„Alles heeft
met missie,
zending en
ontwikkelings
samenwerking te maken"
I Waarom een missionair veldwerker?
Arnold van Kalken:
'OENSDAG 6 JUNI 1979 SC/VDWW5
i
^MiiiEiiiiiiiiHitHiniriiiiiiiiiiiiiUiiiiKiiitiiiiiiiiiiHiiniiiiiiiiiiiiiiifnrHiiiiiiiifiiiifTiniiiiiiniiitnMiiiiiiifiniiiuiiiiiiiüiifiiitiJiiiiiiEiiiiiiiMijiiiiiuEiriiiimjiinnniinjmiiiiiriniiiiniitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMrifiiriiifitiiiiüfiEnjiiiiiriiiiiiiiirirMiiiiiiirrFiriii^
Meidoornstraat 1 in Vlaardingen, in de pas
torie, daar is mijn kantoor", had hij door de
telefoon gezegd. „Onderste bel, met een
bordje „mondiale werkplaats". Twee uur. Na
een maand was het gelukt om een afspraak
met hem te maken. Vijf voor twee waren
wij aanwezig, onderste bel, geen bordje
„mondiale werkplaats". Toeh maar gebeld.
Hij, Arnold van Kalken, deed zelf de deur
open.
„Ik wilde net een briefje
onder de bel plakken". Hij
verfrommelt het briefje en
gaat voor. Verontschuldigt
zich voor zijn tijdelijk on
derkomen en laat zijn kan
toor/kamer, waar hij nog
aan bezig is, zien. Volop
verfbussen, rollen behang
en andere doe-het-zelf attri
buten. Het is duidelijk dat
hij zich nog aan het instal
leren is. IVe nemen plaats
in het tijdelijk onderkomen
op dezelfde etage.
Aangezien Arnold van Kal
ken pas vanaf begin mei
bezig is met dit werk in
deze regio, is het natuurlijk
onmogelijk om al een afge
rond beeld te voorschijn te
toveren over zijn plannen,
mogelijkheden en verwach
tingen. Hij is zich nog vol
op aan het oriënteren in de
buurt. Hij heeft een tijdje
in Rotterdam gewoond,
maar kent de regio eigen
lijk niet. Op het ogenblik
is hij aan het inventarise
ren welke groepen zich be
zighouden met de zaken
waarvoor hij aangesteld is;
vrede en veiligheid, ontwik
kelingssamenwerking, mis
sie en zending. Daarnaast
verdiept hij zich in de soci
aal-economische situatie
van het Waterweggebied-
Wat voor bedrijven zijn er
hier, welk percentage van
de beroepsbevolking is
werkeloos en hoe zitten de
drie steden die binnen zijn
werkgebied vallen, Maas
sluis, Vlaardingen en
Schiedam, in elkaar?
Hij woont in Breda, is ge
trouwd, heeft twee kinde
ren, een jongen en een
meisje. „Ik woon in de Ba-
ronielaan, vijf minuten lo
pen van het Mastbos af'.
Een simpele zin uit zijn
mond, maar voor veel
mensen uit deze regio een
aanduiding van het para
dijs op aarde. Elke werk
dag gaat hij met de trein
van Breda naar Schiedam.
Daar staat zijn auto, een
Dyane op jaren, waarmee
hij dan naar Vlaardingen
rijdt „Op den duur wil ik
hier zoveel mogelijk met
de fiets gaan rijden, maar
nu moet ik nog veel te
veel, dan weer hier en dan
weer daar zijn. Dat kost
gewoon te veel tijd".
„Je kunt natuurlijk wel
theoretisch gaan zitten
praten over het werk dat
je doel, maar eigen!ijk
moet je het gewoon op je
zelf betrekken. Ik was bij
voorbeeld laatst bij een
vriend die werkzaam is in
de Wereldwinkel-organisa
tie. Hij rijdt in een Alfa
Romeo en eerlijk gezegd
heb ik het daar wel moei
lijk mee. Dat komt natuur
lijk door mijn calvinisti
sche achtergrond. En ik
weet wel, het gaat om het
werk dat uit je handen
komt en in wat voor auto
je rijdt, heeft er niets mee
te maken, maar
toch.
Studie
Hij studeerde aan de Vrije
Universiteit in Amsterdam
en mag zich nu niet-
westers socioloog noemen.
„Vroeger wilde ik zende
ling worden. Ik had een
vreemde drang in me om
de derde wereld in te
gaan". Zover is het nooit
gekomen. In 1975, vlak
voor zijn afstuderen zou
hij uitgezonden worden
naar Pakistan. Vanuit de
kerken zouden een aantal
mensen naar het zuiden
van Pakistan gaan om
daar een bevolkingsgroep,
die waarschijnlijk om soci
aal-economische redenen
christen was geworden, te
onderzoeken. Hij was als
antropoloog aan die groep
toegevoegd. Om onbekende
redenen kreeg hij geen vi
sum en de reis ging niet
door.
„Op het eind van mijn
studie heb ik een jaar bij
de Nederlandse Zending
sraad gewerkt Dat is een
overkoepelend orgaan van
de kerken, zonder enige
macht Ik was daar plaats
vervangend secretaris on
derwijs en jeugdzaken.
Maar aangezien de secreta
ris overwerkt was, kwam
praktisch al het werk op
mij neer. Ik heb dat jaar
vrij fanatiek gewerkt".
Na het afronden van zijn
studie werkte hij bij de
NUFFIC (Netherlands Uni
versities for International
Cooperation), een stichting
van de gezamenlijke Ne
derlandse universiteiten die
9 Het omto
veren van
een kamer in
een pastorie
tot een
„mondiale
werkplaats"
is iets dat
Arnold van
Kalken van
wege het be
perkte bud
get zelf uit
voert.
veldwerkers in dienst te
nemen. Veertien zijn er nu
werkzaam en er zijn twee
vacatures, waarvan ik er
één ga opvullen".
Arnold van Kalken wordt
op het ogenblik betaald
door de drie kerken, omdat
de IKVOS geen financiële
middelen heeft om hem te
betalen. Maar het is de be
doeling om als die midde
len er wél zijn, officieel als
IKVOS-werker te gaan
functioneren. Tot die tijd
blijft hij feitelijk in dienst
van de Stuurgroep die hem
aangetrokken heeft en
wordt hij begeleid door het
IKVOS.
„Voorlopig ben ik nog wel
even bezig met het inventa
riseren van de groepen, in
stellingen en personen die
bezig zijn met de derde
wereld, binnen én buiten
de kerken. En dat kan va
riëren van vrouwengroepen
die een lezing willen hou
den over een land in de
derde wereld tot groepen
die hier in de regio met
bijvoorbeeld buitenlandse
werknemers bezig zijn, dus
feitelijk bezig zijn met de
derde wereld in hun eigen
omgeving. Na deze eerste
inventarisatie ga ik een
rangorde bepalen. Het is
dan de bedoeling om in de
loop van augustus met de
Stuurgroep prioriteiten te
gaan stellen. Daarna ga ik
pas echt werken".
„In eerste instantie ga ik
voornamelijk dingen doen
die mij in de schoot wor
den geworpen, met andere
woorden: ik ga me aanslui
ten bij wat er onder de
mensen hier leeft.
Ik wil me nadrukkelijk
niet als deskundige gaan
opstellen. Ik wordt lid van
een bepaalde groep en zal
als lid van die groep mijn
inbreng hebben. Men moet
niet denken: goed, Arnold,
jij bent niet-westers-socio-
loog, wij gaan met de ar
men over elkaar zitten en
vertel het ons nu maar
eens. Ik ga ervan uit dat
zij er net zoveel van we
ten, of zelfs meer, dan ik".
„Wat dat aangaat heb ik
erg veel geleerd van de
Braziliaan Paulo Freire,
een pedagoog. Hij heeft
een methode ontwikkeld
om volwassenen te leren
schrijven en lezen. Niet
met „aap-noot-Mies" toe
standen, maar uitgaande
van allerlei begrippen en
woorden uit het dagelijks
leven. Spelenderwijs en, je
zou bijna zeggen, levender
wijs gaat hij met dat soort
dingen aan de slag. Aan
deze methode zit een maat
schappijvisie vast, die mij
enorm aanspreekt: je moet
uitgaan van de gelijkwaar
digheid van alle mensen.
Alle inbreng, van wie die
ook afkomstig is. moetg
even belangrijk zijn en is
dus even veel waard. Ver
plaats dat nou eens even
naar de situatie hier.
De mensen die hier, nu
nog. in de scheepsbouw
werkzaam zijn, kunnen een
even waardevolle inbreng
hebben bij het praten over
de derde wereldproblema
tiek, dan ik met mijn op
leiding en ervaring in dat
gebiedje".
„Laten we eerlijk zijn, alles
heeft met zending/missie en
ontwikkelingswerk te ma
ken. De problemen op de
Theo Thijssenschool in
Vlaardingen, Gusto en de
problemen in de scheep
vaart in het algemeen, het
kan immers allemaal veel
goedkoper in de derde we
reld".
„Kijk, iedereen heeft zo
zijn ideeën over de werke
lijkheid. Laat de mensen
zich daar maar eens over
uitspreken en laat ze maar
luisteren naar wat anderen
daarover te zeggen hebben.
Vaak kun je er dan niet
omheen, dat je je oordeel
over veel zaken zult moe
ten herzien. Bestudeer
eerst rustig de feiten en ga
dan tot bepaalde acties
over".
.Het heeft verregaande
consequenties als je je
Christen noemt Je kan je
niet permitteren te leven
als God in Frankrijk, ter
wijl andere mensen ver
hongeren. Daar gaan men
sen dood van de honger,
hier gaan mensen dood
van alle ellende die samen
hangt met het zonder werk
zitten. Het wordt tijd dat
je je dan gaat afvragen:
waar zijn we nou eigenlijk
mee bezig in deze wereld.
Voor Christenen ligt er een
belangrijke taak in het for
muleren van de antwoor
den op dat soort vragen".
Ook het begeleiden van de
oorlog/vrede-vraagstukken
behoort tot rijn taak. Bin
nen de verschillende ker
ken is ook op dit terrein
een hevige ontwikkeling
gaande, die neerkomt op
bewustwording van de
werkelijke betekenis van
allerlei aspecten die met
oorlog en vrede samenhan
gen, De komende Vredes-
week wordt zijn eerste gro
te klus op dit gebied in
deze regio.
„Voor mijn gevoel ligt de
toekomst in de kleinscha
ligheid. De toekomst van
de kerken ligt in de klein
schalige basisgemeenten;
een kleine groep van men
sen die rich verantwoorde
lijk voelen voor je naaste
is praktisch onuitvoerbaar
in de grote kerkgemeen
schappen".
„Als ik door Vlaardingen,
Schiedam en Maassluis
rijd, met al die hoogbouw,
dan benauwd me dat. Je
bent er verantwoordelijk
voor: voor al die mensen.
Ik ben ervan overtuigd dat
de toekomst rit in kleine
cellen, waar de mensen
meer voor elkaar beteke
nen dan alleen maar een
prettige, vluchtige aanra
king.
Cellen, waar je mensen
niet alleen maar benadert
omdat ze je wat te vertel
len hebben over politiek,
of over geloof, maar waar
ook persoonlijke zaken aan
de orde kunnen komen.
Voor mij is het bijvoor
beeld heel erg belangrijk
dat ik kan praten over
mijn geloof, het religieuze
gesprek; geloof is een heel
belangrijk onderdeel van
mijn persoon".
Arnold Kalken is voor be
langstellenden te bereiken
in de pastorie van de H.
Geestkerk op de Meidoorn
straat l in Vlaardingen, on
derste bel. Zijn telefoon
nummer is: 715568. Vaste
werktijden rijn er natuur
lijk bijna niet te geven.
„Wat dat betreft", zegt hij
zelf, „ben ik typisch een
nieuwe vrijgestelde".
In de loop van de
maand april van dit
jaar ontvingen onge
veer 150 personen,
groepen en instellingen
in de regio Waterweg-
Noord een brief over
de aanstelling van een
„missionair veldwer
ker" in deze regio. De
ontvangers van deze
brief waren voorname
lijk personen, groepen
en instellingen met be
langstelling voor de
vragen van vrede en
veiligheid, ontwikke
lingssamenwerking,
missie en zending. De
schrijvers van de brief
behoorden toï een
groep die zich sterk
betrokken voelt bij de
bovenstaande proble-
matieken en die afkom
stig was uit de her
vormde, gereformeerde
en katholieke kring van
Maassluis, Schiedam
en Vlaardingen.
Daze groep meende al
een aantal jaren in
deze regio te signale
ren dat allerlei groepen
die actief zijn op het
gebied van vredeswerk
enfof ontwikkelingssa
menwerking en/of mis
sie en zending, gebaat
zouden zijn bij vormen
van gerichte begelei
ding. Daarnaast merk
ten zij dat er in deze
regio allerlei actieve
groepen en instellingen
bestaan, maar vaak
zonder veel samenwer
king, uitwisseling en
onderlinge steun, met
alle energieverlies,
langs-elkaar-heen-wer-
keri en verminderde
slagvaardigheid van
dien. Daaruit conclu
deerden zij dat er be
hoefte bestond aan
meer coördinatie en
Arnold van Kalken
communicatie. Tot slot
bleek er bij allerlei ker
kelijke gemeenten en
parochies in de regio
een behoefte te be
staan aan motivatie, in
formatie en begeleiding
ten aanzien van de ge
noemde problematie-
ken.
Vanwege al deze con
stateringen leefde er in
die kringen al geruime
tijd het ideaal om een
vrijgestelde deskundige
te vinden die in de re
gio zou kunnen gaan
functioneren als bege
leider inzake vragen
van vrede, ontwikke
lingssamenwerking, mis
sie/zending, met andere
woorden de mondiafe
problematieken. Er
werd daarbij gedacht
aan een zogenaamde
IKVOS-werker (Interker
kelijke Vormingswerk
Ontwikkelingssamen
werking). die in een
aantal regio's in ons
land wertaaam zijn.
Men was van mening
dat een dergelijk veld
werker een "belangrijke
impuls voor deze regio
zou kunnen zijn.
Met ingang van 1 mei,
na een langdurige fase
van fondswerving en
sollicitatiegesprekken, is
men erin geslaagd een
dergelijke „duizend
poot" aan te stellen:
0 Arnold van Kalken: „missionair veid-
werker" voor Schiedam. Vlaardingen en
'v-§ Maassluis: „V/erken aan de bewustwor-
'%'ÉlP-'ft ding van de mensen in deze regio".
|j^j| «ra 9 „Ik ben typisch een nieuwe vrijges-
„Je komt er op een gege
ven ogenblik achter dat de
kern van de problemen in
de ontwikkelingslanden
hier, in de westerse wereld
ligt. Wij houden hen arm!
Dat is begonnen ten tijde
van het kolonialisme, toen
wij die landen leeg sleep
ten. En dat gebeurt nog
steeds, alleen veel subtieler.
Wij nemen de beslissingen
en ze moeten daar maar
zien wat ze ermee doen.
Het bewustzijn dat de ba
sis van de problemen hier
ligt, dringt steeds meer
door, ook in de houding
van de kerken. Neem nou
die dominee Luykito Han-
dojo, dat is een Indonesi
sche zendingspredikant in
Maassluis. Realiseer Je dat
eens: een Indonesische pre
dikant die hier zending
komt doen. Het is duide
lijk dat er niet daar, maar
hier iets opgeknapt moet
worden. En naarmate dat
bewustzijn terrein wint,
zie Je allerlei organisaties
initiatieven in die richting
ontplooien. De NOVIB
nam veldwerkers in
dienst; mensen die groepen
helpen om zich bewust te
worden van de problemen
op die gebieden van ont
wikkelingshulp en de der
de wereld. De Wereldwin
kels vervullen feitelijk een
dergelijke taak. De IKVOS
begint ongeveer vanaf 1972
den zetten. Over deze hele
problematiek hebben we
toen een nota geschreven,
waarin we op hele kleine
schaal beginnetjes wilden
maken met hulpverlening
sprojecten. Het uitgangs
punt was eigenlijk; door
gaan met de hulpverle
ning, tenzij blijkt dat het
niet ten goede komt aan
de allerarmsten. Nu zit ik
veel meer op een punt
van: stoppen met die hulp
verlening, tenzij je zeker
weet dat het ten goede
komt aan de allerarm
sten".
Drie jaar lang leidde hij
een ambtenaren-bestaan.
Door Jan Geert Majoor
Zijn contact met de hulp
verleners beperkte rich tot
pasfoto's en curricuiia vi-
tae. Op den duur begon
dat missen van direct con
tact met de mensen toch
bezwaarlijk te worden. „Je
kunt natuurlijk allerlei fan
tastische projecten uitdok
teren op papier, maar de
uitvoering valt of staat met
de persoon of de personen
die het in bet land gaan
uitvoeren. Nou, en met die
mensen had ik geen con
tact Daarnaast is het na
tuurlijk ook tamelijk
vreemd dat ik nooit de
kans heb gekregen om zelf
naar Indonesië toe te
gaan".
ontwikkelingssamenwerking
moet stimuleren en begelei
den en de minister advi
seerde bij het verdelen van
de gelden die beschikbaar
rijn voor allerlei projecten
in binnen- en buitenland in
het kader van de ontwikke
lingssamenwerking. Hij
deed daar voornamelijk de
Indonesië-projecten, die
overigens het merendeel
van de gelden opslokten.
„Ik heb in die periode toch
wel wat frustaties opgelo
pen. Er kleven grote be
zwaren aan de universitai
re ontwikkeling sp roj ecten
Ik deel de kritiek die .oud
minister Pronk had op
deze gang van zaken. Vaak
waren het hobbyprojecten
van hoogleraren en lekkere
afstudeeronderwerpen voor
studenten. Indonesië is na
tuurlijk een moeilijk land,
het heeft een fascistisch re
gime dat de mensenrechten
met de voeten treedt Het
geld dat voor ontwikke
lingsprojecten naar Indone
sië gaat verdwijnt vaak in
de zakken van de rijken.
De macro-structuur van
dat land is gewoon slecht.
De projecten moesten ten
goede komen aan de alle
rarmsten, dat was het uit
eindelijke doel, maar je
merkte gewoon dat dat
niet zo was. Vandaar dat
de studenten ook alle
steun aan het fascistische
Suharto-bewind stop wil-