EXTRA
Gezondheidszorgen
Beleidsprogramma
en gezondheidszorg
Voorbeeld
vaneen
vestigings
verordening
wésSêIÊË
Regionale Huisartsen Vereniging:
Wethouder
Van der Velden:
De arts als heilige
IÊÊÊÊ¥MkiVJÊ$$
Staatssecretaris
Tandartsen
Waarom geen overleg?
Geen problemen
4 vrijdag
11 april 1980
VD/SC/WW
VlaardingenHeeds jarenlang wordt
er in ons land een discussie gevoerd
over een vestigingsbeleid voor huisart
sen, tandartsen, apothekers en andere
medische en paramedische beroepui-
toefenaars. De vraag of er een vesti
gingsbeleid moet komen is feitelijk niet
meer in het geding. De verschillende
standsorganisaties voeren op hun res
pectievelijke deelgebieden al een soort
vestigingsbeleid of zijn in overleg met
de regering daarover.
De rol van de rijksoverheid is in deze
tot op heden passief. Er wordt een af
wachtende houding aangenomen. Een
paar gemeenten zijn echter in actie ge
komen. Spïjkenisse, Lelystad kwamen
met een vestigingsverordening en kwa
men in aanvaring met de staatssecrea-
ris. In Den Haag kwam een raadslid
met een initiatief-raadsvoorstel over
dit onderwerp. Ook Vlaardingen gaat
zich nu bezinnen op deze mogelijkheid
om een steviger greep te krijgen op de
gezondheidszorg binnen de gemeente
grenzen. Op deze pagina een paar as
pecten van deze zaak.
Een paar citaten over gezondheidszorg uit
het beleidsprogramma 1978-1982 vzn het
college van burgemeester en wethouders
van Vlaardingen.
•De „vermedicalisering" van de samenle
ving dient te worden tegengegaan. De over
dreven invloed van waarden en normen
van het gezondheidszorgsysteem op het le
ven van alle dag wordt teruggedrongen. De
individuele beleving en eigen verantwoor
delijkheid van de mens dienen een belang
rijke rol te spelen.
•De noodzakelijke gezondheidsvoorzienin
gen dienen goed gespreid en voor iedereen
in gelijke mate toegankelijk te 2jjn, Naast de
verschuiving van de klinische zorg naar de
gezondheidszorg in de wijk betekent dit ook
een verschuiving van allerlei andere voor
zieningen naar de wijken. Het tekort aan
huisartsen en tandartsen dient te worden
opgeheven..,.
•.„.Bij voorkeur zullen werkers in de ge
zondheidszorg, zoals huisartsen, tandartsen,
verloskundigen, in dienst van de overheid
zijn. In haar actieve vestigingsbeleid voor
huisartsen dient de gemeente zich te baseren
op de norm van 2200 patiënten per huisarts.
•....Er dient zo spoedig mogelijk een voorzie
ningenplan voor de eerste lijn te komen, dat
aan landelijke of door gemeente te ontwik
kelen normen wordt getoetst. Dit plan dient
de basis te zijn van het gemeentelijk beleid
voor de eerstelijnsvoorzieningen....
'Als het niet vrijwillig
gaat, dan doen we het zelf wel
Vlaardingen Ook het beleidsprogramma van
het Vlaardings college van B en W staat natuur
lijk vol met goede voornemens. Maar zoals be
kend is de weg van wens naar werkelijkheid,
naast dat plaveisel van goede voornemens, vaak
Icing en vol hindernissen.
Een poosje geleden liet het Vlaar-
dingse college van BenW de ge
meenteraad weten, dat aan de
Vereniging van Nederlandse Ge
meenten <VNG) was verzocht te
adviseren met betrekking tot een
mogelijke vestigingsverordening
voor hulpverleners in de eerste
lijns gezondheidszorg. In het ver
leden is door andere gemeentebe
sturen reeds advies gevraagd aan
de VNG met betrekking tot zulke
verordeningen. De-VNG heeft in
die gevallen steeds gesteld dat er
naar haar gevoelen geen bezwa
ren aan het tótstandbrengen van
dergelijke verordeningen zijn ver
bonden.
We spraken met de verantwoor
delijke Vlaardingse wethouder,
IJsbrand van der Velden (PvdA),
over de gezondheidszorg in het al
gemeen en deze vestigingsveror
dening in het bijzonder.
In het inleidend gedeelte van het
gesprek is wethouder Van der
Velden zeer voorzichtig. Hij wijst
er bij voortduring op dat er niets
afgedwongen kar worden. Vooral
de vrije artsenkeuze wil hij res
pecteren. Maar er is naar zijn me
ning de laatste jaren een vernieu-
wingsgedachle te constateren. Al
lereerst is er een tendens onder
jonge artsen geen kleine zelfstan
dige meer te willen zijn. Er is een
grote behoefte aan een baan van
acht tot vijf. Op de tweede plaats
laat de marktsituatie een steeds
groter aanbod van huisartsen zien.
Op de derde plaats vinden hoe
langer hoe meer jonge huisartsen
het overnemen van een praktijk
Wethouder
IJsbrand van
der Velden:
„Hoe meer
gemeenten
dat zeggen,
hoe groter de
druk op het
rijk wordt om
zelf eens te
komen met
maatregelen.
Alleen daarom
al moeten we
verder gaan."
door Jan
Hendrik
Bakker
en Jan
Geert
Majoor.
voor vaak veel geld bezwaarlijk.
In het verleden waren die bedra
gen bedoeld als een soort pen
sioenregeling voor oude artsen.
Die noodzaak is nu komen te ver
vallen omdat er een pensioenrege
ling voor huisartsen is gekomen.
Wethouder Van der Velden:„De
gezondheidszorg is altijd een soort
onaantastbaar geheel geweest.
Een arts is een soort heilige tussen
aanhalingstekens. Tussen arts en
patiënt bestaat een afhankelijk
heidsrelatie en de patiënt heeft
vaak niet de durf om tegen hem
in te gaan. Maar gelukkig is dat
aan het veranderen, al kan dat
natuurlijk niet in drie jaar."
De rol die een gemeente kan spe
len in dat veranderingsproces is
maar erg klein. Wettelijke moge
lijkheden zijn er praktisch niet en
noch de patiënten, noch de huis
artsen laten zich „reguleren". IJs
brand van der Velden beaamt dat:
„Als gemeente zit je inderdaad
een beetje in het luchtledige te
werken. Wil je iets doen dan moet
je natuurlijk wel de middelen
krijgen om een beetje te sturen.
Maar als je echt zaken wilt dopr-
douwen dan kan dat niet." Op'de
vraag of het college dan iets wil
doordouwen, herneemt de wet
houder de voorzichtigheid van het
begin van het gesprek. „Nou nee,
niet doordouwen...." en hij wijst
op het belang van de patiënt.
Gewezen op het advies dat het
college heeft gevraagd aan de
FNV en op de punten die over ge
zondheidszorg in het beleidspro
gramma staan, reageert wethou
der Van der Velden: „Ja, dat is
duidelijk, wij hebben in studie ge
nomen om in de zomer met een
vestigingsverordening te komen."
Naar de mening van de wethou
der blijft het rijk in gebreke door
na te laten een landelijk vergun
ningen-stelsel op te zetten. Daar
om zouden de gemeenten gebruik
moeten gaan maken van hun
recht zelf maatregelen te nemen.
„Hoe meer gemeenten dat zeggen,
hoe groter de druk op het rijk
wordt om zelf eens te komen met
maatregelen. Alleen daarom al
moeten we verder gaan."
Lelystad en Spijkenïsse zijn
Vlaardingen in dit streven voor
gegaan. Beiden hebben daarbij de
pin op de neus gekregen van
staatssecretaris Veder-Smit. De
vestigingsverordening van Lely
stad werd door haar bijvoorbeeld
tot I oktober 1980 geschorst.
Wethouder Van der Velden refe
reert aan besprekingen die hij vo
rige zomer heeft gevoerd mei
STAG (stichting algemene ge
zondheidsvoorzieningen). Het doel
van deze stichting is het, natuur
lijk zonder winstoogmerk, exploi
teren van gezondheidsvoorzienin
gen, waarbij de verschillende
hulpverleners in dienstverband
werken. De plannen van Vlaar
dingen gaan sterk in de richting
van het initiatief-raadsvoorstel
van het Haagse gemeenteraadslid
Constant Martini. Vlaardingen
heeft nog geen eigen concept,
maar de gedachten van de wet
houder gaan uit naar het volgen
de: „Je kunt een vestigingsver
gunning krijgen tot een x-aantal
patiënten. Je zou bijvoorbeeld vast
kunnen leggen dat een huisarts
maar tot 2200 gaat. (Een aantal dat
ook opgenomen is in het beleids
programma en waarvan Van der
Velden eerder in het gesprek al
heeft toegegeven dat het betrek
kelijk arbitrair is red.) Dat is
iets wat wij op denken te nemen
in die verordening. Want afgezien
of een arts goed is natuurlijk, gaan
we ervan uit dat kleinere praktij
ken de kwaliteit ten goede komt.
Een ander punt is of je de plaats
van vestiging, althans de plaats
waar de praktijk wordt uitgeoe
fend, daarmee een beetje kunt sti
muleren, zodat je wat kunt sprei
den over de stad."
Op de vraag of die spreiding over
de stad ook geldt voor de mensen
die nu al praktijk uitoefenen in
Vlaardingen antwoordt de wet
houder: „Nou, dat is een pro
bleem. Je kunt niet zeggen: en
nou moet je weg! Je moet vanuit
de bestaande situatie werken. In
Vlaardingen zitten we niet, zoals
in Lelystad en Spijkenisse, met
een nul-situatie. De artsen die er
al zitten hebben speciale rechten
die je niet zo maar weg kunt ha
len. Je kunt de mensen natuurlijk
niet dwingen om zomaar te ver
huizen."
De tandartsen blijken niet onder
een eventuele conceptverordening
te vallen. Kennelijk heeft de ge
meente niet de luxe daarin te re
guleren. Van der Velden: „We
moeten de tandartsen op alle mo
gelijke manieren ten dienste zijn,
om ze hier te krijgen. In wezen.
op zich is dat natuurlijk volstrekt
verwerpelijk, maar jaBij de
huisartsen ligt dat anders. Bij hen
profiteer je van het feit dat er ge
noeg zijn. We hoeven niet de
markt op. Ze komen vanzelf wel."
Het is de bedoeling dat het voor
zieningenplan Waterweg-Noord,
planning en coördinatie van de
gezondheidszorg in Vlaardingen,
Schiedam en Maassluis, dit jaar
nog komt. Wethouder Van der
Velden: „Uit dat onderzoek moe
ten de vacuüms en witte plekken
in de eerstelijns voorzieningen
rollen. Daar gaan we ons op rich
ten en natuurlijk iets aan doen."
„Wannéér op een gegeven mo
menten dat slaat ook als zoda
nig op de opmerking in het colle
geprogramma: zonodig worden
door de gemeente eigen initiatie
ven genomen"blijkt dat in een
groot deel van Vlaardingen op de
een of andere wijze iets op vrij
willige basis niet mogelijk is en je
vindt dat die behoefte er wel is,
dan moet je niet aarzelen als ge
meente. Dan moet je zeggen: dan
doen we het zelf wel." En op de
vraag hoe dat dan wel gaat, ant
woordt de wethouden „Nou, ge
woon. Werken met mensen in
dienstverband. Dat kan via de
STAG. De STAG kan huisartsen
leveren."
Hierst over leg,
da pas regelen!
Vlaardingen De Regionale
Huisartsen Vereniging Rijn
mond (HHVR) verenigt in zieh
ongeveer negentig procent van
de huisartsen die gevestigd zijn
binnen het gebied van het O-
penbaar Lichaam Rijnmond.
Als zodanig beschouwt de ver
eniging zich als de officiële
vertegenwoordiger van de
huisartsen in dit gebied.
De RHVR rekent het tot haar
verantwoordelijkheid om een ves
tigingsbeleid in deze regio te voe
ren dat zo mogelijk te zijner tijd
zijn plaats kan vinden in een tot
stand te brengen wetgeving op dit
gebied (wetsontwerp Voorzienin
gen Gezondheidszorg).
Toen de RHVR dan ook kennis
nam van de mededeling van het
Vlaardings college van BenW
aan de gemeenteraad dat aan de
VNG was verzocht te adviseren
over een mogelijke vestigingsve
rordening hulpverleners in de
eerstelijnsgezondheidszorg, ging
er zeer snel een brief naar burge
meester en wethouders toe. Het is
duidelijk; de RHVR voelt niets
voor zo'n gemeentelijke vesti
gingsverordening.
De Rotterdamse huisarts J. W-
van den Blink, de voorzitter van
de RHVR, en de secretaris, de
Vlaardingse huisarts H. A. M. Sta
ring, geven een toelichting op het
standpunt van de RHVR. In de
brief aan college en gemeentebe
stuur sluit het bestuur van de
RHVR zich aan bij het standpunt
van de staatssecretaris. Citaat: Het
bestuur van de RHVR is met de
staatssecretaris van mening dat
voor de regeling van vestiging
van huisartsen aansluiting gezocht
zal moeten worden bij het wets
ontwerp Voorzieningen Gezond
heidszorg en dat voorshands ge
meentelijke verordeningen hier
door, die niet stoelen op bestaande
wettelijke kaders, als ongewenst
aan te merken zijn, v
Van den Blink: „Het grote onge
noegen zit hem in het feit dat er
geen. overleg is. Als je als overheid
iets wil doen, dan is het toch lo
gisch dat je begint met een vorm
van overleg met de direct betrok
kenen. Neem nou dat Voorzlenxn-
genplan Waterweg-Noord. Nooit
zijn wij als huisartsenvereniging
bij het opstellen van dat plan be
trokken. Je moet als overheid
toetsen of in het recht op zorg
wordt voorzien. Voor die toetsing
heb je normen nodig en die moe
ten opgesteld worden samen met
de patiënten, de zorgverleners en
de betrokken beroepsgroepen. De
rol van de overheid zou je in drie
fases kunnen onderverdelen: al
lereerst voorwaarden scheppend,
stimulerend. Op de tweede plaats
coördinerend en op de derde
plaats eventueel uitvoerend. Maar
ik blijf van mening dat de uitvoe
rende fase feitelijk in eerste in
stantie tot de verantwoordelijk
heid van de zorgverleners blijft
behoren."
Het zit de RHVR duidelijk dwars
dat er geen overleg wordt ge
pleegd door de gemeente Vlaar
dingen. „Het nieuwe wetsontwerp
ademt de sfeer van overleg, waar
om wordt dat dan ook niet door
de gemeente Vlaardingen ge
daan?" en uit de brief: Wel is het
bestuur der RHVR van mening
dat voor het effectueren van een
vestigingsbeleid op gemeentelijk
niveau goed en open overleg tus
sen gemeentelijke overheden en
plaatselijke huisartsen groeperin
gen uiterst zinvol is.
Uit de reactie van de huisartsen
valt op te maken dat zij er de
voorkeur aan geven dat alles blijft
zoals het is in Vlaardingen. Er zijn
toch geen problemen, waarom dan
veranderen?
De Vlaardingse huisarts Staring:
„Feitelijk willen wij dat de zaak
omgedraaid wordt De gemeente
zou allereerst moeten proberen
om een gestructureerd overleg
met de huisartsen te creeëren. Ge
woon leren met elkaar om te
gaan. Gezamenlijk proberen om
de normen waaraan de hulpverle
ning moet voldoen te bepalen. En
pas daarna, als de wet er is, tot
een aanpak van de gesignaleerde
problemen komen. Naar mijn me
ning heb je dan voldaan aan een
zeer belangrijke voorwaarde om
probleemoplossend te werken: een
ingewerkt kader voor overleg."
Er wordt overigens al lang gepro
beerd iets aan dat overleg te doen.
Maar op de een of andere manier
is het daar nog nooit regelmatig
van gekomen. In een brief (J6 ok
tober 1979) aan de Vlaardingse
Huisartsen Kring, naar aanleiding
van de vestiging van drie huisart
sen, schreef de gemeente: De gang
van zaken in deze heeft overigens
aangetoond, dat een constante dia
loog tussen huisartsenkring en ge
meentebestuur ten zeerste ge
wenst is mede in verband met
duidelijk waarneembare landelij
ke ontwikkelingen tot verkleining
van het patiëntenbestand per
huisarts en daarmee gepaard
gaande mogelijkheden tot optima
lisering van de eerstelijns-gezond
heidszorg. En een stukje verden
Het is daarom dat wij met ons
blijk tot medewerking aan ge
noemde drie huisartsen voor het
verkrijgen van praktijkruimte de
verwachting uitspreken in het
vervolg bij uw vestigingsbeleid te
worden betrokken. Van onze kant
zijn wij gaarne bereid te dien aan
zien in regelmatig contact met u
te treden.
Waarom de huisartsen en de ge
meente Vlaardingen nog steeds
niet tot dat kennelijk van beide
kanten zo gewenste overleg zijn
gekomen, is volstrekt onduidelijk.
Waarschijnlijk wachten beide par
tijen op een uitnodiging van de
andere partij. En dat kan zo na
tuurlijk nog wel eventjes duren.
•Constant
Martini, het
Haags
gemeente
raadslid voor
de PvdA, die
een initiatief
raadsvoorstel
indiende van
een
vestigings
verordening
voor onder
andere
huisartsen.
Vlaardingen
voelt veel voor
iets dergelijks.
Vlaardingen Het Haagse PvdA-gemeente
raadslid Constant Martini heeft een initiatief-
raadsvoorstel gemaakt voor een vestigingsve
rordening hulpverleners eerstelijns-gezond
heidszorg. Vlaardingen gaat dit voorstel ge
bruiken als uitgangspunt voor de gemeentelij
ke plannen voor een verordening. Een paar ar
tikelen uit het voorstel Martini.
•Het is verboden zonder vergunning van bur
gemeester en wethouders in de gemeente als
hulpverlener in de eerstelijns-gezondheidszorg
praktijk uit te oefenen.
•BenW kunnen aan een vergunning voor
waarden verbinden in het belang van de eer
stelijns-gezondheidszorg.
•Bovenstaande vergunning wordt niet ver
leend, wanneer de hulpverlener niet bereid is
naast curatieve (verzorgende) ook preventieve
(voorkómende) zorg te verlenen of weigert de
door de raad vast te stellen praktijkomvang in
aantal en/of gebied te aanvaarden.