Invoering van zonlampen
is politiek vraagstuk
°P
VRIJDAG 2? APRIL 1979sovwn,
(umiiiiiunniiiiiiiiiHiiKiiuiimniiitniiimiiriiiiiniiiiitmiiiiiiKmiitiiiiniiiiiiiifKiiiiQiHiiiiuiiiitiiiiiiiijiiiiiiiiiifKHiiiininiiiiiitmntniiiiuiiiiniiiiiiiniiirniixtniiiimiKiiiiiiiniiKiiiiiixniiiiiriHiiimniiimiiiitiiiiiKiininiifiitiniiiiiiiniiniinuiminraiiimiJH
Energie
besparing
straat
verlichting
Natrium lampen op de grote weg. Het gele licht maakt deze lampen in wooncentra onbruikbaar.
1 -L- - -«MJ-J-
door
Oscar
van
der Kroon
De intraduk-
tie van de
lantaarn, op
gehangen
aan een
voorgevel.
De aarde
brandt op
als een
kaars. We
moeten zui
niger om
springen
met onze
energiebron
nen.
heeft op dit gebied ook zeker toes
komstmogelijkheden.
Hoe groot is nu de energiewinst
bij het toepassen van zonlampen?
Voor stadsverlichting worden
meestal HPL-lampen gebruikt, che
250 Watt per uur nodig hebben.
Een zonlamp heeft 100 Watt min
der nodig en dat betekent een be
sparing van maar liefst veertig
procent!
De omschakeling van HPL-
naar zonlampen brengen ver
der wel hoge kosten met zich
mee. Niet alleen moeten voor
een dergelijk omvangrijke
klus veel arbeidsuren worden
geïnvesteerd. De zonlamp is
ook duur in aanschaf en
heeft behalve een voorscha
kel- ook een ontsteekapparaat
nodig. Na anderhalf jaar
moet de lamp worden ver
nieuwd.
Door deze hoge onkosten is
de invoering van zonlampen
een politieke affaire gewor
den. Gemeenteraden, gedepu
teerde staten en het parle
ment staan dus voor de keus:
öf de huidige openbare straat
verlichting handhaven 5f zon
lampen invoeren. Het is een
keuze tussen besparing van
energie of besparing van geld.
Delft Langzaam maar
zeker groeit ook in Neder
land het besef dat we zui
niger moeten omspringen
met energie. De televisie
filmpjes over warmte-isola-
tie van woningen en zuinig
autorijden en de affiches
waarop de aarde als een
opbrandende kaars wordt
afgebeeld nemen in aantal
toe en moeten bijdragen
tot een meer verantwoord
gebruik van onze energie
bronnen. In uitgebreide
kranteartikelen en radio-
en televisiereportages
wordt melding gemaakt
van de zorgwekkende situ
atie van de energievoorzie
ning en de grillen van de
oliesjeiks, van wie de wes
terse wereld zo afhankelijk
is geworden.
besparing van energie
Ie overheid een belang-
ol. De regering kan
lerlei algehele maatre-
autoloze zondagen, be
perking benzinedistributie) het
verbruik van energiebronnen
terugdringen en beschikt bo
vendien over de middelen om
ook „in eigen gelederen" te
bezuinigen. Minister Wiegel
van binnenlandse zaken nam
in dit verband onlangs een
symbolische beslissing door
de torenverlichting van „zijn"
ministerie (voorlopig) te do
ven.
Daarmee heeft de minister
bewust aangegeven in welke
sector fors kan worden bezui
nigd: verlichting. De energie
bedrijven in Nederland plegen
jaarlijks een gigantische aan
slag op onze energievoorraad.
Behalve het particuliere ver
bruik slokt vooral de openba
re straatverlichting vele kilo
watturen op. Kan daar niet
fors op worden bezuinigd?
Het bedrijfsleven heeft op die
vraag nu reeds een antwoord
gegeven door een lamp te
ontwikkelen, die relatief wei
nig stroom kan omzetten in
veel licht. Om echter een dui
delijk beeld te vormen van de
ontwikkeling van lampen en
het daaraan verbonden ener
gieverbruik en de kosten
(aanschaf en onderhoud) is
het nuttig even in de geschie
denis te duiken.
Historie
Straatverlichting werd geïntrodu
ceerd in 1558 in Parijs (Amster
dam volgde in 1669) waar op be
perkte schaal lantaarns werden
opgehangen. De kosten hiervan
waren echter hoog terwijl het
rendement aan licht niet zo groot
was. Vandaar dat werd overge
stapt op petroleum en later op
steenkoolgas. In 1825 ging Am
sterdam over tot de oprichting
van de Pijpgascompagnie, die een
fabriek bouwde voor de vergas
sing van raapolie ten behoeve
van o.a. straatverlichting.
Electrische verlichting kwam voor
het eerst tot stand in 1877 in Pa
rijs waarna Berlijn als eerste gro
te stad volledig omschakelde. Na
1910 stapte men over van boog
licht naar gloeilampen. Meer re
cent zijn daar de gele natrium-,
witte neon- en witte kwikdam
plampen bijgekomen.
De gloeilampen zijn ook nu nog
het meest bekend omdat deze
verlichting een aangename kleur
garandeert. Niet alleen in wonin
gen maar ook in de knusse bin-
-nenstad van een oude gemeente,
is dat sfeerbepalend. Delft vormt
daarvan het overtuigende bewijs.
Het nadeel van gloeilampen is
echter dat de lichtopbrengst (15
lumen per Watt) niet hoog is en
het onderhoud hoge kosten met
zich meebrengt.
Energiebedrijf Delfland vervangt
de gloeilampen in de Delftse bin
nenstad vier keer per jaar! Hoe
wel de lamp zelf en de armatuur
betrekkelijk weinig geld kosten
vormt dit toch geen compensatie
voor de hoge onderhoudskosten
en het feit dat de lichtopbrengst
laag is. Gloeilampen zijn daarom
eendure vorm van verlichting.
Mèer interessant voor wat betreft
dc lichtopbrengst is de TL-ver-
lichting, die garant staat voor 50
lumen per Watt. Grote nadelen
zijn de ongezellige lichtkleur en,
de hoge kosten van het voorscha
kelapparaat Ook deze lampen
zijn tamelijk duur maar ze gaan
wel langer mee dan gloeilampen:
vernieuwing gemiddeld na ander
half jaar.
Kleurcorrectie
De blauw-witte HPL-lampen (ook
wel superhogedruk- of kwikdruk-
lampen genoemd) komen voorna
melijk voor op de grote weg. De
lichtopbrengst is vrij hoog (55 lu-
men per Watt) en de kleur wordt
als redelijk goed ervaren. Dat
komt doordat men er in is ge
slaagd binnen de lamp een kleur
correctie aan te brengen. Voor
deze vorm van verlichting is ook
een voorschakelapparaat nodig
terwijl de lamp éénmaal in een
periode van anderhalf jaar moet
worden vernieuwd.
Natriumlampen treffen we over
het algemeen aan op rijks- en
provinciale wegen. De lichtop
brengst is geweldig hoog (130 lu
men per Watt) maar de gele kleur
is zo onaangenaam, dat gebruik
in steden niet wordt gewenst Bo
vendien komen niet alle kleuren
bij deze verlichting tot hun recht
wat bij het gebruik van verkeers
borden aanleiding tot verwarring
kan geven (verkeersborden op de
grote weg krijgen altijd een ande
re soort verlichting).
Vanwege de hoge lichtopbrengst
heeft de wetenschap jarenlang
uitgebreid onderzocht of het niet
mogelijk was om de natriumlam
pen eenzelfde kleurcorrectie mee
te geven als bij de HPL-lampen.
Daarin is men uiteindelijk ge
slaagd. Het resultaat is de zon
lamp. Elektriciteitsbedrijven zijn
over deze nieuwe vinding zo en
thousiast dat in een aantal ge
meenten reeds wordt omgescha
keld naar zonlampenstxaatverLich
ting,
Adjunct-directeur ir. W. Planten
de Vassy van elektriciteitsbedrijf
Delfland: „Een stad moet niet al
leen worden verlicht maar men
moet er ook in „leven". Vandaar
dat het belangrijk is dat de ver
lichting bijdraagt aan een aange
name sfeer. Door de kleurcorrec
tie van de natriumlampen hebben
we nu een lamp ter beschikking
die ook in de stad gebruikt kan
worden. En deze lamp past bo
vendien uitstekend in het kader
.ivan de energiebesparing want de
lichtopbrengst is zo hoog dat we
per uur minder kilowatt nodig
hebben".
Onder normale omstandigheden
wordt een lamp voor straatver
lichting voorzien van 250 Watt
per uur. Vanwege de hoge lich
topbrengst van zonlampen is deze
hoeveelheid terug te brengen naar
150 Watt. Dit heeft dan eenzelfde
lichtopbrengst tot gevolg. Zelfs is
de hoeveelheid terug te brengen
naar 50 Watt maar de lamp geeft
dan nog altijd teveel licht om de
zonlamp te kunnen gebruiken in
een woning. Maar de zonlamp