99Volgende keer doen we weer mee Grootste zeilramp in de historie Delftse schipper Laros na catastrofale zeilrace: 99 'WmmÈ9Ë&m v Veel DONDERDAG 4 OKTOBER 1979 sc/vda Delft De eerste berichten over de Fist' netrace waren nog- niet erg alarmerend. Er werd gemeld dat in zwaar weer op de Ierse zee een aantal zeiljachten in moei lijkheden was geraakt en er zeker twee doden vielen te betreurenToen de infor matiestroom echter op gang kwam, bleek de epist van de toestand, die uit zo groeien tot de grootste ramp in de zeezeil- historie. De chaos w»s echter ook com- pleet Schepen werden op zee „gezien", die al lang een veilig heenkomen hadden gezocht in de beschutting van een haven. Zoiets overkwam ook de Delftse schipper Laros, die met zijn schip Elessar voor de storm losbarstte al afgemeerd lag in de haven van Plymouth. Om de situatie nog eens op een rijtje te zetten volgt een chro nologisch overzicht van de gebeurtenis sen. dat de moeilijkheden hij de Fastnetraee ernsti ger rijn. dan werd verwacht. Voor het eerst is ook sprake van een aantal doden. De onder zeebootjager HM Overijssel heeft twee stoffelij ke overschotten aan boord. Het aantal Neder landse jachten dat aan de race deelneemt wordt gesteld op 15 met tussen de 75 en 100 op varenden. 23.45 uur: De kustwacht meldt, dat vier Neder landse schepen terecht zijn. Gelijktijdig deelt defensie mee, dat het de hele nacht bereikbaar is voor familieleden van de deelnemers. Het zegt er wel bij dat nog weinig informatie ver strekt kan worden. Ook is telefonisch contact met Plymouth mogelijk. Van de op, nummers blijkt een aantal echter niet opgegeven iet juist. Dinsdag 14 augustus: 18.10 uur: Het ANP meldt Woensdag 15 augustus: 00.25: De Royal Ocean Racing Club. organisator van de Fastnetraee, geeft de namen vrij van de verdwenen boten en de slachtoffers. De trieste balans is 9 doden en 14 vermisten. Reuter spreekt dan al over 10 doden. Verder nog geen mededelingen over de Nederlandse jachten. 04.40 uur: De Nederlandse jachten Sandetti en Elazar (moet ziin Elessar, red.) zijn opgespoord. Zij zouden zich op zee bevinden (De Elessar was toen al lang in de haven, red Onder de dan bekende slachtoffers zijn geen Nederlan ders. 100 deelnemers hebben 2ich nog niet ge meld. 09.00 uur. Gevreesd wordt dat zeventien deel nemers zijn verdronken, 150 opvarenden zijn gered. 09.30 uur: Het aantal boten dat aan de wed strijd heeft meegedaan is niet bekend, „omdat enige kleinere boten mee gaan doen zonder het te melden". 10.55 uur Het aantal Nederlandse schepen dat deelnam wordt van 20 gebracht op 21, omdat ook de Dumonveh de race meezeilde. Van zes Nederlandse schepen is het lot nog onbekend. 13.00 uur De balans 30 uur na de ramp. Ge vreesd wordt dat 30 mensen het leven hebben verloren. 13 lijken zijn al geborgen. Een derde deel van de 350 deelnemende jachten is nog niet opgespoord. J3.J0 uurr Vijf Nederlandse schepen zijn nog zoek. Weer wordt een aantal telefoonnummers voor verontruste familieleden doorgegeven, maar ook de nummers blijken niet allemaal juist te zijn. 15.00 uur: Alleen de Karimata is nog zoek. De andere Nederlandse schepen 2ïjn In veiligheid. 20.00 uur Een bemanningslid van de Veron- nier III blijkt overboord geslagen te zijn en verdronken. Het zou het enige Nederlandse slachtoffer zijn. Het aantal doden stijgt tot 14. Donderdag 16 augustus: 00.05 uur De eerste commentaren van de binnengekomen schip pers worden bekend. De Nederlanders Laros en Vroon doen hun zegje. 19.35 uur Schipper Postma van de En Passant, die de race voortijdig afbrak, hoorde in Ply mouth pas goed wat er was gebeurt. Bovendien verbaasde hij zich er over, dat hij woensdag morgen nog als vermist stond opgegeven, ter wijl hij zich dinsdagavond al had gemeld. De balans van de grootste ramp in de zee- zeilerij bestaat uit trieste cijfers. 15 doden, onder wie één Nederlander, 22 jachten gin gen verloren en 106 mensen van de ruim 3000 deelnemers werden gered door schepen- of helikopters. De Elessar, op weg naar open zee Delft Veertien dagen na de Fastnetraee gleed een indruk wekkende envelope bij de Delft- se zeezeiler Willem Laros door.de brievenbus. Ze bevatte een uitge breide enquête samengesteld door de Royal Ocean Racing Club, de organisator van de rampzalig verlopen zeezeilwed strijd op de Ierse zee. „Het is een imposante vragenlijst, waarin werkelijk alles aan de orde komt. Het wekt bij mij de indruk, dat de RORC de zaken verschrikke lijk serieus aanpakt", zegt de schipper van de Elessar, die voor de race goed en wel was begon nen moest terugkeren naar Ply mouth, omdat één van de opva renden ziek werd. „Zaterdagmiddag startten we uit Covves op het eiland Wight met goed weer en een ma tige wind (3 a 4). De sfeer aan boord was prima en we hoefden nauwelijks zeil te wis selen. Toch moesten wij de race ter hoogte van Plymouth afbreken. Een bemanningslid lijdt aan suikerziekte en kreeg daar last van. Wij hebben het nog even aangekeken, maar toen er geen verbetering in zijn toestand op trad en medische behandeling noodzakelijk zou kunnen worden, hebben wij moeten be sluiten naar Plymouth uit te wijken. Overigens was het wel vreemd, dat hij last van die suikerziekte kreeg. Hij vaart veel wedstrijden en heeft deze ervaring nog nooit aan boord gehad. In eerste instantie waren we teleurgesteld over het afbreken van de race, maar achteraf is het een geluk bij een ongeluk gebleken. Maandagochtend, net na middernacht, zetten wij koers naar Ply mouth, waar wij om 11 uur aankwamen. Er waren toen 45 van de verwachte 120 uren gevaren. Van storm was toen nog geen spra ke. Dat kwam maandagavond om 11 uur pas". Willem Laros besteedt niet alleen zijn vrije tijd aan schepen, maar ook de dagelijkse bo terham wordt ermee verdiend. Als hoofd technische zaken resorteert hij onder de di recteur van Van der Giessen marinebouw. Een carriëre-keuze die alles te maken heeft met zijn studierichting aan de TH in Delft, namelijk scheepsbouw. „Nu wil dat niet zeg gen, dat ik mij een jachtenbouwer voel, want het heeft niets te maken met jachten, maar je pakt in je studie toch wel iets op". De Delftenaar mag worden gerekend tot de kleine groep van verwoede zeezeilers, die van jongsaf opgegroeid is met het schip. Vanaf mijn kleutertijd ging ik met mijn va der mee de plassen op en eens per jaar maakten we dan een „grote" trip. Naar Zee land of zo. Na de middelbare school had ik door Peter van Zwienen mijn eerste ervaring buitengaats, waarna ik een aantal jaren in de zomer de schepen van klanten van een zeilmakerij overvoer". Tot 1972 had Laros een open boot, maar die •werd vervangen door een hechthouten kaj uitboot, waarmee in 1973 kon worden geva ren. „Belangrijk was echter of mijn vrouw Anneke het zeilen op open water leuk vond. Dat was het geval en in de winter besloten we ook op bescheiden schaal wedstrijd te gaan varen. Echt fanatiek was het nog niet, maar het meedoen aan wedstrijden was op zich al een geweldige zaak. Je ligt niet hele maal zinloos te dobberen". De kajuitboot werd vervangen door de drie- kwart-tonner Elessar, het schip waarmee ook de Fastnetraee werd gezeild. Laros: „Ik had toen eigenlijk niet de intentie om er een racer van te maken. Bij de keuze van het nieuwe schip heb ik gezocht naar evenwicht tussen de waarde van de investe ring, uitgaande van de beperking van het budget, en de potentie van het schip om snel te varen. We hebben wel wat comfort in moeten leveren, maar je kan zeker niet spreken van een licht schip. Er staat een conventionele mast op, maar waar het mo gelijk was, is er wel op gewicht bespaard". De Elessar, ontworpen door JAC de Ridder uit Vollenhove en gebouwd in Vianen, kost- Een gedeelte van de route, die de Elessar heeft afgelegd. Bij het verste punt links besloot schipper Laros de wedstrijd af te breken en koers te zetten naar Plymouth. te in 1977 130.000 gulden en geheel uitgerust werd het nog eens 30.000 gulden meer. Geen bedrag dat de modale werknemer even van zijn bankrekening haalt „De wereld van de zeezeilerij is klein en je moet ook duidelijk onderscheid maken in een aantal groepen. Mensen die voor de recreatie zeezeilen, zo af en toe plezierig een wedstrijd willen varen en de kleine groep, die fanatiek bezig is. Ons schip is ook volgens de IOR (International Offshore Rules), gemeten en geklassifieeerd. Dat is een reeks van internationale afspra ken en voorschriften ten aanzien van de af metingen en de uitrusting. Dat kost je ook al 800 gulden. Als je die richting uitgaat mag je echt wel spreken van een elitair gezel schap". Na de tewaterlating in juni werd deelgeno men aan de wintercompetitie van WSV Scheveningen, een serieuze wedstrijdcycius, die aan populariteit wint. „Toen ook hebben wij een aantal mensen gevraagd of zij er iets voor voelden de Fastnetraee te varen. Dat waren nog studievrienden, waarmee we al jaren iets dergelijks wilden ondernemen. Ie dereen voelde er wel wat voor en in de win- terwedstrijden zijn zij allemaal een keer mee geweest. Daarnaast hebben we de North Sea Race gevaren, met 160 mijl de langste wed strijd in deze omgeving na de Fastnetraee. Vijf van de zeven bemanningsleden die er ook bij de monstertocht bij zouden zijn, gin gen mee. Goede testcase Onbedoeld werd dat een goede testcase voor de Fastnetraee. Wij eindigden de wedstrijd met relatief zwaar v/eer en na afloop moes ten we concluderen dat wij niet goed waren voorbereid. Binnen de groep was een aantal zaken niet goed geregeld en ook constateer den we een reeks van gebreken aan het schip. Weliswaar geen serieuze dingen, maar het heeft ons wel aan het denken gezet. Een lijst met wensen werd samengesteld en toen die waren vervuld konden het schip en de bemanning de Fastnetraee aan. Je zou kun nen zeggen dat het een „generale" met zwakheden was" De Elessar en de bemanning hebben dé ramp dus in Plymouth van de wal af meege maakt. „Op weg naar de haven hebben wij regelmatig naar het weerbericht geluisterd en wij zagen de omstandigheden verslechte ren, maar alarmerend was het nog niet. Wij wisten dat we door een gebied moesten, waar winkracht 7 of 8 heel gewoon is. Dat hadden wij ons terdege gerealiseerd, dus wij waren niet verrast. Pas maandagnacht kwa men berichten door dat het uitzonderlijk slecht weer was geworden boven de Ierse zee. Een korte, hevige storm, die de landsta- tions onmogelijk hadden kunnen voorspel len. Informatie daarover is in ieder geval niet vroegtijdig over de radio gekomen. Dat het allemaal zeer ernstig was hebben wij ons pas laat gerealiseerd. Dinsdagmiddag om drie uur hoorden wij dat er slachtoffers wa ren gevallen, maar ja, bij het zeezeilen zijn risico's in het spel en je weet de toedracht niet. Pas 's-avonds in het RORC-gebouw be grepen wij dat er iets ergs aan de hand was. De opvarenden van de jachten, die woens dagmorgen binnen kwamen wasen zich er niet van bewust, wat er achter hen was ge beurd. Dat kan ook wel, want het stormge- bied besloeg een klein oppervlakte. De grote schepen waren er al voorbij en de kleine moesten er nog komen. Het was een kleine kern die in het centrum terecht kwam. Er zijn forse reddingspogingen ondernomen, waarbij ook slachtoffers zijn gevallen. Daar mee wil ik niet zeggen bij de reddingspogin gen zelf, maar wel bij het verlaten van de schepen naar de reddingsvlotten. En een gulden regel is, dat je je schip alleen in ui terste nood verlaat. Naast een aantal serieu ze dingen, is er bij een aantal toch een pa niekstemming ontstaan, waardoor het schip ten onrechte is verlaten. Ik kan er moeilijk over oordelen, maar ik denk dat het in de helft van de gevallen onnodig was. In 99 van de 100 gevallen blijft een schip drijven. Delft. Bovendien hebben veel jachten voor de lol meegevaren. Buiten mededinging dus. Op één van die schepen vielen vier doden". In de chaos die rond het crisiscentrum in Plymouth ontstond (Laros: „Iedereen was op een gegeven moment zoek") deden de wild ste verhalen de ronde. De overlevenden zouden de ramp met een schouderophaal hebben afgedaan en feesL gevierd. Laros: „Er zijn uiteindelijk 65 schepen gefinisht De schippers daarvan zagen geen aanleiding om te stoppen. Maar dan moet je niet, zoals Vroon van de Formidable heeft gedaan, de zaak in de bravoure-sfeer trekken. Iedereen die in zo'n storm terecht komt heeft angst. Ook deze man, met een uitgelezen schip en bemanning heeft dat gekend. Ten onrechte heeft hij bepaalde zaken gebagataliseerd en andere opgeblazen. Zijn manier van doen heeft kwaad berokkend aan de zeezeilerij". En over het „feesten": „er is geen feest ge vierd. Je kunt je afvragen of het iemand niet is toegestaan om na zo'n ervaring en zes dagen op zee een pilsje te drinken, dat vind ik logisch, maar van een feest was beslist geen sprake. Anders nog, de vloot was nog geen 14 uur binnen of er werd spontaan een inzamelingsactie voor de nabestaanden ge houden. Dat leverde een voor de helft ge vulde vuilniszak met Engels geld op". En als voorzichtig excuus voor de toch wat afstandelijke benadering van de deelnemers: „iedereen, die aan de wedstrijd meedeed, was meer met zichzelf bezig en het aandeel wat hij in de ramp had, dan met wat anders. Buitenstaanders kijken daar vreemd tegen aan. De deelnemers beginnen zich nu echter pas te realiseren dat het een ramp was. Ik weet zeker, dat deze wedstrijd een aanlei ding is om na te gaan of de voorbereiding en de uitrusting wel goed zijn" nieuwe mensen Wat er ook aan kapot gaat, de opvarenden kunnen veilig thuis komen, als de beman ning de uitputtingsslag weet vol te houden". Veel buiten mededinging Zelf heb ik de ramp nuchter verwerkt. Je gaat natuurlijk de oorzaak een beetje in schatten en er wordt onderling veel gepraat en conclusies getrokken. De RORC heeft dat nog niet gedaan en daar kan ik een eind in meegaan. Eerst een beeld vormen, van alles wat er is gebeurd. Een opvallend gegeven is wel, dat veeL Engelsen slachtoffer zijn ge worden, Daar kunnen twee verklaringen voor zijn. Ten eerste varen de Engelsen meestal langs de kust en niet op het grote water zoals de Ierse Zee en in de tweede plaats is de drempel om mee te doen voor hen veel minder groot, dan voor iemand uit Toch kan en wil Willem Laros niet om de mogelijke redenen van het hoge dodental heen. Zorgvuldig formulerend somt hij een aantal punten op: „De laatste zes jaar is de Fastnet een „licht-weer-wedstrijd" geweest, waarbij met name in 1975 en 1977 de kleine re schepen goed uit de verf zijn gekomen. Bovendien heeft de zeilerij de laatste jaren een explosieve groei doorgemaakt, waarbij veel nieuwe mensen op zee zijn gekomen. En ik kan niet ontkennen dat er jachten zijn gestart, waarvan de bemanning een mini mum aan ervaring had. Daarnaast komen er 328 jachten aan de start en je kan je afvra gen of je dat moet doen. Stoppen met zeezeilen? Nee, daar heb ik niet aan gedacht. Ik zou het sterker willen stel len. Over twee jaar wil zeker de helft van de groep weer de Fastnetraee meemaken. Er moet nog een nabespreking met de beman ning volgen, maar ik ben er van overtuigd, dat wij weer mee zullen doen". Een gedeelte van de begeleidende brief, die de RORC aan de deelnemers heeft gestuurd, met de uitleg van het hoe en waarom van de enquette. ïracing wu ndvaëxr ffage io boats far beyond the level that might be accepted as tnevitS Exceptionally heavy weather and a distressing loss o( Ida. f The Royal Ocean Racing Club, as the organisers of the event, and the Royal YachU I Association, as the National Authority, are working in close co-operation on the first Busk which is to correlate the experience of those who took. part. The inquiry will also need reports from those involved in the race organisation and (who became involved in the subsequent rescue operation. Thai v jjhe Royal Western Yacht Club of England. H.M. Coasjg .the merchant and fishing vessels.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1979 | | pagina 4