ÏXÏRA 4 pad niet over rozen Alblasserwaard De bewoners van de woonwagencentra in de West-AIblasser- waard - in Sliedrecht en Alblasserdam - hebben zeer waarschijnlijk nauwelijks of niet gehoord van het door Charles Aznavour gezongen "la mama". Het uit de zestiger jaren daterende chanson zal hun zwervershart dan ook weinig of niet beroerd hebben. Het lied dat vrij vertaald gaat over een zigeunerfamilie, die zich spoedt naar het sterfbed van "la mama", kan echter wel enigszins van toepassing worden verklaard op de be woners van de twee woonwagencentra. Zo blijken de centra bezet te zijn door families, waarvan de leden zich letter lijk en figuurlijk gegroepeerd hebben rond de wagen van de ouders. De fami lieband onder woonwagenbewoners is vrij sterk. mmsm donderdag 5 maart 1981 VD/SC/WW ieltsmeter. De bewoners vinden zoh ding puur discriminatie. Woonwagen bewoners hebben ook zo hun eigen "la mama" Er bestaat echter een hemelsbreed verschil tussen woonwagenbewo ners en zigeuners. Het is dan ook fout deze twee groepen op één hoop te vegen .Trouwens, het zijn ook mensen. Het leven van een woon wagenbewoner heeft zijn romantiek verloren. Zelfs het primaire- het trekken van kamp naar kamp- in hun levensbestaan dreigt te ver dwijnen. Een woonwagenbewoner krijgt steeds meer te maken met wetten en voorschriften. Door de beperking van hun bewegingsvrij heid raken woonwagenbewoners gefrustreerd. Met alle gevolgen van dien. Zij begrijpen de maatschappij niet erg en andersom is er ook wei nig begrip voor de woonwagenbe woner. Een "Ia mama" Gerda, zelf zogenaamd een "burger meisje", is getrouwd met Hendrik- Drikus in het kamp- van der Woerd. Zij staan al zon dertien jaar met hun wagen in Alblasserdam. Eerst op het Klein Industrieterrein en daarna op het thans enkele jaren oude nieuwe woonwagencentrum aan de Staalindustrieweg onder de rook var» Nedstaal en de nieuwe rioolwaterzuiveringsinstallatie. Over een aantal jaren zal daar dan ook nog een verhoogde dijk bij ko men. Vandaar onder meer dat het Minis terie van Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting de gemeente Al blasserdam te verstaan heeft gege ven naar een andere locatie voor hel centrum uit te kijken. De ge meente denkt daarbij aan de Van Hogendorpweg en Vinkenpolder- weg. maar de woonwagenbewoners' zelf geven de voorkeur aan de eer ste locatie. Bij de aanleg van het huidige cen trum is door het Ministerie van CRM- waaronder het woonwagen- beleïd tot zeer recent ressorteerde- het tijdelijk karakter benadrukt Gerda van der Woerd heeft 2ich on gewild in de loop van de jaren opge worpen als "la mama" van de Al- blasserdamse woonwagenbewoners. Dit zal mede ongetijfeld te danken zijn aan het feit dat zij als burger meisje een goede schoolopleiding heeft genoten. Gerda is in net cen trum de aangewezene om, als het nodig is, de gevoelens van de cen trumbewoners te vertolken aan al lerlei instanties. Zo is rij onlangs weer eens in de pen geklommen over de kwestie van de electrici- teitsmeters op het centrum. Daaro ver heeft Gerda brieven geschreven aan onder andere staatssecretaris Brokx en Til Gardeniers. Wat is het gezamenlijk actuele pro bleem? De bewoners zijn verplicht elke dag zes harde guldens in een zogenaamde contrioutiemeter te stoppen om zodoende niet van elec- triciteit verstoken te blijven. Die guldens "vloeien" elke dag weg in de meter, wel of geen stroom ver bruikt. Daarom willen de bewoners een zogenaamde gulden meter heb ben, die stroom levert op comman do. Maar daarnaast houden andere za ken de bewoners van het woonwa gencentrum aan de Staalindustrie- weg bezig. Die boven komen drij ven als we met Gerda en Drikus praten over het leven van een woonwagenbewoner in het alge meen. De tongen komen vooral los als de plaatselijke situatie ter sprake komt. Gerda van der Woerd:Wij willen naar de Van Hogendorpweg en niet naar de VInkenpolderweg. We willen niet opnieuw onder de stank van een verzinken? komen te staan. Maar nu al zijn u c,ij de ge meente bezwaren ingediend tegen een eventueel centrum aan de Van Hogendorpweg." Drikus vult haar aan:" Ze roepen steeds "integreren", niet wij maar de burgers moeien met ons integre ren. We zijn toch wel een slecht volk'" Hij zegt het verzet van de zi geuners die onlangs aan de Belgi sche grens zijn aangehouden te be grijpen. Volgens hem heeft deze groep mensen een registratie-angst overgehouden vanuit de Tweede Wereldoorlog, Drikus fel:" Vroeger mocht je staan bij een vuilnisbelt of in een doodlo pend laantje- Het reizen en trekken hebben ze niet verboden, maar het wordt je echter wel onmogelijk ge maakt. Als ik toch heel mijn leven op één plaats moet blijven staan, dan kan ik beter een woning opzoe ken". Volgens hem doen woonwagenkam pen met slagbomen er voor- er zijn naar zijn zeggen dergelijke kampen in ons land- denken aan het sy steem dat de Duitsers hanteerden in de Tweede Wereldoorlog. Gerda over een practiseh probleem dat het huidige woonwagen beleid ople vert:" Als je nu gaat trekken kom je bij kampen terecht waar ieder rijn eigen schuurtje heeft Dan moet je vragen of je bij iemand naar het toi let mag. Vroeger had je een geza menlijke toilet- en wasgelegenheid." Wielen branden al Grada Spies, familie van de Van der Woerds, merkt op dat de wielen nu "al branden om straks als het voor jaar wordt te gaan trekken. Omdat de woonwagencentra vol staan moet daarbij toevlucht gezocht worden tot campings. Maar dat blijkt ook niet zo gemakkelijk te gaan. Grada Spies:" Als ze horen of merken dat je woonwagenbewoner bent kom ie meestal niet op een camping. We trekken veelal als één familie rond met zon zes caravans. We moeten dan proberen één voor één op een camping zien te komen. Als de cam pingbeheerder er dan alsnog achter komt dat we woonwagenbewoners zijn moeten we vertrekken," Over de situatie na de dijkverzwaring ter plaatse merkt zij op:"Dan kunnen ze beter meteen een hek om het kamp plaatsen. Dan wordt het gelijk een getto". Op het centrum aan de Staalindu strieweg beschikt het mannelijk deel van de bewoners over een werkplaats. Zoals de zaken er thans voor staan zal men het na de ver huizing zonder sloopterrein moeten stellen. Volgens Drikus van der Woerd wil men hen daarmee dwin gen aan de Staalindustrieweg te blij ven. Maar men zou al tevreden zijn met een bescheiden werkplaats. Gerda meent dat het echt inderdaad een rotzooi gaat worden zonder sloopterrein voor de mannen. Zij zegt dat de recente brief schrijverij gestart is met het oog op de komst van het nieuwe centrum. Zij had haar brief over de omstreden con- trïbutiemeter ook gestuurd aan het Overlegorgaan Woonwagencentra Drechtsteden. Gerda was echter niet uitgenodigd toen de brief bin nen het Overlegorgaan ter sprake kwam. Zij concludeert dat wat dat betreft woonwagenbewoners duide lijk gediscrimineerd worden. Keurslijf Op het centrum in Sliedrecht blijkt ook alles niet koek en ei te zijn. Het centrum aan de Beijerinckstraat ia bezet door twee families; Hulters en Kwarten. Frits en Maria Hulters zijn hier de woordvoerders. Frits- van geboorte Hagenaar- is geboren in een woonwagen. Zijn levensge zellin anschouwde het eerste le venslicht in een woonwagen in het Noord Hollandse Schagen. De ko mende zomer wordt het acht jaar dat ze in Sliedrecht staan. Frits en Maria- de laatste een goed ogende donkere- hebben twee schatten van dochters; Katherina en Johanna. Zij zijn een plaatje op zich. Met hun mooie, donkere haar lijken ze eer der op zuidelijke typen, maar hun emotisch zijn net zo ontnuchterend als het Hollandse weer. Frits Hulters stamt uit een rasecht woonwagengeslacht. Zijn verhaal benadrukt nog eens de eerder geda ne constatering, dat het vrije leven van een woonwagenbewoner- voor al het trekken van plaats naar plaats- bijna niet meer blijkt te be staan. Een woonwagenbewoner is in de loop van de jaren ingelijfd in het door Pieter A. Kerkwijk. keurslijf dat "maatschappij" heet De doorsnee woonwagenbewoner heeft er moeite mee, maar een deel heeft zich leren aanpassen. En als ieder maens heeft ook een woonwa genbewoner zo zijn eigen beslom meringen. Het Alblas- serdamse woonwagen centrum dat in opdracht van het Ministerie van Volkshuis vesting naar elders moet verhuizen. Woonwagen bewoners:" Kampen gaan steeds meer op gettoé lijken. "Burger meisje" Gerda van der Woerd is een echte "la mama" voor de bewoners van het Alblasser- damse Centrum. Neem nu Frits. Hoe wonderlijk het ook moge klinken, hij is ruim vier jaar bezig een woning te krijgen in Dordrecht. Frits wil om verschillen de redenen het woonwagenleven vaarwel zeggen. Hij heeft onder an dere uitgerekend dat het leven op een woonwagencentrum duurder is dan in een woning. Zo betaalt hij 140,- per maand aan voorschot voor de levering van electriciteit. Daar komt zestien gulden per week staangeld bij. Het huishoudboekje van Maria vermeldt vier gulden per week voor de afname van water. Maar verwarming is in een woon wagen onontbeerlijk. Dus moet er in de wintermaanden per week zofi zeventig gulden neergeteld worden voor olie. Dit ondanks het feit dat we te maken hebben met een zachte winter. Onderhoud, Het centrum in Sliedrecht wordt bevolkt door elf wagens van de fa milies Kwarten, Hulters, Kroes en Thijssen. Maar die namen 2eggen niet veel, want het is allemaal fami lie van elkaar. Deze familiaire toe stand gold ook al op het centrum aan de Parallelweg. Frits Hulters is van beroep auto-slo per, hetgeen een geliefd beroep is onder het mannelijk deel van de woonwagenbewoners. Maar mo menteel trekt hij van de bijstand, want ondanks herhaalde verzoeken bij de gemeente Sliedrecht om een sloopterrein heeft Frits tot nu toe nul op het rekest gekregen. Frits en Maria- en met hen de me dewoonwagenbewoners- zijn niet te spreken over het onderhoud van het huidige centrum. Frits Hulters:" Onze wagens staan te dicht bij el kaar. Bij het GEB worden we gedis- crimineerd. De afgelopen zomer rijn we zes maanden weg geweest. Toch moesten we over deze periode beta len voor electriciteit. Voorts hebben we klachten over de bestrating en riolering. De schuurtjes bij de wa gens zijn ongeveer drie bij drie me ter. Daarin bevinden zich de w.c., douche en bergruimte. Van de douche zitten de tegeltjes los." Volgens Frits is het verblijf op een woonwagencentrum duur en biedt niet dat gerief, dat men voor het geld dat er voor neer geteld moet worden, mag verwachten. Maria:" Ze zoeken nog steeds een woning voor ons. Ze willen in Den Haag dat woonwagenbewoners naar een wo ning verhuizen. Nou, dat moeten ze dan ook beter waarmaken." School Een andere kwestie betreft de schoolgaande kinderen. Acht kinde ren van het centrum gaan naar de Lelyschool in de Deltalaan. Heen en terug betekent dat zes kilometer. De kinderen worden nu gebracht en gehaald. De onregelmatige schooltij den maken dat er heen en weer ge reden kan blijven worden. Een een- trumbewoner houdt zijn kind thuis, omdat hij over geen vervoer be schikt De integratie met de kinde ren van de burgers is normaal ver lopen. Dochter Katherina kan goed leren. Maria wijst er op dat men vijf kilo meter van het dichtst bijzijnde win kelcentrum zit Vandaar dat bijna voor de gehele week levensmidde len worden ingeslagen. Hebben ze het idee dat woonwagen bewoners nog steeds gediscrimi neerd worden? Frits Hulters:" Nou en of. De meeste mensen kijken op je neer. Je hebt mensen die hier het kamp niet op durven. Als de mensen horen of merken dat je woonwagenbewoner bent, dan schrikken ze. We hebben hier echter Sliedrecht burgerken nissen, waarmee we uitstekend kunnen opschieten."1 Het trekken is toch niet helemaal in het bloed van Frits en Maria afge broken. Zomers trekken ze er graag een aantal maanden op uit in hun caravan. Dan komt het trekken weer boven borrelen in hun bloed. Als ze op pad gaan krijgen de kin deren huiswerk mee van school. Zo is het al drie jaar lang gegaan. Daar bij mag best aangetekend worden dat Katherina ondanks dat is over gegaan, Maria vindt het belangrijk dat de kinderen leren. Zij spoort haar dochters aan hun huiswerk se rieus te maken. Er wordt dan ook de nodige aandacht aan besteed. Terugkomend op het woonwagenle ven zegt Frits:' In een woonwagen mis je van alles. Tegenwoordig zijn de wagens te klein. Een w.c. kan er zelfs niet in. Bij griep of andere ziekte is de w.c. in het schuurtje een bezoeking. Bij nacht en ontij moeten we naar buiten." Hij is ook niet erg te spreken over de openbare ver lichting op het centrum. Binnenkort gaan de bewoners praten over de aanleg van aardgas. Frits Hulters:" Bij de aanleg van het nieuwe cen trum is daarom door ons gevraagd. Toen werd er gezegd dat het te duur was. We hebben toen ook gevraagd om normale electriciteitsmeters. Dat kon ook niet. We kregen zogenaam de guldenmeters. We hebben toen op een gegeven moment geweigerd verder te betalen. Nu wordt het ge bruik geschat en betalen we een voorschot" Maria merkt op dat de kinderen weinig contact hebben met hun leeftijdgenootjes van burger af komst. Frits besluit tenslotte:" Ik heb vier keer gevraagd om een sloopterrein. Ik veronderstel dat Dordrecht meer kans daarop zal bieden. We hebben eerst zelr een sloopterrein aangelegd langs de7 spoordijk, maar dat mocht niet. De gemeente heeft toen' alles laten weg slepen. Met slopen is best een boter ham te verdienen, maar nu moeten we onze hand ophouden bij de so ciale dienst".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1981 | | pagina 4