STREEK Burgers: veront rust over ingreep Technici: normale onderhoudsbeurt Kappen '<ëkk as wmm5 ■v, - MMÉ - woensdag 27 februari 1980 VD/SC/WW Brielle Vele wandelaars en fietsers, die bij goed winterweer het recreatiegebied Brielse Maas intrekken, zijn ernstig verontrust over de vrij ingrijpende manier waarop daar momenteel bomen en struiken worden gekapt Op sommige plaatsen is de beplanting geheel of grotendeels verdwenen. Verse stompen zijn dan de trieste overblijfselen van wat afgelopen zomer aantrekkelijke boscomple- xen waren. De grote stapels tak ken en boomstammetjes die ver brand zullen worden, ervaren zij als een onbegrijpelijke aanslag op het zo noodzakelijke groen. De meesten keren kan ook droevig gestemd huiswaarts. Sommigen worden zelfs kwaad bij het aan schouwen van de „verwoestin gen". Gerard de Vries, hoofd technische dienst van het recreatieschap dat nu onder Rijnland valt, heeft be grip voor deze gevoelens. Toch gaat het volgens hem om noodza kelijke beheersmaatregelen om de groenvoorzieningen in stand te houden. Het ene jaar wordt er in tensiever uitgedund dan andere jaren. Momenteel is vooral de zuidoever van het Brielse Meer aan de beurt, waar een paar jaar weinig aan is gedaan. „Natuurlijk is het voor natuurlief hebbers een hard gelag als bomen en struiken worden gekapt of omge zaagd. maar op gezette tijden is dat nodig", vertelt Gerard de Vries. „In het Brielse Maasgebied staat ge mengde beplanting. Blijvende boomsoorten zoals eik en es en de tijdelijke pionïersoorten waaronder wilg en populier. Blijvende boom soorten groeien doorgaans vrij lang zaam. Bovendien bestaat de kans dat ze niet „pakken". Als je alleen maar die soorten plant duurt het vele jaren voor het een beetje op een echt bos gaat lijken. Daarom worden er de tijdelijke pioniersoor ten tussen geplant, die snel groeien". De onderlinge afstanden zijn aan vankelijk 1.25 tot anderhalve meter. Naarmate de blijvers groeien moe ten de tijdelijke bomen worden ge kapt, Anders nemen zij het voedsel en het licht voor de blijvers weg. Uiteindelijk hebben de blijvers van wege hun takken een ruimte nodig van acht meter, sommige soorten zelfs tot twaalf meter. Vandaar dat de pioniers, die twintig tot vijfen twintig jaar meegaan, er regelmatig tussenuit gehaald moeten worden. Dat wat betreft de bomen. - Struiken „Dan de struiken", vervolgt Gerard de Vries. „Als je alleen maar bomen plant is dat geen aantrekkelijk ge zicht. Dan zie je alleen de kale stammen. Daarom wordt rond een complex bomen een randbeplanting aangebracht van struiken. Door gaans een paar rijen, totaal een me ter of twee breed. Behalve een beter gezicht biedt een dergelijk boscom- plex ook beschutting van de recre anten". „Maar ook deze randbeplanting kunnen we niet z'n gang laten gaan. De struiken groeien dan onbeperkt en nemen het noodzakelijke lichten ook het voedsel voor de bomen weg. Op gezette tijden wordt daarom de randbeplanting geheel gekapt. Af gezet noemen we dat en tot op on geveer twintig centimeter boven de grond. Maar deze randbeplanting gaat weer groeien. Komende zomer hebben de struiken weer een rede lijke hoogte", aldus Gerard de Vries. Brasem Een begrijpelijk lesje bosbeheer. Het verklaart reeds veel over Je nood zaak van het kappen en uitdunnen. Maar de kritische wandelaar of fiet ser is nog niet geheel tevreden. Hij denkt aan het gedeelte van het recreatiegebied ten noorden van Brielle. Het pad vanaf de Brielse Brasem naar de Molenhaven. Een geliefde plek voor de Briellenaren die in het weekend of 's avonds een uurtje wandelen. De boscomplexen aan de waterkant zijn behoorlijk on der handen genomen. Akkoord, dat is uitdunnen en het afzetten (kap pen) van de randbegroeiing. Maar aan de andere kant van het pad stond een lange rij bomen met strui ken er tussen. Zeker tweederde is verdwenen. Waar blijft de beschut tende werking? Gerard de Vries: „Er is daar, langs de sportvelden, een gemengde be planting, aangebracht in 1964. De populieren zijn gekapt om voor de blijvers (eik, es) de noodzakelijke acht meter afstand te krijgen. De struiken er tussen zijn afgezet (ge kapt) omdat ze zich andere dood zouden groeien, maar ze komen weer terug. Deze zomer nog vrij laag, maar dat wordt elk jaar meer". Wijde Slik Ook duidelijk. Maar dan het Wijde Slik op de noordoever van net Brielse Meer tussen de Brielse Maasdam en Kleiburg. Het fietspad loopt daar vlak langs de autoweg. Gelukkig stond tussen weg en fiets pad vorig jaar nog een smaller maar dichtbegroeide strook bomen met struiken er tussen, waardoor de fiet ser niet direct met het autoverkeer werd geconfronteerd. Maar in het Wijder Slik is deze strook geheel verdwenen. Bomen en struiken zijn allemaal afgezaagd. Alleen de palen staan er op, die de bomen de eerste tijd voldoende steun hebben gege ven. Veel struiken en bomen tn het Brielse Maasgebied worden mo menteel afge zaagd, tot groot verdriet van natuurlief hebbers. Houtzagers bossen rond Brielse meer Gerard de Vries: „Dat is inderdaad een jammerlijke zaak, De bomen gaan daar allemaal dood. Het is er de meest ongelukkige hoek van het hele gebied. De bomen staan daar onbeschermd in de zuidwesten wind en storm, die vanuit de richting Oostvoorne komt, over het water komt aangieren en nergens wordt onderbroken. Bovendien zit er zout in de grond want het is een dijk. We hebben nog geen boomsoort gevon den die daartegen bestand is. Ver schillende zijn er geprobeerd. Eerst de iep en toen dat niet lukte abelen, snel groeiende populierensoorten. Moeilijk punt is ook dat de strook eigenlijk te smal is. De mogelijkhe den zijn zeer beperkt. De struiken moesten worden gekapt om ze weer voldoende ruimte te geven". Geuzenkerk Ook andere ingrijpende kapwerk- zaamheden vragen om een nadere uitleg. De zuidoever van het Brielse Meer, gerekend vanaf de Brielse brug. Na de consumptietent en een dicht stuk bos rechts de Geuzen- kreek, die zomers vol ligt met bo ten. Vlak voor de witte brug over de kreek lag bij het water een aan trekkelijk boscomplex, dat de wa tersporters een goede beschuïtting bood. Er is hier rigoreus huisgehou- Deel van het Brielse meer met de cam ping Krabbe- plaat (boven) en De Meeuw (onder). Zelfs op deze in het vroege voor jaar .genomen foto is duide lijk te zien dat het gebied rij kelijk is voor zien van groen (luchtfoto Sijt- hoff Pers- /Henk van Westering). den. Zegge en schrijve zijn er nog vijf bomen over. De bootmensen weten niet wat ze zien als ze er straks weer terugkomen. Gerard de Vries: „Ook een speciaal geval. Is in 1954 aangeplant. Ter af wisseling heeft men destijds geko zen voor een zogenaamd hakhout- bosje (els, wilg), ook wel boerenge- riefhout genoemd. De buigzame takken werden vroeger gebruikt als touw, voor het maken van manden, dijkversterkingen enz. Natuurlijk is het bos bij de Geuzenkreek hier voor niet gebruikt. Daarom moest het nu een keer flink onderhanden worden genomen. Maar het bosje komt weer terug. De stompen gaan weer groeien. Deze zomer is alles nog erg laag, maar over twee jaar heeft het bosje weer een redelijke hoogte. Inderdaad is het jammer dat de beschuttende werking voorlopig beperkt zal blij ven. In deze tijd zullen we op zo'n punt niet gauw een hakhoutbosje aanplanten, maar ruim een kwart eeuw geleden dacht men er anders over. De keuze om af te wisdselen was toen erg beperkt". Knotwilgen Na het witte bruggetje over de Geuzenkreek zet het fietspad zich voort richting Brielle. Meteen in het begin is veel van de beplanting langs het water weggehaald, maar daar door ontstaat een beter uitzicht op het meer met zijn (zomers) vele boten. Maar ook aan de andere kant van het pad ziin veel bomen en struiken ver- dweenen. „Ook hier zijn de populieren er tussenuit gehaald", zegt Ge rard de Vries. „De bomen stonden om de vier meter en de blijvers krijgen nu de nood zakelijke acht meter ruimte. Ook hier moesten de tussenlig gende struiken verdwijnen, maar ook zij komen weer te rug. Bij het haventje, na de brug van de Geuzenkreek, zijn de wilgen veel groter afge zaagd dan elders. Dat is ge daan om er knotwilgen van te maken. Ze zijn afgezaagd net boven de verdikking waar de takken uitkomen. Dat is de zo genaamde broek die normaal, als de wortels, onder de grond zitten". Verkoop Gerard de Vries vertelt wat er met de afgezaagde bomen en struiken gebeurt. „Als het kan worden de populieren, die doorgaans in het middenstuk van een boscomplex staan, er uitgesleept. Eerst worden de takken er afgezaagd. Die blijven ter plaatse liggen. Er onder dan zieh een microleven ontwikkelen, voor namelijk insecten. De dunste takjes gaan op de duur deel uitmaken van de humuslaag en zorgen zodoende voor de bemesting. Soms kunnen de grotere takken met een speciale ma chine worden versnipperd waar door ze ook een rol gaan spelen in de humuslaag. Maar de machine daarvoor is erg duur en het werk zeer arbeidsintensief". De stammen die er uit gehaald kun nen worden zagen we af op één of twee meter lengte. Ze worden ver kocht aan de houtindustrie, die er lucifers of vezelplaten van maakt. De populier is minder geschikt voor ZZ 'J, y t y*': l*rV3afi5É»' T "vt'wZ, i, i rZw/AHfrj+i'Z', i ',vrrr de open haard want deze houtsoort spettert erg. Veel mensen willen de gekapte populierenstammetjes voor dit doel van ons kopen, maar we ra den dat altijd af. De struiken en overblijvende takken worden door gaans verbrand. Een andere be stemming er voor is moeilijk te vin den. „De stompen van de afgezaagde bo men laten we zitten als ze geen ge vaar of hinder veroorzaken. Meestal gaan ze weer groeien, waardoor ze opnieuw een rol in de „natuur" gaan spelen. Staan de stompen vlak langs paden of op plaatsen waar ie mand er over struikelen kan, dan worden ze weggehaald. Dat kan met behulp van chemische middelen of de stompen worden weggefreesd. Het bovengrondse deel is dan ver dwenen en de wortels sterven lang zaam af" Natuurbos Een laatste probleem. In de hoek van Brielse Maasdam en Spuikanaal ten noorden van Oostvoorne ligt een natuurreservaat van veertien hectare, overblijfsel van het vroege re natuurgebied De Beer, dat vrij wel geheel voor de industrie moest wijken. Dit natuurreservaat, het vroegere Schelphoek, heeft een zeer aantrekkelijke beplanting (onder meer vele soorten orchideen, parna- sia. pirola), waarin nooit gekapt of gezaagd wordt. Toch is het elk jaar opnieuw weer een fraai stukje na tuur. Waarom moet er dan zonodig in de bossen van het recreatiegebied Brielse Maas wél op gezette tijden gekapt, gezaagd en uitgedund wor den? Gerard de Vries: „Inderdaad lijkt dit tegenstrijdig met elkaar te zijn. Maar het gaat er om wat de doel stelling van een bos is. Bij ons is dat recreatie. Vooral het beschermen van de recreant tegen de wind. Door afwisselende beplanting te ge bruiken wordt bovendien de bele vingswaarde van het gebied ver groot. De recreatieve doelstelling vereist dat wij op gezette tijden in grijpen in de natuur. Anders zou de zaak verwilderen met de kans dat een deel afsterft en met meer aan zijn doel beantwoord". Ruimte „Overigens heeft een verwilderd bos ook zijn aantrekkelijke kanten. Het is dan weliswaar ondoordnng- De groenstro ken langs het Brielse meer hebben vooral een beschut tende functie voor da recre anten. door Wim Huibers baar, maar dat is voor velen geen bezwaar. In principe 2ou ik er voor stander van kunnen zijn om bepaal de boscomplexjes in het Brielse Maasgebied te laten verwilderen, waardoor het een echt natuurbos wordt. Maar daarvoor is ruimte no dig en die hebben wij met" Zowel de noord- als de zuidoever bestaat uit een smalle strook met slechts twee bulten: Kleiburg en Krabbeplaat. Dat zouden de enige plaatsen zijn waar een natuurbos tot ontwikkeling zou kunnen komen vanwege de ruimte. Maar de Krab beplaat wordt grotendeels m beslag genomen door een camping en op Kleiburg zijn jachthavens en een golfbaan. Het Wijde Slik zou enige mogelijk heden bieden maar daar hebben we een spartelvijver gemaakt met daar achter weinig beplanting. Voor de resat is het gebied te smal om een natuurbos kans van slagen te geven. Zowel in de lengte als in de breedte is er te weinig ruimte, want het zijn eigenlijk alleen maar dijkstroken. Hooguit voorbij Nautica aan de Vis- serijweg zou een beparkt natuurbos kunnen ontstaan, maar dat ligt vrij afgelegen. Klachten „Bovendien is er een andere moei lijkheid. Als je ergens een stuk bos laat verwilderen komen er zeker krachten. Dan roepen sommige mensen .jullie doen er niets aan". Zeker de eerste tijd maakt het een onverzorgde indruk, want het is niet ineens een echt natuurbos". „Een voorbeeld. We knippen het gras van de Itgweiden steeds erg kort, want je kunt de mensen 's morgens met in hoog en nat gras laten zitten. Voor een aantal plaat sen, zoals de bermen, gaat dat niet op. Om de natuur daar een kans te geven hebben we sommige bermen een tijd laten groeten. Maar er kwa men al gauw klachten: smerig, niet opgeruimd, verwaarloosd". „Tenslotte is de beschermende func tie van een natuurbos minder omdat de hoogte doorgaans geringer is dan van een bijgehouden bos. Wanneer je mets doet krijgt een boom of struik veel takken, die alle sap op souperen. Zo'n bos wordt ondoor dringbaar door eert overdreven breedtegroei, ten koste van de hoog te. En juist dte beschuttende functie is voor een recreatiegebied het be langrijkst", aldus Gerard de Vnes.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1980 | | pagina 5