EXTRA
Veel wensen, weinig geld
,c ce*1""
,.oof 5
Provinciale monumentenzorg:
NaaldwijkHet
Westland heeft vele
werkgroepen,
stichtingen en
verenigingen, die zich
met de historie van het
gebied bezig houden.
Want hoewel de
oprukkende tuinbouw
weinig meer heeft
overgelaten van de
herinneringen uit het
verleden, het gebied
heeft toch een zeer
rijke historische
achtergrond. Het grote
aantal buitenplaatsen
en kastelen, dat er
vroeger is geweest,
spreekt in dat verband
boekdelen.
AI in 1935 werd het
genootschap Oud-
Westland opgericht.
De vereniging, die
thans honderdvijftig
leden telt, houdt
jaarlijks een viertal
lezingen en een
dagtocht, om een en
ander in de praktijk te
bekijken. Zo kwamen
in het afgelopen jaar de
regulieren van 's-
Gravenzande, de
vlieten van Bommeer
en Maasland en kleine
historische
monumenten in het
Westland aan de orde.
Voor het volgend jaar
staan oude munten,
rederijkers, klooster
en buitenplaats van
Sion en de kerk van
Monster op het
programma.
maandag
27 april 1981
VO/SC/WW
imiuimiiiitiiiniiiiiMiiininiimnniuiiiinimiiiiiiiwiMiiiiNiiinmiiiiiiimiiiiiimMMiniiiiMtiiiiMiiiiiiiiimiiniiiiniiiiiMiiiiiiiiMiMMiinuniMMiiiiinwiniiiiiiiuiiiiim^
Den Haag „Het
provinciaal
monumentenbeleid zal
erop gericht moeten zijn
de leefbaarheid te
bevorderen, waarbij
zowel het behoud van het
monument als de
omgeving ervan voorop
staan." Dit is te lezen in
de nota provinciaal
monumentenbeleid, die
eind vorig jaar is
aangenomen. De
doelstellingen van het
provinciaal beleid zijn:
behoud van monumenten en
waardevolle stads- en dorpsge
zichten
verbetering van de kwaliteit
van de woonomgeving in de stad
en op het platteland, verbetering
van de kwaliteit van het leefmi-
lieu in de bebouwde wereld en in
de buitengebieden
vergroting van de belangstelling
van de burgers voor het behoud
van monumenten,
„De gebouwde omgeving is niet
alleen een product van menselijke
activiteiten, maar zij beïnvloedt
op haar beurt weer de mens; er is
een zekere wisselwerking tussen
mens en leefmilieu. Daarnaast
hebben monumenten een kunst
historisch en architectonisch be
lang, en spelen ze een rol bij de
recreatie en het toerisme. Het wo
nen in oude binnensteden en in
karakteristieke dorpen heeft een
grote aantrekkingskracht. Blijk
baar schrikt in de nieuwbouw het
eentonige, massale ontbreken van
een menselijke maat de burger af.
Het behoud van stads- en dorps-
delen met een karakteristiek his
torisch milieu moet daarom zo
veel mogelijk worden bevorderd.
De taak van de provincie in dit
behoud is een aanvullende: naast
rijk en gemeente heeft ook de
provincie een verantwoordelijk
heid voor het behoud van ons be
zit".
Behalve ambitieuze plannen, con
stateert het provinciaal bestuur in
de nota tevens, dat er voor uitvoe
ring van een provinciaal beleid ei
genlijk amper middelen beschik
baar zijn. Het is nog niet haalbaar
om een provinciale monumenten
lijst op te stellen, vanwege de res
tauratie- of onderhoudssubsidiere-
geling, die daaraan gekoppeld zou
moeten worden. Tegelijkertijd
wordt opgemerkt, dat in het subi-
diebeleid geen categoriën monu
menten worden uitgesloten.
Volgens de provincie moet het
monumentenbehoud ook worden
gekoppeld aan rehabilitatie en
stadsvernieuwingsactiviteiten.
Waardevolle milieus en elemen
ten dienen behouden te blijven
voor het stadseigene.
Het aantal restauraties dat jaar
lijks in de provincie plaats vindt
en de middelen die voor restaura
tiesubsidies beschikbaar zijn
dwingen de provincie echter om
selectief te werk te gaan. Evenals
in andere provincies is men onte
vreden over het tot nu toe gevoer
de koppelsysteem bij het verlenen
van subsidies. Door ontkoppeling
is de provincie vrij om objecten
voor subsidie aan te wijzen of af
te keuren. Voorts zijn overheid
sinstellingen, makelaars, bv's en
nv's van subsidies uitgesloten. Er
is geen inkomensgrens getrokken
bij de subsidie-aanvragers, want
de provincie acht het niet haar
taak om op die manier mee te
werken aan een inkomensnivelle
ring. De provincie stimuleert de
monuentenzorg ook indirect door
subsidiëring van de monumenten,
wacht.
Het oude monumentenbeleid van
de provincie heeft een stuwmeer
aan aanvragers opgeleverd tot een
bedrag van 14 miljoen gulden.
Van die achterstand is inmiddels
vier miljoen al weer weggewerkt,
zodat uiteindelijk nog een tekort
van 10 miljoen resteert. Vanaf 1
januari dit jaar moet het stuw-
meer in drie jaar tijd worden af
gebouwd. Een nota boordevol
plannen lijkt tamelijk nutteloos in
een tijd waarin de provincie Zuid-
Holland mede door de ernstige fi
nancieringsproblemen uiterst zui
nig moet worden.
lumiimimiiiinimiiminifiiuiniumiiiiiimiiMiiiiiiumiiiMuiiiiijiiniiuiiiuiinmisuniMniiumniiiiiumuiiiimi^
In het Westland is ook de al-
deling Den Haag en omstreken
van de Archeologische werk
gemeenschap voor Nederland
(AWJi) werkzaam. Deze groep
werkt niet alleen in de con
sumptieve sfeer -lezingen en
bezoeken- maar ook in de pro
ductieve: er worden opgravin
gen gedaan.
De stichting tuinbouwhistorie
heelt twee andere doelstellin
gen: de eerste is het realiseren
van een tuin, die de ontwikke
ling van het tuinbouwbedrijf
van 1650 tot 1950 laat zien, de
andere is het tuinbouwmu-
seum aan de Middelbroekweg
in Naaldwijk. De tuin zou ge
realiseerd moeten worden aan
de Hertenlaan in Honselers-
dijk. In 1984 wordt daarover
een definitieve beslising geno
men. De initiatiefnememers
verwachten, dat er ongeveer
twee hectaren grond nodig
zijn. Behalve voor de stich-
tingskosten zal ook een oplos
sing moeten worden gezocht
voor de exploitatietekorten
van een dergelijke museum-
tuin.
Het Westland heeft
een rijke historie'
Het tuinbouwmuseum zit nu
nog in hoeve Cruisbroeck aan
de Middelweg. Beneden heeft
het gebouw een multifunctio
neel karakter gekregen: een
ontvangstruimte, een exposi
tieruimte en een werkplaats.
Boven is een depot en een ar
chief gevestigd. Het is de be
doeling dat museumtuin en
tuinouwmuseum in de toe
komst op een plaats worden
gevestigd.
Buiten de stichting tuinbouw
historie, het genootschap Oud-
Westland en de archeologische
werkgemeenschap Nederland
telt het Westland ook nog elf
plaatselijke historische werk
groepen. In de werkgroepen
komen allerlei streek- of
plaatsgebonden onderwerpen
aan de orde. Daarbuiten be
staan studiegroepen, die uit de
werkgroepen zijn samenge
steld. De studiegroepen wer
ken interlokaal, en hebben
een bepaald onderwerp tot stu
dieobject, zoals bijvoorbeeld
boerderijen, kerkarchieven of
geologie. Onder leiding van
een coördinator worden de re
sultaten van de studiegroepen
bekeken, de onderwerpen uit-
gezoch en een werkplanning
gemaakt.
Al deze groeperingen tezamen
zijn verenigd in de Stichting
Westlands centrum voor
streekhistorie. „We hadden al
lemaal grote behoefte aan
ruimte", vertelt M. C. M. van
Adrichem, secretaris van het
Historisch Genootschap West
land. „Aanvankelijk werd ge
dacht aan het oude raadhuis
van Naaldwijk, maar daarin
werd de Westlandraad geves
tigd. Toen, na de voltooiing
van het nieuwe stadhuis, de
pastorie in Naaldwijk vrij
kwam, hébben we die om niet
van de gemeente kunnen hu
ren."
„Hoe het in 1982 verder moet,
is nu nog niet duidelijk", aldus
Van Adrichem. „Dan loopt het
huurcontract tussen de ge
meente en de kerkvoogdij af.
Of wij dan nog hier kunnen
blijven, is de vraag."
„De bedoeling van het West
lands centrum voor de streek
historie is niet, om een mu
seum te maken, maar om een
plaats te hebben waar de stu
die over ons verleden kan
worden bevorderd en gekana
liseerd. Nu sinds kort alle
U. C. M. van
Adrichem:
Weinig over
van rijke
historie...
Westlandse gemeenten subsi
die verlenen aan het Centrum
voor de streekhistorie, is onze
eerste wens ook een weten
schappelijk medewerker. Maar
we zijn een nieuwe loot aan de
stam, en in deze tijd van inle
veren valt het niet mee om
meer subsidie te krijgen, dat
zijn we ons heel goed bewust",
aldus Van Adrichem.
In het centrum worden ver
schillende cursussen gehouden.
Zo is er een cursus streekhisto
rie, die ingaat op de algemene
historie, en een vervolgcursus,
die handelt over een aantal as
pecten van de eerste. Ook voor
archeologie en oud schrift
worden twee cursussen gege
ven. Van Adrichem: „De afge
lopen winter hebben vijftig
mensen aan de cursussen deel
genomen. Dat is het maximum,
want we hebben niet meer
plaats."
„Behalve een commissie, die
deze cursussen organiseert,
heeft het centrum ook nog
commissies voor historische en
ruimtelijke ordening, een re
dactiecommissie die het maan
delijkse informatiebulletin
verzorgt en een commissie, die
en losbladige streekgeschiede
nis wil uitgeven. Het voordeel
van een losbladig systeem met
een multiband is, dat je er la
ter allerlei dingen nog tussen
kunt stoppen of dingen kunt
vervangen."
Tentoonstelling
„In het centrum voor de
streekhistorie worden ook al
lerlei tentoonstellingen gehou
den. Vorig jaar hebben we op
een tentoonstelling, die tijdens
de braderie werd gehouden,
meer dan tweeduizend bezoe
kers gehad. Die expositie ging
over de historische gebouwen
in en rond Naaldwijk. Maar we
hebben ook twee tentoonstel
lingen gehad over de buiten
plaatsen Endeldijk en Suyd-
wind. We zijn nu bezig met
poldermolens, en in juni hopen
we samen met de jeugd een
expositie in te richten 'over pij-
pekoppen. Er blijken onder de
jongeren veel verwoede verza
melaars van pijpekoppen te zit
ten."
,-In augustus brengen we tij
dens de jaarlijkse braderie een
tentoonstelling over de bejaar
denverzorging in de Nederhof
vanaf 1421. Verder hebben we
nog plannen voor een expositie
over de Westlander (de schui
ten waarmee vroeger naar de
veiling werd gevaren) en over
Sinterklaas, kerst en nieuwjaar
in vroeger dagen".
„Er moet behoorlijk wat ener
gie in worden gestoken door
alle vrijwilligers, om al het
werk te verzetten", vertelt
Van Adrichem. „De meeste
mensen hebben gezinnen, en
dat brengt beperkingen met
zich mee. We hebben een paar
arbeidsongeschikten, die hier
allerlei werk verzetten, en
daar zijn we erg blij mee. Er
moet erg veel eenvoudig werk
gebeuren, wat iedereen kan,
zoals dingen opplakken of op
maat snijden. Wanneer dat
werk door vrijwiligers wordt
gedaan, kunnen gekwalificeer
de krachten zich weer meer
met het wetenschappelijk on
derzoek bezig houden".
„Er is hier met veel tijd en
energie nog een hele hoop te
bereiken. Het werk is niet al
leen figuurlijk adembene
mend, je moet ook zorgen dat
het dat niet letterlijk wordt.
Met meer geld zouden we na
tuurlijk nog veel meer kunnen
doen, we hebben nog wel
wensen, maar voorlopig zij we
al heel blij dat we een ruimte
hebben om te werken."
Weinig over
„Van de historie van het West
land is nog maar weinig over.
Van de zesenvijftig kastelen in
onze omgeving bestaat er nog
maar één: het Binnenhof in
Den Haag. Andere hele grote
waren bijvoorbeeld Huis ten
Dorp en Keenenburg. Van de
buitenplaatsen is nog iets meer
overgebleven: Onderdijk, Stel
lendijk, Alsemgeest, Vlugten-
burg en Vreeburg zijn nog te
rug te vinden in huizen, boer
derijen of brokstukken.
Alleen de oude kerken zijn ei
genlijk goed bewaard geble
ven, behalve die van 's-Gra-
venzande, waar het instorten
van de toren het einde van de
kerk betekende. Maar Naald
wijk, De Lier, Monster,-Maas
land, Loosduinen en Waterin
gen hebben toch nog goed
bewaard gebleven kerken of
torens."
„Ook de bedijkingen in het
Westland vormen mer en daar
nog een fraai patroon. Zo ligt
er bijvoorbeeld een heel mooi
stukje langs de Galgeweg, dat
maar door heel weinig mensen
als zodanig wordt herkend."
„Via fiets- en wandeltochten
proberen we de mensen op de
feiten te drukken, maar eigen
lijk heb je daar een streek-
VVV voor nodig. Botanisch is
er in het Westland op sommige
plaatsen nog best wat te zien,
zoals oude moerbeibomen, ei
ken en beuken. Er zijn ook
nog vele kleine monumentjes
zoals hoogbruggetjes en kwa
keitjes, en restanten van drui
ven- en abrikozenmuren.
Wanneer we tevreden zijn met
de kleine dingen die we nog
over hebben, is er heel wat te
genieten in het Westland".