Een consulent
godsdienst,
mag dat?
Drinken: geen probleemmaar als 't zover is...
'Teveel gevraagd'
'Consulent is noodzaak*
M
RAAD NEEMT VANAVOND PRINCIPIEEL BESLUIT
WILLEM KWAKKELSTEIN:
JACQUES HOCKX:
woensdag
1 oktober 1980
VD/SC/WW
Vlaardïngen Sinds het optre
den van dr. Abraham Kuyper
en zijn emancipatie van de
'kleine luyden' is onderwijsland
diepgaand verdeeld in twee
kampen. En dat zal de komende
eeuw wel zo blijven. In Neder
land is vrijheid van onderwijs
een recht dat vlak na de eerste
wereldoorlog grondwettelijk
werd verankerd. Sindsdien
geldt de regel dat alles wat het
openbaar onderwijs is toege
staan, ook aan het bijzonder on
derwijs toekomt. Vanavond
vindt in de raadszaal van het
Vlaardingse gemeentehuis een
discussie plaats die een beetje in
het verlengde ligt van wat
vroeger 'de schoolstrijd' heette.
De politieke verhoudingen lig-
fen dus al vast.
cht spannend wordt het daarom
niet. Toch is de zaak, waar om het
gaat, interessant genoeg.
Even in het kort wat vooraf ging.
De Vereniging voor Christelijk
Schoolonderwijs zorgt in de lente
van dit jaar voor enige opschud
ding. Ter secretarie van de ge
meente arriveert een brief waarin
de vereniging de gemeente Vlaar-
dingen verzoekt een (parttime-)
consulent voor de godsdienstige
vorming te financieren. Die brief is
de knuppel in het hoenderhok van
de zogenaamde consulentenkwes
tie. Een probleem waarover de
PvdA en CDA het bij de college
vorming niet eens konden worden
en daarom als een zogenaamde
'vrije kwestie* bestempelden. Wat
zoveel betekent als: we zullen later
wel zien.
De aanvraag is inmiddels uitvoerig
behandeld in de gemeentelijke on
derwijscommissie. Wat in elk geval
duidelijk werd ts dat de meerderheid
door Jan Hendrik Bakker
van het college, namelijk de PvdA-
leden, geen enkele reden zien de aan
vraag te honoreren. Men acht het zo
wel principieel als juridisch onjuist
om het bijzonder onderwijs op het
punt van het bijzonder-zijn, het gods
dienstig karakter, te subsidiëren De
CDA-wethouders daarentegen zullen
zich achter hun partijgenoten scha
ren. Want ook voor het CDA ts de
aanvraag een principekwestie. In die
mate zelfs dat. mocht de raad vana
vond de aanvraag afwijzen, de Vere
niging voor Christelijk Schoolonder
wijs het advies heeft gekregen de be
slissing bij de Kroon aan te vechten.
Als het openbaar onderwijs de be
schikking heeft over een consulent
kunstzinnige vorming, dan heeft het
bijzonder onderwijs het recht een ei
gen consulent aan te stellen. Aldus
mteipreteert het CDA de schoolwet
van 1920 en het begrip 'volgend be
leid', waarover hierboven gesproken
werd. Opmerkelijk detail is daarbij
dat de reformotorische parujen het
CDA en de Vereniging voor Christe
lijk Onderwijs in die argumentatie
niet volgt. Daar is de angst dat de
overheid te veel greep op het gods
dienstonderwijs zou krijgen nu een
maal groot
In dit artikel komen twee raadsleden
aan het woord Eén CDA-er. Jacq
Hockx, zelf hoofd van een katholieke
basis school, en een PvdA-er, Willem
Kwakkcistern, leraar gymnastiek aan
een christelijke scholengemeenschap
Hun standpunten liggen, zoals zal
blijken, ver uitéén
,Ik vind niet dat de gemeente er is om het bij
zonder onderwijs uit zijn identiteitscrisis te ha
len." Willem Kwakkelsteïn laat er geen mis
verstand over bestaan dat hij en zijn partij geen
enkele behoefte hebben aan de door het CDA
begeerde consulent godsdienstige vorming.
Over het bijzonder onderwijs in het algemeen:
„Het is er, of je dat nu leuk vindt of niet. We
hebben rekening met elkaar te houden. Maar
het gevaar bestaat nu een beetje dat zo'n consu
lentenkwestie de zaak weer aanscherpt. Er zijn
namelijk ook grote gezamenlijke belangen van
openbaar en bijzonder onderwijs. De OBD, de
opvang van buitenlanders, en wat overal door
werkt: de terugloop van het aantal leerlingen,
de internationale schakelklas. Maar dit is dui
delijk teveel gevraagd van de gemeente."
„Godsdienstige vorming kan niet meer in een
vakje apart gezet worden. Er heeft zich binnen
het christendom een accentverschuiving voor
gedaan van, om die woordspeling te hanteren,
het hier-na-maals naar het hier-nu-maals. Dat
is een Copernicaanse omwenteling geweest. We
hebben de oude categorieën losgelaten, hoe het
verder moet is de identiteitsvraag van het zich
vernieuwend christendom." Voor Jacq. Hockx
staat de noodzaak van professionele begeleiding
van de godsdienstige vorming als een paal bo
ven water. Naar zijn mening is de behoefte bin
nen het bijzonder onderwijs aan een consulent,
die de religieuze dimensie weet te profileren
van wat leerlingen aan 'leerstof' krijgen aange
boden, erg groot.
Maar wil dat zeggen dat de overheid zo'n consulent dan
ook moet betalen? Hockx: „Het is niet waar, dat de
overheid zich nooit met de identiteit van het bijzonder
onderwijs zou moeten bemoeien. De overheid schept de
voorwaarden die het het bijzonder onderwijs mogelijk
maken te bestaan. Had ze dat in hel verleden niet ge
daan, dan hadden we nooit de gelijkstelling tussen o-
penbaar en bijzonder onderwijs gekregen. Ik vind dat
de vraag om deze consulent in precies dezelfde sfeer
ligt. Ik vraag van de overheid dat ze datgene geeft wat
het bijzonder onderwijs nodig heeft om de eigen identi
teit te kunnen ontwikkelen." Waarop Hockx overigens
laat volgen dat honorering van de aanvraag niet bete
kent dat de overheid daarmee ook iets te zeggen zou
krijgen over inhoud van de godsdienstige vorming.
Het meningsverschil tussen confessionelen en niet-con-
fessionelen spitst zich, volgens Hockx, uiteindelijk toe
op een juridische strijdvraag. Die vraag luidt: valt bege
leiding van het bijzonder onderwijs onder de exploitatie
van het onderwijs of niet? Met andere woorden: is de
overheid verplicht het geld dat voor het eigen onder
wijs, het openbare, wordt uitgetrokken ten behoeve van
begeleiders (zoals indertijd onder wethouder K!o~fs ge
beurde ten aanzien van een consulent kunst innige
vorming voor het openbaar onderwijs) te compenseren
in het bedrag dat per leerling van het bijzonder onder
wijs wordt uitgekeerd?
Hockx meent dat hoewel de onderwijswet van 1920
(„De problematiek van de begeleiders speelde toen na
tuurlijk nog niet") daar niets over zegt, er toch een arti
kel te vinden is waarop men zich zou kunnen beroepen.
Hij verwijst daarbij naar een uitspraak van Gedepu
teerde Staten van Friesland, die gezegd zouden hebben
dat de kosten van de begeleiding voor het openbaar on
derwijs in het leerlingenbedrag van het bijzonder on
derwijs doorberekend moeten worden. Hij gelooft dan
ook dat het bijzonder onderwijs met zijn aanvraag sterk
staat en vindt dat de kwestie op hoog niveau uitgera
feld moet worden.
Tenslotte, ook het bijzonder onderwijs mag toch ge
bruik maken van de consulent kunstzinnige vorming?
Hockx: „Ja, dat is gezegd. Maar ons grootste bezwaar is
dat de gemeente er een graag-of-niet kwestie van ge-
Vlaardingen In het noordelijk Waterwegge
bied zijn zeker tienduizend mensen, die over
matig alcohol gebruiken en daarmee proble
men hebben. Preciese aantallen zijn niet be
kend, maar op grond van landelijke cijfers
komt Ko Vermeulen, maatschappelijk werker
op het consultatiebureau voor alcohol van de
Boumanstichting in Vlaardingen, aan het getal
tienduizend.
„Landelijk gaat men uit van vijf procent van de
bevolking dat problemen heeft met drank.
Doordat we hier te maken hebben met oude
visserssteden en een stad als Schiedam, die
sinds enkele eeuwen bekend staat als jenever-
stad, zal het aantal stevige drinkers hier iets ho
ger liggen dan in andere delen van het land."
Sinds een paar jaar is ook in het
noordelijk Waterweggebied een con
sultatiebureau voor alcohol gevestigd.
Na eerst circa twee jaar in een nood-
vestiging gezeten te hebben, heeft de
Boumanstichting sinds mei van dit
jaar het pand Mozartlaan 9 in Vlaar
dingen betrokken. Met een team van
acht mensen, waaronder een part-
lime arts, een andragoge, een psycho
loge en enkele maatschappelijk wer
kers probeert men mensen die pro
blemen met alcohol hebben een duw
tje in de goede richting te geven, 20-
dat die mensen hun verdere leven m
•ieder geval niet meer door de drank
worden geplaagd.
Het drinken van een glaasje raakt m
Nederland steeds meer geaccepteerd.
Namen we in de vijftiger jaren nog
slechts een bescheiden plaats in in de
laagste regionen op de wereldrang
lijst die het alcoholverbruik per
hoofd van de bevolking aangeeft,
sinds enkele jaren bevinden wij Ne
derlanders ons bij dc eerste vijf. Het
alcoholverbruik in Nederland mag
dan nog lang niet het peil hebben be
reikt dat de Fransen jaarlijks met el
kaar wegdrinken, de laatste jaren is
het alcoholverbruik per inwoner bij
ons onrustbarend toegenomen. Er
wordt heel wat afgedronken. Wie
kan zich een verjaardag voorstellen
zonder dat er een lekker glaasje
wordt genuttigd? Van een borrel na
het werk om 'lekker te ontspannen'
kijkt nauwelijks iemand op, behalve
fervente geheelonthouders.
„Drinken hoeft ook geen probleem te
zijn",zegt Liesbeth van der Jagt,
coordinator van het consultatiebu
reau. „Als de mensen maar weten
hoe ze met alcohol moeten omgaan
en weten waarom ze drinken. Jam
mer genoeg zijn er ook met alcohol
mensen die hun grenzen niet ken
nen, die maar door blijven drinken
en denken dat het geen kwaad kan.
Ongemerkt veranderen die mensen
vaak van een sociaal drinker in een
destructief drinker. Van iemand die
een drankje neemt voor de gezellig
heid tot iemand die zijn eigen ge
zondheid, zowel geestelijk als licha
melijk, door de drank ondermijnt."
Volgens Ko Vermeulen is onmogelijk
aan te geven wanneer iemand dat
punt van ondermijning heeft bereikt.
„Dat hangt onder meer van de condi
tie en van de leeftijd af. Bij elk mens
ligt dat weer anders. De een komt al
na een half jaar in de problemen, bij
de ander zal het misschien twintig
taar of nog langer duren. Ook over de
hoeveelheid alcohol valt moeilijk iets
te zeggen. Je moet niet vergeten dat
iemand die fors drinkt steeds meer
nodig heeft om hetzelfde effect te be
reiken. En het komt onder alle groe
pen voor. Jongeren gaan steeds eer
der en steeds meer drinken. Ook on
der vrouwen is het alcoholgebruik
sterk toegenomen en niet te vergeten
de huisvaders, die in hun dagelijkse
werk op hun tenen lopen en 's a-
vonds weer met allerlei problemen
worden geconfronteerd grijpen steeds
meer naar de fles."
Zoiets kan jaren goed gaan. Maar dan
op eens is de grens bereikt en treden
er vergiftigingsverschijnselen op. Het
lichaam gaat dwars liggen. Lever,
maag en nieren beginnen kuren te
vertonen omdat ze de overmaat aan
alcohol niet meer aan kunnen. Daar
naast gaat het meestal gepaard met
geestelijke problemen. De mensen
komen in conflict met hun directe
omgeving en raken in een sociaal iso
lement. Zet zoiets ver door dan
noemt men het 'decormmverlies'. De
weg terug is dan niet gemakkelijk
meer.
„Hoe eerder iemand er achter komt
dat hij teveel drinkt, des te beier na
tuurlijk". stelt Liesbeth van der Jagt.
„Als mensen tot inzicht zijn gekomen
dat ze teveel drinken en er iels aan
willen doen, dan zijn ze natuurlijk
veel beter behandelbaar. Dat wil niet
zeggen dat dat een voorwaarde voor
behandeling is. Iedereen kan hier te
recht. Slechts in enkele gevallen,
wanneer wij echt geen hulp kunnen
bieden, verwijzen wij door."
Momenteel staan er ruim 250 ciienten
onder behandeling bij het consulta
tiebureau. In een eerste gesprek
vindt een inventarisatie plaats. Er
wordt bekeken wat de mensen van
hun eigen situatie vinden, wat ze wil
len en welke hulp het alcohokeam
kan bieden. Aan de hand daarvan
wordt in overleg met de cliënt een
behandelingsplan opgesteld. Meestal
bestaat dat uit een serie gesprekken,
waarbij ook vaak familieleden van de
chént worden betrokken.
Sommigen-komen uit eigen initiatief
naar hei consultatiebureau en zeggen
onmiddellijk dat ze teveel drinken en
daar problemen mee hebben. Ande
ren komen weer op aandringen van
hun naaste omgeving. Vaak willen
die mensen niet toegeven dat ze pro
blemen hebben met alcohol, maar na
een aantal gesprekken komen ze tot
de conclusie dal het wel zo is. Weer
anderen worden door hun huisarts,
het maatschappelijk werk of andere
hulpverlenende instanties verwezen.
Over het algemeen is het voor de
mensen een grote overwinning om
het consultatiebureau binnen te stap
pen voor hulp, beamen Liesbeth van
der Jagt en Ko Vermeulen. „Veel
mensen fchamen zich er voor en zijn
bang dat hun buren er achter komen
of zij hebben het idee dat wij infor
matie doorspelen. Maar dat is beslist
niet net geval. Alles wat hier ter
sprake komt blijft strikt geheim Wij
zullen niets doorgeven zonder dat
een client daar toestemming voor
heeft gegeven."
1 Liesbeth van der Jagt en Ko Vermeulen.
Kwakkelsteïn vindt dat onderwijsbe-
geleiders, de consulenten, in principe
door openbaar èn bijzonder onderwijs
gebruikt moeten kunnen worden. En
hoe zit het dan met de gemeentelijke
consulent kunstzinnige vorming;
wordt er niet met twee maten geme
ten? „Er is destijds duidelijk door
Kloots gezegd: ook het bijzonder on
derwijs kan van de consulent kunst
zinnige vorming gebruik maken. En
als ik het bijzonder onderwijs nu
hoor zeggen: ja maar, wij willen voor
jullie consulent kunstzinnige vor
ming een eigen consulent in ruil. dan
zitten 20 toch echt fout, vind ik. Ze
mogen die niet claimen, want ze heb
ben gewoon niets te goed."
Openbaar en bijzonder onderwijs zijn
gelijkgesteld. Kwakkelsteïn ontkent
dat het een argument zou zijn ten
voordele van de consulent godsdien
stige vorming. „Ik snap ze wel, ze zit
ten met identiteitsproblemen, maar
dan moeten ze zelf maar voor de be
geleiding opdraaien. Het is teveel ge
vraagd. vind ik. om dat vanuit de ge
meente te laten financieren. Hockx
kan nu wel zeggen dat de gemeente
discrimineert, maar in feite is hij de
gene die discrimineert, Ik vraag me
bovendien af of er zo'n grote behoef
te aan bestaat. Wettelijk hebben ze
geen poot om op te staan. Een voor
ziening die uit gemeenschapsgelden
betaald wordt moet ook voor ieder
een zijn en dat is met die consulent
duidelijk niet het geval."
Door het CDA is in het verleden nog
al eens aangevoerd dat in andere ge
meenten een consulent godsdienstige
vorming voor het bijzonder onderwijs
wel mogelijk bleek, waarmee aange
toond werd dat het in elk geval niet
tégen de wet was. Kwakkelsteïn
daarover: „Laat ik het voorbeeld van
de zwembaden nemen: als veertien
andere gemeenten hun zwembad op
zondag dichthouden, dan zijn wij toch
niet verplicht ons zwembad ook op
zondag dicht te gooien!"
Raadslid
Jacq. Hockx:
beroepszaak
van maken.
Willem Kwakkelsteïn: gemeenschapsgeld voor iedereen.
maakt heeft Er is van te voren geen overleg tussen bij
zonder en openbaar onderwijs geweest. Men had eerst
met een blanco papier naar het bijzonder onderwijs
moeten stappen. Nu heeft men achteraf binnen de Ver
eniging voor Christelijk Schooionderwiis gezegd een
consulent kunstzinnige vorming is met het eerste wat
we nodig hebben, wij hebben een heel andere prioriteit,
wij zitten met dc noodzaak van een identiteitsbegelei
der."