IE
Lyrische Komedie
met opera
Liefdeselixer
Uitstel Salon-
expo verbaast
Schiedam
Met
stip
Pennestreek en de grote stad
WÉ
sMiW^wH
Jan Cox in Kunst
Vioolrecital Arno Bons
k%*rl W.;,
É&mm.wfis* Mm
vrijdag
27 februari T931
VD/8C/WW
Spelen voor
publiek de
grootste
stimulans'
?C'^\ VfcV? 'S' SB
r -
Het duo Arno Bons (viool) en Fransje Dorst (piano).
„Vanuit het gezin en van jongs
af aan ben ik met muziek opge
groeid. Muziek was er altijd. Het
kan haast niet anders als je va
der organist en muziekleraar is.
Muziek is van beslissende in
door Tineke Diepenhorst
vloed geweest op mijn leven tot
nu toe en muziek bepaalde mijn
studiekeuze. Misschien dat je je
zelf tegen andere invloeden die
je van huis uit meekrijgt kunt
verzetten op een gegeven ogen
blik, dat weet ik niet zo. Ik weet
alleen dat ik me niet kon verzet
ten tegen die vanzelfsprekende
invloed en aanwezigheid van
muziek.''
Arno Bons, 21 jaar jong, en leerling
van het Rotterdams conservatori
um, zoekt behoedzaam naar de juis
te woorden. Als jongetje van vier
kreeg hij het eerste muziekonder-
richt van zijn vader, de bekende
Maassluise organist en leraar Koos
Bons. Het was voor hem al even
vanzelfsprekend. Vanavond ver
zorgt hij zijn eerste volledige viool
recital in De Koningshof, samen
met Fransje Dorst, vast begeleidster
van het Rotterdams conservatori
um. Het uit te voeren programma
toont vele facetten van de moeilijke
vioolkunst: een sierlijke sonate van
de achttiende eeuwse Nederlandse
componist Peter Hellendael, het
zangerige eerste deel uit het Dup in
A van Franz Schubert, het deels ca-
pricïeuze, deels serene eerste deel
uit het vioolconcert van Prokofieff,
een elegie voor viool van Stra-
winsky en meerdere werken van
Marius Flothuis, Delvincourt en
Willem Kes. Alles bij elkaar een bij
zonder afwisselend programma dat
hoge eisen stelt zowel aan de violist
als aan de pianiste. Arno Bons heeft
ernaar toegewerkt, zoals dat heet.
Spelen voor publiek is de grootste
stimulans voor de jonge violist.
Wanneer de vraag ter tafel komt
waarom hij voor de viool koos als
favoriet instrument, verklaart Arno
Bons hulpeloos géén idee te hebben
waar die voorkeur vandaan komt.
„Voordat ik zeven jaar oud was
kwam ik met vioolmuziek in aanra
king en sindsdien heb ik altijd ge
weten dat dit voor mij hèt instru
ment was. Dat kwam vanzelf en dat
is zo gebleven. Misschien wordt die
voorkeur mede bepaald door het
feit dat iedere viool van klasse een
handgemaakt instrument is met een
eigen klankkleur, vervaardigd door
de meesterhand van de vioolbou-'
wer. Je raakt vertrouwd met ddt ei
gen, unieke instrument. Hoe het
ook zij, ik heb nooit spijt gehad van
mijn keuze al duurt de ontwikke
ling lang en al weet je niet wat je te
wachten staat als je eraan begint.
Soms ga je ineens en met sprongen
vooruit: in een andere periode gaat
het om onnaspeurlijke redenen in
eens minder hard. Het ligt er ook in
hoge mate aan hoe je wordt opge
leid. Zelf ben ik nooit gedwongt
om te studeren, ik heb vrijheid ge
kend. Doordatje op deze wijze kunt
studeren gaat de spontaniteit niet
verloren en dat is heerlijk werken.
Maar wel dient die spontaniteit al
tijd hand in hand te gaan met het
bewust bezig zijn met muziek en
vanuit je eigen vrijheid zoek je, con
stant en samen met je leraren, naar
de juiste interpretatie".
Pratend over de toekomst zegt Arno
Bons: „Ik realiseer me goed dat er
heel wat voor nodig is om aan de
top te komen. En er komen steeds
meer violisten die steengoed zijn. de
top wordt steeds breder. De top.
daar durf ik nu nog niet aan te den
ken. Ik hoop alleen maar dat. wan
neer ik op" een gegeven ogenblik
m'n brood moet gaan verdienen, ik
dit in orkestverband kan doen. Het
uitvoerend bezig zijn trekt me meer
dan het les geven in muziek. Daar
komt bij dat het spelen met andere
musici voor mij een extra dimensie
aan de muziek geeft. Vooral het uit
voeren van kamermuziek is leer
zaam en geweldig boeiend: je werkt
dan met elkaar naar een gezamen
lijke benadering toe, zonder dirigent
maar wel luisterend naar elkaar. Zo
speel ik eigenlijk het liefste. Een
solo-optreden zoals vanavond vergt
heel veel van je. Spelen in een or
kest of met een kamerensemble is,
in vergelijking daarmee, een vera
deming."
Tekening, Jan Cox.
[Koele woordjes, ongeloof, harde wil en scbamperlach,
'verbazing tot verbijstering, ziedaar de factoren van een
moeilijke museumdiscussie onlangs over de Salon van de
Maassteden in Schiedam. Waarom kon die belangrijke
tentoonstelling niet dit jaar? Omdat Hans Paalman dat
zei en de museumdirecteur hierin gesteund werd door
wethouder Posthoorn. Eo verder vond iedereen dat het
wel kon.
Artiest, exhibitionist, Antwerpenaar,
freewheeler ooit in Cobra en Jeune
Peinture Beige, doctorandus kunstge
schiedenis, liefhebber van Griekse
oudheden. Jan Cox (62) Gerriti
Kouwenaar zou zoveel over hem kun
nen vertellen. En dat doet hij ook, za
terdag 7 maart in de Vlaardingse gale
rie Kunst-K Voor de opening van die
tentoonstelling wordt komende week
de film Ten huize van... Jan Cox' ge
draaid in het filmhuis van Rood
Vlaardingen op het Weeshuisplein.
Jan Cox is een boeiend schilder, teke
naar en graficus en met een expositie
van hem heeft Kunst+ voor de zo
veelste keer een aardige attractie, en
dat in de belachelijk kleine ruimte die
Jos Noordhulzen daar eigenlijk heeft.
De tentoonstelling wordt dezer dagen
ingericht in samenwerking met de
Antwerpse galerij Zwarte Panter.
Wie zich herinnert hoe de
Salon van de Maassteden
vijftien jaar geleden werd
opgezet, weet dat er een
paar maandjes mee gemoeid
waren, wat resulteerde in
een evenement dat een dik
ke maand duurde. In de
nieuwe planning zou het zo
zijn, dat een Salon een jaar
van voorbereidingen nodig
heeft en dan hooguit drie
en heel misschien vier
weekjes blijft. Het heeft de
Schiedamse museumcom
missie verwonderd. Zelfs
Funhouse is zo langzamer
hand kind aan huis in het Zol
dertheater in de Teerstoof. Dat
mag geen wonder heten, want
Rob van Houten c. s. zien altijd
een voile bak voor zich. Ook
vanavond en morgen valt dat
te verwachten, als Funhouse
'Dr Funstein' op de planken
zet De twee voorstellingen in
de Teerstoof, Nieuwstraat 12
in Schiedam, beginnen om ne
gen uur.
Morgenmiddag brengt het
poppentheater van Guido en
Felicia van Deth het program
ma 'De gouden hand'. De kin
dervoorstelling vangt aan om
half drie.
Sharon Landau komt uit de
Festival of Fools, een bewe
ging met absurdistische en
obligate grappen die in 1978 in
Nederland begon. Zij zingt met
een hees stemmetje over per
soonlijke ervaringen en houdt'
er kwiek pianospel op na,
waarmee een zinderend optre
den is gewaarborgd. Op het
Vlaardings podium B'Bwana,
Hoflaan 12, brengt Sharon
Landau zaterdagavond om
tien uur haar programma
'Words and music', een collage
van door de bank genomen
onuitgesproken gedachten en
gevoelens.
Sharon Landau
een kunstenaar ais Sjef
Henderickx, van wie be
kend is dat hij kwaliteitsei
sen stelt, ziet er geen punt
in om de Salon voor dit jaar
nog te regelen. De museale
staf had de expositie dan
ook voor de herfst gepland.
Doch P P schoven een en
ander naar 1982.
Het laatste woord is er nog
niet over gesproken en vol
gende week dinsdag wor
den naar verwachting in ie
der geval andere museum
zaken nog eens doorgelicht
in de raadscommissie voor
vorming en recreatie. Hans
van der Vlist, lid van de
museumcommissie, vraagt
zich af wat het museum dit
jaar eigenlijk te doen heeft,
nu alle interessante exposi
ties van het programma zijn
geschrapt.
Waar een wil is, is een weg,
gaat ook hier op. Daarom
kan gerust de conclusie
worden getrokken, dat
Paalman niet zo happig
meer is op het houden van
een Salon van de Maasste
den. Was dat per slot van
rekening wel het geval ge
weest, dan had Schiedam de
iaren zeventig toch niet Sa
lon-loos doorgebracht.
De Lyrische Komedie zingt over verrukkingen en verschrikkingen van liefde
en verliefdheid.
Neerlands jongste operagezelschap,
de Lyrische Komedie, heeft zich ge
waagd aan een opwindend en tevens
ontroerend werk van de Italiaanse
operaschrijver Gaetano Donizetti.
Een thematiek als vanouds,- de smal
le marges tussen liefde en verliefd
heid, wordt op een geraffineerde
manier uitgewerkt rond de twee
jpersonnages Adina en Nemorino. De
dame is een zelfbewuste pachteres
op het Italiaanse boerenland en de
jongeman is wat schuchter en door
haar gefascineerd. Hij beweegt zich
in de vreemdste kronkels om good
will te kweken en het mag door toe
doen van een wonderlijk liefdese
lixer zijn, dat de twee bijtjes een
bloem vinden. Het elixer werd dan
ook tot titel van de opera: L'elisir
d'amore.
Het is de eerste avondvulle produk-
tie van de Lyrische Komedie, die
zich hierbij speciaal heeft gericht op
kleine theaters en culturele centra
waar de grote operagezelschappen
nooit komen. Onder leiding van diri
gent Hans Rotman komt het bonte
gezelschap dinsdagavond 3 maart in
het Passage theater in Schiedam. De
voorstelling begint om kwart over
achi._
Het zal nog wel even duren voor Pen-i
nestreek zijn eilandenimago is ont
groeid. Wie het maartnummer van dit
blaadje voor zondagsdichters en -
schrijvers in de Rijnmond doorneemt,
ziet poëzie en vluchtig proza van
Voome-Putten, Ijsselmonde en zo
waar de Ijssel- en Lekstreek, maar
grote stadsverhalen, .al dan niet tot in
de punt van de pen beknopt, die kom
ie nergens tegen. Temidden van scri
benten uit Ridderkerk, 'Spijk', Helle-
voetsluit en Oud-Beijerland vinden
wij warempel één zondagsheid van
boven de Waterweg, de Schiedamse
hobbyfilosoof Jan van der Eyk. Maar
kammen wij met die constateringen
Pennestreek nu helemaal af? Nee. De
illusie dat ommuurde stedelingen taal
van zuiverder klank hanteren dan
dorpelingen op de tocht, zet tenslotte
al,niet aan tot grensoverschrijdende
eigenzinnigheid, maar beneemt ons
mentaal expansiemogelijkheden. En
hoewel Maarten 't Hart misschien een
omstreden voorbeeld is als je zoekt
naar schrijvers van wie de landelijke
natuur de oogkleppen deed smelten,
het is uiterst dubieus of een auteur
met stadse fratsen zo over regenwul
pen had willen schrijven. Pennestreek
is kortom een lovenswaardige perio
diek, maar moet nog groeien. Trou
wens, wat zijn dat eigenlijk, groie-
stadsverhalen?
Het gedicht van Van der Eyk is ty
pisch zo'n produkt wat nooit van het
platteland zou kunnen komen. In vijf
versregels levert de Schiedammer zijn
inbreng voor Pennestreek:
Je kan het niet horen,
beluisteren kun je het wei
met gesloten oren
dit klinkende gehtidenspeJ-
de stilte
Waarom komt zoiets nu per definitie
uit een stad als Schiedam? Omdat je
op de akker van een verre boerderij
zo in de stilte zit, dat je daarna geen
behoefte meer hebt om over al die
welluidende rust ook nog eens te
schrijven; en wie in de stad de hele
tijd zit met getoeter, geschreeuw van
fabrieksdoven, belletjes en weet ik
veel wat voor geëmmer nog meer aan
ie hoofd, die worstelt zich wel met be-,
hulp van wat praktische filosofie de
pestherrie uit. En die schrijft dat op.
Pennestreek, nog in zijn eerste jaar
gang met nu het tweede nummer,
heeft een redactie van twaalf eiland
bewoners, is dus veel van plan en wie
het wil volgen via een abonnement,
belle uiteraard niet maar schrijve:
Pennestreek, Vtinderveen 217, Spijke-
Kor Kegel