeker van te zijn I dat er niets fout zou gaan". I Het daaropvolgende jaar werd I het geleerde in de praktijk I gebracht en sinds drie jaren I draait Alja in de huidige vorm I en het mag gezegd worden I met veel succes. Opmerkelijk I Alja heeft namelijk een aantal produkten op de markt ge- I bracht die op z'n minst opmer- I kelïjk genoemd mogen wor- I den. Met behulp van die pro- I dukten, die in eigen laborato- I ria zijn ontwikkeld, is het mo- I gelijk restauratie-werkzaam he- I den zo uit te voeren dat zelfs I ingewijden moeite hebben om echt en onecht van elkaar te I kunnen onderscheiden. I Die produkten zijn het injectie- materiaal M-50. hetpleisterma- I teriaal M-60 en het natuur steen-reparatie-materiaal M-70. Alle drie deze produkten hebben inmiddels in de prak tijk al bewezen van veel nut I te zijn bij restauratie-werk- I zaamheden. Vandaar dat di- I recteur Jahn en zijn laborant, I J. Kuiper er enthousiast over I willen praten. Vooreerst dient I echter het een en ander over I deze produkten uiteengezet te I worden. Zoals gezegd is M-50 I een injectie-materiaal. Veel ou- I de gebouwen zoals bijvoor beeld kerken werden gebouwd met de zogenaamde „kistmu- I ren". Dat wil zeggen dat er tussen de binnenste en buiten- I ste muur een ruimte is die kan I variëren van 50 centimeter tot 1 één meter. Deze ruimte vulde men in vroegere tijden op met I puin en rommel. Na verloop I van tijd gaat deze rommel I echter inklinken met als gevolg I dat er holle ruimtes in de muur I ontstaan, en het gevolg daar- I van kan zijn dat er scheuren I in de muren ontstaan. M-50 I biedt daarvoor een oplossing. I Onder druk wordt het meter voor meter geïnjecteerd waar- I door het oude metselwerk weer wordt gestabiliseerd. In I tegenstelling tot de veelal ge- I bruikte kant-en-klare produk- I ten kan met M-50 elke struc- j tuur en eigenschap worden I nagebootst. Er is dus variatie mogelijk, en dat kar» van de I meeste kant-en-klare produk- I ten niet worden gezegd. M-50 I kan dus zó worden samenge steld dat 't eenzelfde gedrag ontwikkeld als het omliggende I metselwerk, bijvoorbeeld als er I temperatuursveranderingen I optreden. Kristalisatie Het produkt M-60 is totaal niet te vergelijken met M-50. M-60 is namelijk een pleister-mate riaal speciaal ontwikkeld voor „probleem-muren". In de mu ren van vele oude kerken be vindt zich zout, dat meestal via het grondwater in de muren trekt. Dat zout in die muren zou geen problemen opleveren als het daar rustig blijft zitten. Maar het zout gaat echter kristaliseren, en daarbij komen enorme krachten vrij die het pleisterwerk van de muren drukken. Die krachten kunnen wel oplopen tot twee- tot drie duizend kilogram per vierkante centimeter! En vooral rru in vele oude gebouwen verwar ming wordt aangelegd, dat versnelt namelijk het kristal isa- tie-proces. Het pleisterwerk komt in sommige gevallen dan ook met vierkante mBters tege lijk van de muur af. De mensen die deze oude gebouwen onderhouden zijn er in da loop van de tijd al aan gewend geraakt, om eens in de zoveel jaar de muren opnieuw te bepleisteren en te verven. Brengt mer» echter M-60 op de muren aan, dan is men uit de problemen. M-60 is name lijk een poreus materiaal dat de zouten de vrijheid laat om uit da muur te treden. Het kristaliseren vindt dus niet plaats achter het pleisterwerk met alle gevolgen vandien, maar op het pleisterwerk. Met een veegbeweging kan men het zout dan zo verwijderen, en de muur blijft daarbij intact. Overigens wordt niet in alle gevallen het pleisterwerk van de muur gedrukt. In sommige gevallen tasten de zouten het bindmiddel van het pleister werk aan waardoor de pleister verandert ir« een losse zanderi ge substantie, en loskomt van de muur. M-60 kan bovendien aangebracht worden in een laag variërend van 1 milimeter dikte tot veertig milimeter. In de Peperbus in Zwolle, een bekende oude kerk, heeft men de muren met dit produkt behandeld en het zo dun opge bracht dat de originele steen en het originele voegwerk nog zichtbaar zijn en dus voor het nageslacht bewaard blijven. Analyse Met M-70 worden reparaties aan natuursteen verricht, en wel zodanig dat het verschil nauwelijks zichtbaar is. Voor dat wordt overgegaan tot toe passing met M-70 wordt de originele steen eerst heel nauwkeurig geanalyseerd. Met de aldus verkregen gegevens is het mogelijk een duplicaat te vervaardigen die het origi neel wel heel erg dicht bena derd; de structuur, de kleur en de mechanische eigen schappen zijn nagenoeg iden tiek. In het museum voor oud heden in Leiden staat de zoge naamde Taffeh-tempel uit Egypte. Deze vele eeuwen ou de tempel moest wijken in verband met de aanleg van een stuwdam. Nederland kreeg de tempel toegewezen en steen voor steen werd het histori sche gebouw afgebroken. De tempel is echter opgebouwd uit levensgrote stenen, van ongeveer twee meter lengte en met een gewicht van een goeie duizend kilo. Een aantal van deze stenen was al bescha digd, en de situatie na het transport naar Nederland was er beslist niet beter op gewor den. Alja heeft toen ondermeer zes van die kolossen gedupfi- ceerd, en die zijn in de tempel verwerkt. In april is de tempel in het museum voor het pu bliek te bezichtigen en de heer Jahn heeft al een krat bier uitgeloofd voor diegene die zo op het eerste gezicht de valse stenen er uit weet te halen. Eerlijk Met die dupliceer-methodezijn onnoemelijk veel toepassings mogelijkheden te bedanken. Immers bij Alja heeft men de techniek in huis om van bij voorbeeld een wereldberoemd beeld ais de Venus van Milo een getrouwe kopie te maken, alhoewel laborant Kuiper dat min of meer ontkent: „Detech niek daarvoor hebben we wel 0 Laborant J. Kuiper met een aantal getrouwe kopiën van historische beeldjes en ornamenten. in huis. maar je kan toch niet evenaren wat iemand met zijn handen heeft gemaakt Daar zit namelijk iets in van die man wat je op geen enkele wijze kan namaken". Het patina, dat is de verweringslaag die men aantreft op beefden, kan men ook bij Alja niet precies nama ken, hooguit benaderen met behulp van verf. Die verwering slaag, en ookbegroeing, islets wat door de natuur in de loop der jaren is gevormd en dat ïs kunstmatig niet te imiteren. Kunstmatig is overigens een woord waar de mensen van Alja met een beetje afgrijzen naar luisteren. Want alle pro- 0 H.H.O. Jahn en J. Kuiper bij een apparaat dat een grote rol speelt bij het analyseren van verschillende steensoorten. dukten waar men mee werkt hebben niets met kunststoffen te maken. M-50, M-60, M-70 en de in ontwikkeling zijnde produkten M-80 en M-90 (voor reparatie-werk aan beton-con- structies; M-80 voor kleine scheuren in beton en M-90 voor grotere oppervlakten die nodig opgeknapt moeten wor den) zijn allen gebaseerd op eerlijke cement-basis. Patent is er niet op aangevraagd en dat acht men ook niet nodig omdat men deze produkten niet zo maar kan nabootsen. Dat is beslist geen eenvouwig kar wei. Hat voordeel van die ce- ment-produkter» ten opzichte van de produkten die normali- Door Ton v.d. Vliet Foto's Jacques Zorgman ter voor dit werk worden ge bruikt en die veelal gebaseerd zijn op hars- en kunststoffen is groot, zo oordeelt men bij Alja. Cement is immers niet giftig of kankerverwekkend, en dat zijn aspecten waar van daag de dag zwaar aan wordt getild. Sleutelpositie Het wordt echter tijd om direc teur Jahn aan het woord te laten. Bijvoorbeeld over het hoe en waarom van dit unieke bedrijfje. De heer Jahn: „Het betreft een gebied, een geheel nieuw gebied, waarop nog niet zo veel werd gedaan. Het res tauratie-werk heeft altijd ai mijn aandacht genoten, en ze ker nu omdat door de hang naar het verleden het restaure ren toch wel in de lift is gekomen. Misschien komt het wel omdat ik in Berlijn ben geboren en opgegroeid, en daar in de oorlog tachtig pro cent van de stad is gebombar deerd. Ook hier in Nederland is veei vernield, en dan be kruipt mij automatisch het ge voel dat at die oude panden zo zorgvuldig mogelijk behou den moeten worden. Ik bevindt me trouwens op een soort van sleutelpositie, waarop ik eigen lijk voor niemand een concur rent ben. D'r is een lange tijd van onderzoekingen aan voor af gegaan, maar dat was nood- zakel ijk om er zeker van te zijn dat het goed is wat we doen. We profiteren bovendien van de lange tijd die er verstrijkt voordat de overheid een subsi die voor een restauratie-werk verstrekt. Wij maken dan ook gebruik van een geheel nieuwe verkoop-methode. Eerst ver richten we geheel kosteloos een analyse, waarna we even eens kosteloos een stukje van bijvoorbeeld een muur behan delen. Als dan geruime tijd later de overheid beslist het projekt te subsidiëren, dan heeft de opdrachtgeverzich al lange tijd op de hoogte kunnen stellen van de kwaliteit van ons produkt, In het begin hebben we van Friesland tot Zeeland een tiental proeven kosteloos begeleid. Elk jaar weer op nieuw moesten we ons op de hoogte stellen van de vorderin gen, wat voor ons wel de benodigde informatie oplever de. Want juist in het onderzoe ken, daarin schuilt het geheim. Ook in de toekomst blijven we doorgaan met onderzoekin gen. ik vind namelijk unieke dingen leuk, die betekenen elke keer weer een uitdaging voor mij. Je moet niet elke dag dezelfde handelingen verrich- ten. Dat geldt ook voor het personeel, want als je dat wei doet, dan sterf je geestelijk af. We hebben nu weer een op dracht aanvaard om zes loden beelden van het fraaie gebouw van het provinciaal bestuur Noord-Holland in Haarlem te -• restaureren. En ook hebben we octrooi aangevraagd op een apparaat dat hier ontwik- •- keld is en waarmee muren onderzocht kunnen worden op inwendige ruimtes en scheu ren. Met behulp van een zen- der worden aan één zijde van de muur radiogolven uitgezon den die aan de andere kant door een ontvanger worden opgevangen en vertaald war- den in een soort van grafiek die aangeeft waar ruimte is. Muren meteen dikte van vie re- neenhalve meter kunnen met J dit apparaat nog worden on- derzocht, en deze methode werkt veel beter dan de oude. methode van gaten boren waarbij men het moet hebben van toevaltreffers. De bekende. vuurtoren De Brandaris op het eiland Terschelling hebben we op deze wijze succesvol „door- gelicht". Er wordt immers- geen schade aan het bouw— werk toegebracht". Groot Tot zover de heer Jahn, de H enthousiaste man achter een jong bedrijf. Ondanks het korte bestaan van Alja heeft het bedrijf al aan een aantal inte- 1; ressante projecten gewerkt. Aan de Dom in Utrecht bijvoor beeld, aan het paleis Noord einde in Den Haag, en aan een groot aantal kerken en andere - -j objecten in den lande. Over de grenzen is men echter ook al aan het werk, terwijl er voor - de toekomst nog een hoop werk op stapel staat. In Berlijn het Kunstgewerbli- sche Museum en het Dr„ Linde koelhuis, in Egypte de wand- reliëfs voor het graf van gene raal Horemheb Sakkara (ca. -r 1340 voor Chr.) en in Londen hoopt men nog dit jaar aan de slag te kunnen aan de p legendarische Tower. En zo blijkt maar waarin een klein bedrijfje groot kan zijn. ""i 9 Beeldhouwer Knut Weser restaureert een loden beeld.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1979 | | pagina 4