IA
mm
1
Westland f^iki
aan imago:
Honselersdijk Kilometers kassen. Ille
gale gastarbeiders. Het mannenkoor. De
gemiddelde Nederlander zal al gauw deze
drie kenmerken opsommen als hem wordt
gevraagd waaraan hij denkt bij deze naam.
De streek die de stedenagglomeraties van
Den Haag, Delft en Rotterdam er (nog)
van weerhoudt de zuidwest-hoek van de
provincie Zuid Holland vol te bouwen met
woonbunkers voor Jan Modaal en Piet Mi
nimaal. Een streek ook, waarvoor de rest
van Nederland een beetje de neus ophaalt.
maandag
13 oktober 1580
VD/SC/WW
Rabo bankier: Tuinbouw één
der gezondste bedrijfs takken
Dit gevoel leeft althans in het
W es tl and. Voor een deel zijn
de buitenlanders - al of niet il
legaal - de vekiaring voor de
manier waarop Men over Eu
ropa's Groententuin spreekt.
Een ander deel komt voor uit
jaloezie. „De tuinders klagen
wel, maar moet je eens kijken
hoe ze er bij zitten", zegt men.
Daarmee doelende op de vaak
riante woonsituatie van de
Westlandse tuinder.
Alweer een tijdje terug beslo
ten de veilingen, de zeven ge
meentebesturen, de banken en
andere bedrijven, dat het tijd
werd het imago te verbeteren.
Een en ander resulteerde in de
oprichting ruim twee jaar ge
leden van de stichting West-
land Promotion. Vlotte Henny
van Ofwegen-Weerwag heeft
de dagelijkse leiding van dit
p r.-breau in handen.
Investeringen
In het dagelijks bestuur van
de2e promctiéclub vinden we
dé topman van het \yestland.
De burgemeester van de groot
ste gemeente Naaldwijk, J. de
Bruin, zit erin (hij is tevens
voorzitter van het samenwer
kingsorgaan van de Westland
se gemeenten), de oud-voorzit
ter van de CCWS in Honse
lersdijk (met bloemenveiling
in Aalsmeer de grootste op de
wereld) P- A. J. Enthoven, en
de directeur van de grote fi
nancier de Rabobank Midden-
Westland, die de dubbelfunctie
door Andrê Vermeulen
van secretaris 'en penning
meester vervult. Deze direc
teur, B. Uittenbroek, een self
made-man pur sang, zou zelf
tuinder kunnen zijn. Zó en
thousiast spreekt hij over het
vak, dat in de benauwde kas
sen wordt uitgeoefend. En het
lijkt niet alleen te maken te
hebben met het niveau van de
investeringen, dat de kwekers
en telers met elkaar hebben
bereikt. Want het niveau is
hoog. in 1979 werd er in
Naaldwijk, waar de bank ge
vestigd is, een absoluut record
gehaald van 400 miljoen gul
den. Het jaar daarvoor werd
nog voor 260 miljoen geinvesi
teerd, in 1977 voor 220 mil
joen. De verwachting van Uit-
tenbroek voor dit jaar luidt:
een inzinking maar net even
onder de 200 miljoen gulden.
Een daling van maar liefst
vijftig procent.
Inzinking
Wie dan nog enthousiast kan
rijn en geen sombere geluiden
wenst te laten horen over de
nabije toekomst, moet wel een
groot vetrouwen hebben in de
ongeveer 2500 tuindersbedrij-
ven, die het Westland op het
ogenblik nog telt (drie jaar ge
leden waren er ruim 3400 be
drijven). Tijdens een excursie
bijna drie maanden geleden
van de commissie bedrijfsont
wikkeling en agrarische voor
lichting van het landbouw
schap zei Uittenbroek: „De in
vesteringen in 19 73 en 1979 la
gen op een zeer hoog peil. Dat
is nauwelijks te handhaven.
De hoge rentelasten en aflos
singsverplichtingen beginnen
de investeringen te drukken.
De rendaraenten verbeteren
niet Nu de inflatie de laatste
jaren vrij laag is, stabiliseren
de grondprijzen. Daardoor
komt minder ruimte voor
diepte-investeringen. Die diep-
te-investeringen moeten nu
eerst worden verdiend. Dat is
niet het geval. Dus nemen
daardoor de investeringen
■weer a£". Klinkt dit wellicht
minder rooskleurig, Uitten
broek zegt nu, ervan overtuigd
te zijn dat de scherpe investe
ringsdaling van dit moment
niet meer is dan een tijdelijke
inzinking. Alles wijst daarop
meent hij. De vier .veilingen
van het Westland (Noord,
Zuid, Wester]ee en de CCWS)
zien hun omzetten nog steeds
fors groeien. „Ze (de tuinders)
worden wel eens kwaad als ik
zeg: de tuinbouw heeft een ei
gen vermogen opgebouwd".
Hoofd van de afdeling finan
cieringen Weber verduidelijkt:
„De meeste gezonde bedrijven
bestaan voor vijftig procent uit
eigen vermogen; de bank zit
voor de andere vijftig procent
erin". Een belangrijk deel van
dat eigen vermogen vormt de
grond, waarop bedrijf en huis
staan. Vaak in een ver verle
den voor een appel en een ei
gekocht, is die grond nu goud
waard. Vandaar ook, dat „de
riante woonsituatie" vrij mak
kelijk is te scheppen: de ban
ken zijn maar al te graag be
reid de bouwkosten voor een
bedrijfswoning te helpen fi
nancieren. De betekenis van
het woord „onderpand" kan
hier niet letterlijk genoeg wor
den uitgelegd.
Kenmerk
Bedrijven gaan vaak van va
der op zoon, waarbij de vader
in de regel de leiding al vroeg
overgeeft aan zijn opvolger(s).
Uittenbroek noemt dit een
gunstig kenmerk van de West-
landse tuinbouw, waaraan hét
Grote Bedrijfsleven een voor
beeld zou moeten nemen. Hij
acht het niet juist dat mana
gers vaak tot na hun pensioen
blijven doorgaan en de jonge
ren geen ruimte gunnen. Uit
tenbroek: „De tuinbouw steekt
gunstig af bij andere bedrijfs
takken. Het is één van de ge
zondste takken uit het mid
den- en kleinbedrijf. En dat
zal zo blijven, want dat mid
den- en Kleinbedrijf gaat het
W*
in de jaren tachtig nog moeilij
ker krijgen, terwijl jufst de
tuinbouw ondanks andere pro
blemen de inzinking wel weer
te boven komt".Deze andere
problemen" lijken voor de
tuinbouw zelf een grotere bron
van onzekerheid te zijn dan
voor de Rabobank. Allereerst
is er de prijs voor het aardgas,
waarmee de tuindere hun krs-
sen op temperatuur houder.
Op het ogenblik bedraagd die
ruim twee dubbeltjes per ku
bieke meter. Over een jaar zal
een kuub ruim 26 cent moeten
opbrengen.
Paprikateler C. G. M. van der
Valk in Poeldijk: „Ik run dit
bedrijf met mijn broer. De
energiekosten betekenen dat
we er samen vijftigduizend
gulden op interen volgend
jaar. Dat is 25 mille minder in
komen de man. Dit jaar is er
nog geen achteruitgang, door
dat we een meeropbrengst op
de veiling boeken
Onzekerheid
Van der Valk zegt dat hét pro
bleem van de Westlandse tuin
der de onzekerheid is over de
mate waarop de stijging van
de energiekosten zich 2al ver
houden tot de snelheid waar
mee metboden zullen worden
gevonden voor energiebespa
ring. Die alternatieven moeten
naar zijn mening op twee ge
bieden worden ontwikkeld: er
moeten teeltsoorten komen die
met minder warmte kunnen
groeien en bloeien, en de kas
sen moeten „energie armer"
worden.
Het tweede probleem is dat
van de werkgelegenheid. Vol
gens de bankmensen is er een
tekort aan krachten dat lei
ding kan geven in een tuin-
dersbedrijf of aanverwante on
derneming (toeleveraars). Dat
tekort komt volgens Weber
mede voort uit het gemis aan
een hogere tuinbouwopleiding
in het Westland. De belang
stelling zou er wel 2ijn. Men
sen met dergelijke opleidingen
elders uit het land aantrekken,
is een moeilijke zaak. Alge
meen directeur' Uittenbroek
wiist op de zeer geringe moge
lijkheden om een woning te
vinden in het Westland.
Een enquête van het Land
bouw Economisch Instituut
(LEI) Iaat zien dat slechts zes
tig van de 2300 ondervraagde
tuinders bereid is Nederlandse
werklozen op te leiden voor
een functie in de kas. Weber,
die zelf bij het LEI gewerkt
heeft: „Iedereen weet dat er in
een kas hard gewerkt moet
worden. Bovendien is het vaak
vuil werk. De bereidheid is bij andere bedrijven of bedrijfs-
de Nederlanders niet zo eroot takken",
meer voor vuil en zwaar werk.
Daarbij komt nog dat tuinper-
soneel wordt weggelokt door
Uittenbroek:
rotsvast ver
trouwen In
Westlandse
tuinbouw.
•Voorbeeld van
provisorische
energiebespa
ring; het wach
ten Is op.betere
alternatieven.
WkN* Ci'.ïvi.
Een gebied van 14.600
hectare In het westen
van Nederland, waar
honderdduizend
landgenoten wonen, is
min of meer van
levensbelang voor de
rest van het IandL Ook
de Bondsrepubliek is
voor een groot deel van
haar dagelijkse
vitaminen afhankelijk
van dat kleine stukje
zand- en kleigrond aan
de Noordzee. In 1979
gingen er 211 miljard
kilo tomaten, 149
miljard komkommers,
247 miljard kroppen
sla, 17 miljard fcfio
paprika, 25 miljard
bossen radijs en 4,1
miljard kilo andijvie
onder de
vcilingklokken door.
Minder belangrijk voor
het levensonderhoud,
maar toch maar mooi
meegenomen, is de
omzet van de
bloemenveiling CCWS
in Honselersdijk.
.Vooral fresia's,
chrysanten en
trosanjers vonden
gretig aftrek:
respectievelijk 392
miljard stuks, 259
miljars en 211 miljard.
Toch - zo blijkt telkens
weer uit kranten
berichten - klagen
tuinders over stijgende
energie prijzen en
kalizout uit de Rijn. J
Klagen ze echt, en zo ja ;l
terecht? In elk geval ia
het imago slecht.
•Van der Valk: „Nog geen achteruitgang, maar onzekerheid over de toekomst, dat Is het pro
bleem K
Hij doelt hier op de adverten
tietekst van Gist-Brocades in
Delft, die ongeveer zegt: „Kom
bij ons werken, dat is prettiger
dan in de tuin". Van der Valk:
„Veel Westlandse jongens
gaan tegenwoordig liever op
kantoor werken bij een toele
verend bedrijf".
Voor tuinder Van der Valk,
een kleine man, pezig, open en
eerlijk zoals de meeste West
landers, en met een slimme
uitdrukking in de ogen, is de
huidige situatie niet alarme
rend. Dat geldt voor de gehele
tuinbouw in het Westland. Hij
zegt: „Wij zijn de enige be
drijfstak die als collectief een
overschot op de betalingsbal
lans heeft. Ik volg de financië
le berichtgeving in de krant
goed". Van der Valk is van
mening dat energiebesparende
oplossingen uit de tuinderswe
reld zelf moeten en ook zullen
komen. Studies van weten
schappelijke instituten en
overheidsbemoeienis is leuk,
maar echt veel bruikbaars
verwacht hij daar niet van
binnen afzienbare termijn.
Hoewel het onzin zou zijn te
ontkennen dat er onderlinge
concurrentie is, schromen de
tuinders er niet voor hun er
varingen uit te wisselen in de
studieclubs. Zodoende kan de
kwaliteit over de hele linie
hoog blijven. En helpen ze el
kaar indirect een handje de
produktie en omzet te verho
gen.
Zoals gezegd teelt Van der
Valk paprika's. Daarnaast
heeft hij nog tomaten en in en
kele kassen hangen druiven.
Mooie volzoete Frankentha-
lers, die er meer uit liefhebbe
rij %dan voor de winst gekrent
worden. Want echt goed doen
ze het niet, aldus Van der
Valk. Waarom niét? „Ik weet
het niet Mijn vader van 83
zegt dat de grond tè goed is".
En even later. „Wij hebben te
laat ingezien dat de gasprijzen
de pan uit zouden rijzen„Dat
hadden we in 1973 in de galen
moeten hebben. Daarom is het
wel een beetje onze eigen
schuld dat we in de problemen
komen. Het punt is nu: waar
halen we de financieringsmid
delen vandaan om nieuwe in
vesteringen te doen?".
Licht
Het aantal tuindersbedrijven
in het Westland neemt voort
durend af. Alleen de sterke
kunnen zich handhaven. Die
slokken* de kleintjes op. Deze
afneming in aantallen zal
doorgaan, menen Uittenbroek
en Weber. Gesproken wordt
van een verdere inkrimping
met 25 procent Ergens anders
in het land een nieuwe tuin
aanleggen (zoals bij voorbeeld
in Oost-Groningen, waarover
wel wordt gedacht) is zinloos.
Weber: „De prijzen van de
klokken in het westland bepa
len alles. Waar je ook begint,
het lukt niet".
De ligging van het Westland
zou hierbij ook een rol spelen.
De kusstrook vangt het meeste
licht van Nederland. En zon
der licht geen gewassen. Het
belang van de hoeveelheid
licht maakt het bijzonder
moeilijk energiebesparende
kassen te bouwen, die even--
veel licht doorlaten als de hui
dige. Eén procent lichtverlïes
is één procent productie ver
lies, luidt een gouden stelregeL
De westlandse tuinder leidt
geen luxieus leven, zoals de
leek al gauw denkt bij het zien
van materiële zaken als auto
en woning. De Rabobank be-,
vestigt de indruk: het gemid
delde inkomen ligt tussen
25.000 en 30.000 gulden pet
jaar. Dat is bruto winst Maar
de vermogenspositie en de toe»
nemende export (nu al wordt
tachtig procent van de totale
Westlandse productie van
bloemen, planten en groenten
uitgevoerd), gekoppeld aan het
geloof dat oplossingen zullen
worden gevonden voor de
energieproblematiek, zorgen
ervoor dat de Westlandse tuin
bouw één van de interessansle
'financieringsobjecten' van het
Nederlandse bedrijfsleven is
en blijft.
Daar durft Ra bobank-direc
teur Uittenbroek 2ijn hand
voor in het vuur te steken. Of,
om het met de woorden van
paprikateler Van der Valk te
zeggen: „Wat er ook gebeurt,
het Westland blijft altijd be
staan". c