Gewenning maakt consument selectief Prof. dr. P. Thoenes: Beweging Club van Rome Mr. J.A.Lam: Detailhandel heeft goede toekomst ill 4, donderdag 12 februari 1881 VD/SC/WW 'De prestatiecultuur gaat gedeeltelijk verdwijnen' Oud-Zuilen/Delft„Vijfentwintig jaar geleden heb ik eens een onderzoek gedaan, naar de vraag of het proletariaat bestond. Uit de gesprekken met oudere werknemers is me altijd bijgebleven, dat deze mensen het gevoel hadden door het noodlot op hun plaats te zijn gezet, ze waren geworpen, hadden er maar te wezen, zonder dat ze daarbij zelf enige keuzemogelijkheid hadden gekregen." „Nu is de kansgrootte voor iedereen enorm toegenomen. Het noodlot is goeddeels verdwenen, mensen kunnen niet meer zo makkelijk 'zo maar' ergens zitten. Eerder gaat nu de regel op, dat je bent wat je er zelf van hebt gemaakt. Voor veel mensen is dat waarschijnlijk een psychische last, zij hadden liever het noodlot opgevoerd.". Aan het woord is prof. dr. P. Thoe nes. Hij werkt bij de vakgroep plan ning en beleid van het sociologisch instituut van de rijksuniversiteit in Utrecht en is een van de schrijvers van het vorig jaar verschenen rap port 'Konsumptieverandering in maatschappelijk perspectief'. „De prestatiecultuur, waarmee we hebben leren leven, is gedeeltelijk aan het verdwijnen", aldus Thoe nes. In de oude vorm van de presta tiecultuur kon je bij mensen tussen de dertig en vijfenaertig jaar mer ken. dat ze druk bezig waren met de planning van hun carrière: pro motie betekende een uitdrukking van waarde, van wat de mens kan presteren. Nu zijn veel mensen be reid het kalmer aan te doen. Dat zie je bijvoorbeeld aan het groeiend aantal half-timers. Het is duidelijk, dat de stijgingslijn voor twee half-ti mers minder groot zal zijn dan de stijging voor een full-timer." „Dat deze trend zich doorzet is on miskenbaar, maar wat het effect er van zal zijn is nog niet voorspelbaar. Er is een groeiende groep, die je kunt rangschikken in de 'cultuur van het genoeg'. De vrouweneman cipatie is daarbij ook een belangrijk punt Een vrouw ontleent haar sta tus niet langer meer aan wat ze be zit, maar aan wat ze doet Dat bete kent een verschuiving uit de pro- duktiemaatschappij." De 'cultuur van het genoeg' is waar schijnlijk een gevolg van de toege nomen welvaart in onze maatschap pij. In het rapport over de consump tieverandering wordt de vraag ge steld, welke kant we op moeten, nu eigenlijk alle wensen zijn verwezen lijkt. Wat gaat er gebeuren, wan neer mensen geen aspiraties meer hebben? Slaat de verveling toe, om uiteindelijk in een 'rijk der saaiheid' te belanden? „Ik geloof dat er in onze maatschap pij nog wel wat ruimte zit, voordat de saaiheid is aangebroken", aldus Thoenes. „Er zijn misschien twee groepen waarvoor het animerende van onze cultuur in gevaar dreigt te de groep, d eigen ogen een redelijke welvaart heeft bereikt, maar bij wie niet al tijd de ontwikkeling, culturele belangstelling en behoefte is meege gaan met de mogelijkheden. Deze mensen hebben in eigen ogen een redelijk niveau van uitgaven, maar ze zijn beland in een 'meer van het zelfde' situatie, die door henzelf of door anderen als saaiheid wordt ge zien." De tweede groep is een groep die niet past in het consumptieverhaal. Het zijn de mensen, die door auto matisering en een teruglopen van de arbeidsmarkt geen werk of geen plezier in het werk hebben, terwijl ze nog wel behoren tot de generatie met het ouderwetse 'arbeidsetos'. Zij worden niet meer door de maat schappij gehonoreerd en hun saai heid ontstaat door de uitzichtloos heid van de situatie. Zij hebben geen gebrek aan middelen, maar een teveel aan vrije tijd. Een gebrek aan impuls leidt tot smaakverlies". „De regering doet haar best om werkloosheid als iets kwaads te zien en ondanks dat erg veel mensen in die situatie zijn beland, draait onze maatschappij nog wonderwel door. Ik denk aat we niet meer zo dol moeten zijn met een prestatiegerich te maatschappij, maar dat we meer toe moeten naar een situatie waarin men er genoeg aan heeft om in be weging te blijven." Zoals in iedere cultuur, zijn er altijd „Gebrek aan impuls leidt tot smaakverlies". groepen die zieh wensen te onder scheiden. De behoefte om anders te zijn dan anderen, kan zich op twee manieren uiten: men kan zoeken naar andere mogelijkheden binnen de eigen cultuur en men kan be wust zoeken naar iets wat geheel buiten de bestaande cultuur valt „De meeste mensen zoeken die on derscheiding liever binnen hun ei gen groepering, omdat ze daarvan de eisen en de spelregels kennen", aldus Thoenes. „Dat zoeken binnen de eigen groep is heel wat makkelij ker dan beginnen op het nulpunt." „Dat mensen toch vaak voor een subcultuur hebben gekozen, komt omdat ze een ondermijnd vertrou wen hebben in de bestaande situa tie. die ze slechts zien als een maat schappelijke noodoplossing. Met name is het interessant, dat een ge deelte van de stedelijke burgerij een industriële cultuur afwijst en op een stuk grasland gaat zitten buiten de stad. De stedelingen vervullen tus sen het proletariaat en de plattelan ders vaak een kraamkamerfunctie, wanneer het gaat om het ontstaan van nieuwe culturen." Een belangrijk aspect bij het ont staan van nieuwe subculturen was ook de Club van Rome. Het alarme rende rapport over het einde van onze welvaart, doordat we de we reld hebben leeggegeten, sloeg in als een bom. „Het is nog niet te over zien wat de gevolgen van de Club van Rome zijn voor onze consump tiemaatschappij", vindt prof. Thoe nes. „In latere rapporten werden de scherpe kantjes er wel wat afge haald. maar daar staat tegenover dat het milieubewustzijn zich nog steeds verder uitbreidt. Het is de vraag wat op langere termijn zwaarder gaat wegen." „Wanneer je de statistieken ziet, blijkt dat er ondanks de Club van Rome voorlopig nog geen neiging is om wat zuiniger te consumeren. Het is natuurlijk best mogelijk, dat dat komt door een 'inhaalperïode' van de zwakkere groepen, die samen met de stijging van het bruto natio naal produkt mee profiteren van de grotere welvaart. Daarnaast zijn er groepen, die best bereid zijn om op een lager, selectief consumptieni veau verder te leven. Daar zijn de biodynamici een voorbeeld van. Er is niet met zekerheid te zeggen of Prof. Dr. P. Thoenes: „Je bent wat je er zelf van hebt gemaakt" deze mensen een voorhoede vormen van een verschijnsel dat zich verder door zal zetten." ..Subculturen vormen misschien een uitweg, wanneer we m de top van onze welvaartsmaatschappij zijn be land en ons mets meer te wensen hebben. Ik acht het niet onmogelijk, dat een nieuwe subcultuur de kant van de agressie uitgaat", aldus Thoenes. „Een uitdaging, hei leve ren van een bepaalde prestatie, blijft noodzaak. Door anderen kan dat worden ervaren als agressie. Er zijn tekenen van subculturen, die agressieve verschijnselen vertonen." In de nota voor de regering wordt ook aandacht besteed aan aan het toenemend aantal een- en tweeper soonshuishoudens in onze maat schappij. Volgens de statistici moet in het jaar 2000 rekening worden gehouden met het feit, dat 59 pro cent van alle huishoudens uit maxi maal twee personen zal bestaan. Dat gegeven heeft belangrijke ge volgen voor de produktie m onze maatschappij. Het betekent, dat er veel meer huishoudens zijn. waar de elementaire uitrusting voor ge maakt en gekocht moet worden. „De een- en tweepersoonshuishou dens vormen een subcultuur, die zich onderscheidt door nieuwe om gangsvormen", aldus Thoenes. „Zij zijn niet meer op zoek naar de ge zinssituatie, De lof van pa en ma is eerder een blaam dan hoopvol en het gezin wordt versneld verlaten. Toch hoeft deze subcultuur met te ontstaan door het afzetten legen het oude. Het kan best zijn, dat de jon geren op zoek zijn naar het eigene en met een voortdurende experi- menteerlust zoeken naar andere so ciale omgangsvormen." „Toch wil ik ook de mogelijkheid met uitsluiten, dat de subcultuur van de kleine huishoudens over tien jaar helemaal over is. Dat er dan wordt geleefd in hele grote gemeen schappen. Dat er bijvoorbeeld een klooster door een groep wordt bezet, om maar eens wat komieks te noe men." Delft „De detailhandel heeft een goede toekomst We hebben een periode achter de rug, waarin de consument kon genieten uit een hoorn des overvloeds. Nu men daar langzaam aan gewend begint te raken, gaat de consument hoe langer hoe selectiever te werk. Het is vergelijkbaar met de televisie: eerst keek iedereen de hele week, nu zijn de kijkers er zo aan gewend dat zij selectiever gebruik van het aparaat maken." Mr. J. A. Lam, secretaris van de sec tie detailhandel van het Koninklijk Nederlands Ondernemersverbond (KNOV), ondersteunt zijn gedach ten met het feit, dat de weidewin- kels weer uit het beeld zijn verdwe nen: „In het begin van de jaren ze ventig kwamen er zogenaamde 'weidewinkels' waar de consument tegen stuntprijzen zijn voedingsmid delen kon halen. Hij moest er wel voor in de auto, op weg naar een plekje buiten de stad, om er te ko men. Deze winkels zijn nu weer goeddeels verdwenen. Kennelijk is er een afwegingsproces geweest bij de consument en zijn dergelijke - winkels afgewezen. Blijkbaar is er nog iets anders dan economie al leen. Daar kwam bij,, dat de consu ment vaak toch ook nog naar ande re winkels moest, om in al zijn be hoeften te voorzien. Alleen wan neer het aanbod werkelijk heel froot is, wil de consument offers rengen en er moeite voor doen om ergens speciaal heen te gaan." „In de voedingssector worden de mensen ook steeds kritischer", aldus mr. Lam. „Je ziet bijvoorbeeld hoe langer hoe meer mensen die weer hun eigen jam gaan maken. De schaalvergroting van de afgelopen jaren heelt geleid tot een smaakver- schraling. Tegenwoordig doet men het liever met wat minder, maar dan wel van een betere kwaliteit Op die vraag reageert uiteraard ook 'de industrie, door betere produkten te gaan leveren tegen een hogere prijs. De mensen gaan uitdrukkelijk kiezen: Iedere dag een koekje bij de koffie uit het grote pak, of eenmaal per week een koekje van de banket bakker." Lssfbaariisid „De detailhandel volgt de maat schappelijke ontwikkelingen op de voet Het is jammer, dat er nog steeds duizenden buurtwinkels per jaar verdwijnen, maar daarvoor ko men buurtcentra tgrug, die een gro ter bestaansrecht hebben. De win-, kei op de hoek is inderdaad erg be- „De weidewinkels zijn geleidelijk weer aan het verdwijnen". langrijk voor het economisch en so ciaal functioneren van een leefge meenschap. Het bevordert de leef baarheid van steden, dorpen en buurten, maar daar staat tegenover' dat het economisch draagvlak van dergelijke winkels erg klein is ge worden. Toch kan de consument nog in zijn eigen buurt in de eerste behoeften voorzien. Wat wordt na gestreefd is een fijnmazig distribu tienet: hoofdwinkelapparaten, on dersteund door buurtvoorzienin gen." „Grote winkelcentra hebben altijd de neiging om nog groter te worden. De detailhandelaar concurreert in een dergelijk centrum niet met de andere winkels naast hem, maar te gen andere winkelcentra. Het be kende voorbeeld daarvan is de schoenenzaak. Die functioneert veel beter wanneer ze met zijn tienen bij elkaar zitten, dan wanneer de zaak alleen is gevestigd. Een groot aan bod is plezierig voor de consument, omdat hij een grote keuze heeft. Blijkbaar is dat argument zo belang rijk, dat een goede omzet wordt ge haald, ondanks het feit dat de schoenzaken onderling concurren ten zijn. Het is de zuigkracht van een bepaald winkelcentrum tegeno ver een ander centrum, dat het functioneren van de detailhandel bepaalt." „Maar de voorzieningen op buurt en wijkniveau hebben in de toe komst ook een goede kans", aldUs mr. Lam. „Milieu en energieproble men veroorzaken een groter be wustzijn voor allerlei zaken bij de consument. Daarbij ia ook het ge mak belangrijk. De grootschalige winkels, die verder weg liggen, heb ben in dat opzicht hun kansen ge had." „De grootschaligheid wordt vervan gen door kleinschaligheid, waar de consument veel meer prijs op stelt. Het is het shop-in-een-shop ver schijnsel. dat hand over hand toe neemt. De consument stelt hoe lan ger hoe meer eisen aan een stuk service, aan bediening, aan onder- nemerskwaiiteiten. Dat vindt men in de gespecialiseerde zaken. Men is best bereid wat meer te betalen voor een goed produkt en een goede service." „Daar komt bij dat de detailhandel hoe langer hoe professioneler wordt in het lokken van de consument. Er worden winkelweekacties of brade- riën georganiseerd met allerlei acti viteiten die de consument doen be sluiten om af te wijken van zijn normale winkelpatroon en naar een. ander centrum te gaan. De handel speelt in op de gevoeligheid van de consument: meer sfeer, recreatie, sociale contacten, kortom het oproe pen van een ouderwetse sfeer. Vooral een braderie is weer een sa menloop van allerlei sociale contac ten, zoals die vroeger in de buurt - winkel plaats vonden. Het is een so ciaal trefpunt, waar informatie wordt uitgewisseld: een beeld dat tegenwoordig goeddeels is verdwe- Automatisering Wat betreft de toekomst, komen de gedachten daarover eigenlijk pas re centelijk op gang. Bij het KNOV is onlangs een werkgroep begonnen, om zich te verdiepen in de gevolgen van de automatisering. „Het is een nog onbekend terrein, wat langza merhand toch wel erg dichtbij be gint te komen", aldus mr. Lam. „Ei genlijk verwacht ik niet zo veel drastische veranderingen in het huidige patroon, hoewel bijvoor- Mr.Lam: „De detailhandel heeft een goede toekomst."" beeld Viditel van grote invloed kan worden voor de omzetten van de postorderbedrijven." „Maar ook de bedrijfsvoering zelf verandert door de invoer van de micro-electronica aanzienlijk. Straks heeft ieder bedrijf zijn eigen computer. Dat is een zaak waar we bijtijds op moeten inspelen, zodat we mensen van advies kunnen die nen. De werkgroep is bezig om in formatie te vergaren, om de noodza kelijke voorlichting te kunnen ge ven." ,,De detailhandel kan bijvoorbeeld ook veel voordeel hebben van de perfecte voorraadbeheersing, die door de computer wordt geregeld. Dingen als omzetsneiheid en ver sheid, kunnen straks door middel van de bedrijfscomputer optimaal worden bijgehouden, terwijl het nu nog erg veel tijd kost om dat soort zaken uit te rekenen." „De kans bestaat, dat ook de consu ment in toenemende mate van de electronica gebruik gaat maken. Misschien is het straks mogelijk, om via de computer in de huiskamer een prijsvergelijking te maken tus sen het boodschappenpakket, dat door verschillende bedrijven op de Viditel wordt aangeboden." „Of dat zin heeft, is wel de vraag. In de praktijk blijkt namelijk steeds meer, dat mensen geen zin meer hebben om massagoederen te consu meren. Dat merk je aan de groeien de omzetten in exotische artikelen, maar ook bij wild, vis en vleessoor ten. Sommige dingen zijn erg ge wild, en de mensen willen daar graag wat meer voor betalen. De be drijven spelen op die consument in. Wat de toekomst betreft zal er zeker geen verschraling of versobering van het aanbod optreden. De men sen letten op kwaliteit, voedings waarde, de energiecomponent en het milieu. Ook bij een totaal van minder uitgaven, blijft er toch een behoefte om te verschillen in beste- dingspatroon: de een koopt een pak koekjes voor de hele week en de an der koopt een keer per week een banketbakkerskoekje. „Een ding is duidelijk: een gediffe rentieerd aanbod in goederen en diensten blijft bestaan. De consu ment let meer op welzijn, en koopt niet zo maar meer aüe nieuwe pro dukten, die op de markt verschij nen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een recent gedaan onderzoek: acht van de tien nieuwe produkten, die op de markt komen, slaan niet bij het pu bliek aan. De mensen worden kiti- scher ten aanzien van het nut van dingen die ze kopen. Zeker nu de> welvaart afneemt groeit de selecti viteit Dat biedt gespecialiseerde be drijven een goede overlevingskans. De consument wil niet in de anonie me massa opgaan".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1981 | | pagina 3