ilOTTËRDAM 21 Illusionist Hans van der Plas laat poort marinierskazerne herleven 1 mm De ondergrondse tram ofwel het lijntje van Linthorst'' Rotterdams Nieuwsblad vrijdag SZ/ RV/R YV RW7 RS 30 apni 1932 Zes dia's die de visie van Hans van der Plas op de plaatsing van het poortje vertolken. Geheel linkshet dichte luik dat gaandeweg openbreekt. „De natuur wint j het altijd van de mensheid". Rotterdam Hij houdt ervan de mensen op een intelligente manier voor de gek te houden. Noemt zichzelf een illusionist. Kunstcriticus Dolf Welling heeft zijn werk eens j omschreven als 'schilderijen die je niet kunt zien. Van der Plas verstaat de kunst om zijn schilderijen uit de verf te halen, zijn middelen te ontstoffelijken'. Opvallend genoeg noemt Welling ook de 'onverwachts speelse manieren die Van der Plas hanteert om een op lossing te vinden voor de plaatsing van een oud poortje in een nieuwbouw'. Want de criticus bedoelde daar waar schijnlijk het poortje van de oude marinierskazerne mee, dat onlangs is geplaatst bo ven de nieuwe metro-ingang op het Oostplein. Toen de Rotterdamse kunste naar Hans van der Plas in- schreef voor de kunsttoepas- singen op de nieuwe metro lijn, wist hij van het bestaan van dit poortje niets af. Het voorstel om het overgeble- ven poortje neer te zetten op de plaats van de oude mari nierskazerne, waarvan na het bombardement in 1940 slechts puinhopen restten, kwam van de huidige Van Ghentka2erne. „De gemeente is met dit voorstel akkoord gegaan, maar stelde wel dat een ar tiest het ontwerp moest ma ken, anders zou het een rot zooitje worden", vertelt de 56-jarige Hans van der Plas in zijn atelier aan de 's-Gra- venweg. „Het was aanvankelijk de bedoeling om het poortje met tekstuitleg in de metrogang te plaatsen, maar het was veel te groot. Toen heb ik voorgesteld om het naar bo ven te hijsen boven de me tro-ingang en dan beneden in de vitrines uitleg te ge ven." Dat het poortje de oorlog heeft overleefd, ligt in het simpele feit dat in 1934 tij dens één van de verbouwin gen hel poortje is wegge haald. In die tijd immers was y door Karin Kuijpers er sprake om het arsenaal, dat gevestigd was op de Nieuwe Haven, te verplaat sen naar het Toepad. Daar is door de oorlog niets van ge komen. De grote verbouwing in 1934 duidde echter al op die veranderingen. 'Oranje' In het boek 'Oude huizen van Rotterdam' vinden we over de poort naar het bin nenplein der Marinekazerne op de Nieuwe Haven 11 het volgende: 'Aan de zijde der Nieuwehaven prijkt het oude arsenaal nog met 's Lands wapen op de beide gekruiste ankers en mei de twee leeu wen als schildhouders boven de poort, die toegang tot de binnenplaats geeft', 's Lands wapen moet dan natuurlijk gezien worden als het gene- raliteitswapen van de repu bliek der Verenigde Neder landen. Op het poortje zijn tevens gekruiste ankers te vinden, die duiden op het marinewapen van de admi raliteit van de Maze. Na enig speurwerk kan een woordvoerder van de mari nierskazerne in Den Haag ons vertellen dat het poortje dateert van 1600. In die tijd moet ook het arsenaal zijn gebouwd. Van der Plas heeft de frag menten van het poortje laten aanhelen {aan elkaar zetten) door beeldhouwer Ton Waakoprijers. Als achter grond materiaal heeft Van der Plas gekozen voor mar mer. Mei klem stelt hij dat het poortje los staat van het metrogebeuren. „Ik heb me niets aangetrokken van de oranje kleur, want ik vind dat poortje geheel op zichzelf staan. Het achterste gedeelte van de omheiningen bij de jngang heb ik af laten bre- ken, zodat de poort zijn oude functie terugkrijgt." 'Opgestoken vingertje' Van der Plas heeft naast het Poortje zijn visie op eigentijd se wijze vertolkt in zes dia's, die zijn geplaatst in de me trogang van het Oostplein. Zelf noemt hij het een strip verhaal. De eerste dia toont Kunstenaar Hans van der Plas bii het poortje van de marinierskazerne: „Misschien ben ik over drie jaar poortenmaker,.. Belazeren een gietijzeren luik, dat met bouten en twee scharnieren is dichtgemaakt. Op de vol gende dia laat hij dat luik kantelen, waardoor een stuk je leven zichtbaar wordt, dat zich in de daaropvolgende dia's openbaart. „Ik bedoel die dia's als een opgestoken vingertje en wil er mee zeggen dat wat de mensen doen, maar tijdelijk is. De natuur is van deze aar de en zal het altijd van de mensheid winnen. Die ge dachte kun je weer herleiden naar dat poortje." Over de vorm: „Ik ben ie mand die houdt van vier kanten, niet van ronden. Maar omdat die dia's nu een maal rond zijn, moest ik daar wel wat mee. 'k Had eerst het idee om iets te maken waardoor het leek alsof je naar buiten keek. maar op alle stations zijn foto's die met buiten te maken hebben dus daar ben ik van afge stapt. Het idee om zo'n gietij zeren luik te maken vond ik bij mijn centrale verwar mingsketel. Ik heb op dat luik van alle toevalligheden gebruik gemaakt om dat ijzer uit te drukken." „En ik weet ook best dat zo'n gietijzeren mangat technisch nooit zo in elkaar kan zitten als ik het heb verbeeld, maar dat is de vrijheid van de kunstenaar. Ik hou ervan om dat soort rare dingen eraan te maken. Tenslotte is dat ook wat ik beoog. Om de mensen op een intelligente manier te belazeren. Ik pro beer ze kringetjes om mij heen te laten lopen. Zelfs in eigen omgeving kunnen mensen mij moeilijk peilen. Ik zaai graag verwarring." Of hij in die poging slaagt is strijdbaar, maar als we de verscheidenheid van zijn werken bekijken, is de con clusie gerechtvaardigd dat Van der Plas lef heeft. Als architecten vragen om glas in beton, dan verdiept hij 2ieh daarin. Willen ze scherf- mozaieken dan maakt hij zich die kunst meester. „Natuurlijk ben ik in mijn vak beperkt tot een paar din gen. Ik ga bijvoorbeeld geen kralen rijgen, want dat kan ik absoluut niet. Maar er zijn trends waar je niet omheen kunt en daar speel ik dan op in. Neem nu die poorten. Daar heb ik niet voor geko zen, maar dat komt gewoon over je. 'k Ben nu aan een poort bezig van het oude Sint Franciscus gasthuis en mis schien belt er over drie we ken een man uit Tilburg op voor weer een poortontwerp. Nou, dan gaat die zaak rollen en dan ben ik over drie jaar poortenmaker. Op deze ma nier dwing je jezelf in een aantal zaken te verdiepen, waar je anders nooit aan be gint." Rotterdam Eigenlijk was het met de bedoeling. De me tro had gewoon metro moeten zijn en geen sneltram, die een stukje onder de grond rijdt. Toch liep het anders af. Een pas gekozen PvdA-raadshd gooide begin 1975 de knuppel in het hoenderhok. De nieuwe raad zat nog maar net. Rotterdam, zo betoogde hij m een raadscommissie, kan met een sneliramprojeci 120 lot 150 miljoen besparen op de aanleg van de metro. De latere weLhouder Joop Linthorst, want hij was het, deed de suggestie om de rail- verbinding tussen Dijkzigt en de 's-Gravenweg onder gronds te houden. Maar vanuit die twee eindpunten zou den een aantal sneltrams naar oost en west uitwaaieren. Dankbaar Achtergrond van het eerste Rotterdamse bezuinigings voorstel was het terughoudende optreden van de toenma lige minister Westerterp van verkeer en waterstaat, die voor de metro geen geld beschikbaar wilde stellen „We mogen Westerterp wel dankbaar zijn", waren destijds de profetische woorden van de nu met gemeentelijke bezui- nigingen belaste Linthorst Mei zijn voorstel kwam de latere wethouder in botsing met een hele rits rapporten, waarin met uitgesponnen ar gumenten de sneltram werd verworpen. De voorstanders van een 'echte' metro waren stomverbaasd. 'Dat nieuwe raadslid wil alle rapporten aan de Roteb meegeven', zei den zij met een een ondertoon van waar haalt Linthorst het lef vandaan. Er zou echter nog heel wat water door de Rijn stromen, voordat de lef van Linthorst algemeen werd. Uit Om moord en Alexanclerpolder kwamen spoedig de eerste kritische geluiden van bewoners, die tegen de sneltram waren Op een hoorzitting zeiden zij geluidsoverlast te vrezen en ontsiering van het straatbeeld. En terwijl diep onder Krahngen het eerst stukje ondergrondse werd aan gelegd, keerden ook de achterban van de PvdA en hei openbaar lichaam Rijnmond zich tegen de sneltram. De commentatoren in de plaatselijke dagbladen waren eens gezind: de metro komt er. Overrompeld Dat de politiek grillig kan zijn bleek op 10 februari 1976. De gemeenteraad was overrompeld, nadat de wethouders onverwachts kozen voor een metrolijn van het Dijkzigt- ziekenhuis tot het NS-station in Alexanderpolder. 'Veer tig miljoen voor het doortrekken van de metro naar Om moord is ons tè duur', was de argumentatie. De politiek stond op zijn kop. De oppositie reageerde fu rieus. De achterban van de PvdA stribbelde hardnekkig tegen en hel raadsdebat over de metro, die persé een sneltram moest worden, werd keer op keer uitgesteld. Met het gezicht in de wind verklaarde wethouder mr.J- .Mentinkhij had zich aan de zijde van Linthorst ge schaarddat de bouw van de metro ten einde was. Te duur. zoals de wethouder zei. In april van 1976 drukten Mentink en Linthorst het snel- trampian erdoor. De linkse meerderheid in de gemeente raad stemde in met een boven- en ondergrondse snol tram, die het oostelijk en westelijk stadsdeel met elkaar verbindt. De definitieve toestemming van het rijk kwam twee jaar later. Bovendien vond de regering het een pri ma idee om de sneltram door te laten rijden naar Zeven kamp. In Kralingen wordt tegelijkertijd het laatste rae- trodeei geplaatst: het tijdperk van de ondergrondse is voorgoed voorbij. Al wordt bijna stilzwijgend de metro aan de oostelijke zijde verlengd van de Coolhaven naar het Mareoniplein. In 1980 proberen de bewoners van Ommoord nog één maal om de sneltram onder de grond te krijgen. AI eerder waren hun bezwaren, geluidshinder en ontsiering van het straatbeeld, door de Kroon als ongegrond beschouwd. Een groots aangekondigd protest loopt echter met een sisser af. Nadat zij eenmaal tevergeefs naar een commissiever gadering zijn gerogen, leggen ook de bewoners zich neer bij het 'Linthorstlijntje*.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1982 | | pagina 5