STADTSTBEÉf
mm
mm
Wie wil voor Ja jomijntje zorgen?
BRIEVEN
iii mm
Binnenkort tweede rattenvanger in functie
'Outcasts' in 1700
Westland erg
moeilijk te
controleren
Afgegeven
spullen
foch
gestolen
vrijdafl
17 juli 1981
VD/SC/WW
De muskusrat,
een blij ver
in Delfland
m ledereen die een muskusrat waarneemt, Is verplicht dit te melden bij gemeente of hoogheemraad
schap. Een ingeleverde rat geeft recht op een premie van vijf gulden.
De muskusrat, gevreesd ondermijner van oevers en ka
den, heeft vaste voet gezet in Delfland. Nadat ruim een
jaar geleden het eerste rattengezin bij Kethel onscha
delijk werd gemaakt, heeft het uit de kluiten gewassen
knaagdier zich nu over vrijwel het hele gebied ver
spreid. Inmiddels zijn 23 exemplaren gevangen en de
betrokken instanties maken zich geen illusies dat het
de laatste waren. Integendeel, men is het er over eens
dat de muskusrat moet worden beschouwd als een blij
vertje.
Nadat in de eerste helft van
1381 slechts vijf ratten, en alle
nog op trek, werden terugge
floten uit het lage polder
land, is er nog geen sprake
van een alarmerende situa
tie. Maar reden tot gerust
heid is er evenmin; in onder
ling overleg besloten het
hoogheemraadschap Delf
land en de provincie per 1
september een tweede rat
tenvanger aan te stellen.
De mening van beide over
heidsinstellingen wijkt wei
nig af van de man in het
veld: rijksrattenvanger
Gerrit Schut (33) uit Noot
dorp- «Met de huidige met
hoden lukt het nooit de mus
kusrat hier helemaal weg te
krijgen. Door een intensieve
bestrijding kunnen we hem
alleen op een aanvaardbaar
niveau brengen. En vanwege
de kwetsbaarheid van het
gebied ligt die norm erg
laag", vertelt hij.
De vanger viel vorig jaar
met de neus in de boter. Am
per een week na zijn over
plaatsing uit het Rijnland,
kon hij al duidelijk maken
dat de Delflandse ratten-
vrees gegrond was. In de
Oostabtspolder bij Kethel re
kende hij vier muskusratten
Nog dezelfde maand kwamen
er twee bij, nu al aanzienlijk
dichter bij Delft. Eén werd ge
vangen in de Kerkpolder en
de ander liet het leven in een
klem bij de Haagse ijsbaan De
Uithof. Omdat het niet alleen
om de gevreesde verkenners
ging maar ook om gezinnen,
kan worden geconcludeerd dat
de dieren zich al sinds de
voorafgaande winter in het ge
bied ophielden.
De vangsten gingen In gestaag
tempo door en vormen inmid
dels een vrijwel gesloten cirkel
om Delfland. Bij Rotterdam,
Maassluis, Hoek van Holland
door Leen Preesman
werden muskusratten onscha
delijk gemaakt Wellicht daar
gearriveerd via Nieuwe Maas
en Nieuwe Waterweg die, vol
gens vanger Schut, een ideale
trekroute vormen. Ze doken
op in Monster en 's-Graven-
zande. In Pijnacker werd een
reislustige rat in de tuin van
de pastoor doodgeslagen.
De vangsten komen aardig
overeen met het versprei
dingspatroon van de rat in de
omliggende gebieden. Al ge
ruime tijd is de soort royaal
vertegenwoordigd in de Hoek-
sche Waard en op Overflak-
kee. De Vijfheerenlanden in
het oosten herbergen eveneens
een gezond muskusrattenbe-
stand, dat een bron van ver
spreiding kan zijn. En sinds
een goed jaar is ook in het
noorden waakzaamheid gebo
den, omdat het knaagdier via
de IJ ssel meerpolders razend
snel Noord-Holland gekoloni
seerd heeft
Een concentratie bij De Uithof
zou door noordelijke migran
ten gesticht kunnen zijn. Maar
Gerrit Schut wil zijn hand
daarvoor niet in het vuur ste
ken. „Ze kunnen overal van
daan komen. Vooral de trek
kende mannetjes, die in het
vooijaar nieuwe leefgebieden
zoeken, kunnen dan wel veer
tig kilometer afleggen. Daar
om is hun optreden ook zo
moeilijk te voorspellen", legt
hij uit.
Dat de muskusrat bijna Ietter-
lijk overal kan opduiken
maakt de taak van de vanger
niet gemakkelijker. Niet al
leen in het polderland voelt hij
zich uitstekend thuis, maar hij
gedijt ook prima in de binnen
stad. In eike watergang kan
hij zich ophouden, of het nu
een slootje is van een meter
breed of een druk gebruikt
vaarwater. De aanwezigheid
van waterplanten is voor de
vegetarische knager niet eens
voorwaarde; vrijwel elke
plant, inclusief een reeks land
en tuinbouwgewassen, staat op
zijn menulijst. „Ze lusten alles,
van gras tot chrysanten", aldus
Gerrit Schut.
De noodzaak elk watertje
hoe weinig ogenschijnlijk
ookonder controle te hou
den, verplicht de vanger tot
een periodieke inspectie van
het hele Delfland. Geen klei
nigheid wanneer men bedenkt
dat het 41.000 hectare grote ge
bied al 675 kilometer boezem
watergang telt en een veel
voud daarvan aan poldersloot
jes. Volgens Schut, die ook
Schieland (20.000 hectare) on
der zijn hoede heeft, is hij on
der de huidige omstandighe
den niet in staat jaarlijks rond
te komen. Dat ondanks de da
gen dat hij 35 kilometer per
dag aflegt en zijn intensieve
contacten met buitenmensen
als jachtopzieners, vissers en
personeel van de hoogheem
raadschappen. De rijksratten
vanger is daarom een warm
voorstander van een assistent
in Delfland. „Dan zijn we ten
minste in staat jaarlijks in elke
polder steekproeven te nemen
en hoeven we geen onaange
name verrassingen te ver
wachten", zegt hij.
Slootoevers
Tot nu toe zijn in Delfland,
met zijn smalle kwetsbare ka
den en een ligging die varieert
van veertig centimeter tot
ruim zes meter onder NAP,
geen graverijen aan waterke
ringen geconstateerd; voor de
aanleg van hun holen richtten
de muskusratten —elk dier
kan jaarlijks een kubieke me
ter grond verzettenzich op
slootoevers. Maar ook dat is
gevaarlijk: door een plotseling
inzakkend maaiveld kunnen
tractoren kantelen en het vee
poten breken.Tot twaalf meter
uit de oever zijn verzakkingen
geconstateerd.
De glazen stad van het West-
land blijkt overigens het groot
ste probleemgebied voor van
ger Schut te zijn. „Daar is vrij
wel niet te werken", zegt hij.
„Afgezien van de onoverzich
telijkheid van het geheel is er
nauwelijks ruimte om langs de
kassen te lopen en zijn veel
slootjes met hekken afgesloten,
zodat ook controle per boot erg
moeilijk is. En dat terwijl het
gebied vol prachtige muskus-
rattenslootjes ligt".
Het laten uitkijken door de
tuinders zelf is, volgens Schut,
de enige doeltreffende manier
om eventuele ratten in de gla
zen stad te localiseren. „Wan
neer ze plotseling gaten in de
oevers of in de kassen ontdek
ken is het tijd om mij te waar
schuwen", zegt hij.
Egels
Een niet onbelangrijk deel van
het werk van de rattenvanger
bestaat trouwens uit het na
trekken van meldingen. Jaar
lijks komen er honderden tele
foontjes binnen, waarvan er
slechts enkele daadwerkelijk
betrekking blijken te hebben
op muskusratten. „Soms zijn
het egels en in de meeste ge
vallen gaat het om de kleinere
bruine ratten en zwarte woel
ratten, die ook holen graven.
De doorsnee van hun gangen
is echter veel kleiner dan het
hol van de muskusrat. Dat zijn
gewoon konijneholen", laat hij
weten.
De woning van de muskusrat,
waarvan de ingang onder de
waterlijn ligt, is ook te her
kennen aan het eetplaatsje in
de directe omgeving: een plek
aan het water met de resten
van de door het dier opgevre
ten planten. In veel gevallen
staat de eethoek van de mus
kusrat in verbinding met een
paadje de oever op, waarlangs
het dier zijn voedsel aanvoert.
Schut gaat elke melding na.
„Door de ernst van de zaak
kun je er niet één negeren",
redeneert hij.
Gok de provincie maakt zich
weinig illusies over het uit
roeien van de gravende kna
ger, van oorsprong een Ameri
kaan die begin deze eeuw door
een bontgierige Tsjechische
vorst naar Europa werd ge
haald. „Wanneer de bestrij
ding niet krachtiger wordt
aangepakt, zal heel Zuid-Hol
land binnen enkele jaren met
muskusratten zijn besmet",
voorspellen gedeputeerde sta
ten in een nota. Ze vinden dat
vooral moet worden aangepakt
in Delfland, Rijnland en
Schieland en de Krimpener-
waard, die gekenmerkt wor
den door kwetsbare smalle
polder- en boezemkaden. Om
de rattenpopulatie daar tot het
uiterste te kunnen beperken,
rekenen ze vijf nieuwe van
gers nodig te hebben. Eén is
toegedacht aan Delfland.
Een nadere uitwerking van
een inventarisatie van de
kwetsbare waterkeringen,
moet duidelijk aanwijzen waar
zich de zwakke plekken be
vinden waardoor de ratten-
controles gerichter kunnen
worden uitgevoerd. In tegen
stelling tot bijvoorbeeld het
hoogheemraadschap Schieland
is men bij Delfland overigens
niet van plan een overzicht op
te stellen van plaatsen waar de
muskusrat extra veel schade
zou kunnen aanrichten. „We
gaan er in principe van uit dat
alle waterkeringen in ons ge
bied kwetsbaar zijn", laat een
woordvoerder desgevraagd
weten.
In de jaren negentig van de zeventiende eeuw raakte de
Maassluise scheepsbouwer Willem Jansz. van Damme aan la
ger wal. Hij kwam zonder werk en verdiende de kost met
bedelen. Samen met zijn vrouw Jacomijntje van Leeuwen en
vijf kinderen trok hij van stad naar stad, zonder een vaste
verblijfplaats. Voor zover bekend woonde hij kortere of lan
gere tijd in Maassluis, Rotterdam, Leiden en Amsterdam.
Of Van Dammes inkomsten
niet toereikend waren of dat
hij het gezag wilde tarten,
wordt niet duidelijk, maar in
1698 en 1699 begon hij met
stelen. Met ziin zwager Dirk
Jansz. Ruitenburgh, alias De
Cromme, trok Van Dam me
erop nlt Hun werkterrein
lag bijna altijd in Maassluis,
waar vooral de schout het
moest ontgelden. Het duo
klom tot tweemaal toe over
een muur om het huis bin
nen te dringen. Zij gingen
daarbij nooit verder dan het
eerste het beste vertrek,
waaruit zij kleding en ser
viesgoed wegnamen. De lad
der, nodig om over de muur
te klimmen, hadden ze op
straat gevonden.
Wastobbe
De tweede keer dat ze de
schout bezochten namen ze
zelfs linnengoed mee dat in
een tobbe stond te weken. De
kaarsenmaker, die zijn
jchuurtje niet had afgesloten,
ntdekte dat er een half vat
kaarsvet verdwenen was.
Ruitenburgh, wiens beroep
lazenmaker was, leende van
timmerman of metselaar
jj ladder om bij procureur
br
as tobbe met linnen stond
ert in te breken. De
appert
„stobbe
oor het grijpen. Verder na-
en re nog de daagse van
et jongste kind, een paar
mderschoenen met zilveren
espen en wat huishoudelijke
rtikelen mee.
p een morgen miste Leen-
ert van der Cade vier of vijf
nnetjeu haring uit ziin pak-
uï5. Isak van Besoijen
boot er twee tonnetjes ge-
ten zalm bij in. De dieven
verkochten er één en hiel
den de andere voor eigen ge
bruik. Slechts eenmaal ver
trokken de heren met twin
tig gulden. Ze pakten het
geld weg uit het kantoor van
Lambert van de Hout. Toen
ze na een week of drie op
nieuw een poging waagden,
door Albert Brouwer en
Ingena Vellekcop
stootten ze hun neus, want
Van de Hout had 'dieffysers'
voor de ramen laten maken.
Tenslotte kreeg ook de
schout van Schipluiden een
beurt Beddegoed en wat tin
nen huisraad vormden de
buit Ruitenburgh verkocht
de spullen in Leiden, waar
van Van Damme zeven gul
den ontving als aandeeL
Schavot
Korte tijd later werd Van
Damme opgepakt en in Delft
opgesloten. Hier vond ook zijn
veroordeling en berechting
plaats, omdat Maassluis wat
betreft de rechtspraak onder
Delft ressorteerde. Van Dam
me bekende het merendeel
van de diefstallen waarvan hij
werd beschuldigd. Van ver
dwenen linnengoed uit het
Maassluise weeshuis wist hij
echter niets. De gestolen goe
deren waren verkocht ir« Am
sterdam, aan „de wijven die
aldaer op de Luisemart ende
de bruggens sitten".
De dief werd op het schavot
voor het Delftse stadhuis gege-
•Het stadhuis te Delft, waar Van Damme werd gegeseld en gebrandmerkt
seld en gebrandmerkt. De
geelste verbanning uit Holland
en Westfriesland .gedurende
een periode van dertig jaar
brachten de rechters terug tot
vierentwintig jaar. Binnen 48
uur moest Van Damme dit ge
bied verlaten hebben. De aard
van de diefstallen in aanmer
king genomen, is dit naar de
huidige maatstaven gerekend,
wel een zeer zware straf ge
weest
Naar Indië
De 37-jarige Van Damme ver
trok begin 1700 naar Oost-In-
dïë. Zijn' vrouw en kinderen
bleven in grote armoede ach
ter en wat erger was:' waar
möesten ze heen? Aangezien
ze geen vaste woonplaats had
den. was noch Rotterdam,
nocK Maassluis dit gezin, dat
„waerlick arm en van geen
vermogen schijnt" op te ne
men. -=<-
Rotterdam schreef dat het ge
zin Van Damme uit Maassluis
afkomstig was. en daar dus on
derhouden moest worden.
Maassluis antwoordde dat ze
ker één van de kinderen in
Rotterdam geboren werd;
ruim een jaar geleden had de
familie Maassluis verlaten,
deze plaats achtt^zich zodoen
de niet onderhoudsplichtig. Op
18 juni 1700 vaardigden de
vroede vaderen van Maassluis
het verbod uit om Jacomijntje
van Leeuwen met haar kinde
ren onderdak te verlenen. -
Het is niet bekend waar ze
heenging. Misschien zoekt ze
nog steeds!
Opbouwwerk
Begin 1980 kon in Schtadam-
Oost eindelijk een opbouw-
werker aangesteld worden
voor 20 uren per week. Toen
dit gebeurd was begon de
opbouwwerker bijzonder en
thousiast. Al snel stuitte hij
op zoveel problemen en aan
dachtspunten in de wijk dal
hij 60 uren per week draaide
Het gevolg was dan ook dat
hij medio 1980 op moest
houden met zijn werkzaam
heden, omdat hij overspan,
nen was geworden.
Met het opvullen van de baan
die vrijgekomen was, toen de
opbouwwerker ontslag had
genomen, moesten we maar
even wachten; In 1980 zou
een opbouwwerker aange
steld kunnen worden met een
volledige dagtaak. En inder
daad, eind 1980 had de ge
meente geld vrijgemaakt
voor toevoeging van twee op
bouwwerkers in de oude wij
ken. Oe wijken Zuid en Oost
kregen een opbouwwerker
voor 20 uur per week.
De advertenties werden ge
plaatst en de sollicitatiepro
cedures konden beginnen.
Op basis van sollicitatiebrie
ven en -gesprekken wist de
wijkoverleggroep Oost aan
het eind van april 1981 een
geschikte kandidaat ui! te
kiezen. Deïe kandidaat-op
bouwwerker werd voorgedra
gen aan de stichting Schie
dams werkgeversinstituut ten
behoeve van het opbouw
werk, die geen bezwaar had.
De kandidaat bleek te vol
doen aan de vereiste oplei
ding en bleek, na onderzoek,
goed gezond. Men haastte
zich in Oost met zijn nieuwe
opbouwwerker naar het
stadskantoor voor de laatste
handtekeningen. Dit was
maar een formaliteit: de ge
meente wilde slechts contro
leren of er aan de opleidings-
en CAO-voorwaarden en der
gelijke voldaan was. Op het
stadskantoor pakte dit echter
heel anders uit. Daar kregen
we te horen dat er geen uit
breiding van het aantal be
staande plaatsen voor het
opbouwwerk is te verwach
ten, omdat Gedeputeerde
Staten de gemeentelijke be
groting voor 1961 niet had
goedgekeurd. Alle moeite,
alle gesprekken, alle ver
wachtingen voor niets? Na
enig onderzoek bleek dat
Gedeputeerde Staten de be
groting van de gemeente
Schiedam niet had goedge
keurd, omdat de gemeente
Schiedam haar jaarrekenin
gen vanaf 1976 niet had in
geleverd!
De wijken Oost, Zuid en Cen
trum zijn ernstig gedupeerd.
Hef wordt hoog tijd dat ie
mand zich In deze wijken be
roepshalve kan gaan bezig
houden met de verbetering
van het leefklimaat en met de
ondersteuning van bewo-
nersgroepen. In Oost moet
de stadsvernieuwing nog van
de grond komen. De bewo
ners moeten daarbij hun be
langen zo goed mogelijk kun
nen behartigen. Om de be
woners hierbij te helpen is
een opbouwwerker noodza
kelijk; de bewoners moeten
worden georganiseerd en dj
moeten voldoende informatie
hebben. De bewoners heb
ben echter de hele dag hard
gewerkt en zijn niet allemaal
even goed op de hoogte van
zaken die in het stadsver
nieuwingsgebied een rol spe
len. Er moet dan ook iemand
komen, die zich hier de hele
dag mee bezig kan houden.
De gemeente moet ervoor
zorgen dat de toegezegde
opbouwwerkers op zeer kor
te termijn ook echt aan de
slag kunnen. Per slot van re-
kaning zitten we nu weer in
de oude situatie, omdat de
gemeente zijn zaakjes niet
voor elkaar had. Dit is dan
ook weer een reden, waarom
er in de oude wijken werkers
moeten komen, die de belan
gen van de bewoners mee
helpen verdedigen.
Namens het
Wijkoverleg
Schledam-Oost
Aad Verbeek
Schiedam Een zwemmer in
bad Groenoord trok een bij
zonder beteuterd gezicht toen
hij zich met zijn nummertje by
de balie meldde om de in be
waring gegeven spullen weer
op te halen. „Alle* was al op-
fehaald," werd de 29-jarig©
chiedammer E. C. van de S.
verteld. De politie vermoedt
nu dat iemand met een zelfde
nummertje de waardevolle
spullen van S. heeft afgehaald
en daardoor in het bezit ia van
een horloge, een portemonnee
met dertien gulaen, een bos
sleutels en een giropas. Men
stelt een onderzoek in.