Leeftijdsgenoten
van de krant
delen in de
feestvreugde
Burenruzies tussen Vlaardingen
en Schiedam stoelen niet op traditie
Wat kun je doen
meteen tientje
Haring
koppen
en
jenever-
neuzen
'vonden'
elkaar
bij Vijf
Sluizen
SC PAGINA 3
Het leven wordt sitecis duurder. De inflatie, hoewel de laatste jaren klei
ner dan enige tijd terug, slaat toch nog altijd meedogenloos toe. Tien gul
den is niet zo veel meer. tegenwoordig: je kunt er heel wat minder voor
kopen dan pakweg tien jaar terug. Maar hoeveel precies? Wat kun
nen bijvoorbeeld kinderen van een jaar of tien nog voor zo'n bedrag ko
pen?
Hoofdonderwijzer Motz van de Erasmusschool aan het Westnieuwland,
de meest centraal gelegen basisschool in de stad, was onmiddellijk en
thousiast voor ons plan en hij koos vier kinderen uit de vierde klas: twee
jongens en twee meisjes.
Van klasseonderwijzer Tundang
kreeg het viertal permissie om voor
twee uur de les te verlaten en met
de moeder van één van de vier de
stad in te gaan.
Vorige maand werden de vier basis-
scholicren allemaal tien jaar: drie
van hen zelfs op dezelfde dag, op 3
november Marco du Pré, Mare de
Baan en Lydia van der Stam. Het
vierde meisje, Ria de Jong vierde
haar tiende verjaardag op de laatste
dag van de maand. Onze krant trac-
teerde.
Om tien uur kwam het viertal, ver
gezeld door de moeder van Marco,
op de redactie om daar de beloofde
tien gulden in ontvangst te nemen.
Na een uur zouden ze weer terugko
men om de aangeschafte spulletjes
te laten zien.
Tien gulden is voor een kind van
tien jaar een flink bedrag en we
konden ons dan ook voorstellen dat
ze moeite zouden hebben met kie
zen. „Nou, hei was eigenlijk hele
maal niet zo moeilijk," zegt Marco.
„We hadden er ai van tevoren over
nagedacht en we wisten al wat we
hebben wilden."
Over de balk
Lydia van der Stam had nog wel
wat moeite met het idee om „zo
maar" een tientje over de balk te
smijten. „Eerst wilde ik het in m'n
spaarpot stoppen, maar mijnheer
Motz had gezegd dat dat niet de be
doeling was; ik moest er iets voor
kopen." Lydia is ook degene ge
weest die het hele clubje heeft ge
trakteerd op chocoladesigaretten,
want zo'n enorm bedrag helemaal
alleen opmaken....
Het viertal had onder de hoede van
mevrouw Du Pré een tocht afgelegd
langs de twee grote warenhuizen
van de stad en een bezoek gebracht
aan een speelgoedwinkel op het
Liesveld. Wie zou denken dat er
uitsluitend snoepgoed werd gekocht
vergist zich: behalve de chocoladesi
garetten werden er ill leen „duurza
me" gebruiksartikelen aangeschaft.
Ook tienjarigen zijn eritische consu
menten!
Mare kocht een modelbouwdoos
van een Jaguar race-auto. "Ik vind
het leuk om dingen te bouwen.
Thuis heb ik al een helicopter, ook
zelf gebouwd." Een bijbehorend tu
betje lijm hoorde ook bij zijn inko
pen en nadat hij nog twee vlakgom-
metjes had aangeschaft bleek zijn
kapitaal tot twintig centen te zijn
gereduceerd
Tekenspel
Ria had zestig centen over van haar
tientje. Zij had behalve vier punten
slijpers (in de vorm van vliegtuigjes
en voorzien van kleine viakgom-
motjes) een tekenspel gekocht. „Bij
een vriendinnetje had ik zo'n spel al
eens gezien en toen vond ik het erg
leuk." Zij geeft meteen een demon
stratie van het ingewikkeld uitzien
de spel: met allerlei ronde schijven
tekent ze de meest verrassende din
gen.
Marco was van haar aankoop der
mate onder de indruk, dat hij be
sloot dezelfde aanschaf te doen.
Verder heeft Marco voor een aan
vulling van zijn postzegel verzame
ling tien fraaie kunstzegels uit Hon-
garije aangeschaft. Marco hield na
al deze uitspattingen nog dertig cent
over.
Lydia had zoals gezegd een beetje
moeite met het verbrassen van haar
tien gulden. Om haar geweten ken
nelijk wat te sussen of gewoon om
dat ze daar plezier aan beleefde
tra deerde ze de overige drie op cho
coladesigaretten. Toen kocht ze
voor zichzelf een leuke speelgoed-
hond en een puntenslijper in de
vorm van een vuilnisbak.
Nadat er een foto was gemaakt kon
den de vier verjaardagsgas'.en van
het Vlaardings Dagblad weer terug
naar school. Op zich was het al een
feest om er zomaar twee uur tussen
uit te gaan en Marco zei dan ook zo
maar tussen de bedrijven door: „In
de klas zitten ze op dit moment aan
de schoolmeik, terwijl wij hier aan
de cola zitten."
Mare tenslotte was nog niet hele
maal zeker van zijn cadeaus: „Ik
mag het toch wel allemaal meene
men vraagt hij. als hij al met zijn
jas aan klaar staat om de deur uit te
stappen. Dat mag.
Lydia, Marco,
Ria en Mare
met hun
cadeaus. Ze
hebben
bewezen dai je
voor een
tientje toch
best nog wat
aardigs kunt
kopen.
en op onlusten zoals in oktober '70.
die wij tegenwoordig rellen noe
men.
Het fabeltje over Schiedammers, die
Viae,-dingers onder de zoden trap
ten en daarvoor lik op stuk kregen,
lijkt derhalve een volksvertelling
die vooral grootouders van de au
tochtonen iri hun nostalgische buien
Jekker aandikken. Dat het meevalt,
zie je immers elke dag. Op het Lies
veld Stikt het van de Schiedammers
en half Wilion-Fijenoord lijkt wel
Vlaardings. Beide steden hebben
natuurlijk veel import-bevolking,
die dt* plaatselijke anecdotes uit
grootmoeders tijd niet kent en nooit
zai horen. Dat scheelt en dat maakt
het overlopen nog eenvoudiger.
Maar voorlopig is er nog geen histo-
risch-soeioloog, die de onmin tussen
jeneverneuzen en haringkoppen
hard kan maken.
Dat Vlaardingen en Schiedam een broertje aan
mekaar dood hebben, is een aloud fabeltje dat
veel geboren en getogen inwoners van beide
L- steden met de paplepel wordt ingegoten. Toen
in oktober 1978 Schiedamse jongeren met Vlaar-
dingse generatiegenoten overhoop lagen en de
Mobiele Eenheid scheidsrechtertje kwam spe
len, was er aanleiding voor een grondig onder
zoek naar de oorzaak van de rellen, en warem-
pel bracht het de Vlaardingse gemeente-archi
varis Theo Poelstra tot een bezoek aan Schie-
- dams gemeentearchief. Het resultaat viel eigen
lijk tegen. Historische stukken bevatten nauwe
lijks informatie over de verhouding, zoals die in
de loop der eeuwen tussen Vlaardingen en
Schiedam bestaan heeft, en wai het rellenon-
derzoek betreft liep dit spoor dus dood.
lange tijd bestaan, nadat de Schie
damse haringvisserij kelderde en de
Vlaardingse steeds groter groeide en
van econdmisch levensbelang werd
voor Vlaardingen en Ambacht. Ook
dat lijkt een slechte verklaring voor
conflicten, die er bij wijze van tradi
tie tussen Schiedammers en Vlaar
dingers zouden zijn geweest. Ten
slotte bléven de twee gemeenten be
hoorlijk op elkaar aangewezen, al
was het maar in de branche van de
kuipers: Vlaardingen had tonnetjes
nodig voor de haring. Schiedam
voor de export van de goede borrel.
Schel vispekel
Dat Vlaardingen schel vispekel
maakte en daarvoor jenever liet
staan, had ook te maken met de
economie, meer dan met wanver
houdingen met Schiedam, want al
lereerst klonk die naam goed als
vorkoopproduct van een vissers
plaats en bovendien smaakte dit
goedje wat zoeter dan de Schiedam
se neut en dat was voor de haring
vissers op de zilte zee een prettige
bijkomstigheid.
Al met al is geen argument voor ge
zonde rancune lussen Schiedam en
Vlaardingen steekhoudend te noe
men. Waar wij mee blijven zitten,
zijn opa's verhalen over toen: de tijd
van de krotggevechten bij Vijf Slui
zen, tussen arbeiders die na een dag
hard werken geen ander vertier
hadden dan het hijsen van een bor
rel of wat. En je overdag in hot
zweet werken en 's avonds verveeld
rondhangen dat is een combina
tie, die moeilijk wil leiden tot tevre
denheid. Dus kwam het tot ruzies,
die leken op de straatgevechten om
een paar kerstbomen in latere stadia
De moderne sociale problematiek
heeft namelijk niets aan geschied
kundige analyses zonder bewijs
kracht.
En toch kwam bij menig Vlaardin-
ger, zoals ook bij menig Schiedam
mer, weer iets boven. De Schiedam
se historicus Han van der Horst rep
te over heibel, die er in tijden van
Hoekse en Kabeljauwse twisten al
tussen beide plaatsen geweest moet
zijn. In de Grote Kerk van Vlaar
dingen had bovendien nog niet zo
lang daarvoor een tentoonstelling
plaatsgevonden, waarin niet de
Spanjaarden maar Schiedammers
nog eens de schuld kregen van het
half platbranden van Vlaardingen
in 1574. En de oudste inwoners bei
der gemeenten zagen weer het
beeld voor zich, 2oaIs dat voor de
tweede wereldoorlog bestond bij de
Vijf Sluizen, de geografische èn psy
chologische grens tussen jenever
neuzen en haringkoppen: er ston
den in de vroege twintigste eeuw
enkele kroegen, waar Schiedam
mers en Vlaardingers na stevige
zuippartijen elkaar over en weer
kannen bier in het gezicht mikten
en een seconde later sporen van
knokige vuisten op andermans ge
laat achterlieten. De oorzaken kan
men slechts vermoeden, want, nog
maals, een historische voedingsbo
dem voor die theorie is niet te vin
den.
Godsdienst
Een algemeen verschijnsel in de
middeleeuwen en lang daarna was
de godsdienstoorlog. Holland en de
j; noordelijke provincies waren de
hervormers aardig in het kielzog
gevolgd. Ook in Vlaardingen zaten
de ketters. Van oudsher is Vlaardin
gen een vrij homogeen protestants
dorp. Schiedam daarentegen kreeg
vooral tegen de achttiende eeuw
een invasie van Duitse roomsen te
verwerken en hun invloed was
i merkbaar, want zij hadden vaak
i grote bedrijven en hun personeel
I deed er vaak wijs aan op zondag-
"g ochtend bij de ingang van de kerk
I in de rij te staan wachten, totdat de
ft baas hen was voorgegaan. Schiedam
is lang die katholieke enclave geble-
v«n.
1" Toch gaat het te ver, zo hebben
K Poelstra en de Schiedamse archivist
r Aart C. de Voogd van der Straaten
k geredeneerd, om aan die geloofsver-
schillen vetes tussen Schiedammers
k en Vlaardingers op te hangen. Was
het wel zo geweest, dan had het vol-
gens de heren historici toch wel
J^rmeld gestaan in het dagboek van
li p u^er Jacobs, de prior van een
Gouds klooster, die een groot deel
r- u n ^°^anci op zijn duimpje kende,
e Maar geen woord erover van de
i prior.
Dat is zo gek niet Beide steden wa-
rijn tamelijk autonoom en de bevol-
van de ene plaats had nauwe-
hjks wat met die van de andere te
maken. En waar ingezetenen van
de ene wel met die van de andere te
maken hadden, was er eerder spra
ke van een sociale „must" dan van
ordinair geruzie. Want wat in histo
rische bescheiden wel te signaleren
valt, is het merkwaardig grote aan
tal notariële actes, die Vlaardingse
ondernemers in Schiedam kwamen
laten opmaken. Tot 1800 voeren de
Schiedamse notarissen daar wel bij.
Dat de Vlaardingse middenstand
van een paar eeuwen terug op
Schiedam aangewezen was, vond
zijn oorzaak in Schiedams regionale
functie als bolwerk voor de belas-
tingheffers en dat is louter te
danken aan willekeur van de ene of
andere graaf van Holland. Oor
spronkelijk moesten de Vlaardingse
reders in Schiedam belasting beta
len en eveneens moesten Vlaarding
se stuurlui in Schiedam beëdigd
worden. Die situatie bleef zelfs nog